Reglement van orde voor de Vaste Advies commissies 2023

 

Het algemeen bestuur van waterschap Aa en Maas te ‘s-Hertogenbosch,

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas d.d. 6 juni 2023,

gelet op de Waterschapswet, het Waterschapsbesluit en het Reglement voor Waterschap Aa en Maas 2008 (gewijzigd 2019),

Besluit in te trekken het Reglement van orde voor de Commissies uit het Algemeen Bestuur 2019 zoals vastgesteld op 7 juni 2019 en gewijzigd op 4 oktober 2019;

vast te stellen het volgende reglement:

“Reglement van orde voor de Vaste Advies commissies 2023”

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. vaste commissie: vaste commissie van advies uit of op voordracht van het algemeen bestuur van het waterschap Aa en Maas, zoals ingesteld bij afzonderlijk besluit van het algemeen bestuur;

b. bijzondere commissie: commissie voor onderzoek uit het algemeen bestuur van het waterschap Aa en Maas, zoals ingesteld bij afzonderlijk besluit van het Algemeen Bestuur;

c. dijkgraaf: voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur;

d. fractie: fractie als bedoeld in artikel 8 van het reglement van orde algemeen bestuur 2023;

 

Hoofdstuk 2 Vaste advies commissies

Artikel 2 Instelling

Het algemeen bestuur kan overeenkomstig een voorstel van het dagelijks bestuur een vaste commissie instellen.

Artikel 3 Taak en functie

1. Een vaste commissie is adviescollege voor het dagelijks bestuur.

2. Het advies van een vaste commissie wordt uitgebracht hetzij op verzoek van het dagelijks bestuur, hetzij ongevraagd.

3. Het dagelijks bestuur vermeldt bij de voorstellen aan het algemeen bestuur het door een vaste commissie terzake uitgebrachte advies.

Artikel 4 Samenstelling

1. Een vaste commissie bestaat uit tenminste vier leden, die lid zijn van het algemeen bestuur, doch die geen lid zijn van het dagelijks bestuur. De dijkgraaf en de overige leden van het dagelijks bestuur kunnen de vergaderingen van vaste commissies bijwonen.

2. Elk lid wordt benoemd door het algemeen bestuur op voordracht van de desbetreffende fractie.

3. Elke fractie heeft in iedere vaste commissie als bedoeld in artikel 1 van dit reglement,

 

voor zover beschikbaar, ten minste één gekozen c.q. benoemd fractielid, niet zijnde een lid van het dagelijks bestuur.

4. Door fracties kleiner dan vier leden wordt per commissie één lid voorgedragen. Plaatsvervangend lid kan binnen elke fractie zowel zijn een lid van het algemeen bestuur dat geen lid is van het dagelijks bestuur, als een burgerlid. 1

5. Door fracties met vier leden of meer worden per commissie twee leden voorgedragen. Plaatsvervangend lid kan binnen elke fractie een lid van het algemeen bestuur zijn, dat geen lid is van het dagelijks bestuur.

6. Onverminderd het bepaalde in het derde lid, kan een fractie uit de categorie Ingezetenen, die - exclusief de in het dagelijks bestuur gekozen leden - uit minder dan drie in het algemeen bestuur gekozen leden bestaat, een extra commissielid voordragen uit de personen van de geregistreerde kandidatenlijst voor de verkiezingen, zodat de fractie in elk van de drie vaste commissies vertegenwoordigd is.

7. Onverminderd het bepaalde in het derde lid, kan een fractie uit de categorie Ingezetenen, die - exclusief de in het dagelijks bestuur gekozen leden - uit minder dan twee in het algemeen bestuur gekozen leden bestaat, twee extra commissieleden voordragen uit de personen van de geregistreerde kandidatenlijst voor de verkiezingen, zodat de fractie in elk van de drie vaste commissies vertegenwoordigd is.

8. De leden van een vaste commissie die geen lid zijn van het algemeen bestuur ontvangen overeenkomstig artikel 4.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per bijgewoonde vergadering een presentiegeld. Daarnaast ontvangen zij een reiskostenvergoeding overeenkomstig de regeling voor de leden van het algemeen bestuur.

9. De benoeming van de leden van een vaste commissie geschiedt telkens voor de duur van één zittingsperiode van het algemeen bestuur.

10. Iedere vaste commissie heeft een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden door het dagelijks bestuur uit zijn midden benoemd.

11. De secretaris van het waterschap of een door hem aan te wijzen ambtenaar is secretaris van een vaste commissie.

12. Het algemeen bestuur is bevoegd om, op voorstel van de desbetreffende fractie en door tussenkomst van het dagelijks bestuur een benoemingsbesluit ten aanzien van één of meer leden van de commissie in te trekken.

Artikel 5 Openbaarheid

1. De vergadering of gedeelten van een vergadering van een vaste commissie zijn openbaar.

2. De themavergaderingen van een vaste commissie zijn openbaar.

3. Wanneer de voorzitter of de meerderheid van de aanwezige leden het in het belang van personen dan wel in het algemeen belang nodig acht, wordt door de voorzitter de openbaarheid opgeheven.

Artikel 6 Geheimhouding bij besloten vergadering

1. Voor het einde van de vergadering beslist de commissie in hoeverre geheimhouding aan de commissieleden zal worden opgelegd omtrent hetgeen is behandeld in die vergadering en omtrent de inhoud stukken.

2. De geheimhouding kan alleen in een besloten vergadering van de commissie worden opgeheven.

Artikel 7 Notulen besloten vergadering

1. De notulen van een besloten vergadering worden door de commissie vastgesteld in een vergadering, die, tenminste voor de duur dat die vaststelling aan de orde is, besloten is. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen.

2. De notulen worden aan het begin van het besloten gedeelte van de vergadering rondgedeeld en weer ingenomen bij sluiting van het besloten deel, tenzij besloten wordt tot openbaarmaking van de notulen.

3. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 8 Spreekrecht toehoorders

1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord te voeren, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

2. Het in het eerste lid bedoeld verzoek dient uiterlijk 24 uur voor het begin van de vergadering schriftelijk of elektronisch bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt waarover men het woord wil voeren. Het spreekrecht geldt alleen voor geagendeerde onderwerpen. De verzoeker vermeldt in zijn verzoek naam, adres en telefoonnummer.

3. Indien verzocht is het woord te mogen voeren, schorst de voorzitter onmiddellijk na de opening de vergadering en stelt de toehoorders, in de volgorde waarin zij hun verzoek hebben ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren. De voorzitter kan van de volgorde afwijken indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

4. Voor ieder van de toehoorders die in de gelegenheid zijn gesteld het woord te voeren, geldt een spreektijd van maximaal vijf minuten. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn.

5. De toehoorder voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de commissie doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de toehoorder.

6. Nadat van de gelegenheid het woord te voeren is gebruik gemaakt, heropent de voorzitter de vergadering.

Artikel 9 Oproeping en aankondiging

1. De voorzitter roept een vaste commissie in vergadering bijeen, zo spoedig mogelijk nadat het dagelijks bestuur of tenminste drie leden van de commissie hem dat hebben verzocht.

2. De aankondiging van de vergadering van een vaste commissie geschiedt op dezelfde wijze als waarop de aankondiging van de openbare vergadering van het algemeen bestuur geschiedt.

3. De vergadering vindt niet eerder plaats dan tien dagen na de oproeping. Bij de oproeping vermeldt de voorzitter de datum, het tijdstip en de plaats van de vergadering en de daarin aan de orde komende zaken.

4. Ingeval van informatieve/themavergaderingen zijn, met uitzondering van lid 2 en 3 van dit artikel, de overige bepalingen uit dit Reglement van Orde niet van toepassing.

5. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 3 roept de voorzitter een vaste commissie onmiddellijk bijeen indien naar zijn oordeel de omstandigheden dit noodzaken.

Artikel 10 Werkwijze

1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een overzicht van de door de commissie verstrekte adviezen, afspraken en toezeggingen.

 

2. De vergaderingen worden op video opgenomen en uitgezonden op de website van het waterschap.

3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de video-opname van de vergaderingen na afloop worden omgezet in een videoverslag dat op de website van het waterschap wordt geplaatst.

4. In een vergadering waarin niet meer dan de helft van de leden aanwezig is, mag niet worden geadviseerd.

5. Voor een advies door de commissie is een meerderheid van de aanwezige leden vereist. Indien nodig kan de vaststelling van een advies plaatsvinden door stemming, waaruit een meerderheid van stemmen van de aanwezige leden moet blijken. Is er geen meerderheid van stemmen en bij staking van stemmen wordt een voorstel voor een advies geacht te zijn verworpen.

6. De aanwezige leden van het dagelijks bestuur hebben een adviserende stem.

7. In gevallen, betrekking hebbend op de orde in de vergaderingen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.

8. De voorzitters kunnen desgewenst vaste commissies in gecombineerde vergaderingen bijeenroepen. De voorzitters bepalen in onderling overleg wie de gecombineerde vergadering voorzit.

9. Een vaste commissie is bevoegd, door tussenkomst van de voorzitter, ambtenaren uit te nodigen haar vergaderingen bij te wonen, teneinde inlichtingen of adviezen te verstrekken.

Hoofdstuk 3 Bijzondere commissies

Artikel 11 Instelling

Het algemeen bestuur kan bijzondere commissies instellen voor onderzoek van bij het instellingsbesluit aan te wijzen aangelegenheden.

Artikel 12 Taak en functie

1. Een bijzondere commissie brengt, afhankelijk van het doel van de instelling, omtrent het verhandelde in de vergaderingen van de commissie verslag uit aan het dagelijks bestuur of aan het algemeen bestuur.

2. Het dagelijks bestuur beantwoordt het verslag, tenzij dit daartoe geen aanleiding geeft, en zendt het verslag en een gegeven antwoord aan het algemeen bestuur.

Artikel 13 Samenstelling

1. Een bijzondere commissie bestaat uit tenminste vier leden.

2. Het algemeen bestuur benoemt de leden uit zijn midden en benoemt de voorzitter.

3. De dijkgraaf en de overige leden van het dagelijks bestuur die geen lid zijn van de commissie, kunnen de vergaderingen van een bijzondere commissie desgevraagd bijwonen en hebben daarin een adviserende stem.

4. De secretaris van het waterschap of een door hem aan te wijzen ambtenaar is secretaris van een bijzondere commissie.

5. Een bijzondere commissie is bevoegd door tussenkomst van de voorzitter deskundigen uit te nodigen haar vergaderingen bij te wonen teneinde inlichtingen of adviezen te verstrekken.

Artikel 14 Werkwijze

1. De voorzitter roept een bijzondere commissie zo spoedig mogelijk in vergadering bijeen.

2. Artikel 7 derde lid, artikel 8 eerste tot en met derde lid en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van 16 juni 2023.

Artikel 21 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als “Reglement van orde voor de Vaste Advies commissies 2023”.

 

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur op 16 juni 2023,

 

de secretaris, de dijkgraaf,

 

Pieter Sennema Mario Jacobs

Naar boven