Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg,

 

De voorzitter van het Waterschap Limburg,

 

De secretaris-directeur voor zover het artikel 6, 7 en 8 betreft,

 

De directeuren voor zover het artikel 7 betreft,

 

De programmamanagers voor zover het artikel 8 betreft,

 

De clustermanagers voor zover het artikel 8 betreft,

 

overwegende als volgt.

 

Het dagelijks bestuur wenst uit oogpunt van doelmatigheid een aantal bevoegdheden, die rechtstreeks voortkomen uit de Waterschapswet, te mandateren, althans dienaangaande volmacht of machtiging te verlenen aan de voorzitter respectievelijk de secretaris-directeur van het Waterschap Limburg.

 

Het dagelijks bestuur wenst eveneens een aantal overige bevoegdheden te mandateren, althans dienaangaande volmacht of machtiging te verlenen aan de voorzitter respectievelijk de secretaris-directeur van het Waterschap Limburg.

 

Het dagelijks bestuur wenst verder ten aanzien van een aantal door het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur gemandateerde bevoegdheden ondermandaat, -volmacht of -machtiging te verlenen aan de secretaris-directeur van het Waterschap Limburg.

 

De voorzitter wenst uit oogpunt van doelmatigheid een aantal bevoegdheden, die rechtstreeks voortkomen uit de Waterschapswet, te mandateren, althans dienaangaande volmacht of machtiging te verlenen aan het dagelijks bestuur respectievelijk de secretaris-directeur van het Waterschap Limburg.

 

Verder overwegende, dat de voorzitter het Waterschap Limburg in en buiten rechte vertegenwoordigt op grond van artikel 95 van de Waterschapswet en uitsluitend een ander machtiging tot vertegenwoordiging kan verlenen met toestemming van het dagelijks bestuur.

 

Een slagvaardige besluitvorming is gediend met het waar mogelijk verlenen van ondermandaat, -volmacht en -machtiging aan bepaalde functies, rollen en personen die onder eindverantwoording vallen van de secretaris-directeur.

 

Gelezen het voorstel van de secretaris-directeur van het Waterschap Limburg inzake de vaststelling van het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023.

 

Gelet op Titel III van de Waterschapswet, de Waterwet, Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek, artikel 4 van het Reglement voor het Waterschap Limburg, de Delegatie- en mandaatverordening Waterschap Limburg 2017 en het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017.

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023, als volgt.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het Waterschap Limburg;

  • b.

    AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    Budgetbeheerder: een door de secretaris-directeur aangewezen budgetbeheerder bij of krachtens het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg houdende regels voor het budgetbeheer.

  • e.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg;

  • f.

    Financieel (onder)mandaat: het namens het dagelijks bestuur besluiten tot het aangaan van, het wijzigen of het beëindigen van overeenkomsten tot het leveren van goederen, diensten of werken aan het Waterschap Limburg en het namens de voorzitter vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg daarbij, inclusief het goed- en afkeuren van meer- en minderwerk en de factuurafhandeling;

  • g.

    HRM-aangelegenheden: alle aangelegenheden op het gebied van het sluiten, wijzigen, uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde en het beëindigen van arbeidsovereenkomsten door het Waterschap Limburg, waaronder begrepen alle aangelegenheden op grond van de Cao Werken voor waterschappen;

  • h.

    Machtiging: de bevoegdheid om in naam van (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg handelingen te verrichten die geen besluit en geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • i.

    Manager: de functieroepnamen van secretaris-directeur, directeur, clustermanager, programmamanager en teammanager:

    • i.

      secretaris-directeur: de functionaris die leiding geeft aan en verantwoordelijk is voor de ambtelijke organisatie en adviseert aan het dagelijks bestuur, de voorzitter en het algemeen bestuur;

    • ii.

      directeur: functieroepnaam van de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen, de bedrijfsvoering en de integrale (door)ontwikkeling van de door die functionaris aangestuurde thema’s en de clusters waarvoor die functionaris verantwoordelijk is;

    • iii.

      clustermanager: functieroepnaam van de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen, de bedrijfsvoering en de integrale (door)ontwikkeling van het door die functionaris aangestuurde cluster;

    • iv.

      programmamanager: de functionaris die leiding geeft aan en verantwoordelijk is voor een programma. Onderscheid wordt gemaakt tussen de programmamanager die verantwoordelijk is voor het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de programmamanager die verantwoordelijk is voor het programma Water in Balans (WIB);

    • v.

      teammanager: de functionaris die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke werkprocessen, de bedrijfsvoering en de integrale (door)ontwikkeling van het door die functionaris aangestuurde team binnen een cluster;

  • j.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3 Awb, inclusief de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te ondertekenen;

  • k.

    Mandaatbesluit: het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023;

  • l.

    Mandaatregister: het onder de verantwoordelijkheid van de secretaris-directeur bijgehouden register waarin staat opgenomen aan welke functies, rollen of personen ondermandaat, -volmacht of -machtiging is verleend voor zover dat ondermandaat of die -volmacht en -machtiging niet rechtstreeks uit dit Mandaatbesluit volgt;

  • m.

    Projectleider: Budgetbeheerder ten aanzien van een investeringskrediet, niet zijnde een functie als bedoeld in artikel 9, tweede lid aanhef en onder a-d van het Mandaatbesluit;

  • n.

    Treasuryadviseur: de als zodanig door de clustermanager van het cluster programmering, planning en financiën aangewezen medewerker van het cluster programmering, planning en financiën, welke medewerker is belast met de rol van het verrichten van taken ten aanzien van de Treasurybevoegdheden;

  • o.

    Treasurybevoegdheden: het aantrekken van geldleningen, het aangaan van kasgeldleningen, het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld tot maximaal het uit het treasurystatuut blijkende percentage van het begrotingstotaal bij de NWB en het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld door middel van schatkistbankieren;

  • p.

    UAVG: Uitvoeringswet AVG;

  • q.

    Verzoek om schadevergoeding: verzoek om toekenning van een vergoeding van schade die het gevolg is van rechtmatig of onrechtmatig handelen door (organen van) het Waterschap Limburg, verzoeken om toekenning van nadeelcompensatie daaronder begrepen;

  • r.

    Volmacht: de bevoegdheid om in naam van het Waterschap Limburg privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en

  • s.

    Voorzitter: de voorzitter van het Waterschap Limburg.

 

Afdeling 1 - Mandaat aan de voorzitter

Artikel 2 Mandaat aan de voorzitter

  • 1.

    Het dagelijks bestuur besluit om, onder de voorwaarden uit dit Mandaatbesluit, zijn bevoegdheden omtrent het verstrekken van sponsorbijdragen in de vorm van subsidies te mandateren aan de voorzitter. Het mandaat omvat tevens het intrekken of wijzigen van de verstrekte subsidies en het terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur besluit om zijn bevoegdheid om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot schenking in het kader van sponsorbijdragen te mandateren aan de voorzitter. Het mandaat omvat tevens het besluiten tot het uitoefenen van bevoegdheden uit en het wijzigen of beëindigen van deze overeenkomsten.

  • 3.

    Het mandaat is beperkt tot sponsorbijdragen tot een bedrag van maximaal EUR 500 in totaal voor het te sponsoren project of de te sponsoren persoon.

  • 4.

    Het mandaat mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van het op dat moment geldende sponsorbeleid.

  • 5.

    Het Dagelijks bestuur besluit om zijn bevoegdheid uit artikel 5.30 van de Waterwet te mandateren aan de voorzitter voor zover deze optreedt in hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten.

     

Afdeling 2 - Mandaat, volmacht en machtiging aan leden van de dagelijks bestuur en de secretaris-directeur, alsmede machtiging aan leden van het dagelijks bestuur tot vertegenwoordiging van het Waterschap Limburg in en buiten rechte

Artikel 3 Mandaat, volmacht en machtiging aan leden van het dagelijks bestuur en de secretaris-directeur, alsmede machtiging aan leden van het dagelijks bestuur tot vertegenwoordiging van het Waterschap Limburg in en buiten rechte

  • 1.

    Het dagelijks bestuur besluit om zijn bevoegdheid uit artikel 5.30 van de Waterwet te mandateren aan de individuele leden van het dagelijks bestuur voor zover deze optreden in hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur besluit om de aan hem geattribueerde en gedelegeerde bevoegdheden, onder de voorwaarden zoals vermeld in het Mandaatbesluit, te mandateren respectievelijk dienaangaande volmacht en machtiging te verlenen aan de secretaris-directeur.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur besluit om ten aanzien van de aan hem gemandateerde bevoegdheden, onder de voorwaarden zoals vermeld in het Mandaatbesluit, ondermandaat respectievelijk ondervolmacht en -machtiging te verlenen aan de secretaris-directeur.

  • 4.

    De voorzitter besluit om zijn bevoegdheid uit artikel 96 van de Waterschapswet te mandateren aan de individuele leden van het dagelijks bestuur voor zover deze optreden in hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten.

  • 5.

    De voorzitter besluit om de aan hem geattribueerde en gedelegeerde bevoegdheden, onder de voorwaarden zoals vermeld in het Mandaatbesluit, te mandateren respectievelijk volmacht en machtiging te verlenen aan de secretaris-directeur.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur besluit om instemming te verlenen aan de voorzitter om op grond van artikel 95 van de Waterschapswet anderen te machtigen om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen, de ondertekening van stukken en overeenkomsten daaronder begrepen.

  • 7.

    De voorzitter machtigt de afzonderlijke leden van het dagelijks bestuur, voor zover het hun portefeuille betreft, alsmede de secretaris-directeur om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit omvat het vertegenwoordigen van (de organen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden.

  • 8.

    In afwijking van de vorige leden wordt voor het namens het Waterschap Limburg uitoefenen van Treasurybevoegdheden, voor zover die bestaan uit het aangaan van geldleningen niet zijnde kasgeldleningen, door het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter mandaat, volmacht en machtiging verleend aan de secretaris-directeur en de Treasuryadviseur gezamenlijk. Dit betekent dat het mandaat, de volmacht en de machtiging uitsluitend kan worden uitgeoefend door de secretaris-directeur samen met de Treasuryadviseur. De secretaris-directeur is bevoegd om ondermandaat, -volmacht en -machtiging te verlenen ter zake de in dit artikellid bedoelde bevoegdheden.

Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht en machtiging

  • 1.

    1.Het verlenen van (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging als bedoeld in artikel 3, tweede, derde en vijfde lid, van dit Mandaatbesluit vindt plaats in de ruimste zin van het woord. Dit betekent dat het alle aan het dagelijks bestuur of de voorzitter geattribueerde, gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden omvat, tenzij een bevoegdheid in het Mandaatbesluit uitdrukkelijk van (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging is uitgezonderd.

  • 2.

    Onder het (onder)mandaat, de (onder)volmacht en (onder)machtiging van de secretaris-directeur vallen, zonder uitputtend te zijn, in ieder geval:

    • (i)

      het nemen van bestuursrechtelijke besluiten, waaronder begrepen het nemen van besluiten op bezwaar, het opleggen van bestuurlijke sancties en het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid;

    • (ii)

      het besluiten tot het voeren van bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures namens (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg en de vertegenwoordiging van (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in die procedures. Dit omvat mede het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures en het in voorkomend geval het vragen van een voorlopige voorziening;

    • (iii)

      het besluiten tot en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

    • (iv)

      het verrichten van feitelijke handelingen;

    • (v)

      het nemen van beslissingen die betrekking hebben op HRM-aangelegenheden;

    • (vi)

      Het uitoefenen van de bevoegdheden bij gevaar voor waterstaatswerken op grond van hoofdstuk 5, paragraaf 5, van de Waterwet;

    • (vii)

      Het vaststellen van bestrijdingsplannen op basis van het door het algemeen bestuur vastgestelde calamiteitenplan en

    • (viii)

      Het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen op grond van hoofdstuk 5, paragraaf 3, van de Waterwet.

Artikel 5 Uitzonderingen

Het (onder)mandaat en de (onder)volmacht en (onder)machtiging als bedoeld in artikel 3, tweede, derde en vijfde lid, van dit Mandaatbesluit heeft, naast de bevoegdheden bedoeld in artikel 10:3, eerste en tweede lid, van de Awb en de beperkingen uit artikel 10:3, derde en vierde lid van de Awb, geen betrekking op:

  • a.

    Het vaststellen, wijzigen of vervangen van waterakkoorden als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet;

  • b.

    Het besluiten tot het vaststellen van projectplannen op grond van artikel 5.4 Waterwet, tenzij het een projectplan betreft waarop afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is en waarbij er ten aanzien van het ontwerp geen zienswijzen naar voren zijn gebracht;

  • c.

    Het nemen, wijzigen of intrekken van gedoogbeschikkingen op grond van paragraaf 4 van hoofdstuk 5 van de Waterwet;

  • d.

    Het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de onteigeningswet;

  • e.

    Het besluiten over HRM-aangelegenheden die betrekking hebben op directeuren, de concerncontroller, de functionaris gegevensbescherming, de waterschapsarchivaris en de Treasuryadviseur, voor zover het betreft het sluiten van een arbeidsovereenkomst, het schorsen of het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW (het geven van voorschriften, het treffen van maatregelen, het vaststellen en bijstellen van het plan van aanpak en het bieden van passende arbeid);

  • f.

    Het bepalen van het standpunt van het Waterschap Limburg in de hoedanigheid van deelnemer van rechtspersonen of samenwerkingsverbanden;

  • g.

    Het aanwijzen van bestuursleden voor rechtspersonen en samenwerkingsverbanden waarin het Waterschap Limburg deelneemt, alsmede het uitoefenen van andere bevoegdheden die het Waterschap Limburg heeft in hoedanigheid van deelnemer van rechtspersonen en samenwerkingsverbanden;

  • h.

    Beslissingen naar aanleiding van een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Awb als de klacht betrekking heeft op een lid van het dagelijks bestuur, de voorzitter, de secretaris-directeur of een directeur.

  • i.

    Het nemen van beslissingen op bezwaar voor zover daarbij wordt afgeweken van het advies van de bezwarencommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb en de Verordening behandeling bezwaarschriften Waterschap Limburg 2017 en

  • j.

    De bevoegdheid om te beslissen op verzoeken omtrent een Verzoek tot schadevergoeding voor zover de te nemen beslissing ertoe strekt om een bedrag aan schadevergoeding toe te kennen voor een bedrag van meer dan EUR 25.000 of waarbij wordt afgeweken van het advies van de commissie als bedoeld in de Verordening Nadeelcompensatie Waterschap Limburg.

 

Afdeling 3 - Ondermandaat, -volmacht en -machtiging

Artikel 6 Ondermandaat, -volmacht en -machtiging door de secretaris-directeur

  • 1.

    Door de secretaris-directeur wordt aan de directeuren ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend. Het ondermandaat en de ondervolmacht en -machtiging van een directeur heeft uitsluitend betrekking op aangelegenheden die passen binnen de clusters waarvoor de betreffende directeur verantwoordelijk is. Deze clusters zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 2.

    Van het ondermandaat respectievelijk de ondervolmacht en -machtiging van een directeur is uitgezonderd:

    • a.

      De bevoegdheid om te beslissen op een bezwaarschrift;

    • b.

      De bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties en het nemen van strafbeschikkingen, voor zover de hoogte van de maximaal te verbeuren dwangsommen bij een last onder dwangsom, de hoogte van een boete bij een op te leggen bestuurlijke boete of strafbeschikking respectievelijk de te verwachten kosten van de uitvoering van de last bij een last onder bestuursdwang niet meer bedragen dan EUR 150.000. In het geval dat er in een besluit in verband met meerdere overtredingen verschillende lasten of boetes worden opgelegd geldt het maximumbedrag uit de eerste volzin voor de lasten of boetes gezamenlijk;

    • c.

      De bevoegdheid om te beslissen op klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb als de klacht betrekking heeft op een concerncontroller, functionaris gegevensbescherming, de waterschapsarchivaris of de Treasuryadviseur;

    • d.

      De bevoegdheid om besluiten te nemen op verzoeken tot toegang tot of hergebruik van publieke informatie respectievelijk het uit eigen beweging openbaar maken of voor hergebruik beschikbaar stellen van publieke informatie op grond van de Wet open overheid en de Wet hergebruik van overheidsinformatie;

    • e.

      De bevoegdheid om te beslissen op verzoeken op grond van de AVG en UAVG;

    • f.

      Treasurybevoegdheden;

    • g.

      Het afwijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid en

    • h.

      HRM-aangelegenheden voor zover het betreft het schorsen of het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW (het geven van voorschriften, het treffen van maatregelen, het vaststellen en bijstellen van het plan van aanpak en het bieden van passende arbeid).

  • 3.

    Door de secretaris-directeur wordt ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend aan de teammanager financiële administratie en informatievoorziening en de Treasuryadviseur gezamenlijk voor Treasurybevoegdheden, niet zijnde het aantrekken van geldleningen anders dan kasgeldleningen. Dit betekent dat het ondermandaat en de ondervolmacht en -machtiging uitsluitend kan worden uitgeoefend door de teammanager financiële administratie en informatievoorziening samen met de Treasuryadviseur.

Artikel 7 Ondermandaat, -volmacht en -machtiging aan de clustermanagers, de programmamanagers en de concerncontroller

  • 1.

    Door de directeuren en de secretaris-directeur, steeds voor zover het betreft de clusters waarvoor de secretaris-directeur of de betreffende directeur verantwoordelijk is, wordt aan de clustermanagers ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend voor aangelegenheden die passen binnen het cluster waarvoor de clustermanager verantwoordelijk is. Deze clusters zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 2.

    Bij het uitoefenen van het ondermandaat ten aanzien van het opleggen van bestuurlijke sancties of strafbeschikkingen geldt als het maximumbedrag per geval als bedoeld in artikel 6, tweede lid aanhef en onder b van het Mandaatbesluit EUR 75.000.

  • 3.

    Door de directeuren en de secretaris-directeur, steeds voor zover het betreft de clusters waarvoor de secretaris-directeur of de betreffende directeur verantwoordelijk is, wordt aan de programmamanagers ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend voor aangelegenheden die passen binnen het programma waarvoor de programmamanager verantwoordelijk is. Deze programma’s zijn nader omschreven in bijlage 2.

  • 4.

    Van het ondermandaat en de ondervolmacht en -machtiging aan de programmamanagers zijn in aanvulling, althans afwijking van artikel 6, tweede lid, van het Mandaatbesluit uitgezonderd alle bevoegdheden met betrekking tot HRM-aangelegenheden en het opleggen van bestuurlijke sancties of strafbeschikkingen.

  • 5.

    Door de directeuren en de secretaris-directeur, steeds voor zover het betreft de clusters waarvoor de secretaris-directeur of de betreffende directeur verantwoordelijk is, wordt aan de concerncontroller ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend voor aangelegenheden die passen binnen het werkterrein van de concerncontroller. Dit werkterrein is nader omschreven in bijlage 1.

  • 6.

    Van het ondermandaat en de ondervolmacht en -machtiging aan de concerncontroller zijn in aanvulling, althans afwijking van artikel 6, tweede lid, van het Mandaatbesluit uitgezonderd het opleggen van bestuurlijke sancties of strafbeschikkingen.

  • 7.

    In een geval waarin zowel een clustermanager als een programmamanager in een bepaald geval een bevoegdheid in ondermandaat, -volmacht of -machtiging kan uitoefenen, geldt de instructie dat de betreffende clustermanager en programmamanager voordat zij gebruik maken van het ondermandaat, -volmacht of -machtiging overleg voeren met elkaar. Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt, beslist de secretaris-directeur.

Artikel 8 Verlenen van ondermandaat, -volmacht en -machtiging door de clustermanagers en de programmamanagers

  • 1.

    Door de clustermanagers, voor zover het de clusters betreft waarvoor de betreffende clustermanager verantwoordelijk is, wordt aan de teammanagers ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend voor aangelegenheden die passen binnen het team van het cluster waarvoor de teammanager verantwoordelijk is. Deze teams zijn nader omschreven in bijlage 1.

  • 2.

    Aan de teammanagers wordt geen ondermandaat verleend voor het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen.

  • 3.

    De clustermanagers zijn bevoegd om een Financieel (onder)mandaat te verlenen aan personen die de rol van Budgetbeheerder vervullen of aan andere medewerkers van het Waterschap Limburg. Het Financieel (onder)mandaat is beperkt tot maximaal het door de clustermanager bij het verlenen van het Financieel (onder)mandaat bepaalde bedrag. Daarbij geldt dat dit bedrag voor een projectleider niet hoger mag zijn dan EUR 100.000 en voor een andere medewerker niet hoger mag zijn dan EUR 25.000. Ten aanzien van meerjarige verplichtingen gaat het daarbij om het bedrag van de totale omvang van de verplichting voor alle jaren gezamenlijk. De splitsing van een opdracht in delen om op die manier beneden de financiële grenzen te blijven is niet toegestaan. Financieel (onder)mandaat behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de secretaris-directeur. Het Financieel (onder)mandaat wordt verwerkt in het Mandaatregister.

  • 4.

    De clustermanagers verlenen door de vaststelling van dit mandaatbesluit Financieel (onder)mandaat aan de Budgetbeheerders en andere medewerkers zoals vermeld in het Mandaatregister zoals dit als bijlage 3 is gevoegd bij dit mandaatbesluit. De secretaris-directeur keurt met de vaststelling van dit mandaatbesluit het verlenen van dit Financieel (onder)mandaat goed.

  • 5.

    De jaarlijkse vaststelling door de secretaris-directeur van het register met investeringskredieten en het register met exploitatiebudgetten op grond van de Nadere regels budgetbeheer 2023 wordt aangemerkt als de verlening van een Financieel (onder)mandaat, als bedoeld in het derde lid van dit artikel, aan de in die registers opgenomen Budgetbeheerders.

  • 6.

    De clustermanagers zijn bevoegd om een niet financieel (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging te verlenen aan medewerkers binnen het cluster voor aangelegenheden die passen binnen het werkterrein van de betreffende medewerker. Dit (onder)mandaat respectievelijk deze (onder)volmacht of (onder)machtiging behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de secretaris-directeur. Het (onder)mandaat respectievelijk de (onder)volmacht of (onder)machtiging wordt verwerkt in het Mandaatregister.

  • 7.

    De clustermanagers verlenen door de vaststelling van dit mandaatbesluit (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging aan de medewerkers zoals vermeld in het mandaatregister zoals dit als bijlage 3 is gevoegd bij dit mandaatbesluit. De secretaris-directeur keurt met de vaststelling van dit mandaatbesluit het verlenen van dit (onder)mandaat respectievelijk deze (onder)volmacht of (onder)machtiging goed.

 

Afdeling 4 - Algemene bepalingen

Artikel 9 Financiële voorwaarden

  • 1.

    Het Financieel (onder)mandaat en (onder)mandaten en (onder)volmachten voor het aangaan van (andere) financiële verplichtingen voor het Waterschap Limburg of de koop en verkoop van registergoederen door het Waterschap Limburg geschiedt met inachtneming van de financiële grenzen uit het tweede lid. De financiële grenzen gelden voor meerjarige verplichtingen voor de totale omvang van de verplichtingen voor alle jaren gezamenlijk. De financiële grenzen zijn inclusief de eventueel verschuldigde btw. De splitsing van een opdracht in delen om op die manier beneden de grenzen te blijven is niet toegestaan. De financiële grenzen uit het tweede lid gelden niet voor het uitoefenen van Treasurybevoegdheden.

  • 2.

    Er gelden, voor zover daarvan in andere bepalingen niet is afgeweken, de volgende financiële grenzen:

    • a.

      Voor leden van het dagelijks bestuur, de voorzitter en de secretaris-directeur: geen financiële grens;

    • b.

      Voor de directeuren: tot EUR 800.000;

    • c.

      Voor de clustermanagers en programmamanagers: tot EUR 400.000;

    • d.

      Voor de teammanagers: tot EUR 100.000;

    • e.

      Voor de projectleiders: tot EUR 100.000;

    • f.

      Voor de budgetbeheerders niet zijnde een functionaris als bedoeld onder a-e: tot EUR 25.000;

    • g.

      Voor de overige medewerkers met Financieel (onder)mandaat: tot het bedrag zoals vermeld in het mandaatregister en

    • h.

      Voor de overige medewerkers met een ondermandaat, -volmacht of -machtiging, niet zijnde een Financieel (onder)mandaat, en voor zover dat ondermandaat respectievelijk die -volmacht of -machtiging leidt tot het aangaan van op geld waardeerbare verplichtingen: tot het bedrag zoals vermeld in het mandaatregister.

  • 3.

    Indien in ondermandaat, -volmacht en -machtiging een overeenkomst die door een manager of medewerker binnen de financiële grenzen van zijn ondermandaat, -volmacht en -machtiging is afgesloten wordt gewijzigd waardoor er aanvullende financiële verplichtingen voor het Waterschap Limburg ontstaan, geldt de instructie om aan de (onder)mandaat, (onder)volmacht respectievelijk (onder)machtiging daarvan mededeling te doen als het bedrag van de initiële en aanvullende financiële verplichtingen tezamen de voor de betreffende manager of medewerker geldende financiële grens als bedoeld in het tweede lid overschrijdt.

Artikel 10 Instructies

  • 1.

    De uitoefening van de (onder)gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)volmachten of (onder)machtigingen geschiedt met inachtneming van:

    • a)

      De Delegatie- en Mandaatverordening Waterschap Limburg 2017;

    • b)

      Het bepaalde bij of krachtens het besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg houdende regels voor het budgetbeheer;

    • c)

      Ter zake geldende algemeen verbindende voorschriften (waaronder wettelijke voorschriften en regelingen van de bevoegde organen van het Waterschap Limburg), beleidsregels en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;

    • d)

      Door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur vastgestelde dan wel goedgekeurde programma's of projecten;

    • e)

      De regels gesteld bij en krachtens artikel 108 en 109 van de Waterschapswet en het treasurystatuut en

    • f)

      Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van het Waterschap Limburg.

    Voor zover het (onder)mandaat, (onder)volmacht of de (onder)machtiging betrekking heeft op de uitoefening van de bevoegdheden uit artikel 5.30 Waterwet en artikel 96 Waterschapswet staat het de gemandateerde of ge(vol)machtigde vrij om, voor zover dat gelet op het (dreigende) gevaar noodzakelijk is, bij het treffen van maatregelen af te wijken van de instructies onder a-f, voor zover het mandaat, de volmacht of de machtiging wordt uitgeoefend door de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur, of van de instructies onder a, b en d-f, voor zover het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging wordt uitgeoefend door een andere persoon dan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde en (onder)gemachtigde bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden als bedoeld in artikel 6, tweede lid aanhef en onder i van dit mandaatbesluit kunnen eerst worden uitgeoefend na een voorafgaand verkregen advies van of namens de clustermanager Mens & Organisatie Ondersteuning.

Artikel 11 Uitsluitingen

  • 1.

    De (onder)gemandateerde, de (onder)gevolmachtigde en de (onder)gemachtigde maken geen gebruik van het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging in de volgende gevallen:

    • a)

      Indien de secretaris-directeur, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter zelf de beslissing wenst te nemen. De secretaris-directeur doet, indien zich een situatie als bedoeld in de eerste volzin voordoet, daarvan, al dan niet door tussenkomst van een andere manager, zo spoedig mogelijk mededeling aan de functies en medewerkers die ter zake over een (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging beschikken;

    • b)

      Indien de uitoefening van de bevoegdheid grote bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële consequenties krijgt of vermoedelijk kan krijgen en

    • c)

      Indien afwijking optreedt van algemeen verbindende voorschriften respectievelijk van beleidsregels, ander beleid of goedgekeurde programma’s of projecten van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg.

    Voor zover het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging betrekking heeft op de uitoefening van de bevoegdheden uit artikel 5.30 Waterwet en artikel 96 Waterschapswet gelden voor de (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde ge(vol)machtigde, voor zover dat gelet op het (dreigende) gevaar noodzakelijk is, bij het treffen van maatregelen niet de uitsluitingen onder b en c, voor zover het mandaat, de volmacht of de machtiging wordt uitgeoefend door de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur respectievelijk geldt niet de uitsluiting als bedoeld onder b, voor zover het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging wordt uitgeoefend door een andere persoon dan de voorzitter of een lid van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Bij twijfel of een aangelegenheid onder het (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging valt en in de onderstaande gevallen, is de (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde verplicht tot vooroverleg met de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte die ter zake over een (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging beschikt. De secretaris-directeur moet indien het een door hem uitgeoefend (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging betreft in voorkomende gevallen overleg voeren met het dagelijks bestuur of, indien het een bevoegdheid van de voorzitter betreft, de voorzitter. Daarnaast is in ieder geval overleg met de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte die ter zake over een (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging beschikt vereist:

    • a)

      bij weigering tot het nemen van een besluit en

    • b)

      bij een beslissing die afwijkt van het advies, als inwinning van dat advies is voorgeschreven.

Artikel 12 Overleg bij samenloop

  • 1.

    Indien bij de uitoefening van het ondermandaat, de ondervolmacht en ondermachtiging door een clustermanager, programmamanager of teammanager de belangen van andere programma’s of clusters betrokken zijn, legt deze zijn voorgenomen beslissing voor aan de betrokken cluster- of programmamanagers die verantwoordelijk zijn voor die programma’s of clusters.

  • 2.

    Als het overleg als bedoeld in lid 1 niet tot overeenstemming leidt, beslist de secretaris-directeur.

Artikel 13 Ondertekening stukken

Het krachtens (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging ondertekenen van stukken geschiedt door uitdrukkelijke vermelding van het bestuursorgaan of de rechtspersoon namens wie het stuk wordt ondertekend, gevolgd door de handtekening, naam en de functieaanduiding van de persoon die in (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging ondertekent. Bijvoorbeeld:

 

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg,

namens deze,

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 14 Actieve informatieplicht

De (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde stelt de secretaris-directeur en/of het dagelijks bestuur, dan wel het verantwoordelijk lid van het dagelijks bestuur, en/of de voorzitter actief in kennis van de krachtens (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging te nemen of reeds genomen beslissingen waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door de secretaris-directeur en/of het dagelijks bestuur, dan wel het verantwoordelijk lid van het dagelijks bestuur en/of de voorzitter van belang is. In ieder geval geldt een actieve informatieplicht voor de (onder)gemandateerde indien in (onder)mandaat een bestuurlijke sanctie (o.a. last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, bestuurlijke boete) wordt opgelegd.

Artikel 15 Vervanging

Bij afwezigheid van de functionaris met een ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging wordt deze vervangen door de eerstvolgende hiërarchisch bovengeschikte functionaris die ter zake over een (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging beschikt.

Artikel 16 Wijziging wetgeving en dynamische verwijzingen

  • 1.

    Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde bevoegdheid berust, blijft het (onder)mandaat en de (onder)volmacht en (onder)machtiging verleend en wordt deze bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving.

  • 2.

    Voor zover in dit mandaatbesluit wordt verwezen naar door bestuursorganen van het Waterschap Limburg vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels wordt daarmee steeds bedoeld de meest actuele versie daarvan, inclusief eventueel na vaststelling van het mandaatbesluit daarin doorgevoerde wijzigingen. Voor zover deze algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels na inwerkingtreding van het mandaatbesluit geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken of komen te vervallen en daarvoor andere algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels in de plaats treden, dan moet de betreffende verwijzingen in dit Mandaatbesluit geacht worden betrekking te hebben op die nieuwe algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels.

Artikel 17 Mandaatregister

Het mandaatregister wordt bijgehouden onder verantwoordelijkheid van de secretaris-directeur. Het mandaatregister maakt als bijlage 3 onderdeel uit van het mandaatbesluit. Na wijziging van het mandaatregister wordt het gewijzigde mandaatregister bekend gemaakt in het Waterschapsblad en vervangt dit de eerdere versies van het mandaatregister.

 

Voor zover in het mandaatregister wordt verwezen naar een bepaalde functie- of rolnaam en die naam wordt gewijzigd dan worden de betreffende verwijzingen geacht te verwijzen naar de gewijzigde functie- of rolnaam.

Artikel 18 Actualisatieplicht

Dit mandaatbesluit en het bijbehorende mandaatregister worden, indien daarvoor aanleiding is, jaarlijks geactualiseerd.

Artikel 19 Inwerkingtreding en vervallen besluiten

  • 1.

    Dit mandaatbesluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in het Waterschapsblad.

  • 2.

    Op het moment van inwerkintreding van dit mandaatbesluit vervalt het Besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017).

Artikel 20 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023.

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van 27 juni 2023

De secretaris-directeur,

ir. E.J.M. Keulers

De waarnemend dijkgraaf,

drs. L.H.J. Verheijen

Voor zover dit mandaatbesluit voorziet in het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aldus eveneens besloten door:

Directeur,

ir. B.L.M. van den Berg

Interim-directeur,

ing. B. Franjic

Interim-directeur,

mr. M.H.F. Knaapen

Clustermanager Mens & Organisatie Ondersteuning,

E.S. Omri

Clustermanager Areaalbeheer,

W.M.K. Peereboom

Clustermanager Vergunningen, Toezicht & Handhaving,

W.A.A. Harberink

Clustermanager Projecten & Inkoop,

A.T. Boogers

Wnd. Clustermanager Strategie & Communicatie

R. van Well

Clustermanager Programmering, Planning en Financiën

R.W. Grave

Clustermanager Kaders & Ontwikkeling

M.A. Smits

Clustermanager Informatie, Data & Programmering

drs. P.A.M. Notten

Programmamanager HWBP

S.S.J. Kern

Programmamanager Water in Balans

M.A. Luijten

Bijlage 1: overzicht van clusters, alsmede beschrijving taken concerncontrol

 

Cluster Strategie & Communicatie

 

Het werkterrein van het cluster Strategie & Communicatie bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten:

 

  • 1.

    Het ondersteunen van het Waterschap Limburg bij de interne en externe communicatie, waaronder begrepen promotie-, wervings- en educatie-activiteiten.

  • 2.

    Activiteiten op het gebied van strategie, waaronder begrepen representatie van het Waterschap Limburg en het opbouwen en onderhouden van het (buitenlandse) netwerk van het Waterschap Limburg, lobbyactiviteiten en het verrichten van activiteiten op het gebied van innovatie en duurzaamheid.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en het beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, waaronder begrepen overeenkomsten voor het betrekken van externe communicatiemiddelen, online promotiemiddelen, reis- en verblijfkosten buitenland, educatiemiddelen/lespakketten en het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Cluster Informatie, Data & Programmering

 

Het werkterrein van het cluster Informatie, Data & Monitoring bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten:

 

  • -

    De activiteiten van het team ICT en monitoring. Deze activiteiten bestaan uit het ICT-systeembeheer, de werkzaamheden van de servicedesk, het inzamelen, verwerken en beschikbaar stellen van dynamische meetdata met betrekking tot waterkwaliteit en -kwantiteit (zoals waterstanden, afvoeren, droogtegegevens en waterkwaliteitsgegevens). Verder vallen onder de activiteiten van dit team het ontwikkelen en toepassen van (slimme) ICT-toepassingen en data-toepassingen (datagedreven werken) ten behoeve van de primaire en ondersteunende taken van het Waterschap Limburg.

  • -

    De activiteiten van het team Geodata. Deze activiteiten bestaan uit het inwinnen, verwerken en beschikbaar stellen van statische geografische data (bijvoorbeeld de loop van watersystemen en de afmetingen van waterkeringen) in de kernregistratie en centrale GEO-systemen van het Waterschap Limburg en het aanleveren van dergelijke (verwerkte) data, althans daaruit afgeleide informatie, aan andere, niet tot het Waterschap Limburg behorende, bestuursorganen en derden.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, waaronder begrepen (Waterschapsbrede) overeenkomsten met cloudproviders, softwarecontracten en andere ICT- en datatoepassingen en overeenkomsten voor het afsluiten en beheren van telefoonverbindingen. Voor zover ten behoeve van andere clusters specifieke software (of een andere ICT- of datatoepassing) wordt ingekocht, valt de bevoegdheid tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van de overeenkomst voor het (initieel) leveren van die software (of andere ICT- of datatoepassing) onder dat specifieke cluster, maar valt de bevoegdheid tot het aangaan, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van, het wijzigen en beëindigen van overeenkomsten voor het beheer en onderhoud van die software (of andere ICT- of datatoepassing) onder het cluster Informatie, Data en Monitoring. Voor zover de in dit punt bedoelde overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten, uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en beëindigen van overeenkomsten voor het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten).

  • -

    Het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

  • -

    Het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van bij het Waterschap Limburg berustende intellectuele eigendomsrechten, databankrechten en andere (gebruiks)rechten met betrekking tot software of andere ICT- of datatoepassingen, zoals het verstrekken van licenties.

  • -

    Het aanleveren van data of andere gegevens aan andere, niet tot het Waterschap Limburg behorende, bestuursorganen of rechtspersonen ter uitvoering van bij of krachtens de wet gestelde verplichtingen van (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg tot het aanleveren van deze data of andere gegevens.

Cluster Projecten & Inkoop

 

Het werkterrein van het cluster Projecten & Inkoop bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten:

 

  • 1.

    Projectmanagement in het kader van onder andere beekherstelprojecten en de programma’s WIB en HWBP.

  • 2.

    Het begeleiden van inkoop- en aanbestedingsprocedures voor diensten, leveringen en werken ten behoeve van een of meer andere clusters of ten behoeve van een of meer programma’s. Daarnaast is het cluster belast met de regie van het contractbeheer, alsmede met het contractbeheer zelf ten aanzien van een aantal specifieke overeenkomsten die waterschapsbreed zijn gesloten.

  • 3.

    Grondzaken.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het uitoefenen van de taken en bevoegdheden bij en krachtens de Aanbestedingswet. Hiervan zijn uitgezonderd het nemen van gunningsbeslissingen en (het besluiten tot het) sluiten van de overeenkomsten met betrekking tot aanbestedingsprocedures die geen betrekking hebben op het eigen cluster.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten tot koop of verkoop, huur of verhuur, pacht, bruikleen of ruiling van onroerende zaken.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van vaststellingsovereenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten vaststellingsovereenkomsten, voor zover het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken over (het gebruik van) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten.

  • -

    Het vestigen dan wel afstand doen van zakelijke rechten en het bij overeenkomst vestigen, wijzigen of beëindigen van kwalitatieve verplichtingen.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten met betrekking tot jacht- en visrechten respectievelijk het overdragen of afstand doen van jacht-, vis- en molenrechten voor zover deze als (oude) zakelijk rechten moeten worden aangemerkt.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten van opdracht voor diensten van rentmeesterschap met betrekking tot onroerende zaken in eigendom, bezit of gebruik bij het Waterschap Limburg.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten met betrekking tot (voorgenomen) onteigeningen.

  • -

    Het uitoefenen van (overige) uit het eigendomsrecht van het Waterschap Limburg voortvloeiende bevoegdheden, zoals het recht van revindicatie (“privaatrechtelijke handhaving”).

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, waaronder begrepen het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover de in dit punt bedoelde overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten samenwerkings- en bestuurlijke overeenkomsten met betrekking tot gebiedsontwikkeling.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Cluster Areaalbeheer

Het werkterrein van het cluster Areaalbeheer bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten:

 

  • 1.

    De activiteiten van het team Areaalbeheer Inspecteren. Deze activiteiten bestaan in ieder geval uit de inspectie van watersystemen en waterkeringen of onderdelen daarvan.

  • 2.

    De activiteiten van het team Areaalbeheer Onderhouden. Deze activiteiten bestaan in ieder geval uit het onderhouden van watersystemen en waterkeringen of onderdelen daarvan. Onder deze activiteiten vallen ook activiteiten die worden verricht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten.

  • 3.

    De activiteiten van het team Areaalbeheer Gebied.

  • 4.

    Areaalbeheer Beheren. Deze activiteiten bestaan in ieder geval uit het beheren van watersystemen en waterkeringen of onderdelen daarvan. Onder deze activiteiten vallen ook het crisisbeheer, waaronder begrepen het beheren en faciliteren van de (slapende) crisisorganisatie (organisatie bereik- en beschikbaarheid, beschikbaarheid middelen en crisisruimtes, opleiding, verslaglegging etc.) en de reguliere incidentbestrijding, een en ander zoals nader omschreven in het Crisisplan Waterschap Limburg. Ook de werkzaamheden van de gebiedsadviseurs vallen onder deze activiteiten. Tot slot omvatten deze werkzaamheden het voeren van het wettelijk voorgeschreven overleg met het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van wettelijke plannen, zoals bestemmings- en omgevingsplannen en omgevingsvergunningen.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het uitoefenen van de bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk 5 paragraaf 4 van de Waterwet, met uitzondering van de bevoegdheden uit artikel 5.20, tweede lid (machtiging binnentreden woning).

  • -

    Het namens (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg deelnemen aan en het geven van een reactie in het kader van het wettelijk voorgeschreven overleg met het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van wettelijke plannen, zoals bestemmings- en omgevingsplannen of omgevingsvergunningen;

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, waaronder begrepen het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Uitgezonderd van de activiteiten van het cluster waarvoor (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging geldt, zijn het verlenen van een machtiging aan individuele personen, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg, tot het in het kader van de uitoefening van hun taken gebruik kunnen maken van de aan de Stichting Faunabeheereenheid Limburg verleende ontheffingen voor verschillende verboden bij en krachtens de Wet natuurbescherming.

 

Cluster Kaders & Ontwikkeling

 

Het werkterrein van het cluster Kaders & Ontwikkeling bestaat uit in ieder geval de volgende activiteiten:

 

  • 1.

    het opstellen van en adviseren over beleid, kaders en uitgangspunten van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg (zoals het waterbeheerplan) op in ieder geval de thema’s klimaatadaptatie, omgevingsvisies, natuurlijk water (o.a. ecologische kwaliteit), waterveiligheid (o.a. het voldoen van watersystemen aan de normen gesteld bij en krachtens de Waterwet) en schoon water (fysisch-chemische toestand van het water).

  • 2.

    Het adviseren van derden, het reageren op of het toetsen van (ontwerp)stukken op- of vastgesteld door derden en het overleggen met derden over onder andere beleid, kaders en uitgangspunten van die derden met betrekking tot de hiervoor genoemde thema’s.

  • 3.

    Het uitvoeren van beoordelingen om vast te stellen in hoeverre bij het Waterschap Limburg in beheer zijnde watersystemen en -keringen (of onderdelen daarvan) voldoen aan de bij en krachtens de Waterwet of enig ander wettelijk voorschrift daarvoor gestelde normen (watersysteemtoets) en het uitvoeren van beleidsondersteunende onderzoeken met betrekking tot dergelijke watersystemen (zoals LIWA) .

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het namens (een bestuursorgaan van) het Waterschap Limburg geven van een reactie, waaronder begrepen het indienen van een zienswijze of een inspraakreactie, naar aanleiding van (ontwerp- of consultatieversies van) beleid, plannen of overige kaders van derden die relevant zijn voor de aan (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg bij of krachtens de wet opgedragen taken of de door (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg bij of krachtens de wet te behartigen belangen, waaronder begrepen omgevingsvisies en programma’s van de bevoegde bestuursorganen van gemeenten en provincies in Nederland of (bevoegde organen van) overheidslichamen in het niet Nederlandse gedeelte van het internationale Maasstroomgebied. De werkzaamheden omvatten, behalve het indienen van een zienswijze, niet het aanwenden van rechtsmiddelen (indien mogelijk) tegen beleid, plannen of overige kaders van derden, waaronder bestemmings- of omgevingsplannen. De activiteiten omvatten ook niet het voeren van het wettelijk voorgeschreven overleg met het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van wettelijke plannen, zoals bestemmings- en omgevingsplannen.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van overeenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, zoals opdrachten tot het ontwikkelen van modellen voor het uitvoeren van wettelijke beoordelingen, het gebruik van ontwikkelde modellen of verzamelde data door derden en het verrichten van beleidsondersteunende onderzoeken. Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van samenwerkingsovereenkomsten, bevoegdhedenovereenkomsten en convenanten met (bevoegde organen van) overheidslichamen in Nederland en overheidslichamen in het niet Nederlandse gedeelte van het internationale Maasstroomgebied.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Cluster Mens & Organisatie Ondersteuning

 

Het werkterrein van het cluster Mens & Organisatie Ondersteuning bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten (teams):

  • 1.

    Activiteiten op het gebied van (het team) HRM.

  • 2.

    Activiteiten op het gebied van (het team) Juridische Zaken.

  • 3.

    Activiteiten op het gebied van (het team) Facilitaire Zaken.

  • 4.

    Activiteiten op het gebied van (het team) Documentaire Informatievoorziening.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

HRM:

 

  • -

    Het adviseren en het onderhandelen over het sluiten van arbeidsovereenkomsten.

  • -

    Het adviseren over het schorsen, het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen, het door het Waterschap Limburg eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW en het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten.

  • -

    Het adviseren en het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten met een bedrijfsarts.

  • -

    Het adviseren over het uitoefenen van taken en bevoegdheden in verband met het ziekteverzuim en de re-integratie van medewerkers, waaronder begrepen de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW (het geven van voorschriften, het treffen van maatregelen, het vaststellen en bijstellen van het plan van aanpak en het bieden van passende arbeid).

  • -

    Het adviseren over het goed- of afkeuren van verzoeken van een medewerker van een ander cluster tot het volgen van opleidingen ten laste van het persoonlijke opleidingsbudget van de medewerker en het goed- of afkeuren van verzoeken van medewerkers van het Waterschap Limburg tot het volgen van opleidingen (mede) ten laste van het organisatiebudget.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten tot het leveren van diensten aan het Waterschap Limburg ten behoeve van opleidingen bestemd voor meerdere medewerkers. Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten tot het leveren van goederen, diensten of werken aan het Waterschap Limburg die betrekking hebben op het gebied van HRM, waaronder begrepen overeenkomsten tot het (initieel) leveren van software voor ondersteunende personeelssystemen (zoals salarisadministratie, urenregistratie etc.). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Juridische zaken:

Behalve voor zover een of meer van de volgende activiteiten in specifieke gevallen bij een ander cluster of een ander team binnen het cluster is belegd, worden de volgende activiteiten binnen het team Juridische zaken uitgevoerd:

  • -

    Taken en bevoegdheden ten aanzien van het secretariaat van de Bezwarencommissie.

  • -

    Het nemen van (proces)besluiten tot het namens het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter of het Waterschap Limburg instellen van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en het instellen van respectievelijk het voeren van verweer namens het Waterschap Limburg in civielrechtelijke procedures in alle instanties.

  • -

    Het vertegenwoordigen van (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en van het Waterschap Limburg in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties en in de met voornoemde procedures verband houdende mediationprocedures.

  • -

    Het behandelen van en beslissen omtrent schadevergoeding. Bij verzoeken om schadevergoeding gaat het zowel om verzoeken die verband houden met onrechtmatig handelen (bijvoorbeeld besluiten-aansprakelijkheid) als met rechtmatig handelen (nadeelcompensatie) door (organen van) het Waterschap Limburg. Als er een bedrag aan schadevergoeding van meer dan EUR 25.000 wordt toegekend of er wordt afgeweken van een advies van de onafhankelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Nadeelcompensatie Waterschap Limburg kan de beslissing op het verzoek om schadevergoeding niet in (onder)mandaat worden genomen en is besluitvorming door het dagelijks bestuur vereist.

  • -

    het voeren van minnelijk overleg, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het aangaan van vaststellingsovereenkomsten in relatie tot civielrechtelijke procedures en de behandeling van schadeclaims en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van dergelijke vaststellingsovereenkomsten.

  • -

    Het behandelen van en het beslissen op klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb, tenzij de klacht betrekking heeft op een persoon als bedoeld in artikel 5, aanhef en onder e en h van het mandaatbesluit.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten tot het leveren van diensten aan het Waterschap Limburg die betrekking hebben op de inhuur van externe juridische ondersteuning. Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten verzekeringsovereenkomsten ten behoeve van het Waterschap Limburg.

Facilitaire zaken:

Behalve voor zover een of meer van de volgende activiteiten in specifieke gevallen bij een ander cluster of een ander team binnen het cluster is belegd, worden de volgende activiteiten binnen het team facilitaire zaken uitgevoerd:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten tot het leveren van goederen, diensten of werken ten behoeve van facilitaire zaken, waaronder begrepen overeenkomsten die betrekking hebben op het beheer en onderhoud van gebouwen, het wagenpark en installaties en overeenkomsten die betrekking hebben op de catering. Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

Cluster Vergunningen Toezicht & Handhaving

 

Het werkterrein van het cluster Vergunningen Toezicht & Handhaving omvat in ieder geval vergunningverlening, toezicht, handhaving en het verstrekken en aanvragen van subsidies. Daarnaast is het cluster belast met het uitvoeren van de gedelegeerde taken en bevoegdheden ten aanzien van zwemlocaties in het oppervlaktewater (waaronder in ieder geval de taken en bevoegdheden bij en krachtens de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden) en het uitvoeren en beheren van de legger.

 

Vergunningverlening omvat alle vormen van publiekrechtelijke toestemmingverlening door (bestuursorganen van) het Waterschap Limburg, waaronder het afhandelen van meldingen, aanvragen voor vergunningen, ontheffingen, akkoordverklaringen en andere publiekrechtelijke toestemmingen vallen. De werkzaamheden omvatten (indien aan de orde) de be- en afhandeling van milieueffectrapportages, het voeren van vooroverleg, het opstellen van (ontwerp-)beschikkingen en besluiten (inclusief maatwerkbesluiten), voeren van zienswijzenprocedures en bezwaar- en beroepszaken, coördinatie en afstemmingsregelingen en het beoordelen van rapporten, een en ander voor zover noodzakelijk in verband met de publiekrechtelijke toestemmingverlening.

 

Toezicht en handhaving bestaat uit het uitoefenen van de toezicht op de naleving en de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van wettelijke voorschriften met de uitvoering waarvan (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg is belast. Dit omvat in ieder geval het afhandelen van handhavingsverzoeken, omgevings- en incidentmeldingen, het uitoefenen van de toezichtsbevoegdheden uit titel 5.2 van de Awb en het opleggen en (de projectleiding ten aanzien van) het uitvoeren van bestuurlijke sancties (waaronder de last onder (spoed)bestuursdwang en de last onder dwangsom) en strafbeschikkingen. Toezicht en handhaving omvat tevens alle activiteiten in het kader van het invorderen en verhalen van kosten bestuursdwang en verbeurde dwangsommen, alsmede verschuldigde boetes op de overtreder(s), waaronder begrepen het nemen van de beschikking tot het vaststellen van de kosten van de bestuursdwang en het invorderen van de verbeurde dwangsommen, het stuiten van de verjaring en het uitvaardigen van een dwangbevel.

 

Subsidies verstrekken en aanvragen betreft het verzorgen van de processen voor het door (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg verstrekken van subsidies aan derden enerzijds en het door het Waterschap Limburg aanvragen van subsidies bij andere bestuursorganen anderzijds.

 

Het verstrekken van subsidies bestaat uit het nemen van besluiten ingevolge de Algemene subsidieverordening Waterschap Limburg en titel 4.2 van de Awb, waaronder het nemen van de subsidieverleningsbeschikking, de subsidievaststellingsbeschikking, het buiten behandeling stellen van aanvragen tot subsidieverlening of -vaststelling, het verstrekken van cofinancieringsverklaringen en het verrichten van cofinanciering, het verstrekken en betalen van voorschotten, het weigeren, intrekken of wijzigen van subsidies, het wijzigen of intrekken van de verplichting tot het verstrekken van voorschotbedragen en het terugvorderen van onverschuldigd betaalde voorschotten en subsidiebedragen.

 

Het aanvragen van subsidies bestaat uit het voorbereiden en namens het Waterschap Limburg indienen van aanvragen tot de verlening en vaststelling van subsidies door andere bestuursorganen aan het Waterschap Limburg, waaronder subsidies op grond van artikel 7.23 van de Waterwet (het Hoogwaterbeschermingsprogramma) en subsidies op basis van het 3e Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Het aanvragen van subsidies omvat ook het richting het subsidieverstrekkende bestuursorgaan afleggen van inhoudelijke en financiële verantwoording over de gesubsidieerde activiteiten.

 

Daarnaast omvatten de activiteiten van het cluster:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, waaronder begrepen het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Cluster Programmering, Planning en Financiën

 

Het werkterrein van het cluster Programmering, Planning en Financiën bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten:

 

  • 1.

    Het prioriteren en programmeren van investeringsprojecten van het Waterschap Limburg.

  • 2.

    Het voeren van regie op de planning & controlcyclus (kadernota, meerjarenbegroting, bestuur- en managementrapportages, jaarrekening).

  • 3.

    Het opstellen van financieel beleid en advies.

  • 4.

    Het voeren van financiële administratie en informatievoorziening.

  • 5.

    Het aangaan van geldleningen en het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels ter financiering van de publieke taak.

  • 6.

    Het uitvoeren van kwaliteitsmanagement.

  • 7.

    Het uitvoeren van risicomanagement en control.

  • 8.

    De uitvoering van wetgeving inzake belastingen en het tijdig aanleveren van de verplichte aangiften.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten tot geldlening waarbij het Waterschap Limburg geldnemer is. Deze bevoegdheden mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van het gestelde bij en krachtens de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en het bepaalde bij en krachtens artikel 108 en 109 Waterschapswet en het treasurystatuut van het Waterschap Limburg.

  • -

    Het verrichten van (rechts)handelingen (waaronder begrepen het besluiten tot het aangaan van, het sluiten, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten) in het kader van het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld bij de NWB of door middel van schatkistbankieren. Deze bevoegdheden mogen uitsluitend worden uitgeoefend met inachtneming van het gestelde bij en krachtens de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en het bepaalde bij en krachtens artikel 108 en 109 Waterschapswet en het treasurystatuut van het Waterschap Limburg.

  • -

    Het verrichten van (rechts)handelingen (waaronder begrepen het besluiten tot het aangaan van, het sluiten, wijzigen en beëindigen van overeenkomsten) in het kader van het tijdelijk (voor)financieren van financiële verplichtingen van andere overheidslichamen jegens derden.

  • -

    Voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verstrekken van garanties wordt er, behoudens voor zover deze activiteiten vallen onder het bepaalde onder de eerste drie gedachtestreepjes, aan de clustermanager of andere functies of rollen binnen het cluster geen (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging verleend.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het cluster is belast, waaronder begrepen overeenkomsten met betrekking tot accountantsdiensten, softwarelicentieovereenkomsten en het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Concerncontrol Waterschap Limburg

 

De organisatie-eenheid Concerncontrol helpt het Waterschap Limburg te besturen, beheersen en verbeteren. Het werkterrein van Concerncontrol bestaat in ieder geval uit de volgende activiteiten:

 

  • 1.

    Het toezien op de rechtmatigheid, doelmatigheid en integriteit van de activiteiten van het Waterschap Limburg, vanuit een onafhankelijke positie;

  • 2.

    Het toetsen (auditen) van het beleid en de uitvoering daarvan;

  • 3.

    Het inrichten en uitvoeren van de verbijzonderde interne controle (VIC);

  • 4.

    Het beoordelen en analyseren van strategische risico’s en risicobeheersing;

  • 5.

    Het beoordelen en analyseren van (management)informatie;

  • 6.

    Het normeren en meten van de prestaties van de organisatie;

  • 7.

    Het gevraagd en ongevraagd adviseren van bestuur, directie en management over een effectieve, doelmatige en rechtmatige uitvoering van de taken van het Waterschap Limburg;

  • 8.

    Het signaleren en initiëren van verbetertrajecten;

  • 9.

    Het signaleren van externe ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op risico’s, het behalen van politiek bestuurlijke doelen, bedrijfsvoering etc;

  • 10.

    Financiële en strategische beleidsontwikkeling;

  • 11.

    Het opstellen van kaders en beleidsuitwerkingen.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee de organisatie-eenheid is belast, waaronder begrepen overeenkomsten met betrekking tot accountantsdiensten, inrichting en uitvoering van onderzoeken en audits, softwarelicentieovereenkomsten en het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    het uitoefenen van bevoegdheden ten aanzien van HRM-aangelegenheden van medewerkers van het cluster (niet zijnde het schorsen en het treffen van (overige) disciplinaire maatregelen jegens medewerkers van het Waterschap Limburg, het eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in afdeling 9 van boek 7 BW, het sluiten van (vaststellings)overeenkomsten in het kader van de beëindiging van arbeidsovereenkomsten en de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 7:658a BW).

Bijlage 2: overzicht van programma’s

 

Programmamanager Water in Balans

De programmamanager Water in Balans is verantwoordelijk voor het programma WIB. Doel van dit programma is het oplossen van wateroverlastknelpunten in het regionale systeem en het totale Limburgse watersysteem meer klimaat robuust inrichten.

 

Taken en verantwoordelijkheden van de programmamanager WIB:

 

  • -

    hij is verantwoordelijk voor en geeft leiding en richting aan de inrichting, organisatie, rapportage, financiering en uitvoering van het programma WIB;

  • -

    hij is verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van een goede programmabesturing, een adequate rapportage over de voortgang richting de programma stakeholders (intern en extern) en het inrichten en bewaken van de communicatie naar alle betrokkenen;

  • -

    hij is verantwoordelijk voor het opstellen, (laten) vaststellen en onderhouden van de projectplanning vallend onder het programma in lijn met de strategie en ontwikkelingen binnen het Waterschap Limburg, en

  • -

    hij is verantwoordelijk voor een goede inbedding van het programma binnen de lijnorganisatie van het Waterschap Limburg.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en het beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het programma is belast, waaronder het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en het beëindigen van gesloten vaststellingsovereenkomsten, tenzij deze vaststellingsovereenkomsten worden gesloten in relatie tot civielrechtelijke procedures en de behandeling van schadeclaims of het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten.

  • -

    Het aanvragen van subsidies namens het Waterschap Limburg. Dit bestaat uit het voorbereiden en namens het Waterschap Limburg indienen van aanvragen tot de verlening en vaststelling van subsidies door andere bestuursorganen aan het Waterschap Limburg, waaronder subsidies op basis van het 3e Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Het aanvragen van subsidies omvat ook het richting het subsidieverstrekkende bestuursorgaan afleggen van inhoudelijke en financiële verantwoording over de gesubsidieerde activiteiten.

Programmamanager Hoogwaterbeschermingsprogramma

De programmamanager Hoogwaterbeschermingsprogramma is verantwoordelijk voor de uitvoering van het HWBP. Doel van dit programma is het werken aan versterking van de dijken voor een waterveilig Nederland in 2050.

 

Taken en verantwoordelijkheden van de programmamanager HWBP:

 

  • -

    hij is verantwoordelijk voor en geeft leiding en richting aan de inrichting, organisatie, rapportage, financiering en uitvoering van het programma HWBP;

  • -

    hij is verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van een goede programmabesturing, een adequate rapportage over de voortgang richting de programma stakeholders (intern en extern) en het inrichten en bewaken van de communicatie naar alle betrokkenen;

  • -

    hij is verantwoordelijk voor het opstellen, (laten) vaststellen en onderhouden van de projectplanning vallend onder het programma in lijn met de strategie en ontwikkelingen binnen Waterschap Limburg, en;

  • -

    hij is verantwoordelijk voor een goede inbedding van het programma binnen de lijnorganisatie van het Waterschap Limburg.

De hiervoor omschreven activiteiten omvatten in ieder geval:

 

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en het beëindigen van gesloten overeenkomsten voor het leveren van goederen, werken of diensten aan het Waterschap Limburg in het kader van de activiteiten waarmee het programma is belast, waaronder het inhuren van personele capaciteit (niet zijnde het sluiten van (tijdelijke) arbeidsovereenkomsten). Voor zover deze overeenkomsten naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure worden gesloten omvat deze bevoegdheid tevens het nemen van de gunningsbeslissing.

  • -

    Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen en het beëindigen van gesloten vaststellingsovereenkomsten, tenzij deze vaststellingsovereenkomsten worden gesloten in relatie tot civielrechtelijke procedures en de behandeling van schadeclaims of het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten.

  • -

    Het aanvragen van subsidies namens het Waterschap Limburg. Dit bestaat uit het voorbereiden en namens het Waterschap Limburg indienen van aanvragen tot de verlening en vaststelling van subsidies door andere bestuursorganen aan het Waterschap Limburg, waaronder subsidies op grond van artikel 7.23 van de Waterwet (het Hoogwaterbeschermingsprogramma) en subsidies op basis van het 3e Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Het aanvragen van subsidies omvat ook het richting het subsidieverstrekkende bestuursorgaan afleggen van inhoudelijke en financiële verantwoording over de gesubsidieerde activiteiten.

Bijlage 3: Mandaatregister

 

Projectleiders als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub e Mandaatbesluit; Projectleider = budgetbeheerder van een investeringskrediet (art. 1 sub m)

Budgetbeheerders als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub f Mandaatbesluit

Overige medewerkers/functies met Financieel Mandaat als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub g Mandaatbesluit. De medewerkers zijn bevoegd tot maximaal het genoemde bedrag.

A.A.E.P. Teeuwen

A.M.C. Schuitemaker

S.J.C. Rompelberg

C. Vink

D.L.E.H. Deckers

ir. E.R. Kuipers

E.H.M. de Jong

ir. F.J.M. Heijens

F.A.M. Verdonschot

G.J. van Walsum

J.M.M. Vrusch

J.J.M. Jacobs

W.J. van de Hoef

H.J.M. Tholen

J.M.A. Teensma

L.A.M. Schmitz

M.S.P. Rouwette

M.T.G. Emans

M.E.G. Berghs

drs. M.J.A. Smits

M.J.P. van Duin

P.J.M. Berden

ing. P.H.L.M. Roefs

R.P. Trijbels

S.E.M. Teuwen

A.T.P. van Dijck

Y.G.J. van Kruchten- Cuijpers

A.L.J. Wolfs-Hanckmann

mr. C.M.H. Jeuriëns-Vanneer

C. Vink

drs. E.H.H. Verheijen

ir. E.R. Kuipers

E. Binnendijk

J.J. Schaefer

ir. F.J.M. Heijens

F.L. van de Munckhof

J.H.M. Erens

J.J. Hoeijmakers

H.J.M. Valckx

dr. ir. J. Reuber

J.M.A. Teensma

M.E.G. Berghs

M.H.J. Bastiaens

M.W.M. Teeuwen

ir. M.C.H. Franssen

M.J.A.M. Noordijk-Slangen

P.J. Heeskens

ing. P.H. Brouwers

R.L.T.A. Wijnhoven

ing. S.M.J. Brouns

B.H.J. Dorssers:

EUR 10.000

 

H.C.J. Smeets: EUR 1.000

 

C. Smeets-de Zwart:

EUR 1.000

 

H.J. Vandewal:

EUR: 10.000

 

H.A. Sijben:

EUR: 10.000

 

Vakspecialist facilitaire zaken:

EUR: 500

 

Vakspecialist technisch onderhoud:

EUR: 1.000

 

Overzicht overige (onder)mandaten, (onder)volmachten en (onder)machtigingen

 

Functie

Omschrijving bevoegdheden waarop het ondermandaat, de ondervolmacht en/of de (onder)machtiging betrekking heeft

Eventuele voorwaarden waaronder het (onder)mandaat of de (onder)volmacht of (onder)machtiging

Strategisch adviseur onroerende zaken

Het uitoefenen van de (eigendoms)bevoegdheden zoals gespecificeerd in bijlage 1, clusterbeschrijving Projecten en Inkoop, sub b-f (o.a. aankoop gronden, verkoop, verhuren, verpachten of anderszins in gebruik geven van gronden in eigendom van het Waterschap Limburg, het vestigen van jacht- en visrechten en het vestigen van zakelijke rechten met betrekking tot gronden in eigendom bij het Waterschap Limburg).

Financiële grens per rechtshandeling bedraagt EUR 100.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 9, eerste lid, van het Mandaatbesluit.

Vakspecialist onroerende zaken

Het uitoefenen van de (eigendoms)bevoegdheden zoals gespecificeerd in bijlage 1, clusterbeschrijving Projecten en Inkoop, sub b-f (o.a. aankoop gronden, verkoop, verhuren, verpachten of anderszins in gebruik geven van gronden in eigendom van het Waterschap Limburg, het vestigen van jacht- en visrechten en het vestigen van zakelijke rechten met betrekking tot gronden in eigendom bij het Waterschap Limburg).

Financiële grens per rechtshandeling bedraagt EUR 25.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 9, eerste lid, van het Mandaatbesluit.

Adviseur juridische zaken (Mens & Organisatie Ondersteuning)

Het vertegenwoordigen van (de organen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden. De adviseur is bevoegd om zich ter zitting te laten bijstaan of vervangen door een of meerdere door deze adviseur aan te wijzen personen.

Adviseur vergunningen / Adviseur toezicht en handhaving van het cluster Vergunning, Toezicht en Handhaving

Het vertegenwoordigen van (de organen van) het Waterschap Limburg in procedures van bezwaar, administratief beroep of (hoger) beroep als bedoeld in artikel 1:5 van de Awb en in civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures in alle instanties en in eventuele mediationprocedures die daarmee verband houden. De adviseur is bevoegd om zich ter zitting te laten bijstaan of vervangen door een of meerdere door deze adviseur aan te wijzen personen.

Adviseur juridische zaken (Mens & Organisatie Ondersteuning)

Het verrichten van procedurele handelingen: versturen ontvangstbevestigingen van ingekomen aanvragen en bezwaarschriften, doorzending van geschriften aan het wel bevoegde (bestuurs)orgaan, gelegenheid bieden aan de aanvrager om (al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) de aanvraag aan te vullen of ontbrekende gegevens in te dienen, het (al dan niet met toepassing van artikel 4:7 of 4:8 van de Awb) bieden van de gelegenheid aan een aanvrager of belanghebbende tot het geven van een zienswijze naar aanleiding van een voorgenomen besluit, het verdagen van de beslistermijn, het opschorten van de beslistermijn, het doen van een mededeling omtrent de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:14 van de Awb en het ter inzage leggen of toezenden van stukken in het kader van de voorbereiding van besluit en bezwaar- en beroepsprocedures, een en ander voor zover het niet gaat om handelingen ten aanzien waarvan (de secretaris van) de bezwaarschriftencommissie bevoegd is.

Adviseur vergunningen / Adviseur toezicht en handhaving van het cluster Vergunning, Toezicht en Handhaving

Het verrichten van procedurele handelingen: versturen ontvangstbevestigingen van ingekomen aanvragen en bezwaarschriften, doorzending van geschriften aan het wel bevoegde (bestuurs)orgaan, gelegenheid bieden aan de aanvrager om (al dan niet met toepassing van artikel 4:5 van de Awb) de aanvraag aan te vullen of ontbrekende gegevens in te dienen, het (al dan niet met toepassing van artikel 4:7 of 4:8 van de Awb) bieden van de gelegenheid aan een aanvrager of belanghebbende tot het geven van een zienswijze naar aanleiding van een voorgenomen besluit, het verdagen van de beslistermijn, het opschorten van de beslistermijn, het doen van een mededeling omtrent de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:14 van de Awb en het ter inzage leggen of toezenden van stukken in het kader van de voorbereiding van besluit en bezwaar- en beroepsprocedures, een en ander voor zover het niet gaat om handelingen ten aanzien waarvan (de secretaris van) de bezwaarschriftencommissie bevoegd is..

Omgevingsmanager

Het indienen van aanvragen namens (de organen van) het Waterschap Limburg voor vergunningen op het gebied van het omgevingsrecht.

Omgevingsmanager

het besluiten tot het namens het Waterschap aangaan van en het vertegenwoordigen van het Waterschap bij het sluiten van een planschade(verhaal)overeenkomst.

Financiële grens per overeenkomst bedraagt EUR 25.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 9, eerste lid, van het Mandaatbesluit.

Omgevingsmanager

Het onderhandelen over, het besluiten tot het aangaan van, het vertegenwoordigen van het Waterschap Limburg bij het sluiten van vaststellingsovereenkomsten, het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van en het wijzigen of beëindigen van gesloten vaststellingsovereenkomsten, voor zover het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten

Financiële grens per overeenkomst bedraagt EUR 25.000. De financiële grens wordt op dezelfde manier bepaald als beschreven in artikel 9, eerste lid, van het Mandaatbesluit.

 

Toelichting algemeen

Dit mandaatbesluit sluit aan op het geactualiseerde Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2023 en verschaft overzicht en duidelijkheid over welke functies, rollen en medewerkers binnen het Waterschap Limburg onder welke voorwaarden namens de organen van het Waterschap Limburg (algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter) of de rechtspersoon Waterschap Limburg publiekrechtelijke rechtshandelingen (mandaat), privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen(machtiging) mogen verrichten. Verderop in deze toelichting zal nader worden ingegaan op het onderscheid tussen mandaat, volmacht en machtiging. Hierna zal echter doorgaans in het algemeen van ‘mandaat’ worden gesproken.

 

Uitgangspunten

 

Aan het mandaatbesluit ligt een aantal uitgangspunten ten grondslag. Deze uitgangspunten worden hierna kort toegelicht.

 

I. Wettelijke beperkingen

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft als hoofdregel dat mandaat geoorloofd is, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. Deze hoofdregel is derhalve ook van toepassing op het onderhavige mandaatbesluit en geeft als zodanig de uiterste grenzen aan waarbinnen dit besluit kan worden toegepast. Nu de wet zelf beperkingen stelt ten aanzien van de bevoegdheid om van mandaat gebruik te maken, zijn deze beperkingen niet nogmaals in het mandaatbesluit opgenomen.

 

II. Vertrouwen en bestuurlijke sensitiviteit

In dit besluit is gekozen voor een algemeen, breed mandaat aan de secretaris-directeur en verdere ondermandatering aan de directeuren, programmamanagers, clustermanagers en teammanagers van het Waterschap Limburg. Hierbij wordt aangesloten op een ingezet beleid waarin uitgegaan wordt van een professionele bestuurlijke en ambtelijke organisatie die met een hoge mate van zelfstandigheid moet kunnen werken. Dit uiteraard binnen een aantal duidelijke grenzen die in dit mandaatbesluit zijn opgenomen. Het mandaatbesluit berust verder op het vertrouwen dat de gemandateerden hun bevoegdheden uitoefenen met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en in overeenstemming met het beleid van het Waterschap Limburg. Het mandaatbesluit berust daarnaast op het vertrouwen dat de gemandateerden over voldoende bestuurlijke sensitiviteit beschikken om in voorkomend geval te kunnen beoordelen of uitoefening van een bevoegdheid niet door de gemandateerde maar door de mandaatgever of het verantwoordelijke bestuursorgaan zelf moet worden uitgeoefend.

 

III. Verantwoordelijkheid

Ondanks dat de feitelijke bevoegdheidsuitoefening in veel gevallen komt te liggen bij degene die het mandaat heeft, blijft de mandaatgever daarvoor naar buiten toe ten volle verantwoordelijk. De mandaatgever kan daarom altijd algemene en specifieke instructies geven of het mandaat doorbreken en de bevoegdheid zelf uitoefenen. Naar buiten toe zal altijd duidelijk moeten zijn dat de gemandateerde de bevoegdheid uitoefent onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever en de burger moet kunnen nagaan of de gemandateerde wel bevoegd namens het bestuursorgaan optreedt.

 

IV. Informatie en overleg

Omdat het dagelijks bestuur en de voorzitter, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing, is het van belang dat zij tijdig op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is. In het mandaatbesluit is daarom voorzien in een actieve informatieplicht voor de functies, rollen en medewerkers die over (onder)mandaat beschikken.

 

V. Mandaat en ondertekeningsmandaat

Het mandaatbesluit hanteert als uitgangspunt dat de gemandateerde die het besluit neemt dit ook ondertekent.

 

VI. Betere aansluiting bij de bestaande organisatiestructuur met clusters en programma’s

Het onderhavige mandaatbesluit beoogt beter aan te sluiten bij de organisatiestructuur, waarbij er gewerkt wordt met clusters en programma’s. In het mandaatbesluit worden de bevoegdheden die aan de secretaris-directeur zijn gemandateerd (op een aantal specifieke uitzonderingen na) ondergemandateerd aan de directeuren en vervolgens verder gemandateerd aan de clustermanagers en teammanagers respectievelijk de programmamanagers. Op die manier beschikken de directeuren, clustermanagers en teammanagers respectievelijk programmamanagers binnen hun werkterrein over de benodigde bevoegdheden.

 

VII. Invoering van principe “mandaat, tenzij”

Het Mandaatbesluit 2017, dat met dit mandaatbesluit wordt vervangen, gaat uit van het principe “geen mandaat, tenzij”. Dat betekent dat er alleen mandaat is verleend indien dat ten aanzien van een specifieke bevoegdheid expliciet is bepaald. Dat uitgangspunt wordt met dit besluit verlaten en vervangen door het principe “mandaat, tenzij”. Dat betekent dat er in de nieuwe situatie vanuit wordt gegaan dat het mandaat is verleend, tenzij uitdrukkelijk uit de wet of het mandaatbesluit blijkt dat er geen mandaat is. Om die reden ontbreekt nu ook in het mandaatbesluit een lijst met gemandateerde bevoegdheden. Wél kent het mandaatbesluit nu lijsten met (een beperkt aantal) uitsluitingen. Dat wil zeggen, bevoegdheden die uitdrukkelijk niet zijn gemandateerd. Deze lijst met uitsluitingen is waar mogelijk gebaseerd op het Mandaatbesluit 2017.

 

Naast een aantal uitgesloten bevoegdheden bevat het mandaatbesluit ook een aantal voorwaarden waaronder een gemandateerde bevoegdheid (niet) mag worden uitgeoefend. Het gaat hierbij enerzijds om financiële voorwaarden die bepalen tot welk bedrag in mandaat financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg kunnen worden aangaan door een bepaalde functionaris, rol of medewerker. Anderzijds gaat het om inhoudelijke voorwaarden, zoals de voorwaarde dat de bevoegdheden binnen de bestaande regels en het bestaande beleid van het Waterschap Limburg moeten worden uitgeoefend (bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid en het treasurystatuut) en de voorwaarde dat de bevoegdheid niet behoort te worden uitgeoefend als dit grote bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële consequenties krijgt of vermoedelijk kan krijgen.

 

VIII. Mandaatverlening aan managers voor het werkterrein waarvoor zij verantwoordelijk zijn

Het past binnen de huidige organisatiestructuur en sturingsfilosofie dat de managers zo veel als mogelijk over (onder)mandaat moeten beschikken voor zover dit hun specifieke werkterrein betreft. In het mandaatbesluit is dit als volgt vormgegeven:

 

  • o

    Alle aan het dagelijks bestuur en de voorzitter toegekende bevoegdheden worden, tenzij uitgezonderd, gemandateerd aan de secretaris-directeur;

  • o

    De secretaris-directeur geeft het gehele mandaat, behalve een aantal uitzonderingen, in ondermandaat aan de directeuren, voor zover het de clusters betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn;

  • o

    De secretaris-directeur en de directeuren, ieder voor zover het de clusters betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn, geven het gehele mandaat, behalve een aantal uitzonderingen, in ondermandaat aan de clustermanagers en de programmamanagers met betrekking tot de clusters en programma’s waarvoor deze verantwoordelijk zijn;

  • o

    De clustermanagers geven het gehele ondermandaat, ieder voor zover het de clusters betreft waarvoor zij verantwoordelijk zijn, in verder ondermandaat aan de teammanagers met betrekking tot de teams waarvoor deze verantwoordelijk zijn;

  • o

    Voor verder ondermandaat aan anderen is de voorafgaande toestemming van de secretaris-directeur nodig.

IX. Een integrale mandaatregeling

Op dit moment is de mandaatverlening aan de secretaris-directeur en andere functies binnen het Waterschap Limburg verspreid geregeld in het Mandaatbesluit 2017, de Regeling budgetbeheer en financieel mandaat Waterschap Limburg 2017 en de daarbij behorende nadere regels en registers en in het Treasurystatuut. Om de duidelijkheid en eenduidigheid van de mandaatregels te vergroten is besloten om de mandaatverlening integraal in één besluit te regelen. Inhoudelijk worden overigens, met uitzondering van de hoogte van de financiële grenzen en een aantal actualisaties, de regels uit de Regeling budgetbeheer en financieel mandaat Waterschap Limburg 2017 (inclusief de daarbij behorende nadere regels en registers) en het treasurystatuut gehandhaafd. Dat betekent onder meer dat er inhoudelijk niet wordt getornd aan de fijnmazige structuur van de Regeling budgetbeheer en financieel mandaat Waterschap Limburg 2017 en de daarbij behorende nadere regels en registers. Met deze registers wordt namelijk al sinds jaar en dag naar volle tevredenheid van het Waterschap Limburg gewerkt, waardoor er voor is gekozen om de op grond van deze registers verleende (onder)mandaten te respecteren.

 

Reikwijdte

Het mandaatbesluit heeft, uitgezonderd een specifiek aantal mandaten van het dagelijks bestuur aan de voorzitter en leden van het dagelijks bestuur respectievelijk van de voorzitter aan de leden van het dagelijks bestuur, uitsluitend betrekking op de verlening van (onder)mandaat met betrekking tot bevoegdheden van het dagelijks bestuur en de voorzitter aan de secretaris-directeur. De secretaris-directeur verleent vervolgens ondermandaat aan de directeuren, waarna verder ondermandaat wordt verleend aan clustermanagers, programmamanagers en teammanagers voor zover de gemandateerde bevoegdheden passen binnen hun werkterrein. In de mogelijkheid van verdere ondermandatering aan rollen en medewerkers binnen een cluster is tevens voorzien.

 

Mandaat, volmacht en machtiging

Dit besluit heeft naast mandaat ook betrekking op het verlenen van volmacht en van machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen respectievelijk het verrichten van handelingen die niet een privaatrechtelijke rechtshandeling of een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden.

 

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Een besluit is op grond van artikel 1:3 Awb: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het verlenen van een vergunning of een subsidie.

 

Volmacht heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen. Een voorbeeld daarvan is het sluiten van een overeenkomst tot de levering van diensten, goederen of werken aan het Waterschap Limburg. De gevolmachtigde handelt niet namens een (bestuurs)orgaan, zoals bij mandaat, maar namens een rechtspersoon. In dit geval is dat de rechtspersoon ‘Waterschap Limburg’. Overeenkomsten worden dus aangegaan door de rechtspersoon ‘Waterschap Limburg’. Het aangaan van een overeenkomst moet overigens worden onderscheiden van het besluit tot het aangaan van de overeenkomst. Dat besluit wordt genomen door het daartoe bevoegde bestuursorgaan (in dit geval: het dagelijks bestuur). De bevoegdheid om te besluiten om een overeenkomst aan te gaan valt dus onder het mandaat en niet de volmacht. Volmacht is geregeld in Boek 3, titel 3, van het Burgerlijk Wetboek (BW). De daarin opgenomen bepalingen gelden echter voor volmacht aan ondergeschikten van het Waterscap Limburg slechts voor zover zij niet in strijd zijn met de artikelen 10:2 t/m 10:11 Awb.

 

Machtiging ziet op andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling. Hierbij kan gedacht worden aan niet-schriftelijke beslissingen en aan feitelijke handelingen. Voorbeelden daarvan zijn het feitelijk uitvoeren van bestuursdwang of het doen van mededelingen.

 

Bevoegdheid mandaatverlener

Het verlenen van mandaat (volmacht en machtiging) betekent niet, dat het dagelijks bestuur of de voorzitter niet meer bevoegd is de betrokken bevoegdheid uit te oefenen en dat nog slechts de gemandateerden die bevoegdheid zouden kunnen uitoefenen. Het dagelijks bestuur of de voorzitter blijft altijd bevoegd de bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb). Het dagelijks bestuur of de voorzitter kan het mandaat ook te allen tijde intrekken (artikel 10:8 Awb). Verder is de gemandateerde gehouden om het dagelijks bestuur inlichtingen te verschaffen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden en om door het dagelijks bestuur of de voorzitter gegeven instructies op te volgen (artikel 10:6 Awb). Die instructies kunnen algemeen zijn of per geval gegeven worden.

 

Bijzondere mandaten

Het onderhavige besluit is een regeling van algemene aard. Als mandaatverlenend bestuursorgaan blijft het dagelijks bestuur of de voorzitter bevoegd om voor bijzondere gevallen een specifieke regeling te treffen. Daarvoor zal dan steeds een apart besluit nodig zijn. Uitgangspunt blijft echter een zo groot mogelijke uniformiteit op grond van deze regeling en een beperking van het aantal bijzondere regelingen.

 

Overlegprocedures en vervangingsregelingen

Dit mandaatbesluit doet niet af aan de binnen het Waterschap Limburg ten aanzien van de voorbereiding van besluiten geldende overleg- en coördinatieprocedures. Deze blijven onverkort hun gelding behouden. Dit geldt evenzeer voor de vervangingsregelingen voor de secretaris-directeur en de managers. Hiervoor kunnen uiteraard desgewenst afzonderlijke, afwijkende regelingen worden vastgesteld.

 

Financieel kader

Voor het aangaan van financiële verplichtingen gelden per functie, rol of medewerker de specifieke financiële grenzen die in artikel 9 van dit mandaatbesluit zijn geregeld.

 

Aan een verleend (onder)mandaat (volmacht en machtiging) ligt tevens het uitgangspunt ten grondslag dat dit ook betrekking heeft op de bijbehorende bevoegdheid om te beschikken over de daarvoor benodigde financiële middelen/budget. De Regeling budgetbeheer en financieel mandaat Waterschap Limburg 2023 (inclusief de bijbehorende nadere regels) is het hiertoe aangewezen financiële kader. Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet om de financiële bedragen tot welke een bepaalde functionaris bevoegd is om namens het Waterschap Limburg financiële verplichtingen aan te gaan (die grenzen zijn in dit mandaatbesluit geregeld), maar om de interne regels over de vraag of, in hoeverre en onder welke voorwaarden die verplichtingen ten laste van een bepaald (exploitatie- of investerings)budget gebracht kunnen worden.

 

Artikelsgewijs

Waar geen toelichting bij een artikel is gegeven, spreekt de inhoud voor zich.

 

Artikel 1

In dit artikel is een aantal definities opgenomen. De meeste definities spreken voor zich en behoeven geen toelichting.

 

Het artikel introduceert het begrip Financieel (onder)mandaat. Deze term slaat op het samenstel van bevoegdheden tot het aangaan en wijzigen (meer- en minderwerk) van overeenkomsten tot het leveren van goederen (bijvoorbeeld voertuigen), diensten (bijvoorbeeld de ondersteuning door een ingenieursbureau) of werken (bijvoorbeeld de werkzaamheden van een aannemer bij het onderhoud van waterkeringen) aan het Waterschap Limburg. Door het sluiten van dergelijke overeenkomsten ontstaan er financiële verplichtingen voor het Waterschap Limburg. De persoon die over financieel (onder)mandaat beschikt is bevoegd om, binnen de voor die functionaris of rol geldende financiële grenzen, namens het dagelijks bestuur (in mandaat) te besluiten tot het aangaan of wijzigen van de overeenkomst. Deze persoon is daarnaast bevoegd (in volmacht) om namens de voorzitter het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen bij het daadwerkelijk aangaan (‘ondertekenen’) van de overeenkomst. Zoals gezegd omvat het financieel (onder)mandaat ook de bevoegdheid, eveneens binnen bepaalde grenzen, om (al dan niet) in te stemmen met het verrichten van meer- of minderwerk, alsmede de factuurafhandeling.

 

Een ander begrip is HRM-aangelegenheden. Het gaat hier om alle aangelegenheden op het gebied van het sluiten, uitvoeren en beëindigen van arbeidsovereenkomsten door het Waterschap Limburg. Dit begrip is ruim en omvat alle aangelegenheden met betrekking tot een arbeidsovereenkomst. Gedacht kan worden aan het sluiten en beëindigen van dergelijke arbeidsovereenkomsten, maar ook aan zaken zoals beslissingen over werktijden, verlof en beloning.

 

Artikel 2

In dit artikel wordt het mandaat en de volmacht en machtiging van het dagelijks bestuur aan de voorzitter geregeld op grond waarvan de voorzitter bevoegd is om tot een bedrag van maximaal EUR 500 per project of persoon een sponsorbijdrage namens het Waterschap Limburg toe te kennen. De voorzitter is daarbij gebonden aan het geldende sponsorbeleid van het Waterschap Limburg.

 

Artikel 3

Dit artikel vormt de basis voor het algemeen mandaat (volmacht en machtiging) van de voorzitter en het dagelijks bestuur aan de secretaris-directeur. Overeenkomstig het uitgangspunt “mandaat, tenzij” wordt in dit artikel voor alle aan de voorzitter en het dagelijks bestuur geattribueerde, gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden (onder)mandaat (volmacht en machtiging) verleend aan de secretaris-directeur. Bij geattribueerde bevoegdheden gaat het om bevoegdheden die in de Waterschapswet of een andere wet rechtstreeks aan het dagelijks bestuur (of de voorzitter) zijn toegekend, zoals de bevoegdheid tot het proceren in kort geding (artikel 86 Waterschapswet). Bij gedelegeerde bevoegdheden gaat het om bevoegdheden van het algemeen bestuur die zijn overgedragen (‘gedelegeerd’) aan het dagelijks bestuur (of de voorzitter), zoals de bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten, het opleggen van bestuurlijke sancties en het verlenen van watervergunningen. Welke bevoegdheden dit betreft is geregeld in het Delegatie- en Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023 van het algemeen bestuur. Bij gemandateerde bevoegdheden gaat het om bevoegdheden van het algemeen bestuur ten aanzien waarvan mandaat is verleend aan het dagelijks bestuur, zoals het besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet. Welke bevoegdheden dit betreft is geregeld in het Delegatie- en Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023.

 

Aan de (overige) leden van het dagelijks bestuur wordt op grond van dit artikel (lid) een machtiging verleend om het Waterschap Limburg in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit betekent bijvoorbeeld dat individuele leden van het dagelijks bestuur bevoegd zijn om namens het Waterschap Limburg een (bestuurs)overeenkomst te ondertekenen of het Waterschap Limburg te vertegenwoordigen in een civielrechtelijke procedure. De machtiging houdt overigens niet de bevoegdheid in om namens het dagelijks bestuur te besluiten tot het aangaan van die overeenkomst of het voeren van (verweer in) die procedure. Verder voorziet artikel 3 in mandaatverlening door het dagelijks bestuur aan de leden van het dagelijks bestuur en de voorzitter respectievelijk door de voorzitter aan de (overige) leden van het dagelijks bestuur om te waarborgen dat indien een lid van het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter optreedt in hoedanigheid van voorzitter van het beleidsteam calamiteiten deze in situaties van (dreigend) gevaar in mandaat de noodzakelijke maatregelen kan treffen.

 

Voor treasurybevoegdheden (lid 8) geldt een afwijkende mandaatregeling. Bij treasurybevoegdheden gaat het om het namens het Waterschap Limburg aangaan van leningen (geldleningen en kasgeldleningen) en het beleggen van overtollig kasgeld. Overeenkomstig het treasurystatuut wordt het mandaat (volmacht en machtiging) niet aan de secretaris-directeur alleen verleend, maar aan de secretaris-directeur gezamenlijk met de treasuryadviseur (dit is een adviseur uit het cluster Programmering, Planning en Financiën die specifiek met het adviseren over treasurybevoegdheden is belast). Dat betekent dat de secretaris-directeur uitsluitend samen met de treasuryadviseur mag beslissen om bijvoorbeeld geldleningen aan te trekken. Daarmee wordt het vier ogen-principe gewaarborgd.

 

Artikel 4

In dit artikel wordt de reikwijdte bepaald van de mandatering, volmachtverlening en machtiging. Uitgangspunt is dat het mandaat in de ruimste zin van het woord wordt verstrekt en dat alle aan het dagelijks bestuur en de voorzitter geattribueerde, gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd aan de secretaris-directeur. In lid 1 is niet-limitatief een aantal bevoegdheden opgesomd die in ieder geval onder het mandaat (volmacht, machtiging) vallen. Het betreft bijvoorbeeld het nemen van beslissingen op bezwaar, het opleggen van bestuurlijke sancties (last onder dwangsom, last onder bestuursdwang etc.) en het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid.

 

Artikel 5

Het artikel bevat de bevoegdheden die van mandaat, volmacht en machtiging zijn uitgezonderd.

 

Op de eerste plaats wordt verwezen naar de uitzonderingen die in de Awb zelf zijn opgenomen. In het eerste lid van artikel 10:3 van de Awb is bepaald dat mandaat kan worden verleend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet. In het tweede lid van artikel 10:3 Awb wordt een aantal bevoegdheden van mandaat uitgesloten, te weten de bevoegdheden:

  • -

    Tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

  • -

    Tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet;

  • -

    Tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

Daarnaast bepaalt artikel 10:3, derde lid Awb dat geen mandaat wordt verleend tot het beslissen op een bezwaarschrift of om instemming met een verzoek tot het instellen van rechtstreek beroep aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt heeft genomen. Op grond van het vierde lid van artikel 10:3 Awb wordt een mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete in gevallen waarin artikel 5:53 van de Awb van toepassing is (kort gezegd indien voor een overtreding een bestuurlijke boete van meer dan EUR 340 kan worden opgelegd) niet verleend aan degene die het boeterapport heeft opgesteld.

 

Nu de Awb zelf beperkingen stelt ten aanzien van de bevoegdheid om van mandaat gebruik te maken, zijn deze beperkingen niet in het mandaatbesluit opgenomen. Omwille van de overzichtelijkheid en volledigheid is er voor gekozen deze beperkingen op te nemen in deze toelichting. Dit om aan te geven dat dit mandaatbesluit zelf geen uitputtende regeling bevat, maar dat bij het gebruik ervan ook naar titel 10.1 van de Awb moet worden gekeken.

 

In het artikel zijn verder de bevoegdheden genoemd die expliciet van mandaat zijn uitgesloten, zoals het nemen van gedoogbesluiten en het sluiten van waterakkoorden op grond van de Waterwet. Deze bevoegdheden worden dus niet aan de secretaris-directeur gemandateerd. Ondermandaat van deze bevoegdheden is evenmin toegestaan.

 

Speciale vermelding verdient de in randnummer b opgenomen uitzondering om te besluiten over projectplannen. Die bevoegdheid wordt uitsluitend gemandateerd voor zover er naar aanleiding van het ontwerpbesluit geen zienswijzen zijn ingebracht. Deze beperking is opgenomen, omdat het vanuit bestuurlijk oogpunt van belang wordt geacht om een ongebreideld mandaat van projectplannen te voorkomen. Projectplannen waartegen een of meerdere zienswijzen zijn ingebracht moeten geacht worden zodanig complex of maatschappelijk gevoelig te zijn dat het vaststellen van een dergelijk projectplan in mandaat niet aangewezen is.

 

Artikel 6

Dit artikel regelt de verlening van ondermandaat, ondervolmacht en -machtiging aan de directeuren. Op grond van het bepaalde in artikel 8, vierde lid, van de Delegatie- en Mandaatverordening Waterschap Limburg 2017 vindt ondermandaat uitsluitend plaats aangaande aangelegenheden die zich naar aard en inhoud daartoe lenen. Om die reden is in lid 2 een aantal bevoegdheden van het ondermandaat (ondervolmacht en -machtiging) uitgesloten. Het gaat dan onder andere om het nemen van beslissingen op bezwaar en het nemen van besluiten naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet open overheid. Twee uitzonderingen behoeven specifieke bespreking.

 

Ten eerste de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen. Onder bestuurlijke sancties vallen de last onder dwangsom, de last onder bestuursdwang en de bestuurlijke boete. De directeuren krijgen ondermandaat om bestuurlijke sancties op te leggen tot een bedrag van maximaal EUR 150.000. Bij een last onder dwangsom betekent dit dat het maximum aan te verbeuren dwangsommen niet meer mag bedragen dan EUR 150.000. Bij een last onder bestuursdwang wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld om zelf de overtreding te beëindigen. Gebeurt dit niet binnen de gestelde termijn dan voert het dagelijks bestuur de last uit op kosten van de overtreder. De grens van EUR 150.000 heeft bij de last onder bestuursdwang betrekking op de ten tijde van het opleggen van de last ingeschatte kosten indien het dagelijks bestuur de last zelf zou moeten uitvoeren. Het kan voorkomen dat er door een overtreder meerdere voorschriften tegelijkertijd worden overtreden. Bijvoorbeeld twee voorschriften verbonden aan een vergunning. In dat geval kan er per overtreding een last onder dwangsom of bestuursdwang worden opgelegd. Het maximum van EUR 150.000 ziet in een dergelijk geval op het totaalbedrag aan dwangsommen respectievelijk het totaalbedrag van de kosten van de in verband met de beide overtredingen op te leggen lasten. Een dwangsombesluit wegens twee overtredingen waarbij aan last 1 en last 2 een maximale dwangsom van EUR 75.000 wordt gekoppeld kan dus in mandaat worden genomen door de directeur, mits het besluit betrekking heeft op het werkgebied van een cluster waarvoor deze verantwoordelijk is. Een dwangsombesluit waarbij aan last 1 een maximum dwangsom van EUR 100.000 en aan last 2 een maximum dwangsom van EUR 80.000 wordt verbonden kan niet in mandaat worden genomen door de directeur. Aan de cluster- en teammanagers wordt met dit mandaatbesluit ondermandaat verleend voor het opleggen van bestuurlijke sancties en strafbeschikkingen. Daarbij geldt echter een maximum van EUR 75.000 in plaats van EUR 150.000.

 

Ten tweede de bevoegdheden met betrekking tot de HRM-aangelegenheden. Voor de normale/reguliere HRM-aangelegenheden wordt ondermandaat verleend aan de directeuren. Hieronder vallen alle HRM-aangelegenheden met uitzondering van eenzijdig opzeggen van een arbeidsovereenkomst, het geven van voorschriften, het treffen van maatregelen, het vaststellen en bijstellen van het plan van aanpak en het bieden van passende arbeid bij ziekte/re-integratie of het treffen van disciplinaire maatregelen (zoals het schorsen van een medewerker). Deze uitgezonderde bevoegdheden worden zodanig ingrijpend geacht dat dienaangaande uitsluitend de secretaris-directeur deze bevoegdheden in mandaat, volmacht en machtiging mag uitoefenen.

 

Artikel 7

Dit artikel regelt het (verdere) ondermandaat, -volmacht en -machtiging aan de clustermanagers en programmamanagers. Kort gezegd komt de regeling erop neer dat aan de clustermanager en de programmamanager hetzelfde mandaat respectievelijk dezelfde volmacht en machtiging toekomt als de directeuren, zij het dat het mandaat is beperkt tot de aangelegenheden die behoren tot het cluster respectievelijk het programma waarvoor de betreffende manager verantwoordelijk is. Omdat een programmamanager niet hiërarchisch verantwoordelijk is voor bepaalde medewerkers zijn HRM-aangelegenheden van het mandaat (de volmacht, machtiging) van de programmamanager uitgezonderd. Het is niet uitgesloten dat een bepaalde aangelegenheid zowel tot het werkterrein van een bepaald cluster als dat van een bepaald programma behoort. In dat geval bepaalt lid 7 dat de betreffende clustermanager en programmamanager in een dergelijk geval eerst overleg met elkaar moeten voeren voordat de bevoegdheid wordt uitgeoefend. Mocht dat overleg niet tot overeenstemming leiden dan beslist de secretaris-directeur.

 

Aan de concerncontroller wordt ook ondermandaat, -volmacht en -machtiging verleend op hetzelfde niveau als de cluster- en programmamanager voor zover het een aangelegenheid betreft die valt binnen het werkterrein van de organisatie-eenheid Concerncontrol.

 

In aparte bijlagen bij het mandaatbesluit worden de werkterreinen van de verschillende clusters en programma’s, alsmede dat van de organisatie-eenheid concerncontrol beschreven.

 

Artikel 8

Dit artikel regelt ten eerste het (verdere) ondermandaat, -volmacht en -machtiging aan de teammanager. Kort gezegd komt de regeling erop neer dat aan de teammanager hetzelfde mandaat respectievelijk dezelfde volmacht en machtiging toekomt als aan de clustermanager met betrekking tot de aangelegenheden die behoren tot het team waarvoor de betreffende manager verantwoordelijk is.

 

De clustermanager is tevens bevoegd om financieel ondermandaat (zie hiervoor) te verlenen aan andere medewerkers binnen het cluster. Dat mandaat is voor een projectleider begrensd tot EUR 100.000 en voor overige functies, rollen of medewerkers tot EUR 25.000. Op dit moment zijn de financiële mandaten op medewerkersniveau geregeld in registers. Deze registers zijn gebaseerd op de Regeling budgetbeheer en financieel mandaat Waterschap Limburg 2017 en de daarbij behorende nadere regels. De huidige registers worden gecontinueerd onder dit mandaatbesluit. Personen die op dit moment blijkens de registers beschikken over een financieel (onder)mandaat behouden dit mandaat ook ná vaststelling van dit mandaatbesluit. Eventuele nieuwe financiële mandaten zullen eveneens in de betreffende registers worden bijgewerkt.

 

Tot slot is de clustermanager bevoegd om overige ondermandaten te verlenen aan functies, rollen en medewerkers binnen het cluster. Deze mandaten worden verwerkt in het bij dit besluit behorende mandaatregister. Met de vaststelling van dit mandaatbesluit worden er door de clustermanagers een aantal ondermandaten verleend. Een voorbeeld is het ondermandaat en de ondervolmacht aan de juridische adviseurs binnen het team Juridische Zaken van het cluster Mens & Organisatie Ondersteuning en aan een aantal adviseurs van het cluster Vergunning, Toezicht en Handhaving voor het vertegenwoordigen van (de bestuursorganen van) het Waterschap Limburg in bezwaar en gerechtelijke procedures (‘doorlopende procesvolmacht’). Op grond van dit ondermandaat en deze ondervolmacht behoeft er niet in iedere individuele zaak een specifieke procesvolmacht te worden verstrekt.

 

Artikel 9

Dit artikel regelt de financiële grenzen die gelden bij het uitoefenen van bevoegdheden in (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging als gevolg waarvan voor het Waterschap Limburg financiële verplichtingen worden aangegaan. Denk bijvoorbeeld aan overeenkomsten tot het leveren van diensten, goederen en werken aan het Waterschap Limburg. Bij meerjarige verplichtingen gaat het om de totale opdrachtwaarde over alle jaren. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Voor een cluster- en programmamanager bedraagt de financiële grens (inclusief btw) EUR 400.000. Stel dat er sprake is van een overeenkomst voor vijf jaar waarbij de opdrachtwaarde per jaar EUR 100.000 (inclusief btw) bedraagt. De totale financiële verplichtingen die in dat geval met de overeenkomst worden aangegaan belopen in het voorbeeld EUR 500.000. Ten aanzien van een dergelijke overeenkomst kan de clustermanager derhalve in ondermandaat en -volmacht geen bevoegdheden uitoefenen.

 

Voor het wijzigen van de overeenkomst (goedkeuren meerwerk/ondertekenen VTW) gelden geen aparte financiële grenzen. Het wijzigen van reeds gesloten overeenkomsten betreft het opnieuw uitoefenen van een financieel mandaat waardoor nieuwe/aanvullende financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg worden aangegaan. Dat betekent dat een functionaris, rol of medewerker bij het goedkeuren van meerwerk of het ondertekenen van een VTW opnieuw is gebonden aan de voor deze functionaris, rol of medewerker geldende financiële grens. Als echter door het goedkeuren van het meerwerk of het ondertekenen van een VTW het bedrag van de aanvankelijke opdrachtwaarde samen met het meerwerk de voor de betreffende functionaris, rol of medewerker geldende financiële grens wordt overschreden, dan geldt de verplichting om mededeling te doen van het goedgekeurde meerwerk aan de hiërarchisch bovengeschikte functionaris die eveneens over een mandaat voor de betreffende aangelegenheid beschikt. Deze mededelingsplicht is opgenomen om erop toe te zien dat het goedkeuren van meerwerk blijft voldoen aan de daarover binnen het Waterschap Limburg geldende regels, zoals onder meer opgenomen in het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Een voorbeeld kan het voorgaande verduidelijken. Een teammanager is bevoegd om in financieel ondermandaat financiële verplichtingen tot een bedrag van maximaal EUR 100.000 aan te gaan. Stel dat in financieel ondermandaat een overeenkomst wordt gesloten met een opdrachtwaarde van EUR 95.000. Aan de teammanager wordt vervolgens een meerwerkopdracht met een waarde van EUR 7.500 ter goedkeuring voorgelegd. Het goedkeuren van deze meerwerkopdracht houdt het opnieuw uitoefenen van het financieel ondermandaat van de teammanager in en kan door hem worden uitgeoefend omdat hij bevoegd is om tot EUR 100.000 financiële verplichtingen namens het Waterschap Limburg aan te gaan. Door het goedkeuren van de meerwerkopdracht komt de totale opdrachtwaarde echter uit op EUR 102.500. Omdat dit de grens van EUR 100.000 overschrijdt moet de teammanager de goedgekeurde meerwerkopdracht melden aan zijn direct bovengeschikte manager die ook over een financieel (onder)mandaat beschikt. In zijn geval zal dit de clustermanager van zijn cluster zijn.

 

Artikel 10-12

De in dit besluit opgenomen instructiebevoegdheden, uitsluitingen en overlegverplichtingen zijn opgenomen in artikelen 10, 11 en 12. De instructiebevoegdheden gelden aanvullend op de instructiebevoegdheden uit de Algemene wet bestuursrecht. Ingevolge artikel 10:6 Awb kunnen deze instructies zowel per geval als in het algemeen gegeven worden. Niet vereist is, dat zij schriftelijk worden gegeven; het kan dus ook mondeling.

 

Artikel 14

Omdat de secretaris-directeur en uiteindelijk het dagelijks bestuur respectievelijk de voorzitter als mandaatgever verantwoordelijk zijn, dienen deze over de mogelijkheid te beschikken om aan hun verantwoordingsplicht te kunnen voldoen. Artikel 14 voorziet daarom in de verplichting van de (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde en (onder)gemachtigde om actief verantwoording af te leggen aan de secretaris-directeur en het dagelijks bestuur, dan wel de betrokken portefeuillehouder dan wel de voorzitter.

 

Het initiatief voor de verantwoording ligt dus bij de (onder)gemandateerde. Het in kennis stellen van het bestuur of de betrokken portefeuillehouders of voorzitter wordt afhankelijk gemaakt van het belang van de uitgeoefende bevoegdheid. Hier wordt verwezen naar de algemene toelichting met betrekking tot de bestuurlijke sensitiviteit.

Het dagelijks bestuur en de voorzitter blijven bevoegd de gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde bevoegdheden zo nodig zelf uit te oefenen (art. 10:7 Awb).

 

Artikel 16

In artikel 16 is een zogenoemde dynamische verwijzing opgenomen in verband met toekomstige wijzigingen van wetgeving waarop een (onder)gemandateerde, (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde bevoegdheid berust. Als die wetgeving wijzigt dan regelt artikel 16 dat het (onder)mandaat, de (onder)volmacht of de (onder)machtiging geacht wordt te zijn verleend op basis van de gewijzigde wetgeving. Dit betekent dat het mandaatbesluit in beginsel niet aan nieuwe wetgeving, zoals de Omgevingswet, behoeft te worden aangepast.

 

In het artikel is eveneens een dynamische verwijzing opgenomen voor het geval dat voorschriften of beleid van het Waterschap Limburg zelf wijzigen. Voor zover in het mandaatbesluit naar dergelijke voorschriften of beleid wordt verwezen geldt die verwijzing bij een wijziging van die voorschriften of dat beleid voor de aangepaste voorschriften of het aangepaste beleid. In het mandaatbesluit is bijvoorbeeld bepaald dat bij het uitoefenen van het mandaat ten aanzien van treasurybevoegdheden het geldende treasurystatuut in acht moet worden genomen. Als dat treasurystatuut wordt gewijzigd dan is de gemandateerde gehouden om het gewijzigde treasurystatuut in acht te nemen.

 

Artikel 17

Dit artikel gaat over het mandaatregister. Hierin wordt aangetekend aan welke functie, rol of welke medewerker er (onder)mandaat, (onder)volmacht en (onder)machtiging is verleend en, in voorkomend geval, welke financiële grenzen daarbij gelden. In dit mandaatregister zijn de op dit moment uit de Regeling budgetbeheer en financieel mandaat Waterschap Limburg met bijbehorende registers blijkende (onder)mandaten (voor zover nodig) verwerkt. Omdat het mandaatregister een integraal onderdeel vormt van het mandaatbesluit moet het register ook bekend worden gemaakt in het Waterschapsblad. Dat geldt ook voor eventuele actualisaties van het mandaatregister.

 

Artikel 18

In artikel 18 is tot slot een jaarlijkse actualisatieverplichting opgenomen indien daarvoor aanleiding bestaat. Op die manier wordt geborgd dat het mandaatbesluit blijft aansluiten bij onder meer wijzigende wet- en regelgeving.

Naar boven