Leeswijzer Legger Watersystemen

[Een deel van de tekst van deze bekendmaking is overeenkomstig artikel 7 lid 2 Bekendmakingswet bekendgemaakt beschikbaar via de volgende link.]

 

Bepalingen en toelichting

 

Bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze legger wordt, aanvullend op de begripsomschrijvingen in de Keur waterschap Rijn en IJssel 2023, verstaan onder:

 

  • a.

    aangeland: eigenaar van een perceel dat grenst aan een waterstaatswerk;

  • b.

    binnenkant onderkant (hierna te noemen BOK): de hoogteligging ten opzichte van het NAP van de binnenkant van de onderkant van een duiker;

  • c.

    binnentalud: het talud van de kade aan de zijde van het te beschermen gebied;

  • d.

    binnenteen: teen van de kade aan de zijde van het te beschermen gebied;

  • e.

    buitenkruinlijn: knikpunt tussen de kruin en het talud van een kade aan de zijde van de watergang;

  • f.

    buitentalud: het talud van de kade aan de zijde van de watergang;

  • g.

    buitenteen: teen van de kade aan de zijde van de watergang;

  • h.

    drempelbreedte: de breedte van de bovenrand van de stuw;

  • i.

    hoge grond: hoger gelegen grond, die beveiliging biedt tegen overstroming, waarvan de grens is aangegeven met een hoge grondenlijn, van waaruit het maaiveld in de richting van het te beschermen gebied, stijgt of daalt met een helling die flauwer is dan 1:7;

  • j.

    hoge grondenvak: deeltraject van een hoge grond;

  • k.

    insteek: het knikpunt tussen het talud van een oppervlaktewaterlichaam en het aangrenzende maaiveld;

  • l.

    kadevak: deeltraject van een kade;

  • m.

    kruin: bovenkant van een kade;

  • n.

    legger: onderhavige legger voor de Watersystemen als bedoeld in artikel 5.1 Waterwet en/of in artikel 78 tweede lid van de Waterschapswet;

  • o.

    leggerkaart: kaart waarop de ligging van de waterstaatswerken, en beschermende zoneringen is aangegeven;

  • p.

    leggertabel: tabel met de gegevens over de waterstaatswerken die in de legger zijn opgenomen;

  • q.

    leidingvak: deeltraject van een de watergang en lijnvormige weergave van oppervlaktewaterlichaam ten behoeve van het vastleggen van theoretische hydrologische afmetingen en overige kenmerken van oppervlaktewaterlichamen;

  • r.

    maaiveld: het oppervlak van een natuurlijk of aangelegd terrein;

  • s.

    Oppervlaktewaterlichaam: Samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens deze wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna.

  • t.

    streefpeil hoog: het hoogste waterpeil bovenstrooms van een stuw dat het waterschap als streefpeil hanteert;

  • u.

    streefpeil laag: het laagste waterpeil bovenstrooms van een stuw dat het waterschap als streefpeil hanteert;

  • v.

    talud: het schuine vlak langs een oppervlaktewaterlichaam of een kade tussen de bodem en de insteek van een oppervlaktewaterlichaam of tussen de kruin en de teen van een kade;

  • w.

    teen: het knikpunt tussen het talud van een kade en het horizontaal gelegen maaiveld;

  • x.

    verticale verdediging: beschoeiing, kademuur of damwand;

  • y.

    waterpartij: een oppervlaktewaterlichaam, waarvan de afmeting breder is dan noodzakelijk voor de waterafvoerfunctie, zoals een plas, meer, vijver, oude rivierstrang, natuurlijkvriendelijk ingerichte, meanderende of een andere groot oppervlaktewaterlichaam

Leggergegevens

Artikel 2.1. Gegevens leidingvak en aanvullende gegevens waterpartij, kade en hoge grond en kunstwerk

  • 1.

    Van een leidingvak en waterpartij zijn de volgende gegevens opgenomen in de legger:

    • a.

      bodembreedte: de bodembreedte van een leidingvak is in de leggertabel vermeld;

    • b.

      bodemhoogte: de bodemhoogte van een leidingvak, zowel aan bovenstroomse zijde als aan benedenstroomse zijde is in de leggertabel vermeld;

    • c.

      leidingvakcode: het nummer van een leidingvak; dit nummer wordt gebruikt om de koppeling te leggen tussen het leidingvak op de leggerkaart en de gegevens in de leggertabel;

    • d.

      ligging: het midden van de bodem van het oppervlaktewaterlichaam is als lijn ingetekend op de leggerkaart, waarmee de ligging van leidingvakken is vastgelegd;

    • e.

      taludhelling: de helling van een talud aan beide zijden van het leidingvak is in de leggertabel vermeld;

  • 2.

    Van een kade en hoge grond zijn in aanvulling op hetgeen in lid 1 is gesteld, de volgende gegevens opgenomen in de legger:

    • a.

      hoogte van de hoge grondenlijn: de hoogte van de hoge grondenlijn is in de leggertabel vermeld;

    • b.

      kadevakcode: het nummer van het betreffende kadevak of hoge grondenvak; dit nummer wordt gebruikt om de koppeling te leggen tussen het kadevak of hoge grondenvak en de gegevens in de leggertabel;

    • c.

      kruinbreedte: de breedte van de kruin van het kadevak is in de leggertabel vermeld;

    • d.

      kruinhoogte: de hoogte van de kruin van het kadevak is in de leggertabel vermeld;

    • e.

      ligging: de buitenkruinlijn van kaden en de hoge gronden lijn zijn ingetekend op de leggerkaart, waarmee de ligging van de kaden en hoge gronden is vastgelegd;

    • f.

      taludhelling: de helling van het talud aan beide zijden van het kadevak is in de leggertabel vermeld;

  • 3.

    Van een kunstwerk zijn, in aanvulling op hetgeen in het eerste lid is gesteld, de volgende gegevens opgenomen in de legger:

    • a.

      kunstwerken opgenomen op de leggerkaart:

      • 1e.

        ligging: op de leggerkaart is de ligging van kunstwerken aangegeven;

      • 2e.

        kunstwerkcode: het nummer van het betreffende kunstwerk vormt de koppeling tussen hetkunstwerk op de leggerkaart en de gegevens in de tabel;

    • b.

      stuwen opgenomen in de leggertabel:

      • 1e.

        soort;

      • 2e.

        drempelbreedte;

      • 3e.

        streefpeil hoog en streefpeil laag (informatief);

    • c.

      duikers opgenomen in de leggertabel:

      • 1e.

        vorm;

      • 2e

        diameter;

      • 3e

        hoogte;

      • 4e

        breedte;

      • 5e

        lengte;

      • 6e

        BOK, zowel aan de instroomzijde als aan de uitstroomzijde.

    • d.

      gemalen opgenomen in de leggertabel:

      • 1e

        capaciteit.

    • e.

      verticale verdedigingen opgenomen op de leggerkaart:

      • 1e

        lengte.

    • f.

      kade-overlaat opgenomen in de leggertabel :

      • 1e

        maatgevend peil.

    • g.

      afsluiter opgenomen in de leggertabel

      • 1e

        soort.

    Van een waterpartij zijn, in afwijking van hetgeen in lid 1 is gesteld, de volgende gegevens opgenomen in de legger:

    • a.

      ligging: op de leggerkaart is de ligging van de waterpartij, die van belang is om alle functies van het water te vervullen, aangegeven als kernzone oppervlaktewaterlichaam en kernzone kunstwerk.

    • b.

      afmeting: de minimale maten die nodig zijn om alleen de waterafvoerfunctie van het oppervlaktewaterichaam te vervullen, zijn opgenomen in de leggertabel.

Artikel 2.2. Gegevens bergingsgebied

Van het bergingsgebied zijn de volgende gegevens opgenomen in de legger:

  • a.

    afmeting: oppervlakte zoals af te lezen op de leggerkaart.

  • b.

    ligging: bergingsgebieden zijn als vlak ingetekend op de leggerkaart, daarmee is zowel de ligging als de begrenzing van het bergingsgebied vastgelegd.

Artikel 2.3. Gegevens kernzones en beschermingszones

De volgende zoneringen zijn opgenomen in de leggerkaart:

  • -

    Kernzone oppervlaktewaterlichaam

  • -

    Kernzone kade

  • -

    Kernzone kunstwerk

  • -

    Kernzone uiterwaarde

  • -

    Kernzone bergingsgebied

  • -

    Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam

  • -

    Beschermingszone kade

     

  • a.

    de kernzone: de ligging van de kernzones van de oppervlaktewaterlichamen, kades, kunstwerken, uiterwaarden en bergingsgebieden is op de leggerkaart weergegeven.

  • b.

    de beschermingszone: als er sprake is van een beschermingszone, is de ligging van de beschermingszone aangegeven op de leggerkaart. De beschermingszone grenst aan de kernzone. Bij een oppervlaktewaterlichaam reikt de beschermingszone tot 5 meter uit de insteek van het oppervlaktewaterlichaam. Bij een kade of hoge grond, reikt de beschermingszone tot 5 meter uit de binnenteen of buitenteen van de kade of tot 5 meter uit de hoge grondenlijn in de richting van het te beschermen gebied.

Onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen

Artikel 3.1. Onderhoudsplichtigen oppervlaktewaterlichamen

Het gewoon en buitengewoon onderhoud van oppervlaktewaterlichamen die opgenomen zijn in de legger, berust bij degene die per leidingvak en kadevak als onderhoudsplichtige is vermeld in de leggertabel, dit geldt niet voor:

  • a.

    het gewoon en buitengewoon onderhoud van de onderhoudsstroken, zoals beschermd door de in de legger opgenomen beschermingszone oppervlaktewaterlichaam en beschermingszone kade, berust bij de eigenaar van de ondergrond.

  • b.

    het onderhoud, bestaande uit het schoonhouden van de binnenkant en van de in- en uitstroomopening van duikers berust bij het waterschap.

Artikel 3.2. Onderhoudsverplichting geheel onderhoud

Daar waar in de leggertabel de term “geheel onderhoud” wordt gebruikt, wordt bedoeld:

  • a.

    in geval van een leidingvak of kadevak: het gewoon onderhoud en het buitengewoon onderhoud;

  • b.

    in geval van een duiker: het constructief onderhoud van de duiker en het onderhoud van het rijvlak boven de duiker.

Artikel 3.3. Onderhoudsverplichting buitengewoon onderhoud

  • a.

    De plicht tot het uitvoeren van buitengewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen ontstaat zodra het profiel van het oppervlaktewaterlichaamof kade niet meer voldoet aan de geldende functies, doelstellingen en normen.

  • b.

    Wanneer buitengewoon onderhoud wordt uitgevoerd, dient minimaal de vorm en afmeting van het oppervlaktewaterlichaamof kade gehandhaafd/gerealiseerd te worden die in de legger is vastgelegd.

Toelichting

1. Inleiding

 

1.1. Doel en achtergrond van de legger

 

De legger Watersystemen is een digitaal register bestaande uit PDF-documenten waarin gegevens over de ligging, vorm, afmeting en constructie van oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden en bijbehorende kaden en kunstwerken zijn vastgelegd. Daarnaast is in de legger vastgelegd wie de onderhoudsplichtigen en wat de onderhoudsverplichtingen zijn. Dit is een uitwerking van de bepalingen in de keur over gewoon en buitengewoon onderhoud. De legger geeft ook de begrenzing van de kernzones en de beschermingszones aan. In deze zones zijn de bepalingen uit de Keur van toepassing. Een wijziging in de legger kan ook een wijziging in het toepassingsgebied van de Keur betekenen.

 

De legger bevat alleen de waterstaatswerken die het Waterschap Rijn en IJssel (hierna: het waterschap) actief beheert, conform het vastgestelde beleid “omvang waterschapszorg”. Actief beheer houdt onder andere in dat het waterschap zelf het onderhoud uitvoert of in een enkel geval actief toezicht houdt op het door anderen gevoerde onderhoud. Kleinere oppervlaktewaterlichamen zoals bermsloten, sprengen en geïsoleerde oppervlaktewaterlichamen staan niet op de legger. Het beheer door het waterschap hiervan is passief.

 

Naast deze legger Watersystemen heeft het waterschap ook een legger voor Waterkeringen. De kern- of beschermingszones behorende bij de legger watersystemen, gelegen naast een waterkering, kunnen overlappen met de kernzone, beschermingszone, profiel van vrije ruimte of buitenbeschermingszonezones van de waterkering. In die gevallen zijn zowel de keurbepalingen voor watersystemen als de keurbepalingen voor waterkeringen van toepassing.

 

1.2. Wettelijk kader

 

Deze legger bevat zowel de legger die het waterschap verplicht is op te stellen op grond van de Waterschapswet als de legger die het waterschap verplicht is op stellen op grond van de Waterwet;

  • artikel 78, lid 2 van de Waterschapswet bepaalt dat het algemeen bestuur van het waterschap een legger vaststelt waarin “onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen” worden aangewezen;

  • artikel 5.1 Waterwet bepaalt dat de beheerder van het watersysteem zorg draagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen.

2. Leggergegevens

 

2.1 De onderdelen

 

De legger bestaat uit:

  • 1.

    een overzichtskaart van het beheersgebied van het waterschap met daarop aangegeven de indeling van de leggerkaarten;

  • 2.

    de leggerkaarten met daarop de ligging van de waterstaatswerken en beschermende zoneringen;

  • 3.

    tabellen met daarin gegevens over de waterstaatswerken;

  • 4.

    De onderliggende leeswijzer, bestaande uit de Bepalingen en de Toelichting.

Deze vier onderdelen worden digitaal vastgelegd in PDF-documenten.

 

2.2 Gegevens op de overzichtskaart

 

Deze kaart geeft het gehele beheersgebied van het waterschap weer met hierop aangegeven de indeling van de leggerkaarten. Ter oriëntatie zijn tevens de namen van grotere kernen aangegeven. Met dit overzicht kan worden bepaald welke leggerkaart nodig is om de gegevens over een bepaald waterstaatswerk in te zien.

 

Overzicht van een gedeelte van de leggerkaartindeling

 

2.3 Gegevens op de leggerkaarten

 

Leggerkaarten in PDF

In de leggerkaart is het mogelijk om via het onderstaande icoontje verschillende kaartlagen en labels aan en uit te zetten. Hiermee kunnen op de leggerkaart objecten zoals kunstwerken, watergangen, leidingvakken en kadevakken getoond of uitgezet worden. De leggerkaarten maken gebruik van de onderstaande legenda.

 

 

Door de actualisatie van de keur in het voorjaar van 2023 worden de reeds vastgestlede beschermende zones uit de waterschapsverordening overgenomen in de legger. De kaarten behorende bij de waterschapsverordening (vastgesteld op 27 september 2022) bevatten voorlopig de vigerende zones en vervangen de nu nog in de leggerkaarten opgenomen zones (kern- en beschermingszone watergang). Bij de eerstvolgende actualisatie van de legger worden de geactualiseerde nieuwe beschermende zones opgenomen in de leggerkaart.

 

 

Indeling in stroomgebieden

In de leggerkaarten is de indeling in stroomgebieden weergegeven met de bijhorende stroomgebiedsnummers. Een stroomgebiedsnummer bestaat uit vier groene cijfers, zie de hier opvolgende afbeelding (5487).

 

Op de kaart hebben de kustwerken, kadevakken en leidingvakken een afgekorte code bestaande uit twee letters specifiek voor het object en een volgnummer (zie onderstaande afbeelding duiker: DR0233). Zie paragraaf 2.5 voor meer informatie over de koppeling van deze code met de leggertabel.

 

Stroomgebied en codering kunstwerken, kadevakken en leidingvakken

 

 

Watergangen

De watergangen zijn in het blauw aangegeven op de leggerkaart. Het waterschap heeft elke watergang voorzien van een code en indien beschikbaar, ook een naam. Als voorbeeld is hier de code OIJ28.000 met de naam van de watergang Wijnbergse Loopgraaf weergegeven. Deze code en indien beschikbaar ook de naam wordt vermeld in de watervergunningen die het waterschap afgeeft.

 

 

Leidingvakken

Elke watergang is opgeknipt in leidingvakken. Het beginpunt van een nieuw leidingvak is op de kaart aangegeven met een driehoek waarvan de punt wijst in de stroomrichting. De driehoek is doorzichtig met een blauwe rand. Het beginpunt van een nieuw leidingvak is het eindpunt van het vorige.

 

 

Kade en kadevakken

De buitenkruinlijn van de kaden is met een paarse lijn weergegeven. Het beginpunt van een kadevak is weergegeven met een driehoek die paars is ingekleurd.

 

 

Hoge gronden

Indien een gebied beschermd wordt door een hoge grond in plaats van een kade dan is de hoge grondenlijn aangegeven met een gestippelde lijn.

 

 

Bij een binnentaludhelling die flauwer is dan 1:7, wordt een kade beschouwd als hoge grond. Dit is te zien in het dwarsprofiel dat van toepassing is.

 

 

Bergingsgebieden

De bergingsgebieden zijn als kernzone bergingsgebied ingetekend. Als het bergingsgebied begrensd wordt door kades zijn deze op de leggerkaart weergegeven.

 

Kunstwerken

Op de leggerkaart is de ligging van de kunstwerken weergegeven met een symbool. Naast het symbool staat de betreffende kunstwerkcode die verwijst naar de leggertabel.

 

Beschermende zoneringen

Kernzone oppervlaktewaterlichaam

De kernzone oppervlaktewaterlichaam is weergegeven in een donker oranje kleur en bestaat uit het oppervlaktewaterlichaam tot en met de insteek plus 50 centimeter.

 

Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam

De beschermingszone oppervlaktewaterlichaam is weergegeven in een lichte oranje kleur en bestaat uit een zone van 4,5m breed naast de kernzone oppervlaktewaterlichaam en omvat de onderhoudsstrook.

 

Kernzone kade

De Kernzone kade is weergegeven in een bruine kleur en is afgeleid van het theoretische profiel dat gekoppeld is aan de buitenkruinlijn. Bij hoge gronden loopt de kernzone tot 50 centimeter vanuit de hoge grondenlijn.

 

Beschermingszone kade

De beschermingszone kade is weergegeven in een licht bruine kleur en bestaat normaliter uit een zone van 5m direct naast de kernzone kade aan de binnen en buitenzijde van de kade of hoge grond.

 

Kernzone kunstwerk

De kernzone kunstwerk is weergegeven met een zwarte lijn (begrenzing) en bestaat uit het kunstwerk als vlakweergave met daaromheen 2,5 m buffer.

 

Kernzone uiterwaarde

De kernzone uiterwaarde is weergegeven als blauw gearceerd gebied ter bescherming van buitendijkse gebieden of beekdalen, meestal begrenst door kades of hoge gronden.

 

Kernzone bergingsgebied

De kernzone bergingsgebied is weergegeven in gele kleur, meestal begrenst door kades of hoge gronden.

 

2.5 Gegevens in de tabellen

 

Leggertabel in PDF

De leggertabel is één van de vier onderdelen van de legger Watersystemen. In deze tabel staan gegevens behorende bij leidingvakken, kadevakken, hoge grondenvakken en kunstwerken.

 

De tabelgegevens zijn ook opgenomen in de leggerkaart. De tabelgegevens van de objecten zijn ook opvraagbaar via de leggerkaart. Dit kan door op de leggerkaart op het object met de rechter muisknop te klikken en vervolgens objectgegevens te selecteren. Ook zijn deze te vinden via het onderstaande icoontje op de leggerkaart.

 

 

De juiste tabel, de juiste nummers

Iedere leggerkaart heeft een eigen leggertabel, waarin de gegevens van de leidingvakken, kadevakken, hoge grondenvakken en kunstwerken die op de leggerkaart zijn vermeld. Op de leggerkaart hebben de leidingvakken, kadevakken en kunstwerken codes bestaande uit twee letters en vier cijfers, bijvoorbeeld Duiker DR0233. De code in de tabellen begint met de twee letters behorende bij het kunstwerk (zie onderstaande tabel), gevolgd door de vier cijfers van het stroomgebied en het volgnummer bestaande uit de laatste vier cijfers De volledige code bestaat dan uit twee letters en 8 cijfers, bijvoorbeeld DR54870233 (zie ook paragraaf 2.3).

 

Lettercode objecten

Code

Kunstwerk

AF

Afsluiters

AS

Vlonder / aanlegsteiger

AQ

Aquaduct

BR

Brug

BS

Verticale verdediging

BV

Bodemval

DR

Duiker

GM

Gemaal

KV

Kadevak / Hoge grond

OV

Kade-overlaat

LV

Leidingvak

SL

Sluis

ST

Stuw

 

Begrippen

Artikel 1 van de bepalingen bevat woordelijke definities van de begrippen die in de tabel, de leggerartikelen en deze leeswijzer worden gebruikt. Onderstaande dwarsprofieltekening geeft de begrippen in een tekening weer.

 

 

Gegevens leidingvakken

De tabellen bevatten de volgende gegevens over de leidingvakken:

  • de bodembreedte (in meters);

  • de bodemhoogte (in meters ten opzichte van N.A.P.), zowel bovenstrooms in het leidingvak als benedenstrooms in het leidingvak;

  • de taludhelling, zowel van het rechtertalud als van het linkertalud (gekeken in de stroomrichting). In de enkele gevallen waarin het talud een knik maakt, zijn er twee taludhellingen vermeld;

  • de onderhoudsplichtigen.

Bijzondere situatie bij waterpartijen

Een waterpartij is een deeltraject van een oppervlaktewaterlichaam dat breder is dan noodzakelijk voor de waterafvoerfunctie van het oppervlaktewaterlichaam, zoals een plas, meer, vijver, oude rivierstrang, natuurvriendelijk ingerichte of meanderende lijnvormige oppervlaktewaterlichaam. De afmetingen die

voor deze deeltrajecten in de leggertabellen staan zijn de minimale maten die nodig zijn om alleen de waterafvoerfunctie van het oppervlaktewaterlichaam te vervullen. De daadwerkelijke afmeting van de waterpartij, die van belang is om ook de andere functies van het water te vervullen kan breder zijn en is als Kernzone oppervlaktewaterlichaam weergegeven op de leggerkaart

 

Gegevens kadevakken

De tabellen bevatten de volgende gegevens over kadevakken:

  • de kruinbreedte in meters;

  • de kruinhoogte in meters ten opzichte van N.A.P.;

  • de helling van zowel het binnentalud als het buitentalud;

  • de onderhoudsplichtigen.

Gegevens hoge grondenvakken

De tabellen bevatten de volgende gegevens over hoge grondenvakken:

  • de hoogte van de hoge grondenlijn in meters ten opzichte van N.A.P..

Gegevens gemalen

De tabellen bevatten de volgende gegevens over de gemalen:

  • de maximale bemalingscapaciteit in m3 per minuut;

  • de onderhoudsplichtigen.

Gegevens stuwen

De tabellen bevatten de volgende gegevens over de stuwen:

  • soort stuw;

  • de drempelbreedte in meters;

  • het streefpeil laag en het streefpeil hoog (in meters ten opzichte van N.A.P) is ter informatie opgenomen in de legger. Het streefpeil laag is het peil in de winterperiode en het streefpeil hoog is het peil in de zomerperiode. De instellingen van deze peilstanden zijn niet aan een datum gebonden, maar zijn afhankelijk van de actuele afvoeren. Indien in de tabel bij streefpeil laag en hoog hetzelfde getal staat, heeft de stuw een vast peil;

  • de onderhoudsplichtigen.

Gegevens duikers

De tabellen bevatten de volgende gegevens over de duikers:

  • de vorm van de duiker;

  • de afmeting van de duiker in meters: lengte, inwendige breedte, inwendige hoogte en bij ronde duikers ook de inwendige diameter;

  • de BOK in meters ten opzichte van het N.A.P., hieronder wordt de hoogte van de binnenkant van de onderkant van de duiker verstaan. Zowel de hoogte aan de instroom- als aan de uitstroomzijde is aangegeven.

  • de lengte van de duiker is niet aangegeven in de tabel, maar is te zien op de leggerkaart;

  • de onderhoudsplichtigen.

Gegevens van de overige kunstwerken

Van de overige kunstwerken (zoals bodemvallen, sluizen, verticale verdedigingen, vlonders, afsluiters en aanlegsteigers) is in de tabellen de onderhoudsplichtige voor het geheel onderhoud vastgelegd.

 

3. Onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen

 

De onderhoudsplichtigen zijn vastgelegd in de leggertabellen en in artikel 3.1 van de leggerbepalingen. Hiermee is per leidingvak, kadevak en kunstwerk vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het onderhoud.

 

De hoofdlijn is dat het waterschap verantwoordelijk is voor:

  • het onderhoud van de bodem, taluds en oever van het oppervlaktewaterlichaam;

  • het onderhoud van de onderhoudsstrook, als deze in eigendom is bij het waterschap;

  • het onderhoud van de kades;

  • het onderhoud van de peilregulerende kunstwerken;

  • het schoonhouden van de binnenkant en de in- en uitstroomopening van duikers.

oppervlaktewaterlichamen, kunstwerken en kades die niet op de legger staan, worden niet door het waterschap onderhouden.

 

De onderhoudsverplichtingen zijn vastgesteld in de vigerende keur van het waterschap. Artikel 3.2 en 3.3 van de legger zijn aanvullende bepalingen.

 

In artikel 3.2 wordt het begrip “geheel onderhoud” dat in de leggertabellen wordt gebruikt gedefinieerd.

 

In artikel 3.3 is vastgelegd dat de verplichting tot het uitvoeren van buitengewoon onderhoud (herprofilering) pas ontstaat als het profiel van een oppervlaktewaterlichaam of kade niet meer kan voldoen aan de geldende functies, doelstellingen en normen. Hieronder vallen ook de “normen waterkwantiteit” die in de omgevingsverordening zijn vastgesteld. Ook is vastgelegd dat de vorm en afmetingen die in de legger zijn opgenomen de minimale afmetingen zijn die bij de aanleg van het oppervlaktewaterlichaamworden gebruikt.

 

In de werkelijkheid kan het oppervlaktewaterlichaam er namelijk nooit precies zo bij liggen als in de legger is vastgesteld. Dat is toegestaan zolang de het oppervlaktewaterlichaam nog aan de vastgestelde functies, doelstellingen en normen kan voldoen. Als het profiel van het oppervlaktewaterlichaamsinds de aanleg wat gewijzigd is als gevolg van bijvoorbeeld verzakkingen of slibophoping, hoeft er nog geen herprofilering plaats te vinden zolang, door wel tijdig te maaien, het doorstroomprofiel voldoende blijft.

 

Bij herprofilering moeten de vorm en afmetingen die in de legger zijn opgenomen wel minimaal worden bereikt. Overdimensionering is toegestaan en soms ook aan te bevelen, zodat het oppervlaktewaterlichaam ook met enige slibophoping, verandering van het profiel en begroeiing, nog kan voldoen aan de vastgestelde functies, doelstellingen en normen.

Naar boven