Wijziging algemene regel WT3 en algemene regel WT4 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland

 

Op voordracht van de directieraad van 13 februari 2023

 

Overwegingen:

 

Uit de praktijk is gebleken dat het wenselijk is om het onderscheid tussen damwand en beschoeiing te verduidelijken én de mogelijkheden voor de burgers en bedrijven te vergroten.

Tevens worden de titels aangepast aan de Waterschapsverordening Waterschap Rivierenland, die in werking treedt op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

 

Wettelijk kader:

Waterschapswet

Keur Waterschap Rivierenland 2014

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de wijziging van algemene regels WT 3 en WT 4 en de bijbehorende principetekeningen

Artikel I. Wijzigingen

De algemene regel WT 3 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 als volgt te wijzigen:

 

A

De algemene regel WT 3. ‘Constructie langs het water: beschoeiing’ komt te luiden als de tekst opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

 

De algemene regel WT 4 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014 als volgt te wijzigen:

 

B

De algemene regel WT 4. ‘Constructie langs het water: damwand’ komt te luiden als de tekst opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel II. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel III. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging algemene regels WT 3 en WT 4 behorende bij de Keur Waterschap Rivierenland 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 28 februari 2023 te Tiel.

de secretaris-directeur,

ir. Z.C. Vonk

de dijkgraaf,

prof. dr. J.C. Verdaas

Bijlage 1 Algemene regel WT 3: ‘Constructie langs het water: beschoeiing’;

 

WT 3. Constructie langs het water: beschoeiing

 

Wijziging algemene regel:

Zaaknr.

Datum vastgesteld:

omschrijving wijziging:

De beschoeiing mag in het talud op waterpeil worden aangebracht en mag 0,30 m boven waterpeil uitsteken. Indien het wordt doorgetrokken tot maaiveld, wordt dit beschouwd als damwand en gelden de criteria en voorwaarden van WT 4

 

Artikel 1. Criteria

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de keur, voor het plaatsen en behouden van beschoeiing in een oppervlaktewaterlichaam, voor zover:

  • 1.

    deze niet wordt geplaatst en behouden in aangewezen vaarwegen en in oppervlaktewaterlichamen in gebieden met specifieke natuurdoeleinden, en;

  • 2.

    het talud van het oppervlaktewaterlichaam steiler is dan 1:2, en;

  • 3.

    deze op waterlijn (zomerpeil of streefpeil) wordt geplaatst en een maximale grondkerende hoogte heeft van 0,30 m

Artikel 2. Voorwaarden

Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel:

  • 1.

    werkt de beschoeiing gronddicht af, zodat geen grond of aangevuld materiaal vanachter of van onder de beschoeiing in de watergang kan komen;

  • 2.

    sluit de beschoeiing geheel aan op een eventueel reeds aanwezige beschoeiing;

  • 3.

    construeert de beschoeiing zodanig dat geen ontoelaatbare vervorming kan plaatsvinden;

  • 4.

    draagt er zorg voor dat de activiteiten de watertoevoer niet ontoelaatbaar belemmeren;

  • 5.

    hanteert principetekening 3: beschoeiing voor de uitvoering.

Artikel 3. Melding

  • 1.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt dit tenminste twee weken voor aanvang van de activiteiten aan het waterschap.

  • 2.

    De melding wordt schriftelijk of digitaal gedaan via het Omgevingsloket Online of met behulp van het daarvoor aangeboden meldingsformulier. Daarbij wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      naam, adres en telefoonnummer van meldingsplichtige, aannemer en/of uitvoerder;

    • b.

      het adres of de locatie waar de activiteiten plaatsvinden;

    • c.

      een situatietekening op een goed leesbare schaal waarop duidelijk is aangegeven: locatie, afmetingen van de activiteit, legenda en noordpijl.

  • 3.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt de aanvang van de activiteiten 2 werkdagen van te voren bij de toezichthouder (startmelding).

  • 4.

    De uitvoering van de toegestane werken start binnen een jaar na dagtekening van de instemmingsbrief van het waterschap. Als dit niet het geval is, vervalt de instemming.

Artikel 4. Overgangsrecht

  • 1.

    Een watervergunning verleend voor inwerkingtreding van deze algemene regel voor, op grond van deze algemene regel, meldingsplichtige activiteiten wordt aangemerkt als een melding als bedoeld in deze algemene regel.

  • 2.

    Indien voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning krachtens de Keur Waterschap Rivierenland 2014 in werking was, worden de voorschriften van de watervergunning gelijkgesteld met maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van de keur.

  • 3.

    Indien voor het uitvoeren van de activiteiten als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning is aangevraagd of een melding is gedaan en nog niet op die aanvraag of melding is beslist, wordt de aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in deze algemene regel.

Toelichting

Kader

Op grond van artikel 3.2, eerste lid, van de keur, is het verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functies, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te leggen, te laten staan, te vervangen, te verwijderen of te vervoeren. Op grond van artikel 3.10 van de keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt. Indien de activiteiten niet voldoen aan de algemene regel, dan geldt de vergunningplicht waarbij de activiteiten worden getoetst aan de beleidsregels.

 

Begripsbepaling

De begrippen die zijn gedefinieerd in de keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:

 

Natuurvriendelijke oever:

Oever die zo is aangelegd dat het niet alleen dient om de afvoercapaciteit van het oppervlaktewaterlichaam te verbeteren, maar ook om landschappelijke en ecologische functies te versterken. Oever aangelegd conform algemene regel ‘WT 11. Natuurvriendelijke oever’.

Beschoeiing:

Constructie in de oeverlijn om de oever tegen afkalving te beschermen. Voorbeelden hiervan zijn beschoeiingen, bestaande uit een aan één gesloten rij palen of planken en betuiningen.

Profiel:

Breedte, diepte en taludhellingen van het oppervlaktewaterlichaam als aangegeven op de legger of keurkaart.

Peil:

In het peilbesluit vastgestelde waterstand.

 

Risico’s

Het aanbrengen van oeverbeschermende beschoeiingen betreft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudig en veel voorkomend werk in of langs het oppervlaktewaterlichaam. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in dit geval voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Indien de criteria niet of niet volledig van toepassing zijn of indien het voorgenomen werk in afwijking van de voorwaarden zal worden uitgevoerd, kan met het waterschap in overleg worden getreden over een mogelijke watervergunning.

 

Melding

De melding kan digitaal en schriftelijk worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl. Het is ook mogelijk om de melding schriftelijk te verrichten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door het waterschap beschikbaar gesteld formulier. Dit formulier is te bereiken via: www.waterschaprivierenland.nl.

 

Principetekening 3 Beschoeiing

 

Bijlage WT 4. Constructie langs het water: damwand

 

Wijziging algemene regel:

 

Wijziging algemene regel:

Zaaknr.

Datum vastgesteld:

omschrijving wijziging:

De damwand mag in het talud (min 0,30 m boven waterpeil) worden aangebracht in plaats van op de insteek.

 

Artikel 1. Criteria

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de keur,

voor het plaatsen en behouden van een damwand in een oppervlaktewaterlichaam, voor zover:

  • 1.

    dit oppervlaktewaterlichaam niet is gelegen in een waterkering en/of beschermingszone, en;

  • 2.

    de damwand niet wordt geplaatst:

    • a.

      binnen oppervlaktewaterlichamen in gebieden met specifieke natuurdoeleinden;

    • b.

      in vaarwegen;

    • c.

      in een natuurvriendelijke oever;

    • d.

      in oppervlaktewaterlichamen in eigendom bij het waterschap, en;

  • 3.

    dit oppervlaktewaterlichaam is gelegen binnen de bebouwde kom:

    de damwand mag dan in het talud worden geplaatst. De damwand moet minimaal 0,30 m boven de waterlijn (zomerpeil of streefpeil) in het talud worden aangebracht of;

  • 4.

    dit oppervlaktewaterlichaam is gelegen buiten de bebouwde kom:

    de damwand mag dan niet in het talud worden geplaatst en moet op de insteek worden aangebracht.

Artikel 2. Voorwaarden

Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel:

  • 1.

    construeert de damwand zodanig dat geen ontoelaatbare vervorming kan plaatsvinden;

  • 2.

    laat de damwand niet boven maaiveld uitsteken;

  • 3.

    werkt de damwand gronddicht af, zodat geen grond of aangevuld materiaal vanachter of van onder de damwand in de watergang terecht kan komen;

  • 4.

    sluit de damwand geheel aan op reeds aanwezige constructies;

  • 5.

    draagt er zorg voor dat de activiteiten de watertoevoer niet ontoelaatbaar belemmeren.

  • 6.

    hanteert principetekening 4: damwand als uitgangspunt voor de uitvoering.

Artikel 3. Melding

  • 1.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt dit tenminste twee weken voor aanvang van de activiteiten aan het waterschap.

  • 2.

    De melding wordt schriftelijk of digitaal gedaan via het Omgevingsloket Online of met behulp van het daarvoor aangeboden meldingsformulier. Daarbij wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      naam, adres en telefoonnummer van meldingsplichtige, aannemer en/of uitvoerder;

    • b.

      het adres of de locatie waar de activiteiten plaatsvinden;

    • c.

      een situatietekening op een goed leesbare schaal waarop duidelijk is aangegeven: locatie, afmetingen van de activiteit, legenda en noordpijl.

  • 3.

    Degene die activiteiten uitvoert als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, meldt de aanvang van de activiteiten 2 werkdagen van te voren bij de toezichthouder (startmelding).

  • 4.

    De uitvoering van de toegestane werken start binnen een jaar na dagtekening van de instemmingsbrief van het waterschap. Als dit niet het geval is, vervalt de instemming.

Artikel 4. Overgangsrecht

  • 1.

    Een watervergunning verleend voor inwerkingtreding van deze algemene regel voor, op grond van deze algemene regel, meldingsplichtige activiteiten wordt aangemerkt als een melding als bedoeld in deze algemene regel.

  • 2.

    Indien voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning krachtens de Keur Waterschap Rivierenland 2014 in werking was, worden de voorschriften van de watervergunning gelijkgesteld met maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 3.10, derde lid, van de keur.

  • 3.

    Indien voor het uitvoeren van de activiteiten als bedoeld in artikel 1 van deze algemene regel, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een watervergunning is aangevraagd of een melding is gedaan en nog niet op die aanvraag of melding is beslist, wordt de aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in deze algemene regel.

Toelichting

Kader

Op grond van artikel 3.2, eerste lid, van de keur, is het verboden zonder watervergunning van het bestuur gebruik te maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de waterhuishoudkundige functies, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te behouden of vaste substanties of voorwerpen te leggen, te laten staan, te vervangen, te verwijderen of te vervoeren. Op grond van artikel 3.10 van de keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt. Indien de activiteiten niet voldoen aan de algemene regel, dan geldt de vergunningplicht waarbij de activiteiten worden getoetst aan de beleidsregels.

Begripsbepaling

De begrippen die zijn gedefinieerd in de keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:

 

Profiel:

Breedte, diepte en taludhellingen van het oppervlaktewaterlichaam als aangegeven op de legger of keurkaart.

Peil:

In het peilbesluit vastgestelde waterstand.

Damwand:

grondkerende constructie die op de insteek van een oppervlaktewaterlichaam wordt geplaatst om afkalving en instorten van de oever te voorkomen.

Insteek:

Snijlijn van het bovenwatertalud van het oppervlaktewaterlichaam met het aangrenzende maaiveld.

Natuurvriendelijke oever:

Oever die zo is aangelegd dat het niet alleen dient om de afvoercapaciteit van het oppervlaktewaterlichaam te verbeteren, maar ook om landschappelijke en ecologische functies te versterken. Oever aangelegd conform algemene regel ‘WT 11. Natuurvriendelijke oever’.

 

Risico’s

Op een aantal locaties is het onwenselijk damwanden te plaatsen via een algemene regel, zoals in/nabij een weg, waterkering of vaarweg, omdat in deze specifieke gevallen de sterkte van de damwand berekend moet worden. Natuurvriendelijke oevers verliezen hun werking op de ecologische en chemische waterkwaliteit bij toepassing van een damwand.

Buiten deze locaties betreft het aanbrengen van damwand vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudig werk in of langs het oppervlaktewaterlichaam. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in dit geval voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels. Indien de criteria niet of niet volledig van toepassing zijn of indien het voorgenomen werk in afwijking van de voorwaarden zal worden uitgevoerd, kan met het waterschap in overleg worden getreden over een mogelijke watervergunning.

 

Melding

De melding kan digitaal en schriftelijk worden gedaan. Een digitale melding kan via het Omgevingsloket Online (OlO) worden ingediend. Het OlO is te bereiken via: www.omgevingsloket.nl. Het is ook mogelijk om de melding schriftelijk te verrichten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een door het waterschap beschikbaar gesteld formulier. Dit formulier is te bereiken via: https://www.waterschaprivierenland.nl/www.waterschaprivierenland.nl.

 

Principetekening 4 Damwand

Naar boven