5. Regels in de waterschapsverordening
5.1 Beslismodel schrijven regels
Bij het schrijven van de juridische regels in hoofdstukken 2, 3 en 4 van de waterschapsverordening
en de bijbehorende toepasbare regels voor het Omgevingsloket heeft HDSR gebruik gemaakt
van een beslismodel. Dit is gedaan om consistente regels te maken. Het beslismodel
vormt de basis voor zowel de juridische als de toepasbare regels. Hierdoor blijven
beide op elkaar afgestemd.
5.2 Activiteiten
Activiteitgerichte regels
De waterschapsverordening is activiteitgericht opgebouwd. Uitgangspunt zijn de activiteiten
die burgers en bedrijven willen verrichten nabij waterstaatswerken of invloed hebben
op het watersysteem of zuiveringtechnische werken. Dit betekent dat de hoofdstukken,
afdelingen en paragrafen zijn geordend naar de relevante activiteiten waar HDSR regels
over stelt. In de keur waren de regels over activiteiten bij watergangen en waterkeringen
apart te vinden, deze zijn onder de nieuwe regels beleidsneutraal samengevoegd.
De activiteitgerichte benadering komt terug in de hoofdstukindeling van de waterschapsverordening.
Hoofdstukken 2, 3 en 4 bevatten regels over activiteiten, waarbij de aard van de activiteiten
bepalend is. Hierbij is aansluiting gezocht bij het begrip wateractiviteit en de bruidsschatregels.
Hieronder is in de leeswijzer waterschapsverordening een nadere toelichting opgenomen
over de inhoud van de hoofdstukken.
Activiteiten
Aanleggen
Als een voorgenomen activiteit ziet op hetaanleggen, dan gelden de regels zoals opgenomen
onderaanleggen. De regels vooraanleggenzijn van toepassing indien objecten worden
aangelegd of vergroot. Er zijn voor de initiatiefnemer verschillende uitkomsten mogelijk,
afhankelijk van de soort activiteit.
Verwijderen
Als een voorgenomen activiteit ziet op hetverwijderenvan iets, dan gelden de regels
zoals opgenomen onderverwijderen. De regels voorverwijderenzijn van toepassing als
objecten (deels) worden weggehaald. In dat geval zijn er voor de initiatiefnemer verschillende
uitkomsten mogelijk, afhankelijk van de soort activiteit.
Vervangen
In algemene zin is er in de regels vanuit gegaan dat het vervangen van iets, gelijk
is aan hetverwijd eren en het (opnieuw) aanleggen ervan. Initiatiefnemer moet dan
voor deze activiteit twee aparte beoordelingen doen en in het uiterste geval twee
aparte vergunningen aanvragen. Wordt een object verwijderd en op dezelfde locatie
eenzelfde object teruggeplaatst dan zijn dus de regels voor verwijderen en aanleggen
van toepassing. Bij sommige activiteiten zijn specifieke regels opgesteld voor hetvervangen.
In dat geval gelden niet de algemene regels voor verwijderen en aanleggen maar dienen
de specifieke(re) regels onder het kopjevervangente worden gevolgd.
Verplaatsen
Wordt een object verwijderd en op een andere locatie teruggeplaatst dan is er sprake
van verplaatsen. De regels die gelden voorverwijderenenaanleggenzijn dan van toepassing.
Wijzigen
In de waterschapsverordening komt de activiteitwijzigenniet voor. Daardoor zou het
mogelijke misverstand kunnen ontstaan dat voor de activiteit ‘wijzigen’ enkel de zorgplicht
zou gelden. Dit is onjuist. Afhankelijk van het soort wijziging zijn de regels vanaanleggenvan
toepassing, bijvoorbeeld het vergroten van een dam met duiker. Wordt daarentegen een
dam met duiker verkleind dan zijn de regels voorverwijderenvan toepassing. Gaat het
om het wijzigen van een locatie dan is sprake vanverplaatsenen zijn de regels die
gelden voorverwijderenenaanleggendan van toepassing.
5.3 Verplichtingen
Het ‘nee, tenzij’-principe in hoofdstuk 2: bruidsschat
Hoofdstuk 2 bevat regels over diverse lozingsactiviteiten op regionaal water en zuiveringtechnische
werken uit de bruidsschat. Hier is het ‘nee, tenzij’-principe van toepassing. Als
de lozing niet is geregeld in één van de afdelingen van hoofdstuk 2, dan is een omgevingsvergunning
vereist (vangnetvergunningplicht). Voor alle lozingen geldt een vergunningplicht,
tenzij de lozing is vrijgesteld. Dit komt door de manier waarop de bruidsschatregels
door het Rijk zijn opgesteld en overgedragen aan de waterschappen.
Het 'ja, mits'-principe in hoofdstuk 3 en 4
Net als bij de keur en de bijbehorende uitvoeringsregels het geval was, geldt ook
bij een groot gedeelte (hoofdstuk 3 en 4) van de waterschapsverordening het ‘ja, mits’-principe.
Dat betekent dat in beginsel handelingen in het watersysteem zijn toegestaan, mits
voldaan wordt aan de zorgplicht, tenzij expliciet in deze verordening anders is bepaald.
Als dat laatste het geval is, kunnen er verschillende soort regels gelden: algemene
regels, informatieplicht, meldplicht, vergunningplicht, maatwerkvoorschrift en algeheel
verbod. De zwaarste verplichting voor de betreffende activiteit geldt.
Het ‘ja-mits’-principe geldt als gezegd voor de regels in hoofdstuk 3 (wateronttrekkingsactiviteiten)
en 4 (beperkingengebiedactiviteiten) van de waterschapsverordening. Deze regels zijn
namelijk omgezet uit de keur en de uitvoeringsregels.
Soorten verplichtingen
De waterschapsverordening is het instrument waarmee HDSR regels kan stellen over activiteiten
die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. HDSR kan verschillende soorten verplichtingen
(regels) opnemen. Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste: specifieke
zorgplicht, algemene regels, meldplicht, informatieplicht, vergunningplicht, algeheel
verbod en maatwerkvoorschriften.
Specifieke zorgplicht
Bij het verrichten van een activiteit geldt de specifieke zorgplicht als uitgangspunt.
Hierin wordt geformuleerd waar de initiatiefnemer ten minste rekening moet houden
bij het verrichten van een activiteit. De specifieke zorgplicht geldt ook als een
vangnet. Dat betekent dat als er niets geregeld is, de specifieke zorgplicht altijd
van toepassing is. HDSR kan bestuurlijk optreden op grond van (het overtreden van)
deze specifieke zorgplicht.
Algemene regel
Algemene regels zijn regels (voorschriften) die voor iedereen gelden. Degene die de
activiteit verricht waarbij algemene regels zijn aangewezen, moet zich houden aan
voorschriften van die algemene regels. HDSR heeft algemene regels en combineert deze
al dan niet met een informatieplicht of een meldplicht.
Informatieplicht, meldplicht
In de waterschapsverordening is een duidelijk verschil gemaakt tussen een informatieplicht
en een meldplicht. Een informatieplicht is een verplichting om informatie te verstrekken
gedurende het verrichten van een activiteit of binnen een bepaalde termijn voorafgaand
aan het starten van een activiteit, zonder dat daaraan een verbod is gekoppeld de
activiteit te verrichten. Bijvoorbeeld als het waterschap graag op de hoogte wil zijn
van een activiteit, om nadien de leggerkaart te kunnen aanpassen. Bij een meldplicht
is het verboden om de activiteit of bepaalde onderdelen daarvan te starten zonder
binnen een gestelde termijn een melding te doen. Zonder melding mag dan niet worden
gestart met de werkzaamheden. Achterliggende gedachte is dat HDSR de werkzaamheden
kan beoordelen en kan bezien of eventuele maatwerkvoorschriften noodzakelijk zijn.
Daarnaast stelt deze systematiek HDSR in staat om medewerkers van het team Toezicht
en Handhaving eventueel te kunnen laten controleren op de werkzaamheden.
Vergunningplicht
Als voorafgaande toestemming van HDSR noodzakelijk wordt geacht, wordt in de waterschapsverordening
een omgevingsvergunning vereist. In dat geval is een initiatiefnemer dus verplicht
vooraf bij HDSR toestemming te vragen om de activiteit te mogen uitvoeren. Het gaat
hier om een verbodsbepaling, het is verboden om de activiteit uit te voeren zonder
omgevingsvergunning. Het beoordelingskader is in principe opgenomen in de waterschapsverordening.
Het is mogelijk dat door HDSR beleidsregels worden opgesteld, om meer kader te geven
aan discretionaire bevoegdheden. Voordat initiatiefnemers een aanvraag of melding
definitief indienen, kunnen ze deze eerst als conceptverzoek indienen. Met deze optie
kunnen initiatiefnemers laten controleren of hun aanvraag compleet is en of de juiste
informatie is ingevuld. Een initiatiefnemer heeft ook de mogelijkheid om een vooroverleg
aan te vragen. Daarbij kan samen met het waterschap worden besproken wat het waterschap
nodig heeft om een besluit te kunnen nemen. Ook kan worden besproken of een voorgenomen
initiatief realiseerbaar is of dat er nog wijzigingen in de plannen noodzakelijk zijn.
Na afweging van alle relevante belangen kan HDSR al dan niet de omgevingsvergunning
voor een wateractiviteit verlenen onder voorwaarden.
Algeheel verbod
Een activiteit kan in een bepaald gebied aanzienlijke nadelige gevolgen hebben op
de te bereiken doelen van het waterschap. In een dergelijk geval heeft HDSR ervoor
gekozen om een algeheel verbod voor het verrichten van deze activiteit in de waterschapsverordening
op te nemen. Dat betekent dat deze activiteit verboden is.
Maatwerkvoorschriften
HDSR heeft in hoofdstuk 1 van de waterschapsverordening onderwerpen gewezen waarvoor
het dagelijks bestuur (het college) maatwerkvoorschriften kan stellen, zie artikel
1.10. Een
maatwerkvoorschrift is een beschikking waarmee het waterschap in een individueel geval
aan een initiatiefnemer de verplichting oplegt om te voldoen aan bepaalde voorschriften
in aanvulling op of afwijking van een geldende algemene regel van de waterschapsverordening.
Indieningsvereisten
De indieningsvereisten die in de waterschapsverordening worden gevraagd, zijn aanvullend
op de algemene gegevens die op grond van artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht
en afdeling 7.2 van de Omgevingsregeling worden gevraagd. In hoofdstuk 1 zijn de algemene
gegevens en bescheiden opgenomen (voor informatie- en meldplicht en ongewoon voorval).
De specifieke gegevens en bescheiden voor lozingsactiviteiten, wateronttrekkingsactiviteiten
en beperkingengebiedactiviteiten zijn in de afdeling ‘algemeen’ bij de betreffende
hoofdstukken opgenomen. Waar nodig zijn per activiteit aanvullende indieningsvereisten
opgenomen.
De indieningsvereisten vormen de juridische basis voor de aanvraagformulieren in het
omgevingsloket van het DSO. Deze formulieren worden opgebouwd met 'toepasbare regels',
gebaseerd op de indieningsvereisten.
5.4 Diverse onderwerpen
Doelstellingen
In de tekst van hoofdstuk 1 is duidelijk gemaakt welke doelstellingen met de regels
worden gediend. Doordat de regels zijn gekoppeld aan de doelen die zij dienen, neemt
de transparantie van de regels toe.
Beoordelingsregels
Een beoordelingsregel bevat de algemene gronden waarop een omgevingsvergunning voor
een wateractiviteit op grond van de waterschapsverordening wordt verleend. Per geval
bekijkt HDSR of de handeling kan worden toegestaan door voorschriften aan de vergunning
te verbinden waarmee eventueel nadelige effecten van de handeling kunnen worden weggenomen.
Een omgevingsvergunning op grond van de waterschapsverordening kan enkel worden verleend
of geweigerd op basis van gronden die in de waterschapsverordening zijn opgenomen.
Dit volgt uit artikel 5.30 van de Omgevingswet. Als een activiteit vergunningplichtig
is op grond van de waterschapsverordening, zijn ook beoordelingsregels opgenomen om
de vergunningaanvraag te kunnen toetsen. Waterschappen kunnen hun beoordelingsregels
baseren op (de essentie van) bestaande beleidsregels.
Lozen
Onder de Omgevingswet verandert de betekenis van het begrip ‘lozen’. De lozingsregels
gaan straks niet alleen over de kwaliteit van het water, maar ook over hoeveelheden
(kwantiteit) te lozen water.
Delegatiebesluit
De waterschapsverordening wordt in principe vastgesteld door het algemeen bestuur.
Artikel 2.8 van de Omgevingswet biedt het algemeen bestuur de mogelijkheid om het
vaststellen van delen van de waterschapsverordening te delegeren aan het dagelijks
bestuur. Het delegatiebesluit geeft de reikwijdte aan van de gedelegeerde bevoegdheid.
HDSR maakt gebruik van de mogelijkheid tot delegatie van delen van de waterschapsverordening
aan het college. Dit wordt gedaan via een apart delegatiebesluit.
5.5 Bruidsschatregels
Het Rijk heeft via de bruidsschat regelgeving over lozingen aan de waterschappen overgedragen,
zo ook aan HDSR. De lozingsregels uit de bruidsschat zijn verwerkt in hoofdstuk 2
van de waterschapsverordening. De regels uit de bruidsschat zijn omgeschreven in de
stijl en de structuur van de overige teksten van de waterschapsverordening (hoofdstukken
3 en 4). Hierbij zijn geen inhoudelijke veranderingen doorgevoerd. Dit is beleidsneutraal
gedaan. De bruidsschatregels bevatten naast de lozingsregels ook enkele andere onderdelen
die verwerkt zijn in de waterschapsverordening. De algemene bepalingen, zoals begrippen
en beoordelingsregels, zijn verwerkt in hoofdstuk 1. De regels over wateronttrekkingsactiviteiten
staan in hoofdstuk 3. De aanvraagvereisten omgevingsvergunning voor beperkingengebiedactiviteiten
met betrekking tot een waterstaatswerk zijn verwerkt in hoofdstuk 4. De begrippen
uit de bruidsschat staan in bijlage I en de aangewezen en niet-aangewezen oppervlaktewaterlichamen
in bijlage II.
5.6 Instructieregels: Rijk en provincies
Bij het vaststellen van de regels in de waterschapsverordening moet HDSR voldoen aan
de instructieregels van het Rijk (hoofdstuk 6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving)
en van de provincie Zuid-Holland en de provincie Utrecht. De provinciale instructieregels
zijn te vinden in de betreffende omgevingsverordening. Het gaat om de Zuid-Hollandse
Omgevingsverordening en de Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022. Daarbij is
rekening gehouden met de meeste recente door provinciale staten vastgestelde ontwerp-omgevingsverordeningen.
De instructieregels zijn verwerkt in de waterschapsverordening.
7. Leeswijzer waterschapsverordening
7.1 Inleiding
De waterschapsverordening bestaat uit vijf hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 bevat algemene bepalingen die relevant zijn voor de gehele verordening.
Hoofdstuk 2 gaat over lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of op een
zuiveringtechnisch werk.
Hoofdstuk 3 gaat over wateronttrekkingsactiviteiten met betrekking tot oppervlaktewater
of grondwater en over het infiltreren van water.
Hoofdstuk 4 bevat regels over beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een
waterstaatswerk in beheer bij HDSR.
Hoofdstuk 5 bevat overgangs- en slotbepalingen.
De bijlagen bij de waterschapsverordening bevatten de begripsbepalingen voor de toepassing
van deze waterschapsverordening (bijlage I), de aanwijzing en begrenzing van werkingsgebieden
(bijlage II), de profielen van waterkeringen (bijlage III), toepassingen van klei
binnen de zone waterstaatswerk (bijlage IV) en er wordt afgesloten met de algemene
toelichting en artikelsgewijze toelichting (bijlage V).
7.2 Toelichting hoofdstukken
Hoofdstuk 1
Het eerste hoofdstuk bevat de bepalingen die betrekking hebben op de hele waterschapsverordening.
Vanwege de leesbaarheid is ervoor gekozen om de begrippen in bijlage I op te nemen.
De begrippen uit de Omgevingswet en de algemene maatregelen van bestuur zijn van toepassing
op deze waterschapsverordening deze zijn in deze waterschapsverordening niet herhaald.
De begrippen in bijlage I vormen een aanvulling op de rijksbegrippen. Naast de begrippen
zijn in hoofdstuk 1 het toepassingsbereik, de geometrische begrenzing (met een verwijzing
naar Bijlage II), een bepaling over waterstaatswerken die nog niet geometrisch begrensd
zijn, de normadressaat, de specifieke zorgplicht, maatwerkvoorschriften, de algemene
indieningsvereisten en de algemene beoordelingsregel voor omgevingsvergunningen voor
wateractiviteiten te vinden. Ook bevat hoofdstuk 1 de doelen (oogmerken) die de basis
vormen voor de activiteitgerichte regels in hoofdstuk 2, 3 en 4.
Hoofdstuk 2
Het tweede hoofdstuk moet iets anders gelezen worden dan het derde en het vierde hoofdstuk
van deze waterschapsverordening. Dit hoofdstuk bevat de verplichtingen die het waterschap
stelt met betrekking tot lozingen. In de eerste afdeling dit hoofdstuk zijn de bepalingen
te vinden die gelden voor heel hoofdstuk 2, bijvoorbeeld de invulling van de specifieke
zorgplicht specifiek voor lozingsactiviteiten. Als de lozingsactiviteit niet is vrijgesteld
in hoofdstuk 2 dan geldt de vangnetvergunningplicht. Elke activiteitgerichte afdeling
in hoofdstuk 2 is op dezelfde wijze opgebouwd en kan als volgt gelezen worden:
De afdeling start met een toepassingsbereik, dit artikel geeft aan op welke lozingsactiviteit
de betreffende afdeling ziet.
Vervolgens worden de algemene regels die gelden aangewezen (de voorschriften en eventueel
een informatieplicht). Dit artikel geeft aan in welke situatie welke algemene regel
van toepassing is. Als deze situatie op u van toepassing is dan kunt u de activiteit
uitvoeren, mits u voldoet aan de betreffende algemene regels die worden aangewezen.
Vaak zit hier ook een informatieplicht bij.
Als er in het voorgaande artikel een algemene regel is aangewezen vindt u in dit artikel
de betreffende voorschriften, deze gaan vaak gecombineerd met de emissiegrenswaarden
van de betreffende lozing.
Als er nog specifieke andere algemene regels van toepassing zijn, dan zijn die te
vinden in de opvolgende artikelen in de afdeling (bijvoorbeeld meet-en rekenbepalingen,
werkinstructies e.d,).
De afdeling eindigt vaak met een informatieplicht, hier staat altijd een termijn bij
en ook de gegevens en bescheiden die aan het waterschap overhandigt moeten worden.
Hoofdstukken 3 en 4
Deze hoofdstukken zijn als volgt opgebouwd:
De eerste afdeling bevat de algemene bepalingen die gelden voor het gehele hoofdstuk.
Elke daaropvolgende afdeling is een specifieke waterontrekkingsactiviteit (hoofdstuk
3) of beperkingengebiedactiviteit (hoofdstuk 4). Voor hoofdstuk 4 zijn alle bepalingen
met betrekking tot deze activiteit zijn te vinden in de afdeling zelf. Voor bijvoorbeeld
‘brug aanleggen’ hoeft niet meer gekeken te worden naar het aanleggen van een brug
bij een watergang als aparte activiteit naast het aanleggen van een brug bij een waterkering
(zoals in de uitvoeringsregels behorende bij de keur wel het geval was). Alle regels
met betrekking tot het aanleggen van een brug die het waterschap stelt zijn nu te
vinden in de afdeling ‘brug aanleggen’.
Een activiteitgerichte afdeling uit hoofdstuk 3 en 4 is als volgt opgebouwd:
De eerste paragraaf bevat de algemene bepalingen die gelden voor de hele afdeling.
Er is bijvoorbeeld een uitwerking te vinden van de specifieke zorgplicht per activiteit.
Deze zorgplicht geldt altijd. Als in de opvolgende paragrafen geen algemene regels,
vergunningplichten of algeheel verboden zijn aangewezen dan geldt er voor de activiteit
vanuit het waterschap enkel de specifieke zorgplicht.
De volgende paragraaf is de paragraaf die aanwijst welke algemene regels wanneer van
toepassing zijn voor de betreffende activiteit. Hier kan sprake zijn van een algemene
regel al dan niet gecombineerd met een informatieplicht of een meldplicht. Zodra er
een vergunningplicht of een algeheel verbod geldt zijn deze algemene regels en bijbehorende
vrijstellingen niet van toepassing. Om deze reden is een voorrangsbepaling opgenomen.
Als er in de opvolgende paragrafen geen vergunningplicht of algeheel verbod is aangewezen
gelden enkel de voorschriften (eventueel gecombineerd met een informatieplicht of
een meldplicht) uit de aangewezen algemene regels in deze paragraaf.
In de daaropvolgende paragraaf zijn de vergunningplichtige gevallen voor de activiteit
aangewezen. Mocht er sprake zijn van een van de aangewezen situaties dan geldt er
voor de activiteit op die locatie een vergunningplicht, tenzij er daaronder nog een
algeheel verbod geldt. In dat geval is er in de voorrangsbepaling opgenomen dat er
geen sprake is van een vergunningplicht als er voor de activiteit een algeheel verbod
is aangewezen.
Als er een algeheel verbod geldt voor de activiteit staat deze aanwijzing onderaan
de afdeling. Zodra de aangewezen situatie van toepassing is, is het verboden om de
activiteit uit te voeren op de betreffende locatie.
7.3 Oorsprong regels keur
De huidige uitvoeringsregels uit deel 1 (handelingen met betrekking tot oppervlaktewater)
en 2 (handelingen met betrekking tot een waterkering) zijn grotendeels terug te vinden
in hoofdstuk 4 van de waterschapsverordening. Deel 3 (handelingen met betrekking tot
grondwater) van de uitvoeringsregels is grotendeels terug te vinden in hoofdstuk 3
van de waterschapsverordening. In de uitvoeringsregels van HDSR waren enkel regels
opgenomen over de kwantitatieve aspecten van een lozing, met de komst van de bruidsschat
worden de regels met betrekking tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit van lozingen
samengevoegd. Deze zijn te vinden in hoofdstuk 2 van deze waterschapsverordening.