Wijzigingsbesluit Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, gezien de onvolledige publicatie op de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaarstellen van 21 december 2024,met nr.

DM1967442;

gelet op artikel 78 van de Waterschapswet en artikel 2.5 van de Omgevingswet;

Besluit;

Artikel I

De Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024 opnieuw te publiceren met de verbeteringen zoals opgenomen in Bijlage A.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking per 2024‑01‑02

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2023

J.C.H. Haan

voorzitter

F.H.M. Apeldoorn

secretaris

Bijlage A artikel I

A

Bijlage V wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Bijlage V Algemene- en artikelsgewijze toelichting

Algemene toelichting

1. Inleiding

Deze waterschapsverordening bevat de regels van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de watersystemen en de zuiveringtechnische werken die in beheer zijn bij HDSR. De waterschapsverordening is gebaseerd op artikel 2.5 van de Omgevingswet en vervangt de volgende regelingen:

  • de Keur Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2018;

  • de Uitvoeringsregels bij de Keur Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2018;

  • de bijlagen bij de keur en uitvoeringsregels (inclusief de keurkaarten); en

  • de overzichtskaarten, met de zonering van waterstaatswerken en beschermingszones, van de volgende profielenleggers:

    • de Legger Oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020;

    • de Legger van de primaire waterkeringen langs de Neder- Rijn en Lek met de daartoe behorende kunstwerken; en

    • de Legger van de regionale waterkeringen met de daartoe behorende kunstwerken van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Deze waterschapsverordening bevat nu ook regels over kwalitatieve lozingen, die voorheen op het niveau van de rijksoverheid werden gereguleerd. Deze regels staan bekend als de bruidsschat. De bruidsschat bevat ook begripsbepalingen, beoordelingsregels, indieningsvereisten en regels over wateronttrekkingsactiviteiten. HDSR heeft ervoor gekozen de bruidsschatregels te integreren in de waterschapsverordening.

Bij het ontwikkelen van de waterschapsverordening is gebruik gemaakt van de Handreiking waterschapsverordening van de Unie van Waterschappen en Het Waterschapshuis (TROWA, 2019).

2. Omgevingswet: verbeterdoelen van de stelselherziening

De Omgevingswet maakt onderdeel uit van een complete stelselherziening van het omgevingsrecht. De invoering van de waterschapsverordening van HDSR draagt bij aan de landelijke verbeterdoelen die zijn beoogd met de invoering van de Omgevingswet: een inzichtelijk omgevingsrecht, waarin de leefomgeving centraal staat, waarin ruimte is voor maatwerk en waarin besluitvorming over projecten sneller en beter verloopt.

3. Bestuurlijke opdracht

In maart 2020 heeft het algemeen bestuur van HDSR een aantal uitgangspunten vastgesteld voor het opstellen van de waterschapsverordening. Deze zijn als volgt:

  • Sturingsfilosofie. De Omgevingswet leidt tot een cultuurverandering. Er zal op onderdelen een verschuiving optreden van een rechtmatige overheid naar een meer netwerkende overheid waarbij ruimte is voor participatie.

  • Van keur naar waterschapsverordening. De huidige “ja, mits-keur” werkt goed in de praktijk. De keur en uitvoeringsregels zullen als uitgangspunt worden gebruikt voor de waterschapsverordening.

  • Overgangstermijn. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft het waterschap een termijn van 2 jaar om een waterschapsverordening op te stellen die voldoet aan alle juridische en digitale eisen (overgangstermijn). Indien nodig maakt HDSR gebruik van de overgangstermijn.

  • Bruidsschat en ecologie. HDSR zal de bruidsschat bestaande uit de huidige rijksregels eerst 1:1 over nemen. Onderkend wordt dat aanpassen van de kwaliteitsregels niet kan zonder afstemming met andere netwerkpartners binnen hetzelfde stroomgebied: gemeenten, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat. Die afstemming vraagt tijd.

  • Bevoegdheidsverdeling. De regelgevende bevoegdheid ligt primair bij het algemeen bestuur. Om te zorgen voor flexibiliteit is het wenselijk de bevoegdheid tot vaststelling van de regels voor uitvoering van specifieke activiteiten te delegeren aan het college, evenals de koppeling en vaststelling van geografische informatie (werkingsgebieden en beperkingengebieden).

  • Participatie. Met de Omgevingswet wordt participatie steeds belangrijker. HDSR wil graag samen met de omgeving optrekken; de winst bij het opstellen van de regels zit aan de voorkant.

  • Samenwerking. HDSR gaat door op de ingeslagen weg en zoekt waar mogelijk de samenwerking met netwerkpartners. De Omgevingswet, de bijbehorende bruidsschat en het werken aan de één-loket gedachte maakt intensieve samenwerking noodzakelijk.

  • Aansluiting andere onderwerpen/projecten. Implementatie van de Omgevingswet is een complex project. Bij het opstellen van de waterschapsverordening is aandacht voor en doorwerking van andere onderwerpen en projecten bij HDSR, zoals de Visie VTH, actualisering leggers en keurkaarten, digitaliseringsslag, Waterbeheerprogramma (2022), grondwater en klimaatadaptatie en duurzaamheid.

4. Ontsluiting in Digitaal Stelsel Omgevingswet

4.1 Inleiding

Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ondersteunt overheden bij de uitvoering van de Omgevingswet. Een van de onderdelen van het DSO is het Omgevingsloket. Dit is een digitaal loket waar initiatiefnemers en betrokkenen snel kunnen zien wat er mag in de fysieke leefomgeving. Dit is de centrale plek waar alle digitale informatie daarover samenkomt.

Via het Omgevingsloket kan een ieder:

  • via een vragenboom controleren of een idee mag worden uitgevoerd op een locatie (Vergunningcheck);

  • vergunningen aanvragen, meldingen doen en informatie geven (Aanvragen); en

  • zien welke regels gelden op een locatie (Regels op de kaart).

4.2 Juridische regels

De waterschapsverordening van HDSR wordt onder de Omgevingswet ontsloten via het Omgevingsloket van het DSO en zal te vinden zijn via regels op de kaart. Nieuw is dat de regels over activiteiten zijn gekoppeld aan geometrisch aangewezen en begrensde werkingsgebieden, waarbij een ieder met een eenvoudige klik op een kaart kan zien welke regels op het betreffende gebied van toepassing zijn. Om dit mogelijk te maken, moet iedere individuele regel van HDSR voorzien worden van een zogenoemd werkingsgebied en op een kaartlaag aangeleverd worden. Waar geen specifiek werkingsgebied is benoemd, geldt het hele beheergebied van HDSR als werkingsgebied.

4.3 Toepasbare regels

Het Omgevingsloket van het DSO maakt ook inzichtelijk onder welke voorwaarden activiteiten zijn toegestaan. Om dit mogelijk te maken, zijn naast de juridische regels ook zogenaamde toepasbare regels opgesteld. Zo kan aan de hand van vragen die men doorloopt in het DSO (Vergunningcheck) worden bepaald of er al dan niet een vergunning aangevraagd moet worden, of dat er bijvoorbeeld alleen een meldplicht of informatieplicht geldt.

5. Regels in de waterschapsverordening

5.1 Beslismodel schrijven regels

Bij het schrijven van de juridische regels in hoofdstukken 2, 3 en 4 van de waterschapsverordening en de bijbehorende toepasbare regels voor het Omgevingsloket heeft HDSR gebruik gemaakt van een beslismodel. Dit is gedaan om consistente regels te maken. Het beslismodel vormt de basis voor zowel de juridische als de toepasbare regels. Hierdoor blijven beide op elkaar afgestemd.

5.2 Activiteiten

Activiteitgerichte regels

De waterschapsverordening is activiteitgericht opgebouwd. Uitgangspunt zijn de activiteiten die burgers en bedrijven willen verrichten nabij waterstaatswerken of invloed hebben op het watersysteem of zuiveringtechnische werken. Dit betekent dat de hoofdstukken, afdelingen en paragrafen zijn geordend naar de relevante activiteiten waar HDSR regels over stelt. In de keur waren de regels over activiteiten bij watergangen en waterkeringen apart te vinden, deze zijn onder de nieuwe regels beleidsneutraal samengevoegd.

De activiteitgerichte benadering komt terug in de hoofdstukindeling van de waterschapsverordening. Hoofdstukken 2, 3 en 4 bevatten regels over activiteiten, waarbij de aard van de activiteiten bepalend is. Hierbij is aansluiting gezocht bij het begrip wateractiviteit en de bruidsschatregels. Hieronder is in de leeswijzer waterschapsverordening een nadere toelichting opgenomen over de inhoud van de hoofdstukken.

Activiteiten

Aanleggen

Als een voorgenomen activiteit ziet op hetaanleggen, dan gelden de regels zoals opgenomen onderaanleggen. De regels vooraanleggenzijn van toepassing indien objecten worden aangelegd of vergroot. Er zijn voor de initiatiefnemer verschillende uitkomsten mogelijk, afhankelijk van de soort activiteit.

Verwijderen

Als een voorgenomen activiteit ziet op hetverwijderenvan iets, dan gelden de regels zoals opgenomen onderverwijderen. De regels voorverwijderenzijn van toepassing als objecten (deels) worden weggehaald. In dat geval zijn er voor de initiatiefnemer verschillende uitkomsten mogelijk, afhankelijk van de soort activiteit.

Vervangen

In algemene zin is er in de regels vanuit gegaan dat het vervangen van iets, gelijk is aan hetverwijd eren en het (opnieuw) aanleggen ervan. Initiatiefnemer moet dan voor deze activiteit twee aparte beoordelingen doen en in het uiterste geval twee aparte vergunningen aanvragen. Wordt een object verwijderd en op dezelfde locatie eenzelfde object teruggeplaatst dan zijn dus de regels voor verwijderen en aanleggen van toepassing. Bij sommige activiteiten zijn specifieke regels opgesteld voor hetvervangen. In dat geval gelden niet de algemene regels voor verwijderen en aanleggen maar dienen de specifieke(re) regels onder het kopjevervangente worden gevolgd.

Verplaatsen

Wordt een object verwijderd en op een andere locatie teruggeplaatst dan is er sprake van verplaatsen. De regels die gelden voorverwijderenenaanleggenzijn dan van toepassing.

Wijzigen

In de waterschapsverordening komt de activiteitwijzigenniet voor. Daardoor zou het mogelijke misverstand kunnen ontstaan dat voor de activiteit ‘wijzigen’ enkel de zorgplicht zou gelden. Dit is onjuist. Afhankelijk van het soort wijziging zijn de regels vanaanleggenvan toepassing, bijvoorbeeld het vergroten van een dam met duiker. Wordt daarentegen een dam met duiker verkleind dan zijn de regels voorverwijderenvan toepassing. Gaat het om het wijzigen van een locatie dan is sprake vanverplaatsenen zijn de regels die gelden voorverwijderenenaanleggendan van toepassing.

5.3 Verplichtingen

Het ‘nee, tenzij’-principe in hoofdstuk 2: bruidsschat

Hoofdstuk 2 bevat regels over diverse lozingsactiviteiten op regionaal water en zuiveringtechnische werken uit de bruidsschat. Hier is het ‘nee, tenzij’-principe van toepassing. Als de lozing niet is geregeld in één van de afdelingen van hoofdstuk 2, dan is een omgevingsvergunning vereist (vangnetvergunningplicht). Voor alle lozingen geldt een vergunningplicht, tenzij de lozing is vrijgesteld. Dit komt door de manier waarop de bruidsschatregels door het Rijk zijn opgesteld en overgedragen aan de waterschappen.

Het 'ja, mits'-principe in hoofdstuk 3 en 4

Net als bij de keur en de bijbehorende uitvoeringsregels het geval was, geldt ook bij een groot gedeelte (hoofdstuk 3 en 4) van de waterschapsverordening het ‘ja, mits’-principe. Dat betekent dat in beginsel handelingen in het watersysteem zijn toegestaan, mits voldaan wordt aan de zorgplicht, tenzij expliciet in deze verordening anders is bepaald. Als dat laatste het geval is, kunnen er verschillende soort regels gelden: algemene regels, informatieplicht, meldplicht, vergunningplicht, maatwerkvoorschrift en algeheel verbod. De zwaarste verplichting voor de betreffende activiteit geldt.

Het ‘ja-mits’-principe geldt als gezegd voor de regels in hoofdstuk 3 (wateronttrekkingsactiviteiten) en 4 (beperkingengebiedactiviteiten) van de waterschapsverordening. Deze regels zijn namelijk omgezet uit de keur en de uitvoeringsregels.

Soorten verplichtingen

De waterschapsverordening is het instrument waarmee HDSR regels kan stellen over activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. HDSR kan verschillende soorten verplichtingen (regels) opnemen. Hieronder volgt een toelichting op de belangrijkste: specifieke zorgplicht, algemene regels, meldplicht, informatieplicht, vergunningplicht, algeheel verbod en maatwerkvoorschriften.

Specifieke zorgplicht

Bij het verrichten van een activiteit geldt de specifieke zorgplicht als uitgangspunt. Hierin wordt geformuleerd waar de initiatiefnemer ten minste rekening moet houden bij het verrichten van een activiteit. De specifieke zorgplicht geldt ook als een vangnet. Dat betekent dat als er niets geregeld is, de specifieke zorgplicht altijd van toepassing is. HDSR kan bestuurlijk optreden op grond van (het overtreden van) deze specifieke zorgplicht.

Algemene regel

Algemene regels zijn regels (voorschriften) die voor iedereen gelden. Degene die de activiteit verricht waarbij algemene regels zijn aangewezen, moet zich houden aan voorschriften van die algemene regels. HDSR heeft algemene regels en combineert deze al dan niet met een informatieplicht of een meldplicht.

Informatieplicht, meldplicht

In de waterschapsverordening is een duidelijk verschil gemaakt tussen een informatieplicht en een meldplicht. Een informatieplicht is een verplichting om informatie te verstrekken gedurende het verrichten van een activiteit of binnen een bepaalde termijn voorafgaand aan het starten van een activiteit, zonder dat daaraan een verbod is gekoppeld de activiteit te verrichten. Bijvoorbeeld als het waterschap graag op de hoogte wil zijn van een activiteit, om nadien de leggerkaart te kunnen aanpassen. Bij een meldplicht is het verboden om de activiteit of bepaalde onderdelen daarvan te starten zonder binnen een gestelde termijn een melding te doen. Zonder melding mag dan niet worden gestart met de werkzaamheden. Achterliggende gedachte is dat HDSR de werkzaamheden kan beoordelen en kan bezien of eventuele maatwerkvoorschriften noodzakelijk zijn. Daarnaast stelt deze systematiek HDSR in staat om medewerkers van het team Toezicht en Handhaving eventueel te kunnen laten controleren op de werkzaamheden.

Vergunningplicht

Als voorafgaande toestemming van HDSR noodzakelijk wordt geacht, wordt in de waterschapsverordening een omgevingsvergunning vereist. In dat geval is een initiatiefnemer dus verplicht vooraf bij HDSR toestemming te vragen om de activiteit te mogen uitvoeren. Het gaat hier om een verbodsbepaling, het is verboden om de activiteit uit te voeren zonder omgevingsvergunning. Het beoordelingskader is in principe opgenomen in de waterschapsverordening. Het is mogelijk dat door HDSR beleidsregels worden opgesteld, om meer kader te geven aan discretionaire bevoegdheden. Voordat initiatiefnemers een aanvraag of melding definitief indienen, kunnen ze deze eerst als conceptverzoek indienen. Met deze optie kunnen initiatiefnemers laten controleren of hun aanvraag compleet is en of de juiste informatie is ingevuld. Een initiatiefnemer heeft ook de mogelijkheid om een vooroverleg aan te vragen. Daarbij kan samen met het waterschap worden besproken wat het waterschap nodig heeft om een besluit te kunnen nemen. Ook kan worden besproken of een voorgenomen initiatief realiseerbaar is of dat er nog wijzigingen in de plannen noodzakelijk zijn. Na afweging van alle relevante belangen kan HDSR al dan niet de omgevingsvergunning voor een wateractiviteit verlenen onder voorwaarden.

Algeheel verbod

Een activiteit kan in een bepaald gebied aanzienlijke nadelige gevolgen hebben op de te bereiken doelen van het waterschap. In een dergelijk geval heeft HDSR ervoor gekozen om een algeheel verbod voor het verrichten van deze activiteit in de waterschapsverordening op te nemen. Dat betekent dat deze activiteit verboden is.

Maatwerkvoorschriften

HDSR heeft in hoofdstuk 1 van de waterschapsverordening onderwerpen gewezen waarvoor het dagelijks bestuur (het college) maatwerkvoorschriften kan stellen, zie artikel 1.10. Een

maatwerkvoorschrift is een beschikking waarmee het waterschap in een individueel geval aan een initiatiefnemer de verplichting oplegt om te voldoen aan bepaalde voorschriften in aanvulling op of afwijking van een geldende algemene regel van de waterschapsverordening.

Indieningsvereisten

De indieningsvereisten die in de waterschapsverordening worden gevraagd, zijn aanvullend op de algemene gegevens die op grond van artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 7.2 van de Omgevingsregeling worden gevraagd. In hoofdstuk 1 zijn de algemene gegevens en bescheiden opgenomen (voor informatie- en meldplicht en ongewoon voorval). De specifieke gegevens en bescheiden voor lozingsactiviteiten, wateronttrekkingsactiviteiten en beperkingengebiedactiviteiten zijn in de afdeling ‘algemeen’ bij de betreffende hoofdstukken opgenomen. Waar nodig zijn per activiteit aanvullende indieningsvereisten opgenomen.

De indieningsvereisten vormen de juridische basis voor de aanvraagformulieren in het omgevingsloket van het DSO. Deze formulieren worden opgebouwd met 'toepasbare regels',  gebaseerd op de indieningsvereisten.

5.4 Diverse onderwerpen

Doelstellingen

In de tekst van hoofdstuk 1 is duidelijk gemaakt welke doelstellingen met de regels worden gediend. Doordat de regels zijn gekoppeld aan de doelen die zij dienen, neemt de transparantie van de regels toe.

Beoordelingsregels

Een beoordelingsregel bevat de algemene gronden waarop een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit op grond van de waterschapsverordening wordt verleend. Per geval bekijkt HDSR of de handeling kan worden toegestaan door voorschriften aan de vergunning te verbinden waarmee eventueel nadelige effecten van de handeling kunnen worden weggenomen. Een omgevingsvergunning op grond van de waterschapsverordening kan enkel worden verleend of geweigerd op basis van gronden die in de waterschapsverordening zijn opgenomen. Dit volgt uit artikel 5.30 van de Omgevingswet. Als een activiteit vergunningplichtig is op grond van de waterschapsverordening, zijn ook beoordelingsregels opgenomen om de vergunningaanvraag te kunnen toetsen. Waterschappen kunnen hun beoordelingsregels baseren op (de essentie van) bestaande beleidsregels.

Lozen

Onder de Omgevingswet verandert de betekenis van het begrip ‘lozen’. De lozingsregels gaan straks niet alleen over de kwaliteit van het water, maar ook over hoeveelheden (kwantiteit) te lozen water.

Delegatiebesluit

De waterschapsverordening wordt in principe vastgesteld door het algemeen bestuur. Artikel 2.8 van de Omgevingswet biedt het algemeen bestuur de mogelijkheid om het vaststellen van delen van de waterschapsverordening te delegeren aan het dagelijks bestuur. Het delegatiebesluit geeft de reikwijdte aan van de gedelegeerde bevoegdheid. HDSR maakt gebruik van de mogelijkheid tot delegatie van delen van de waterschapsverordening aan het college. Dit wordt gedaan via een apart delegatiebesluit.

5.5 Bruidsschatregels

Het Rijk heeft via de bruidsschat regelgeving over lozingen aan de waterschappen overgedragen, zo ook aan HDSR. De lozingsregels uit de bruidsschat zijn verwerkt in hoofdstuk 2 van de waterschapsverordening. De regels uit de bruidsschat zijn omgeschreven in de stijl en de structuur van de overige teksten van de waterschapsverordening (hoofdstukken 3 en 4). Hierbij zijn geen inhoudelijke veranderingen doorgevoerd. Dit is beleidsneutraal gedaan. De bruidsschatregels bevatten naast de lozingsregels ook enkele andere onderdelen die verwerkt zijn in de waterschapsverordening. De algemene bepalingen, zoals begrippen en beoordelingsregels, zijn verwerkt in hoofdstuk 1. De regels over wateronttrekkingsactiviteiten staan in hoofdstuk 3. De aanvraagvereisten omgevingsvergunning voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk zijn verwerkt in hoofdstuk 4. De begrippen uit de bruidsschat staan in bijlage I en de aangewezen en niet-aangewezen oppervlaktewaterlichamen in bijlage II.

5.6 Instructieregels: Rijk en provincies

Bij het vaststellen van de regels in de waterschapsverordening moet HDSR voldoen aan de instructieregels van het Rijk (hoofdstuk 6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving) en van de provincie Zuid-Holland en de provincie Utrecht. De provinciale instructieregels zijn te vinden in de betreffende omgevingsverordening. Het gaat om de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening en de Omgevingsverordening provincie Utrecht 2022. Daarbij is rekening gehouden met de meeste recente door provinciale staten vastgestelde ontwerp-omgevingsverordeningen. De instructieregels zijn verwerkt in de waterschapsverordening.

6. Wijzigingen

Behalve dat HDSR regels over o.a. lozingen via de bruidsschat van het Rijk heeft gekregen, zijn ten opzichte van de keur een aantal wijzigingen doorgevoerd in de waterschapsverordening:

  • Nautisch: De regels op het gebied van nautisch vaarwegbeheer en scheepvaart komen niet terug in de waterschapsverordening. Deze worden opgenomen in aparte verkeersbesluiten.

  • Onderhoudsplichten: De bepalingen met betrekking tot de onderhoudsverplichtingen uit de keur komen niet terug in de waterschapsverordening. Onder de Omgevingswet mogen onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen namelijk niet in de waterschapsverordening worden opgenomen. Dit volgt uit artikel 2.2 lid 2 Omgevingsbesluit. De onderdelen van de keur die onderhoudsverplichtingen bevatten worden opgenomen in een aparte onderhoudsverordening die gelijktijdig van kracht wordt met de waterschapsverordening. De regels inzake onderhoud zijn dan te vinden in de nieuwe onderhoudsverordening en de onderhoudslegger op grond van de Waterschapswet.

  • Strafbepaling: Een strafbepaling komt niet terug in de waterschapsverordening. De strafbaarstelling voor activiteiten in de waterschapsverordening is direct geregeld in de Wet op de economische delicten.

  • Diverse wijzigingen: De regels zijn op onderdelen gewijzigd; dit is gedaan met het oog op consistentie van de regelgeving, als ook om de regels gemakkelijker te kunnen modeleren voor ontsluiting in het DSO. Welke wijzigingen dit betreft is te vinden in de oplegger behorende bij de bekendmaking van de waterschapsverordening.

7. Leeswijzer waterschapsverordening

7.1 Inleiding

De waterschapsverordening bestaat uit vijf hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 1 bevat algemene bepalingen die relevant zijn voor de gehele verordening.

  • Hoofdstuk 2 gaat over lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of op een zuiveringtechnisch werk.

  • Hoofdstuk 3 gaat over wateronttrekkingsactiviteiten met betrekking tot oppervlaktewater of grondwater en over het infiltreren van water.

  • Hoofdstuk 4 bevat regels over beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk in beheer bij HDSR.

  • Hoofdstuk 5 bevat overgangs- en slotbepalingen.

De bijlagen bij de waterschapsverordening bevatten de begripsbepalingen voor de toepassing van deze waterschapsverordening (bijlage I), de aanwijzing en begrenzing van werkingsgebieden (bijlage II), de profielen van waterkeringen (bijlage III), toepassingen van klei binnen de zone waterstaatswerk (bijlage IV) en er wordt afgesloten met de algemene toelichting en artikelsgewijze toelichting (bijlage V).

7.2 Toelichting hoofdstukken

Hoofdstuk 1

Het eerste hoofdstuk bevat de bepalingen die betrekking hebben op de hele waterschapsverordening. Vanwege de leesbaarheid is ervoor gekozen om de begrippen in bijlage I op te nemen. De begrippen uit de Omgevingswet en de algemene maatregelen van bestuur zijn van toepassing op deze waterschapsverordening deze zijn in deze waterschapsverordening niet herhaald.

De begrippen in bijlage I vormen een aanvulling op de rijksbegrippen. Naast de begrippen zijn in hoofdstuk 1 het toepassingsbereik, de geometrische begrenzing (met een verwijzing naar Bijlage II), een bepaling over waterstaatswerken die nog niet geometrisch begrensd zijn, de normadressaat, de specifieke zorgplicht, maatwerkvoorschriften, de algemene indieningsvereisten en de algemene beoordelingsregel voor omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten te vinden. Ook bevat hoofdstuk 1 de doelen (oogmerken) die de basis vormen voor de activiteitgerichte regels in hoofdstuk 2, 3 en 4.

Hoofdstuk 2

Het tweede hoofdstuk moet iets anders gelezen worden dan het derde en het vierde hoofdstuk van deze waterschapsverordening. Dit hoofdstuk bevat de verplichtingen die het waterschap stelt met betrekking tot lozingen. In de eerste afdeling dit hoofdstuk zijn de bepalingen te vinden die gelden voor heel hoofdstuk 2, bijvoorbeeld de invulling van de specifieke zorgplicht specifiek voor lozingsactiviteiten. Als de lozingsactiviteit niet is vrijgesteld in hoofdstuk 2 dan geldt de vangnetvergunningplicht. Elke activiteitgerichte afdeling in hoofdstuk 2 is op dezelfde wijze opgebouwd en kan als volgt gelezen worden:

  • De afdeling start met een toepassingsbereik, dit artikel geeft aan op welke lozingsactiviteit de betreffende afdeling ziet.

  • Vervolgens worden de algemene regels die gelden aangewezen (de voorschriften en eventueel een informatieplicht). Dit artikel geeft aan in welke situatie welke algemene regel van toepassing is. Als deze situatie op u van toepassing is dan kunt u de activiteit uitvoeren, mits u voldoet aan de betreffende algemene regels die worden aangewezen. Vaak zit hier ook een informatieplicht bij.

  • Als er in het voorgaande artikel een algemene regel is aangewezen vindt u in dit artikel de betreffende voorschriften, deze gaan vaak gecombineerd met de emissiegrenswaarden van de betreffende lozing.

  • Als er nog specifieke andere algemene regels van toepassing zijn, dan zijn die te vinden in de opvolgende artikelen in de afdeling (bijvoorbeeld meet-en rekenbepalingen, werkinstructies e.d,).

  • De afdeling eindigt vaak met een informatieplicht, hier staat altijd een termijn bij en ook de gegevens en bescheiden die aan het waterschap overhandigt moeten worden.

Hoofdstukken 3 en 4

Deze hoofdstukken zijn als volgt opgebouwd:

  • De eerste afdeling bevat de algemene bepalingen die gelden voor het gehele hoofdstuk.

  • Elke daaropvolgende afdeling is een specifieke waterontrekkingsactiviteit (hoofdstuk 3) of beperkingengebiedactiviteit (hoofdstuk 4). Voor hoofdstuk 4 zijn alle bepalingen met betrekking tot deze activiteit zijn te vinden in de afdeling zelf. Voor bijvoorbeeld ‘brug aanleggen’ hoeft niet meer gekeken te worden naar het aanleggen van een brug bij een watergang als aparte activiteit naast het aanleggen van een brug bij een waterkering (zoals in de uitvoeringsregels behorende bij de keur wel het geval was). Alle regels met betrekking tot het aanleggen van een brug die het waterschap stelt zijn nu te vinden in de afdeling ‘brug aanleggen’.

Een activiteitgerichte afdeling uit hoofdstuk 3 en 4 is als volgt opgebouwd:

  • De eerste paragraaf bevat de algemene bepalingen die gelden voor de hele afdeling. Er is bijvoorbeeld een uitwerking te vinden van de specifieke zorgplicht per activiteit. Deze zorgplicht geldt altijd. Als in de opvolgende paragrafen geen algemene regels, vergunningplichten of algeheel verboden zijn aangewezen dan geldt er voor de activiteit vanuit het waterschap enkel de specifieke zorgplicht.

  • De volgende paragraaf is de paragraaf die aanwijst welke algemene regels wanneer van toepassing zijn voor de betreffende activiteit. Hier kan sprake zijn van een algemene regel al dan niet gecombineerd met een informatieplicht of een meldplicht. Zodra er een vergunningplicht of een algeheel verbod geldt zijn deze algemene regels en bijbehorende vrijstellingen niet van toepassing. Om deze reden is een voorrangsbepaling opgenomen. Als er in de opvolgende paragrafen geen vergunningplicht of algeheel verbod is aangewezen gelden enkel de voorschriften (eventueel gecombineerd met een informatieplicht of een meldplicht) uit de aangewezen algemene regels in deze paragraaf.

  • In de daaropvolgende paragraaf zijn de vergunningplichtige gevallen voor de activiteit aangewezen. Mocht er sprake zijn van een van de aangewezen situaties dan geldt er voor de activiteit op die locatie een vergunningplicht, tenzij er daaronder nog een algeheel verbod geldt. In dat geval is er in de voorrangsbepaling opgenomen dat er geen sprake is van een vergunningplicht als er voor de activiteit een algeheel verbod is aangewezen.

  • Als er een algeheel verbod geldt voor de activiteit staat deze aanwijzing onderaan de afdeling. Zodra de aangewezen situatie van toepassing is, is het verboden om de activiteit uit te voeren op de betreffende locatie.

7.3 Oorsprong regels keur

De huidige uitvoeringsregels uit deel 1 (handelingen met betrekking tot oppervlaktewater) en 2 (handelingen met betrekking tot een waterkering) zijn grotendeels terug te vinden in hoofdstuk 4 van de waterschapsverordening. Deel 3 (handelingen met betrekking tot grondwater) van de uitvoeringsregels is grotendeels terug te vinden in hoofdstuk 3 van de waterschapsverordening. In de uitvoeringsregels van HDSR waren enkel regels opgenomen over de kwantitatieve aspecten van een lozing, met de komst van de bruidsschat worden de regels met betrekking tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit van lozingen samengevoegd. Deze zijn te vinden in hoofdstuk 2 van deze waterschapsverordening.

Naar boven