Waterschapsblad van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2023, 16365 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2023, 16365 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Rekenkamer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024
Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,
gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 7 november 2023, nr. 1967696;
de Waterschapswet, de Comptabiliteitswet 2016;
vast te stellen de ‘Verordening Rekenkamer Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024’.
Artikel 3. (Gezamenlijke) Begeleidingscommissie rekenkamer, tevens adviescommissie rekenkamer
De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen éénmaal voor een periode van maximaal zes jaar worden herbenoemd.
De rekenkamer is bevoegd binnen haar budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.
Artikel 8. Monitoring aanbevelingen
Het dagelijks bestuur verstrekt aan het algemeen bestuur en de Rekenkamer samen met het jaarverslag een overzicht van de aan het algemeen bestuur gedane voorstellen van de rekenkamer welke door het algemeen bestuur zijn overgenomen, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Hoogheemraadschaap De Stichtse Rijnlanden van 20 december 2023.
J.C.H. Haan, voorzitter
F.H.M. Apeldoorn, secretaris
Op 1 januari 2024 treedt de Wet versterking decentrale rekenkamers in werking, Stb. 2022, 430. Deze wet voegt aan de Waterschapswet nieuwe hoofdstukken toe met bepalingen over de rekenkamer (art. 51aa e.v.). Op grond van deze wet moet het algemeen bestuur een onafhankelijke rekenkamer instellen. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2024. Het algemeen bestuur mag op grond van artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet aanvullende regels stellen in het belang van het waterschap en met inachtneming van de wet. In deze verordening is een aantal aanvullende regels opgenomen, bijvoorbeeld in de artikelen 3 en 4. Bepalingen die in de wet zelf staan, zijn in deze verordening niet (opnieuw) opgenomen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over regels omtrent ontslag, de eed en onverenigbare functies. Met deze verordening stelt het algemeen bestuur het kader voor de rekenkamer. Uitwerking van de bevoegdheden van de rekenkamer zélf, worden niet in deze verordening uitgewerkt. Dat doet de rekenkamer zelf. Op grond van artikel 51ai, eerste lid, van de Waterschapswet moet de rekenkamer een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen.
In het eerste lid stelt het algemeen bestuur de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 51aa Waterschapswet). Het algemeen bestuur bepaalt ook het aantal leden van de rekenkamer (art. 51ab Waterschapswet).
Op basis van de (vervallen) Verordening voor de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2016 werken Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waterschap Rivierenland samen door eenzelfde bemensing van rekenkamercommissie en secretariaat, waarbij de kosten van de gezamenlijkheid in de uitvoering gelijkelijk gedragen worden. De verdeling van de verantwoordelijkheden en de kosten is door middel van een
samenwerkingsovereenkomst tussen beide waterschappen geregeld. Dat is op basis van de Wet versterking decentrale rekenkamers echter niet meer toegestaan. Om toch een vorm van samenwerking te behouden, is opgenomen dat beide rekenkamers uit dezelfde mensen bestaan, zonder afspraken over verdeling van kosten.
Artikel 3. (Gezamenlijke) Begeleidingscommissie rekenkamer
De (gezamenlijke) begeleidingscommissie waarborgt de onafhankelijkheid van het functioneren van de rekenkamer en vervult de functionele werkgeversrol. De gezamenlijke begeleidingscommissie geeft terugkoppeling aan de Rekenkamer over het functioneren. Verder draagt de gezamenlijke begeleidingscommissie nieuwe leden van de Rekenkamer voor aan beide algemene besturen.
De rol van de begeleidingscommissie wordt aangevuld met een adviserende rol ten aanzien van de procesinhoudelijke invulling van het werk door de Rekenkamer. Dit om ervoor zorg te dragen dat uit te brengen rapportages (inclusief aanbevelingen) nauw aansluiten bij wat er leeft binnen het AB. De advisering richt zich nadrukkelijk niet op de inhoud van de (aanbevelingen van de) onderzoeksrapportages; de Rekenkamer blijft onafhankelijk en de begeleidingscommissie heeft geen mandaat om (mee) te beslissen. De advisering betreft procesgerelateerde zaken zoals onderwerp, timing en concretisering van rekenkameronderzoeken. Om deze rol in te vullen, vergadert de begeleidingscommissie een keer per kwartaal mee met de Rekenkamer. Voor wat betreft de vergoeding van de leden wordt aangesloten bij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers dat in artikel 4.1.4 de vergoedingen regelt voor leden van een bijzondere commissie. Thans bedraagt deze vergoeding maximaal € 137,84 per maand.
De leden en de voorzitter worden door het algemeen bestuur benoemd voor de duur van zes jaar. Tevens kunnen plaatsvervangers worden benoemd (art. 51ac, eerste t/m derde lid, Waterschapswet). De leden en de voorzitter van de rekenkamer kunnen door het algemeen bestuur worden herbenoemd (art. 51ac, vierde lid, Waterschapswet). De wet noemt geen termijn voor de herbenoeming. Over (her)benoemingen dient het algemeen bestuur overleg te plegen met de rekenkamer (art. 51ac, vijfde lid, Waterschapswet).
Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning
In de Waterschapswet is geregeld dat het dagelijks bestuur op voordracht van de voorzitter van de Rekenkamer besluit tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten met zoveel ambtenaren van de rekenkamer als nodig zijn voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (art. 51aj, tweede lid, Waterschapswet). Dit artikel voorziet in het benoemen van een secretaris en plaatsvervangend secretaris voor de rekenkamer.
Het algemeen bestuur moet, na overleg met de rekenkamer, aan de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (art. 51aj, eerste lid, Waterschapswet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.
De leden en voorzitter van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van het algemeen bestuur vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten (art. 51ak Waterschapswet). De vergoeding is vastgesteld per bijgewoonde vergadering. Deze regeling komt overeen met de (vervallen) Verordening voor de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2016.
Artikel 8. Monitoring aanbevelingen
Op grond van artikel 97e van de Waterschapswet moet het dagelijks bestuur jaarlijks aan het algemeen bestuur een overzicht sturen van de aan het dagelijks bestuur gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Niet alle voorstellen, of meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur. Er zijn ook aanbevelingen die het algemeen bestuur zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, is in dit artikel geregeld dat het dagelijks bestuur jaarlijks aan het algemeen bestuur en de Rekenkamer een overzicht verstrekt met de status van de aanbevelingen die aan het algemeen bestuur zijn gericht en door het algemeen bestuur zijn overgenomen, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Dit kan het algemeen bestuur helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-16365.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.