Besluit tot wijziging van regelingen in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Het college van dijkgraaf en heemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

 

gelezen het voorstel van 5 december 2023 met nr. DM 1912004;

 

gelet op:

  • -

    het Besluit activiteiten leefomgeving;

  • -

    de Omgevingswet;

  • -

    de Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

BESLUIT:

Artikel I (Beleidsregels verontreinigingsheffing grondwaterlozingen)

De Beleidsregels verontreinigingsheffing grondwaterlozingen worden als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1, onder d wordt als volgt gewijzigd: ‘het Lozingenbesluit Wvo bodemsanering en proefbronnering (Besluit van 24 januari 1997, Stb. 22)’ wordt vervangen door ‘de Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden’.

 

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    ‘Verordening Verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009’ wordt vervangen door ‘Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020’.

  • 2.

    ‘Verordening Zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009’ wordt vervangen door ‘Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020’.

C

Het eerste lid van artikel 3 komt te luiden:

  • 1.

    De vervuilingswaarde van een bronbemalinglozing of bodemsaneringslozing wordt vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 of artikel 10 van de Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020.

Artikel II (Regeling Baggeren van tertiaire watergangen – regeling 2014 – niet verspreidbare onderhoudsbagger)

De Regeling Baggeren van tertiaire watergangen – regeling 2014 – niet verspreidbare onderhoudsbagger wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste alinea wordt ‘Besluit Bodem Kwaliteit’ vervangen door ‘Besluit activiteiten leefomgeving’.

  • 2.

    De derde alinea komt te luiden:

    Particulieren en agrariërs zijn in bepaalde gevallen, onder voorwaarden, vrijgesteld van de onderzoeksplicht (en de bijbehorende milieuverklaring bodemkwaliteit, bedoeld in artikel 4.1272, derde lid van het Besluit activiteiten leefomgeving).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘Bbk’ vervangen door ‘het Besluit bodemkwaliteit en het Besluit activiteiten leefomgeving’.

  • 2.

    In het tiende lid, onder b wordt ‘(vrijstelling van de onderzoeksplicht, Bbk , 2009)’ vervangen door ‘(waarvoor er geen onderzoeksplicht geldt en de bijbehorende milieuverklaring bodemkwaliteit)’.

Artikel III (Mandaat- en Volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2021)

Het Mandaat- en Volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

De Lijst behorende bij het Mandaat- en Volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

De tabel Bijzonder - enkele of meerdere afdelingen wordt als volgt gewijzigd.

 

  • 1.

    De bevoegdheid ‘Tijdelijk verlagen waterpeilen t.o.v. het in peilbesluit vastgestelde peil uitsluitend ten behoeve van beheeringrepen o.g.v. artikel 5.3 Waterwet: met maximaal 30 cm voor de periode van maximaal één week voor maximaal één polder ten behoeve van de bestrijding muskusratten.’ komt te luiden: ‘Tijdelijk verlagen waterpeilen t.o.v. het in peilbesluit vastgestelde peil uitsluitend ten behoeve van beheeringrepen o.g.v. artikel 2.17 Omgevingswet: met maximaal 30 cm voor de periode van maximaal één week voor maximaal één polder ten behoeve van de bestrijding muskusratten’.

  • 2.

    De bevoegdheid ‘Tijdelijk verlagen waterpeilen t.o.v. het in peilbesluit vastgestelde peil uitsluitend ten behoeve van beheeringrepen o.g.v. artikel 5.3 Waterwet: met maximaal 30 cm voor de periode van maximaal twee weken voor maximaal twee peilgebieden voor onderhoudswerkzaamheden aan (onderwater)beschoeiingen, het vervangen of inspecteren van peilregulerende kunstwerken of voor het inspecteren of onderhouden van kades en keringen’ komt te luiden: ‘Tijdelijk verlagen waterpeilen t.o.v. het in peilbesluit vastgestelde peil uitsluitend ten behoeve van beheeringrepen o.g.v. artikel 2.17 Omgevingswet: met maximaal 30 cm voor de periode van maximaal twee weken voor maximaal twee peilgebieden voor onderhoudswerkzaamheden aan (onderwater)beschoeiingen, het vervangen of inspecteren van peilregulerende kunstwerken of voor het inspecteren of onderhouden van kades en keringen.

  • 3.

    De bevoegdheid ‘Uitbrengen advies bij andere overheidsorganen indien sprake is van samenloop van bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet’ komt te luiden: ‘Uitbrengen advies en advies met instemming bij andere overheidsorganen indien sprake is van samenloop van bevoegdheden als bedoeld in artikel 5.8 t/m 5.14 en 5.16 van de Omgevingswet en afdeling 4.1 en 4.2 van het Omgevingsbesluit'.

  • 4.

    De bevoegdheid ‘uitbrengen advies, als bedoeld in artikel 2.26 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ komt te luiden: ‘Uitbrengen advies, als bedoeld in artikel 4.35 van het Omgevingsbesluit’.

  • 5.

    De bevoegdheid ‘bezwaar maken indien uitgebracht advies als bedoeld in hfst 6 Waterwet of art. 2.26 Wabo’ komt te luiden: ‘Bezwaar maken indien uitgebracht advies als bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, onder d en e en 4.35 van het Omgevingsbesluit niet wordt gehonoreerd’.

  • 6.

    De bevoegdheid ‘afwijken van de hoofdregel, als bedoeld in artikel 6.17 lid 2 Waterwet’ komt te luiden: ‘Beslissingsbevoegdheid voor de omgevingsvergunning delegeren aan een ander bestuursorgaan op grond van artikel 5.16 Omgevingswet en artikel 4.17 en 4.36 Omgevingsbesluit’.

  • 7.

    De bevoegdheid ‘verlenen vergunning/ ontheffing/gedoogbeschikking’ komt te luiden: ‘Verlenen omgevingsvergunning of gedoogbeschikking’.

  • 8.

    De bevoegdheid ‘(deels) weigeren vergunning/ontheffing/gedoogbeschikking’ komt te luiden: ‘(Deels) weigeren omgevingsvergunning of gedoogbeschikking’.

  • 9.

    De bevoegdheid ‘intrekken vergunning/ ontheffing/ gedoogbeschikking’ komt te luiden: ‘Intrekken omgevingsvergunning of gedoogbeschikking’.

  • 10.

    De bevoegdheid ‘Besluit op (vormvrije) m.e.r. bedoordeling voorafgaand aan vergunningsaanvraag’ komt te luiden: ‘Besluit op m.e.r. beoordeling voorafgaand aan vergunningsaanvraag’.

Artikel IV (Nadeelcompensatieregeling Kabels en Leidingen voor projecten onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma)

De Nadeelcompensatieregeling Kabels en Leidingen voor projecten onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt als volgt gewijzigd:

 

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 1a Nieuwe grondslag

Dit besluit berust ook op artikel 3 van de Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2023.

 

Artikel V (Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen voor regionale en overige waterkeringen en oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020)

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder c, komt als volgt te luiden: ‘c. beperkingengebied: bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object.’

  • 2.

    Onder g, komt als volgt te luiden: ‘g. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in de Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.’

  • 3.

    Na onder k, wordt onder l toegevoegd, luidende: ‘l. wet: Omgevingswet.’

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a Nieuwe grondslag

Dit besluit berust ook op artikel 3 van de Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2023.

 

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: ‘keur’ wordt vervangen door ‘Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden’.

Artikel VI Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 5 december 2023.

J.C.H. Haan, dijkgraaf

F.H.M. Apeldoorn, secretaris-directeur

Toelichting  

Artikel I (Beleidsregels verontreinigingsheffing grondwaterlozingen)

A. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet bevat de waterschapsverordening (in plaats van de rijksregels) de regels voor lozingen op regionaal water, inclusief lozing van grondwater vanuit een bodemsanering of proefbronnering. De definitie van een bodemsaneringslozing is hierop aangepast.

 

B. en C. De juiste en meest actuele verordening verontreinigingsheffing wordt nu vermeld.

 

Artikel II (Regeling Baggeren van tertiaire watergangen – regeling 2014 – niet verspreidbare onderhoudsbagger)

De regels voor het toepassen van bouwstoffen en voor het toepassen van grond of baggerspecie komen te staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (onder andere paragraaf 3.2.26 en artikel 4.124 Bal). Ondersteunende activiteiten zullen te vinden zijn in het gewijzigde Besluit bodemkwaliteit en de onderliggende Regeling bodemkwaliteit. Die regels richten zich tot de producent, importeur, transporteur en handelaar van bouwstoffen. Het gaat om de regels voor het afgeven van een milieuverklaring bodemkwaliteit, de normen en toetsingsregels en de erkenningsregeling kwalibo.

 

Artikel III (Mandaat- en Volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2021)

De Lijst behorende bij het Mandaat- en Volmachtbesluit Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2021 wordt op zes aspecten aangepast. Die wijzigingen worden doorgevoerd in de tabel ‘Bijzonder - enkele of meerdere afdelingen’ en de toelichting hierop is als volgt:

 

Onder 1 en 2: Het actief beheer van waterstaatswerken en beheer watersysteem staat omschreven in artikel 2.17 Omgevingswet. De begripsbepaling beheer watersysteem is te vinden in bijlage begrippen van de Omgevingswet.

 

Onder 3, 4 en 5: Onder de Omgevingswet veranderen de regels inzake samenloop. De Omgevingswet schrijft voor dat het bevoegd gezag in bepaalde gevallen advies moet vragen voor het een vergunning of een maatwerkvoorschrift verleent. Soms is er ook instemming van dat adviesorgaan nodig voor het nemen van een besluit. Dit geldt ook voor het waterschap. Er is bevoegdheidstoedeling voor wateractiviteiten en andere activiteiten dan wateractiviteiten. Initiatiefnemer moet aparte aanvragen indienen voor een wateractiviteit en een andere activiteit. Het adviesrecht dat al onder de Waterwet bestaat voor de samenloop van vergunningen, wordt verzwaard tot een advies met instemming. Het bindende advies bij indirecte lozingen wordt daarentegen omgezet naar een regulier adviesrecht (dus zonder instemmingsrecht).

 

Onder 6: Een bestuursorgaan kan de beslissingsbevoegdheid voor omgevingsvergunningen delegeren aan een ander bestuursorgaan. Het bevoegd gezag moet per aanvraag of omgevingsvergunning een delegatiebesluit nemen.

 

Onder 7, 8 en 9: Alle vergunningen onder de Omgevingswet zijn omgevingsvergunningen. Dit geldt ook voor de vergunning voor een wateractiviteit waar het waterschap bevoegd gezag voor is.

 

Onder 10: Onder de Omgevingswet komen de twee soorten m.e.r.-beoordeling niet meer terug. De vormvrije vervalt. Er is straks maar één m.e.r-beoordeling.

 

Artikel IV (Nadeelcompensatieregeling Kabels en Leidingen voor projecten onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma)

De verordening nadeelcompensatie van HDSR wordt geheel herzien. De Nadeelcompensatieregeling Kabels en Leidingen voor projecten onder het HWBP is ook gebaseerd op die nieuwe verordening van het waterschap.

 

Artikel V (Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen voor regionale en overige waterkeringen en oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020)

De verordening nadeelcompensatie van HDSR wordt geheel herzien. De Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen voor regionale en overige waterkeringen en oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 is ook gebaseerd op die nieuwe verordening van het waterschap. Enkele begrippen zijn geactualiseerd en zijn in lijn met die onder de Omgevingswet.

Naar boven