Waterschapsblad van Waterschap Aa en Maas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Aa en Maas | Waterschapsblad 2023, 15909 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Aa en Maas | Waterschapsblad 2023, 15909 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nota legger waterschap Aa en Maas 2024
Het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas;
overwegende dat het dagelijks bestuur op 9 mei 2023 de ‘Nota legger waterschap Aa en Maas 2022’ heeft vastgesteld;
overwegende dat vanaf 1 januari de Omgevingswet in werking zal treden en om deze reden de huidige Keur vanaf die datum zal worden vervangen door de Waterschapsverordening waterschap Aa en Maas;
overwegende dat de ‘’Nota legger waterschap Aa en Maas’’ louter redactioneel aangepast moet worden ten behoeve van de Omgevingswet en de Waterschapsverordening en er geen inhoudelijke wijzigingen noodzakelijk zijn;
gelet op onder andere de Omgevingswet, de Algemene wet bestuursrecht, en de Waterschapsverordening waterschap Aa en maas 2024:
1) De “Nota legger waterschap Aa en Maas 2022” in te trekken per 1 januari 2024;
2) De ‘’ Nota legger waterschap Aa en Maas 2024’’ vast te stellen en inwerking te laten treden per 1 januari 2024.
2 TOELICHTING LEGGERBEPALINGEN 8
2.1.3 De legger is een momentopname 9
2.2 Toelichting artikel 1: Begripsbepalingen 10
2.3 Toelichting artikel 2: Categorieën waterstaatswerken 10
2.3.2 Oppervlaktewaterlichamen (waterlopen) 11
2.3.3 Ondersteunende kunstwerken 11
2.3.4 Waterbergingsgebieden 11
2.4 Toelichting artikel 3 (ligging, vorm, afmeting en constructie) 12
2.4.2 Oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden en ondersteunende kunstwerken 14
2.5 Toelichting artikel 4 (onderhoudsplichtigen) 14
2.6 Toelichting artikel 5 (citeertitel en inwerkingtreding) 16
3 LEGGERKAARTEN EN TABELLEN 17
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze legger wordt verstaan onder:
bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een OPPERVLAKTEWATERLICHAAM of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en dat ook als bergingsgebied op deze legger is opgenomen;
oeverbescherming: materiaal dat aangebracht is op de grens van water en land, ofwel langs de waterkant, om ofwel de oever tegen afkalving te beschermen, dan wel te voorkomen dat door afkalving van de oever de doorstroming, de waterbeheersing of het vaarwegverkeer belemmerd wordt (voorbeeld: beschoeiing;
Artikel 2: Categorieën waterstaatswerken
In deze legger worden de volgende categorieën waterkeringen onderscheiden:
2. Oppervlaktewaterlichamen en bergingsgebieden
In deze legger worden de volgende categorieën oppervlaktewaterlichamen en bergingsgebieden onderscheiden:
In deze legger worden de volgende ondersteunende kunstwerken onderscheiden:
Sifon (ook wel een onderleider genoemd): duiker waarmee water van het ene oppervlaktewater (meestal) onder een ander oppervlaktewater door loopt. Een sifon wordt bijvoorbeeld aangelegd om water met verschillende kwaliteiten van elkaar de scheiden of wanneer een gebied met eenzelfde peil wordt doorsneden door een oppervlaktewater met een ander peil.
Artikel 3: Ligging, vorm, afmetingen en constructie waterstaatswerken (artikel 2.39 omgevingswet)
De ligging, vorm, afmetingen en constructie van de in artikel 2 genoemde waterstaatswerken zijn (digitaal) vastgelegd in de leggerkaart(en) op www.aaenmaas.nl/legger.
Voor de primaire en regionale waterkeringen is daarin tevens het profiel van vrije ruimte opgenomen conform de omgevingsverordening.
Artikel 4: Onderhoudsplichtigen (artikel 78 waterschapswet)
Ondersteunende kunstwerken en oeverbeschermingen
Het buitengewoon onderhoud van in A-waterlopen gelegen kunstwerken geschiedt door de vergunninghouder. Bij duikers en bruggen is de aanliggend eigenaar of degene die belang heeft bij de constructie verantwoordelijk voor het buitengewoon onderhoud. Bijvoorbeeld bij een duiker met een dam (inrit perceel) of bij een brug degene die belang heeft dat deze de waterloop kan passeren.
2 Toelichting Leggerbepalingen
De legger bevat naast de officiële leggerbepalingen (hoofdstuk 1) en leggerkaarten deze toelichting, waarin de kaders, uitgangspunten en randvoorwaarden waarbinnen de legger is opgesteld weergegeven worden. Dit document biedt de achtergrondinformatie die relevant is voor het hoe en waarom van de legger, in zowel juridisch als technisch opzicht.
In de legger geeft het waterschap voor alle waterstaatswerken aan:
De Omgevingswet schrijft in artikel 2.39 voor dat het waterschap als de beheerder van waterstaatswerken een legger moet vaststellen waarin is omschreven waaraan de waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen.
Voor primaire waterkeringen dient tevens het beheerregister als bijlage aan de legger te worden toegevoegd waarin de feitelijke toestand van de waterkering is aangegeven.
Bij of krachtens provinciale verordening mogen nadere voorschriften worden gesteld ten aanzien van de inhoud, vorm of periodieke herziening van de legger en kunnen vrijstellingen worden verleend.
De provincie Noord-Brabant heeft gebruik gemaakt van deze mogelijkheid in de artikelen 4.14 en 4.15 van haar omgevingsverordening. Hierdoor is het voor vrij meanderende waterlopen niet verplicht om afmeting en vorm vast te leggen, zijn C-waterlopen vrijgesteld van de leggerplicht en hoeft voor B-waterlopen slechts de ligging als lijnelement weergegeven te worden. Tevens moeten voor de primaire en regionale waterkeringen lengte- en dwarsprofielen worden opgenomen in de legger.
Daarnaast verplicht artikel 78 van de Waterschapswet het waterschap om een legger op te stellen waarin onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen worden aangewezen.
Aa en Maas heeft ervoor gekozen om de onderhoudsverplichtingen (c.q. welk onderhoud is nodig) vast te leggen in een aparte onderhoudsverordening. De onderhoudsplichtigen (c.q. wie moet het onderhoud uitvoeren) zijn in deze legger opgenomen.
Aa en Maas combineert de Omgevingswetlegger en Waterschapswetlegger; zo ontstaat er één legger voor alle waterstaatswerken en daaraan gekoppelde onderhoudsplichtigen.
In de legger wordt de exacte begrenzing van alle waterstaatswerken vastgelegd. Voor waterkeringen en A-waterlopen worden tevens de vorm, afmetingen en constructie vastgelegd waarmee voldaan wordt aan de wettelijke of provinciale normen voor het waterbeheer. Hiermee wordt de rechtszekerheid geborgd die noodzakelijk is voor het vastleggen waar (en wanneer) de regels ten aanzien van waterstaatswerken, zoals gedoogplichten, onderhoudsverplichtingen, projectbesluitverplichtingen en vergunning- en ontheffingplichten, exact van toepassing zijn.
De begrenzing en afmetingen in de legger zijn derhalve bepalend voor de uitoefening van bevoegdheden die het waterschap ten aanzien van de waterstaatswerken heeft.
2.1.3 De legger is een momentopname
In de legger zijn de ligging, vorm en afmetingen van waterstaatwerken weergegeven op een bepaald moment in de tijd. De ligging is bepaald op basis van ingewonnen gegevens met behulp van landmeetkundige inmeting of volgt uit het ontwerp van de waterkering of de waterloop, zoals vastgelegd in een projectbesluit of watervergunning. Daarmee is de legger een statisch document dat de werkelijkheid weergeeft op het moment dat de brondata zijn gegenereerd. We leven echter in een dynamische omgeving. In werkelijkheid kan de situatie gewijzigd zijn als gevolg van werkzaamheden, gebiedsinrichting, verkoop van grond en dergelijke. Deze wijzigingen worden opgenomen in de brondata die aan de legger ten grondslag liggen, waaronder het beheerregister van het waterschap. Het beheerregister is een intern document, waarin de meest actuele situatie is vastgelegd. Het beheerregister is dan ook een dynamisch systeem waarin de actuele situatie van het watersysteem wordt bijgehouden. In tegenstelling tot de legger is het beheerregister geen juridisch maar een ondersteunend instrument. De brondata (informatie uit het beheerregister) zijn daarmee dynamisch en zullen bij actualisatie van de legger worden meegenomen. Kadastrale informatie wordt niet beheerd door het waterschap.
Voor wijzigingen die rechtmatig tot stand zijn gekomen en die nog niet zijn opgenomen in de legger, maar wel conform de vigerende wet- en regelgeving zijn uitgevoerd is overgangsrecht op grond van de waterschapsverordening van toepassing.
Het watersysteem is voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Dit als gevolg van het realiseren van diverse inrichtingsopgaven die voortvloeien uit maatschappelijke ambities en het herinrichten van het watersysteem als gevolg van functiewijzigingen. Ook inrichtingswensen van derden kunnen leiden tot het aanpassen van het watersysteem. Door een goed beheer van de legger zorgt het waterschap ervoor dat deze wijzigingen tijdig en op de juiste wijze, zowel inhoudelijk als procedureel, in de legger worden doorgevoerd. Hierdoor beschikt het waterschap altijd over een actuele legger.
Wensen van derden om het watersysteem aan te passen worden gereguleerd door middel van vergunningverlening. Als een wens kan worden ingewilligd, geeft het waterschap hiervoor een vergunning af. Het voornemen om een vergunning te verlenen wordt bekendgemaakt zodat eventuele belanghebbenden hier bezwaar tegen kunnen maken.
Wijzigingen die het waterschap zelf doorvoert in het watersysteem worden voorafgegaan door een vergunning eigen dienst of projectbesluit. Belanghebbenden worden betrokken bij het opstellen daarvan. Ook tegen een dergelijke vergunning eigen dienst of projectbesluit kunnen zienswijzen ingediend worden.
Uitgevoerde wijzigingen, overeenkomstig watervergunning of projectbesluit, worden ingemeten en opgenomen in de legger.
2.2 Toelichting artikel 1: Begripsbepalingen
In artikel 1 zijn de gebruikte definities vermeld. Deze zijn voor het merendeel afkomstig uit het standaard waterwoordenboek aquo (www.aquo.nl). In een aantal gevallen betreft het een bij Aa en Maas zelf gebruikte definitie.
Ter verduidelijking is in de figuren 1 en 2 een dwarsprofiel van respectievelijk een waterkering en een oppervlaktewaterlichaam weergegeven, waarin de voor de legger belangrijkste begrippen worden gevisualiseerd.
Figuur 1: Doorsnede waterkering met enkele veel gehanteerde begrippen
Figuur 2: Doorsnede oppervlaktewaterlichaam met enkele veel gehanteerde begrippen
2.3 Toelichting artikel 2: Categorieën waterstaatswerken
Primaire waterkeringen zijn door het Rijk aangewezen in bijlage 1 van de Waterregeling. Ze beschermen het beheergebied van waterschap Aa en Maas tegen overstroming vanuit de Maas.
Regionale keringen zijn door de provincie Noord-Brabant aangewezen in de omgevingsverordening. Ze beschermen tegen wateroverlast uit de regionale wateren zoals bijvoorbeeld de Aa.
Compartimenteringskeringen zijn een speciaal soort regionale keringen, eveneens aangewezen door de provincie Noord-Brabant. Ze zijn bedoeld om in geval van een doorbraak van een primaire kering het water enige tijd te vertragen voordat een gebied onder water kan stromen. Hiermee wordt beoogd dat minder slachtoffers vallen en dat er meer tijd is om een gebied te evacueren.
Overige waterkeringen wijst het waterschap zelf aan. Het gaat meestal om kades langs waterbergingsgebieden of andere wateren (bijvoorbeeld kanalen) waarbij het waterpeil hoger kan komen te staan dan het aanliggende land.
2.3.2 Oppervlaktewaterlichamen (waterlopen)
De maatgevende afvoer is bepalend of een waterloop als A-, B- of C-waterloop dient te worden aangemerkt. De maatgevende afvoer wordt theoretisch bepaald op basis van het oppervlak dat op deze waterloop afwatert, vermenigvuldigd met een afvoercoëfficiënt. De afvoercoëfficiënt is in belangrijke mate afhankelijk van de grondwaterstanden ter plaatse. De aldus bepaalde maatgevende afvoer heeft betrekking op het meest benedenstrooms gelegen deel van de waterloop waarvoor deze bepaald is. Dat betekent dat bij een berekende maatgevende afvoer van 30 l/s, het bovenstroomse gedeelte een maatgevende afvoer heeft die lager is. Als gevolg van herinrichting van het gebied of veranderende hydrologische omstandigheden kan een waterloop van categorie wijzigen.
2.3.3 Ondersteunende kunstwerken
In een waterkering of oppervlaktewaterlichaam zijn soms constructies opgenomen die een waterstaatskundig doel hebben (bijvoorbeeld een stuw, een sluis of een gemaal) of nodig zijn om andere functies te faciliteren (bijvoorbeeld een duiker om de toegang tot een perceel te regelen). Al deze constructies worden samengevat onder de term ondersteunende kunstwerken. Relevante informatie van deze kunstwerken vanuit waterstaatkundig belang worden ook in de legger opgenomen.
Onder een waterbergingsgebied wordt verstaan, een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van het watersysteem en ook als zodanig in de legger is opgenomen. Dit wordt ook wel aangeduid als noodoverloopgebied, waarmee duidelijk is aangegeven dat een dergelijk gebied alleen bij calamiteiten c.q. te verwachten wateroverlast, zal worden gebruikt ter ontlasting van bijvoorbeeld stedelijk gebied.
In het beheergebied van Aa en Maas betreft het de volgende gebieden:
2.4 Toelichting artikel 3 (ligging, vorm, afmeting en constructie)
Onderstaand is per type waterstaatswerk toegelicht hoe de ligging, vorm, afmetingen en constructie in de legger(kaarten) zijn vastgelegd.
In leggerkaarten en de dwarsprofielen zijn tevens de in de waterschapsverordening opgenomen beschermingszones (specifieke werkingsgebieden naast een waterloop of waterkering) weergegeven. Dit is gedaan om een goede link te kunnen leggen tussen de legger en de in de waterschapsverordening en beleidsregels opgenomen regels en voorschriften.
De beschermingszones maken geen onderdeel uit van deze legger.
De ligging, vorm en afmetingen van een waterkering worden hoofdzakelijk vastgelegd door de teen- en kruinlijnen van de waterkeringen (zie figuur 1 in paragraaf 2.2). Deze zijn bepaald op basis van het meest recente dijkontwerp/vastgestelde dijkversterkingsplan, waarbij rekening is gehouden met de voor die waterkering vastgelegde (waterveiligheids)normen.
Het profiel van vrije ruimte is de ruimte die volgens de omgevingsverordening nodig is voor een toekomstige dijkversterking. Op basis van de per 1 januari 2017 vastgestelde nieuwe normen en de landelijk voorgeschreven rekenregels houdt het waterschap rekening met de volgende faalmechanismen, die binnen een toekomstige dijkversterking zullen moeten worden opgelost en die vragen om extra ruimte:
De genoemde opgaven kunnen op verschillende manieren worden opgelost. Punten waarmee o.m. rekening moet worden gehouden zijn:
De uiteindelijke keuze van waar en op welke manier de dijk wordt versterkt, gebeurt tijdens een gebiedsproces, waarbij de omgeving nauw wordt betrokken. De gekozen oplossing zal per locatie verschillen en wordt vastgelegd in een projectbesluit, waarop inspraak mogelijk is. Tot het moment van vaststellen van het projectplan hanteert het waterschap daarom een generiek profiel van vrije ruimte, waarbij wordt uitgegaan van een dijkversterking in grond.
In de regelgeving (keur en beleidsregels) is ruimte ingebouwd om in specifieke gevallen maatwerk te kunnen leveren.
Op basis van bovenstaande is het profiel van vrije ruimte op de volgende manier in de leggerkaarten voor de primaire waterkeringen uitgewerkt:
Het profiel van vrije ruimte is schematisch weergegeven in figuur 3.
Figuur 3: Profiel van vrije ruimte (groene stippellijn)
Lokaal zijn in een waterkering langsconstructies (bijvoorbeeld damwanden) opgenomen om specifieke faalmechanismen, zoals stabiliteit en piping, te ondervangen. Deze constructies zijn ook in de legger opgenomen met de daarbij vanuit waterveiligheid relevante gegevens. Een voorbeeld daarvan is opgenomen in figuur 4.
2.4.2 Oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden en ondersteunende kunstwerken
In de onderstaande tabel staat per waterstaatswerk welke gegevens in deze legger (op de kaarten, in de bepalingen of in de registers) beschreven zijn.
Tabel 1: Overzicht dataset waterlopen, ondersteunende kunstwerken en bergingsgebieden
Voor sommige ondersteunende kunstwerken zijn extra gegevens in de legger opgenomen over de vorm en afmetingen, bijvoorbeeld de hoogte van een stuw of de afmetingen van een duiker.
Voor deze vrij meanderende waterlopen geldt op grond van de omgevingsverordening een vrijstelling voor het vastleggen van de vorm en de afmetingen. Dit type waterlopen wordt alleen middels de ligging en de capaciteit vastgelegd in de legger. De constructie (de vorm en afmeting) mag binnen de hiervoor beschikbare gereserveerde ruimte.
Vanwege het detailniveau van het kaartmateriaal en onnauwkeurigheden zijn in de praktijk afwijkingen mogelijk. Het is dan ter beoordeling aan het waterschap hoe hier in het concrete geval mee om te gaan.
2.5 Toelichting artikel 4 (onderhoudsplichtigen)
De onderhoudsplichtige is degene die belast is met de uitvoering van het onderhoud aan het waterstaatswerk. Wie de onderhoudsplichtige is, wordt o.m. bepaald door de typering (of status) van het waterstaatswerk.
In artikel 2.1 van de Onderhoudsverordening waterschap Aa en Maas is over de onderhoudsplichtigen het volgende bepaald:
Over het algemeen zal die aanwijzing niet naar individu geschieden maar een categorie betreffen, bijvoorbeeld de (aangrenzende) grondeigenaren of –gebruikers, rechtspersonen of openbare lichamen. Dit is ook in deze legger gedaan.
In bepaalde gevallen kan het waterschap besluiten om de onderhoudsplicht anders te regelen dan in deze legger vastgesteld. In dat geval wordt daarover een apart besluit genomen (projectbesluit, vergunning of algemene regel).
Oppervlaktewaterlichamen en beschermingszones
De onderhoudsplichtige voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van oppervlaktewaterlichamen wordt bepaald aan de hand van de status van het oppervlaktewaterlichaam. Een samenvatting hiervan is weergegeven in tabel 2.
Tabel 2: Overzicht onderhoudsplichtigen oppervlaktewaterlichamen
Zoals uit tabel 2 blijkt worden de B-waterlopen onderhouden door de aangelanden. Eigenaren en/of beperkt gerechtigden van percelen, waarvan de kadastrale ondergrond gescheiden is van het water door een strook grond ter breedte van 50 cm of minder, gemeten vanaf de insteek, worden ook aangemerkt als (ieder voor de helft) onderhoudsplichtig.
Afkalving oevers en beschermingszone
Indien een oever afkalft binnen een bandbreedte van 0,5 m (zie figuur 5), dan is het aan de aangelande om herstel of beschermende maatregelen te treffen. Hiervoor dient de aangelande een vergunning aan te vragen. Bij uitvoering van regulier groot onderhoud zal het waterschap de oever op de oorspronkelijke ontwerpafmeting brengen, tenzij het een meanderende beek betreft.
Figuur 5: Bandbreedte afkalving oevers en onderhoud beschermingszone
Het uitvoeren van gewoon en buitengewoon onderhoud van A-waterlopen gebeurt in de regel machinaal en vanaf het naast de A-waterloop gelegen perceel. Om dit onderhoud doelmatig en op een veilige wijze te kunnen uitvoeren is een goede bereikbaarheid een vereiste. Naast de instandhouding van de oever is het van belang dat de in de waterschapsverordening aangewezen beschermingszone (zie figuur 5 als voorbeeld) in goede staat van onderhoud verkeert. De aanwezige begroeiing mag het uitvoeren van het onderhoud via de beschermingszone niet belemmeren of hinderen. Het onderhoud van de beschermingszone berust bij de eigenaar.
Onderhoud van waterbergingsgebieden omvat feitelijk het in stand houden van de bestaande functie van het gebied, waarbij het bergende watervermogen niet mag afnemen.
Op basis van de leggerbepalingen (hoofdstuk 1) en de toelichting (hoofdstuk 2) zijn de ligging, vorm, afmetingen en constructies van de waterstaatswerken weergegeven op kaarten (plattegronden en dwars- en lengteprofielen) en in tabellen. De kaarten zijn digitaal te raadplegen via: www.aaenmaas.nl/legger. In de digitale kaarten is ook een functie ingebouwd om de relevante gegevens te kunnen downloaden.
Situatiekaarten / Plattegronden
Het gehele beheergebied van het waterschap is weergegeven op 98 detailkaarten (plattegronden) die leggerkaarten genoemd worden.
Op de leggerkaart (schaal 1:5000, 1 cm = 50 meter) zijn nauwkeurig de waterstaatswerken opgenomen. De B-waterlopen zijn enkel als lijn weergegeven, verdere specificaties van deze waterlopen zijn niet opgenomen op de kaart of in de tabellen.
Voor een goed overzicht zijn in deze kaarten ook de van toepassing zijnde werkingsgebieden (i.c. beschermingszones) zoals vastgesteld in de waterschapsverordening opgenomen. Hiermee kan een relatie worden gelegd tussen de legger en de van toepassing zijnde regels (waterschapsverordening en beleidsregels).
Dwars- en lengteprofielen waterkeringen
Conform de omgevingsverordening zijn in de legger tevens de dwarsprofielen en lengteprofielen van de primaire en regionale keringen opgenomen. Vorm, afmeting en constructie van de primaire en regionale waterkering zijn uit deze dwarsprofielen af te leiden. Het betreft:
3.2 Tabellen waterstaatswerken
Oppervlaktewaterlichamen zijn verdeeld in leggervakken.
Elk leggervak heeft een uniek vaknummer. Het vaknummer staat op de leggerkaart langs de aslijn van het leggervak. Specificaties over het vaknummer, zoals de minimaal theoretisch benodigde taludhelling, bodembreedte en bodemhoogte zijn terug te vinden in een tabel.
(N.B. Het vaknummer heeft enkel een administratieve functie. Het bestaat uit een uniek volgnummer, waarbij de eerste drie cijfers het stroomgebied weergeeft).
In de figuren hieronder is toegelicht hoe met de in de tabellen opgenomen gegevens het leggerdwarsprofiel van waterlopen en een overige waterkering kan worden gegenereerd.
Naast de tabellen voor het vaknummer zijn van de volgende op de leggerkaarten aangegeven waterstaatswerken tabellen vastgesteld waarin de onderstaande gegevens zijn vastgelegd. Deze tabellen maken onderdeel uit van de legger.
Dit besluit wordt aangehaald als “Nota legger waterschap Aa en Maas 2024’’.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 11 juli 2023,
Pieter Sennema
secretaris
Mario Jacobs
dijkgraaf
BIJLAGE 1: BEHEERREGISTER PRIMAIRE WATERKERINGEN
Het beheerregister voor de primaire en regionale waterkeringen bestaat uit de feitelijke hoogteligging (ligging, vorm en afmeting) van de waterkering. Deze is in de leggerdwarsprofielen opgenomen en is gebaseerd op de meest recente inmeting van de Algemene Hoogtekaart Nederland (www.ahn.nl).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-15909.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.