Wijzigingsbesluit Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

 

gelezen het voorstel van het college dijkgraaf en hoogheemraden van 8 november 2023 met nr. DM1967449;

gelet op artikel 83 Waterschapswet en afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

Artikel I  

De Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd dat komt te luiden:

     

    Artikel 6a Waterschapsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2024

    • 1.

      De bevoegdheid tot het wijzigen van de waterschapsverordening wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden, voor zover het betreft:

      • a.

        hoofdstuk 2;

      • b.

        hoofdstuk 3;

      • c.

        hoofdstuk 4;

      • d.

        de bij de waterschapsverordening behorende bijlagen;

      • e.

        het doorvoeren van noodzakelijke technische wijzigingen zoals het vernummeren en structureren van de waterschapsverordening;

      • f.

        het wijzigen van de waterschapsverordening voor zover het gaat om het doorvoeren van redactionele wijzigingen; en

      • g.

        andere aanpassingen van technische aard, waaronder onder meer wordt verstaan het wijzigen van de waterschapsverordening om deze zonder beleidsafweging in overeenstemming te brengen met:

        • een besluit van het algemeen bestuur;

        • een gewijzigd wettelijk voorschrift; of

        • een rechtelijke uitspraak.

    • 2.

      De wijziging kan onder meer inhouden:

      • a.

        het aanwijzen of wijzigen van algeheel verboden;

      • b.

        het vergunningvrij of vergunningplichtig maken van activiteiten;

      • c.

        het aanwijzen of wijzigen van algemene regels;

      • d.

        het aanwijzen of wijzigen van een verbod om zonder melding een activiteit te verrichten;

      • e.

        het aanwijzen of wijzigen van geometrische begrenzingen;

      • f.

        het wijzigen van begripsbepalingen;

      • g.

        het aanwijzen of wijzigen van de verplichting opgave te doen van gegevens en bescheiden; en

      • h.

        het stellen van voorschriften aan de activiteit.

  • B.

    Na artikel 6a wordt een nieuw artikel ingevoegd dat komt te luiden:

     

    Artikel 6b Profielenlegger primaire en regionale waterkeringen en oppervlaktewateren 2024

    De bevoegdheid tot het wijzigen van de profielenlegger, als bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

     

  • C.

    Na artikel 6b wordt een nieuw artikel ingevoegd dat komt te luiden:

     

    Artikel 6c Peilbesluiten

    De bevoegdheid tot het weigeren van een aanvraag tot het wijzigen van een vastgesteld peilbesluit als bedoeld in artikel 2.41 van de Omgevingswet, wordt gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

     

  • D.

    In artikel 7, eerste lid, wordt “6” gewijzigd in “6c” en dit artikel komt te luiden:

    Het college van dijkgraaf en hoogheemraden informeert de commissies over de door het college genomen besluiten als bedoeld in artikelen 1 tot en met 6c.

Artikel II  

Ten aanzien van de inwerkingtreding te bepalen dat de wijziging in artikel I op 1 januari 2024 in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december 2023,

J.C.H. Haan, voorzitter

F.H.M. Apeldoorn, secretaris

Toelichting

Artikel 6a

 

De waterschapsverordening wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. Artikel 2.8 van de Omgevingswet biedt het algemeen bestuur echter de mogelijkheid om het vaststellen van delen van de waterschapsverordening te delegeren aan het college. Het delegatiebesluit geeft de reikwijdte aan van de gedelegeerde bevoegdheid. Het delegatiebesluit bepaalt dus binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden de bevoegdheid kan of moet worden uitgeoefend en, voor zover nodig, binnen welke termijn. Het algemeen bestuur kan bij het delegatiebesluit bepalen op welke wijze het college uitvoering moet geven aan de gedelegeerde bevoegdheid.

Het is niet mogelijk om de bevoegdheid tot het vaststellen van de waterschapsverordening in zijn geheel te delegeren. Het moet gaan om delen van de waterschapsverordening. Het democratische gelegitimeerde orgaan – het algemeen bestuur – bepaalt in hoeverre van de mogelijkheid tot delegatie gebruik wordt gemaakt. Er zijn verschillende mogelijkheden om het delegatiebesluit vorm te geven.

 

Voortzetting van de huidige praktijk

 

In de Keur 2018 is de bevoegdheid gedelegeerd aan het college om nadere toepassingscriteria op te stellen. Dat is gebeurd in de Uitvoeringsregels. Met de gekozen delegatiestructuur in dit artikel wordt ervoor gekozen om deze praktijk voort te zetten in het nieuwe stelsel.

 

Artikel 6b

 

Ook onder de Omgevingswet (artikel 2.39) moet het waterschap een profielenlegger vaststellen. Daarin wordt de zogenoemde normatieve toestand van waterstaatswerken vastgelegd en wordt opgenomen waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. De profielenlegger kent een grote wijzigingsdynamiek en bevat met name maatvoeringszaken: de ligging en omvang van waterstaatswerken. Om deze reden is er voor gekozen om de bevoegdheid tot het wijzigen van de profielenlegger te delegeren aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

 

Artikel 6c

 

De bevoegdheid tot het vaststellen van een peilbesluit berust, op grond van artikel 2.41 van de Omgevingswet, bij het algemeen bestuur. In artikel 83, lid 2f van de Waterschapswet is bepaald dat deze bevoegdheid niet overgedragen kan worden aan het college. Mocht het vastgestelde peil niet voldoen dan dient een procedure te worden gevolgd voor een peilafwijking. Het waterschap heeft de wettelijke verantwoordelijkheid peilen vast te leggen en deze te handhaven en te beheren. Indien er vanuit deze beheertaak wijzigingen noodzakelijk of wenselijk zijn dan kan een procedure worden gestart tot wijziging van het peilbesluit.

 

Als een wens tot peilafwijking niet is ingegeven vanuit de beheertaak maar vanuit het perspectief van een individueel belang dan kan een vergunningprocedure worden doorlopen. Een belanghebbende kan in dat geval voor een op- of onderbemaling een vergunning aanvragen bij het college. Bij de actualisatie van een peilbesluit worden de peilafwijkingen vervolgens (opnieuw) getoetst.

 

Het is mogelijk dat een belanghebbende, vanuit het perspectief van een individueel belang, in plaats van het aanvragen van een vergunning aan het algemeen bestuur verzoekt om het peilbesluit te wijzigen. Het afdoen van een dergelijk verzoek kent een procedurele complexiteit en een langere bestuurlijke doorlooptijd. Deze route ondergraaft potentieel ook het vergunningensysteem voor peilafwijkingen. Om deze reden is de bevoegdheid tot het weigeren van een aanvraag tot het wijzigen van een vastgesteld peilbesluit als bedoeld in artikel 2.41 van de Omgevingswet, gedelegeerd aan het college.

Naar boven