Besluiten van 24 oktober 2023 en 30 november 2023 tot wijziging van de Waterschapsverordening Delfland (Wijzigingsbesluit Waterschapsverordening Delfland 2023)

[Een deel van de tekst van deze bekendmaking is overeenkomstig artikel 7 lid 2 Bekendmakingswet bekendgemaakt en hier beschikbaar:https://delfland.moxio.com/regelbeheer/#locatie-in-besluit/e8f6339e-8044-4ff6-a0c8-bbfc4ffbd669/984a477d-f790-4397-b884-261091fd6520

Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 2.8 Omgevingswet;

  • -

    artikel 2 Delegatiebesluit Delfland 2023.

en

 

De Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland,

 

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van 24 oktober 2023, dossiernummer 2965;

gelezen het positieve advies van de Commissie Bestuur, Financiën en Ondersteuning;

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 56, 77 en 78, eerste lid, Waterschapswet;

  • -

    artikel 2.5 en 4.1 Omgevingswet;

  • -

    artikel 3 Reglement voor Bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland;

  • -

    afdeling 7.4 van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening.

Overwegende dat:

 

de Waterschapsverordening Delfland in verband met correcties van onvolkomenheden in de Waterschapsverordening Delfland waaronder aanpassing van de indieningsvereisten, de aanwijzing van werkingsgebieden, het voldoen aan instructieregels uit de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening, en de aanpassing van de bepaling over de inwerkingtreding, wordt gewijzigd;

 

Besluiten:

Artikel I  

De Waterschapsverordening Delfland wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

In artikel 1.1 wordt ‘Bijlage I’ vervangen door ‘Bijlage 1’.

 

B.

In artikel 1.2, eerste lid, wordt na ‘Deze verordening is’ ingevoegd ‘, met het oog op de maatschappelijke doelen van artikel 1.3 van de wet’.

 

C.

Artikel 1.13 komt te luiden:

 

Artikel 1.13 Geometrische begrenzing werkingsgebieden

  • 1.

    De geometrische begrenzing van het beheergebied van Delfland is opgenomen in het geometrische informatieobject 'beheergebied’ in bijlage 3 bij deze verordening.

  • 2.

    De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied met betrekking tot een waterstaatswerk zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage 3 bij deze verordening:

    • a.

      waterstaatswerk waterkering;

    • b.

      waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam;

    • c.

      waterstaatswerk bergingsgebied; en

    • d.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk.

  • 3.

    De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied met betrekking tot een waterkering zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage 3 bij deze verordening:

    • a.

      waterstaatswerk waterkering zeewering;

    • b.

      waterstaatswerk waterkering Delflandsedijk;

    • c.

      waterstaatswerk waterkering regionale waterkering;

    • d.

      waterstaatswerk waterkering polderkade;

    • e.

      waterstaatswerk waterkering landscheiding;

    • f.

      beschermingszone waterkering zeewering;

    • g.

      beschermingszone waterkering Delflandsedijk;

    • h.

      beschermingszone waterkering regionale waterkering;

    • i.

      beschermingszone waterkering polderkade;

    • j.

      beschermingszone waterkering landscheiding;

    • k.

      profiel van vrije ruimte zeewering;

    • l.

      profiel van vrije ruimte Delflandsedijk;

    • m.

      profiel van vrije ruimte regionale waterkering;

    • n.

      profiel van vrije ruimte polderkade; en

    • o.

      buitenwaartse beschermingszone waterkering zeewering.

  • 4.

    De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage 3 bij deze verordening:

    • a.

      waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam primair water;

    • b.

      waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam secundair water;

    • c.

      waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam NEZ;

    • d.

      beschermingszone oppervlaktewaterlichaam primair water; en

    • e.

      beschermingszone oppervlaktewaterlichaam secundair water.

  • 5.

    De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied met betrekking tot een ondersteunend kunstwerk zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage 3 bij deze verordening:

    • a.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Duiker;

    • b.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Gemaal;

    • c.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Inlaat;

    • d.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Keerschot;

    • e.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Sluis;

    • f.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Stuw;

    • g.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Vispassage; en

    • h.

      waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk Waterkerende constructie.

D.

Na artikel 1.13 wordt een artikel toegevoegd luidende:

 

Artikel 1.14 Waterstaatswerken die niet geometrisch begrensd zijn

Voor waterstaatswerken die op grond van een projectbesluit of een omgevingsvergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de geometrische begrenzing, wordt voor het beperkingengebied met betrekking tot een waterstaatswerk uitgegaan van de begrenzing aangegeven in het projectbesluit of de omgevingsvergunning.

 

E.

In artikel 2.2 wordt ‘bijlage 3’ vervangen door ‘bijlage 2’.

 

F.

Artikel 3.1 vervalt onder vernummering van artikel 3.2 tot en met 3.10 tot artikel 3.1 tot en met 3.9.

 

G.

In artikel 3.2 (nieuw), eerste lid, wordt ‘artikelen 4.5, 5.3, 6.3, 7.4, 8.3, 9.3, 10.7 en 11.3’ vervangen door ‘artikelen 4.3, 5.3, 6.3, 7.4, 8.3, 9.3 en 11.3’.

 

H.

Artikel 3.5 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de titel wordt ‘omgevingsvrije’ vervangen door ‘omgevingsvergunningvrije’.

  • 2.

    In het derde lid wordt ‘melding is aangevangen’ vervangen door ‘melding is uitgevoerd’.

I.

Artikel 4.1 komt te luiden:

 

Artikel 4.1 Aanwijzing beperkingengebiedactiviteiten

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende beperkingengebiedactiviteiten te verrichten:

  • a.

    waterstaatswerken aanleggen, wijzigen of verwijderen;

  • b.

    gebruik maken van een waterstaatswerk of bijbehorende beschermingszones door, anders dan in overeenstemming met de functie ervan, en daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder handelingen te verrichten, werken te houden, vaste substanties of voorwerpen te laten staan, of te laten liggen, of de waterstand op een ander peil te brengen of houden dan het peil dat in het peilbesluit is vastgesteld;

  • c.

    werken aanleggen, wijzigen of houden in het profiel van vrije ruimte.

J.

Artikel 4.2 en 4.3 vervallen onder vernummering van artikel 4.4 tot en met 4.6 tot artikel 4.2 tot en met 4.4.

 

K.

Artikel 4.3 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.3 Aanvraagvereisten omgevingsvergunning (aanvullend)

  • 1.

    De aanvrager om een omgevingsvergunning legt over bij zijn aanvraag:

    • a.

      een omschrijving van de activiteit;

    • b.

      een verklaring of het een nieuwe aanvraag of het wijzigen van een bestaande vergunning betreft;

    • c.

      een omschrijving van de reden van de werkzaamheden;

    • d.

      een situatietekening van de werkzaamheden; en

    • e.

      de startdatum en de einddatum van de werkzaamheden.

  • 2.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanleggen, wijzigen, houden of verwijderen van een steiger of vlonder tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de lengte en breedte van de steiger of vlonder;

    • b.

      de hoogte van de steiger of vlonder ten opzichte van het waterpeil; en

    • c.

      een constructietekening.

  • 3.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid wordt voor het plaatsen, wijzigen, houden of verwijderen van een afmeerpaal tevens een constructietekening verstrekt.

  • 4.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanleggen, wijzigen, houden of verwijderen van een brug tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de lengte en breedte van de brug;

    • b.

      de hoogte van de brug ten opzichte van het waterpeil en maaiveld;

    • c.

      een omschrijving van de afwerking en de inrichting van de taluds, oevers en brughoofden.

    • d.

      een constructietekening; en

    • e.

      bij aanleg, wijzigen of houden van een brug in, op, boven, over of onder een waterkering: stabiliteitsberekeningen.

  • 5.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanleggen, wijzigen, houden of verwijderen van een oeverbescherming tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een constructietekening van bijbehorende oeverbescherming;

    • b.

      een berekening waaruit blijkt dat de oppervlakte van het oppervlaktewaterlichaam waar oeverbescherming wordt gerealiseerd minimaal gelijk is aan de huidige oppervlakte van het oppervlaktewaterlichaam; en

    • c.

      bij aanleg, wijzigen of houden van een damwand in, op, boven, over of onder een waterkering: stabiliteitsberekeningen.

  • 6.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid wordt voor het plaatsen, wijzigen, houden of verwijderen van straatmeubilair tevens een werkplan verstrekt.

  • 7.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanleggen, wijzigen, houden of verwijderen van een kabel tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de aanlegwijze of verwijderwijze van de kabel tijdens de werkzaamheden;

    • b.

      een omschrijving van het type kabel;

    • c.

      bij een waterkering, de bijhorende beschermingszone en profiel van vrije ruimte een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering;

    • d.

      bij het kruisen van een waterkering bij aanleg met een gestuurde boring een boorplan met een beschrijving van de boring en de bepaling van het in- en uittredepunt conform de NEN 3650-serie; en

    • e.

      bij het onderlangs kruisen van een primair water met een kabel gegevens waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de criteria in de NEN 3650-serie en NEN 3651.

  • 8.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanleggen, wijzigen, houden of verwijderen van een leiding of mantelbuis tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de aanlegwijze of verwijderwijze van de leiding en/of mantelbuis tijdens de werkzaamheden;

    • b.

      een omschrijving van het type leiding en/of type mantelbuis;

    • c.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering;

    • d.

      bij het onderlangs kruisen van een primair water met een leiding of mantelbuis gegevens waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de criteria in de NEN 3650-serie en NEN 3651; en

    • e.

      bij het kruisen van een waterkering bij aanleg met een gestuurde boring een boorplan met een beschrijving van de boring en de bepaling van het in- en uittredepunt conform de NEN 3650-serie.

  • 9.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het plaatsen, wijzigen, houden of verwijderen van een hek, schutting of veekerende voorziening tevens een werkplan verstrekt.

  • 10.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanleggen, wijzigen, houden of verwijderen van een (bouw)werk tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een constructietekening van bijbehorende werken;

    • b.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering; en

    • c.

      bij aanleg, wijzigen of houden van een werk in, op, boven, over of onder een waterkering bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte stabiliteitsberekeningen.

  • 11.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het aanbrengen, houden of verwijderen van de beplanting tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een omschrijving van de soort beplanting; en

    • b.

      een werkplan hoe de beplanting wordt aangebracht of verwijderd.

  • 12.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het beweiden tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de diersoorten die worden gehouden op de waterkering; en

    • b.

      het aantal dieren per hectare dat wordt gehouden op de waterkering.

  • 13.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het voorbereiden of houden van evenementen tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een werkplan;

    • b.

      een omschrijving van het gebruikte materieel en materiaal; en

    • c.

      bij een waterkering het gewicht van het materieel en materiaal.

  • 14.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het uitvoeren van grondmechanisch onderzoek tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een werkplan; en

    • b.

      een omschrijving en het gewicht van het gebruikte materieel.

  • 15.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het graven in de bodem, waterbodem of van een proefsleuf tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering; en

    • b.

      een werkplan.

  • 16.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het dempen en graven tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een constructietekening met daarop profielen van de nieuwe en bestaande situatie;

    • b.

      een tekening met daarop in vierkante meters aangegeven:

      • 1.

        het oppervlaktewaterlichaam dat wordt gegraven; en

      • 2.

        het oppervlaktewaterlichaam dat wordt gedempt.

    • c.

      een berekening waaruit blijkt dat de oppervlakte van het oppervlaktewaterlichaam dat wordt gegraven minimaal gelijk is aan de oppervlakte van het oppervlaktewaterlichaam dat wordt gedempt; en

    • d.

      de gebruikte materialen voor het dempen.

  • 17.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het plaatsen, wijzigen, houden en verwijderen van een dam met of zonder duiker tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de lengte van de dam;

    • b.

      de breedte van de dam;

    • c.

      de vorm van de duiker;

    • d.

      een omschrijving van het materiaal van de duiker;

    • e.

      een omschrijving van de lengte, breedte en hoogte van de duiker;

    • f.

      een constructieberekening van de dam;

    • g.

      een constructietekening van de dam.

  • 18.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het uitvoeren van overige activiteiten tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering;

    • b.

      bij een waterkering stabiliteitsberekeningen; en

    • c.

      een werkplan met de relevante maatvoering.

  • 19.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het plaatsen, wijzigen, houden en verwijderen van een natte ecologische zone tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een omschrijving van de te realiseren flora;

    • b.

      een omschrijving van het type natte ecologische zone;

    • c.

      een vegetatiekaart ten behoeve van de natte ecologische zone; en

    • d.

      een profielschets van de natte ecologische zone.

  • 20.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het wijzigen van het waterpeil tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een omschrijving van de peilverhoging of peilverlaging ten opzichte van het door de waterbeheerder gehanteerde peil;

    • b.

      een constructietekening van bijbehorende werken, zoals pomp, inlaat, stuw, bemalen of drainage;

    • c.

      de maximale pompcapaciteit in m3/uur;

    • d.

      een rapport met de noodzaak en gevolgen van de peilwijziging voor de waterhuishouding en voor eventuele derden; en

    • e.

      een tekening van de begrenzing van het gebied waarop de waterpeil wijziging van invloed is.

  • 21.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het plaatsen, wijzigen, houden of verwijderen van strandbebouwing tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een werkplan; en

    • b.

      een constructietekening.

  • 22.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid worden voor het plaatsen, wijzigen, houden en verwijderen van een waterstaatswerk tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      dwarsdoorsnedetekeningen met de bestaande en nieuwe situatie van de werkzaamheden;

    • b.

      stabiliteitsberekeningen; en

    • c.

      een werkplan.

L.

Artikel 4.4 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt na ‘maatschappelijke functie’ toegevoegd ‘van het watersysteem’.

  • 2.

    In het derde lid wordt ‘zwaarwegend maatschappelijk belang’ vervangen door ‘zwaarwegend belang’.

M.

Na artikel 4.4 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd luidende:

 

Artikel 4.5 Beoordelingsregel Delflandsedijk

  • 1.

    Bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een activiteit in, op, over of onder de Delflandsedijk wordt in acht genomen dat sprake is van een zwaarwegend belang.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 4.4 eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

N.

Artikel 4.7 tot en met 4.37 wordt vernummerd tot artikel 4.6 tot en met 4.36.

 

O.

Artikel 4.6 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt na ‘blijven voldoen aan de’ ingevoegd ‘daarvoor geldende’.

  • 2.

    In het tweede lid wordt na ‘maatschappelijke functie’ ingevoegd ‘van het watersysteem’.

P.

In de titel van artikel 4.7 (nieuw) wordt ‘bijbehorende kunstwerken’ vervangen door ‘bijbehorende ondersteunende kunstwerken’.

 

Q.

Artikel 4.8 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid, onder e, wordt ‘bestaande steiger of vlonder’ vervangen door ‘naastgelegen steiger of vlonder of bestaande afmeerpaal’.

  • 2.

    In het derde lid, onder a, wordt ‘boven of over het buitentalud of de kruin’ vervangen door ‘boven of over de kruin of het buitentalud’.

  • 3.

    Het derde lid, onder d, komt te luiden:

    • d.

      wordt of is voorafgaand over de gehele lengte van de steiger of vlonder in de doorgaande oeverlijn een oeverbescherming aangelegd en in stand gehouden.

R.

In artikel 4.9 (nieuw), vierde lid, wordt ‘artikel 4.37’ vervangen door ‘artikel 4.36’.

 

S.

Artikel 4.10 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, onder e, komt te luiden:

    • e.

      is de kortste afstand tussen de afmeerpaal en een bestaande steiger, vlonder of afmeerpaal minimaal 2,0 meter;

  • 2.

    In het vierde lid wordt ‘artikel 4.37’ vervangen door ‘artikel 4.36’.

T.

Artikel 4.11 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘secundair water’ vervangen door ‘oppervlaktewaterlichaam’.

  • 2.

    In het vierde lid wordt ‘artikel 4.37’ vervangen door ‘artikel 4.36’.

U.

In artikel 4.12 (nieuw), vierde lid, wordt ‘artikel 4.37’ vervangen door ‘artikel 4.36’.

 

V.

In artikel 4.13 (nieuw), vierde lid, wordt ‘artikel 4.37’ vervangen door ‘artikel 4.36’.

 

W.

Artikel 4.18 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.18 Aanleggen, wijzigen en houden kabel

  • 1.

    Het aanleggen, wijzigen en houden van een kabel is omgevingsvergunningvrij als wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede tot en met het elfde lid.

  • 2.

    Bij het doorvoeren en houden van kabels door bestaande mantelbuizen moeten deze mantelbuizen voldoen aan NEN 3650-serie en NEN 3651.

  • 3.

    In, over of onder een oppervlaktewaterlichaam of bijbehorende beschermingszones:

    • a.

      ligt de kabel niet in lengterichting in, op, boven, over, of onder het oppervlaktewaterlichaam;

    • b.

      ligt de kabel minimaal 1,30 meter onder de leggerdiepte;

    • c.

      ligt de kabel bij ophanging aan een brug niet lager dan de onderkant van de brug; en

    • d.

      wordt de kabel onder het oppervlaktewaterlichaam met een sleufloze techniek aangelegd.

  • 4.

    In, over of onder een oppervlaktewaterlichaam waar met motorvaartuigen mag worden gevaren, zoals vastgelegd in de Vaarverordening Delfland, ligt de kabel minimaal 2 meter onder de leggerdiepte.

  • 5.

    In of onder een waterkering, bijbehorende beschermingszones, bijbehorend profiel van vrije ruimte of bijbehorende ondersteunende kunstwerken:

    • a.

      worden in- en ontgravingen aan het einde van elke werkdag met de vrijgekomen grond gedicht;

    • b.

      wordt de ontgraven grond in de oorspronkelijke laag teruggebracht;

    • c.

      worden in het waterstaatswerk na afronding van de werkzaamheden de grondsoorten laagsgewijs verdicht;

    • d.

      wordt na afronding van de werkzaamheden de bekleding van de waterkering volledig en erosiebestendig hersteld; en

    • e.

      worden alle zakkingen en zettingen van de waterkering hersteld die door het werk ontstaan.

  • 6.

    In of onder de zeewering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte ligt de kabel in de landwaartse beschermingszone, of binnen stedelijk gebied in het waterstaatswerk.

  • 7.

    In of onder een regionale waterkering of een polderkade, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      is de kabel geen hoogspanningskabel;

    • b.

      ligt de kabel haaks op de waterkering;

    • c.

      is in de waterkering de afstand tussen de onderkant van de kabel en het maaiveld maximaal 0,80 meter, en

    • d.

      wordt de kabel in de waterkering in een sleuf aangelegd.

  • 8.

    In afwijking van het bepaalde in het achtste lid onder b kan een kabel bedoeld voor het openbare verlichtingsnetwerk in de lengterichting van de waterkering liggen:

    • a.

      in of nabij de binnenkruinlijn; of

    • b.

      als de binnenkruinlijn niet mogelijk is, buiten het leggerprofiel in of nabij de buitenkruinlijn.

  • 9.

    In afwijking van het bepaalde in het achtste lid kan de kabel ook worden aangelegd met een gestuurde boring waarbij:

    • a.

      de punten van intrede en uittrede buiten de waterkering en de bijbehorende beschermingszones liggen;

    • b.

      de kabel minimaal 10,0 meter onder de kruin van de waterkering ligt;

    • c.

      de diameter van de kabel niet groter is dan 63 mm; en

    • d.

      een in onbruik geraakt boorgat waterdicht wordt opgevuld.

  • 10.

    In, over, onder of naast een duiker of een inlaat is de afstand tussen de kabel en de duiker of inlaat minimaal 0,20 meter.

  • 11.

    De kabel wordt niet aangelegd en niet gehouden in, op, door, over of onder:

    • a.

      de Delflandsedijk en bijbehorend profiel van vrije ruimte;

    • b.

      een gemaal;

    • c.

      een stuw.

  • 12.

    Een omgevingsvergunningvrije activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt ten minste drie weken voor het begin ervan gemeld in overeenstemming met artikel 4.36 indien de activiteit uitgevoerd wordt in een waterkering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte.

X.

Artikel 4.19 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.19 Verwijderen kabel

  • 1.

    Het verwijderen van een kabel is omgevingsvergunningvrij als wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede tot en met het zevende lid.

  • 2.

    In of onder een oppervlaktewaterlichaam of bijbehorende beschermingszones:

    • a.

      ligt de kabel niet in lengterichting in, op, boven, over, of onder het oppervlaktewaterlichaam;

    • b.

      ligt de kabel minimaal 1,30 meter onder de leggerdiepte;

  • 3.

    In, over of onder een oppervlaktewaterlichaam waar met motorvaartuigen mag worden gevaren, zoals vastgelegd in de Vaarverordening Delfland, ligt de kabel minimaal 2 meter onder de leggerdiepte.

  • 4.

    In of onder een waterkering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      worden ontgravingen aan het einde van elke werkdag met de vrijgekomen grond gedicht;

    • b.

      wordt de ontgraven grond in de oorspronkelijke laag teruggebracht;

    • c.

      worden in de waterkering na afronding van de werkzaamheden de grondsoorten laagsgewijs verdicht;

    • d.

      wordt na afronding van de werkzaamheden de bekleding van de waterkering volledig en erosiebestendig hersteld; en

    • e.

      worden alle zakkingen en zettingen van de waterkering hersteld die door het werk ontstaan.

  • 5.

    In of onder een regionale waterkering of een polderkade, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      ligt de kabel haaks op de waterkering; en

    • b.

      heeft in de waterkering een ontgraving een diepte van maximaal 0,8 meter onder het maaiveld.

  • 6.

    In, over, onder of naast een duiker of een inlaat is de afstand tussen de kabel en de duiker of inlaat minimaal 0,20 meter.

  • 7.

    De kabel wordt niet verwijderd uit, van of onder:

    • a.

      de Delflandsedijk;

    • b.

      de zeewering en bijbehorend profiel van vrije ruimte voor zover de zeewering ligt buiten stedelijk gebied;

    • c.

      de buitenwaartse beschermingszone van de zeewering;

    • d.

      een gemaal;

    • e.

      een stuw.

  • 8.

    Een omgevingsvergunningvrije activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt ten minste drie weken voor het begin ervan gemeld in overeenstemming met artikel 4.36 indien de activiteit uitgevoerd wordt in een waterkering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte.

Y.

Artikel 4.20 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.20 Aanleggen, wijzigen en houden leiding of mantelbuis

  • 1.

    Het aanleggen, wijzigen en houden van een leiding of mantelbuis is omgevingsvergunningvrij als wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede tot en met het negende lid.

  • 2.

    In, over of onder een oppervlaktewaterlichaam of bijbehorende beschermingszones:

    • a.

      ligt de leiding of mantelbuis niet in lengterichting in, op, boven, over, of onder het oppervlaktewaterlichaam;

    • b.

      ligt de leiding of mantelbuis minimaal 1,30 meter onder de leggerdiepte;

    • c.

      ligt de leiding of mantelbuis bij ophanging aan een brug niet lager dan de onderkant van de brug; en

    • d.

      voldoet de leiding of mantelbuis aan de NEN 3650-serie;

    • e.

      wordt de leiding of mantelbuis onder het oppervlaktewaterlichaam met een sleufloze techniek aangelegd.

  • 3.

    In, over of onder een oppervlaktewaterlichaam waar met motorvaartuigen mag worden gevaren, zoals vastgelegd in de Vaarverordening Delfland, ligt de leiding of mantelbuis minimaal 2 meter onder de leggerdiepte.

  • 4.

    In of onder een waterkering, bijbehorende beschermingszones, bijbehorend profiel van vrije ruimte of bijbehorende ondersteunende kunstwerken:

    • a.

      is de bedrijfsdruk in de leiding of mantelbuis maximaal 3 bar;

    • b.

      heeft de leiding of mantelbuis een uitwendige diameter van maximaal 110 millimeter;

    • c.

      voldoet de leiding of mantelbuis aan de NEN 3650 serie;

    • d.

      heeft een leiding voor gas of vloeistof bij het toepassen van een sleufloze techniek een mantelbuis als tweede gas- of vloeistofkering;

    • e.

      is een mantelbuis aan beide zijden blijvend waterdicht afgewerkt;

    • f.

      worden in- en ontgravingen aan het einde van elke werkdag met de vrijgekomen grond gedicht;

    • g.

      wordt de ontgraven grond in de oorspronkelijke laag teruggebracht;

    • h.

      worden in het waterstaatswerk na afronding van de werkzaamheden de grondsoorten laagsgewijs verdicht;

    • i.

      wordt na afronding van de werkzaamheden de bekleding van de waterkering volledig en erosiebestendig hersteld.

    • j.

      worden alle zakkingen en zettingen van de waterkering hersteld die door het werk ontstaan.

  • 5.

    In of onder zeewering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      ligt de leiding of mantelbuis in het waterstaatswerk binnen stedelijk gebied; en

    • b.

      wordt de leiding of mantelbuis met een andere techniek dan boogboring aangelegd.

  • 6.

    In of onder een regionale waterkering of een polderkade, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      ligt de leiding of mantelbuis haaks op de waterkering;

    • b.

      is in de waterkering de afstand tussen de onderkant van de leiding of mantelbuis en het maaiveld maximaal 1,0 meter;

    • c.

      wordt de leiding of mantelbuis in de waterkering in een sleuf aangelegd.

  • 7.

    In, over, onder of naast een duiker of een inlaat:

    • a.

      is de afstand tussen de leiding of mantelbuis en de duiker of inlaat minimaal 0,20 meter; en

    • b.

      voldoet de leiding of mantelbuis aan de NEN 3650 serie.

  • 8.

    De leiding of mantelbuis wordt niet aangelegd en niet gehouden in, op, door, over of onder:

    • a.

      de Delflandsedijk en bijbehorend profiel van vrije ruimte;

    • b.

      een gemaal;

    • c.

      een stuw.

  • 9.

    Een omgevingsvergunningvrije activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt ten minste drie weken voor het begin ervan gemeld in overeenstemming met artikel 4.36 indien de activiteit uitgevoerd wordt in een waterkering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte.

Z.

Artikel 4.21 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.21 Verwijderen leiding of mantelbuis

  • 1.

    Het verwijderen van een leiding of mantelbuis is omgevingsvergunningvrij als wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede tot en met het zevende lid.

  • 2.

    In of onder een oppervlaktewaterlichaam of bijbehorende beschermingszones:

    • a.

      ligt de leiding of mantelbuis niet in lengterichting in, op, boven, over, of onder het oppervlaktewaterlichaam;

    • b.

      ligt de leiding of mantelbuis minimaal 1,30 meter onder de leggerdiepte;

  • 3.

    In, over of onder een oppervlaktewaterlichaam waar met motorvaartuigen mag worden gevaren, zoals vastgelegd in de Vaarverordening Delfland, ligt de leiding of mantelbuis minimaal 2 meter onder de leggerdiepte.

  • 4.

    In of onder een waterkering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      heeft de leiding of mantelbuis een uitwendige diameter van maximaal 110 millimeter;

    • b.

      worden ontgravingen aan het einde van elke werkdag met de vrijgekomen grond gedicht;

    • c.

      wordt de ontgraven grond in de oorspronkelijke laag teruggebracht;

    • d.

      worden in het waterstaatswerk na afronding van de werkzaamheden de grondsoorten laagsgewijs verdicht;

    • e.

      wordt na afronding van de werkzaamheden de bekleding van de waterkering volledig en erosiebestendig hersteld; en

    • f.

      worden alle zakkingen en zettingen van de waterkering hersteld die door het werk ontstaan.

  • 5.

    In of onder een regionale waterkering of polderkade, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte:

    • a.

      ligt de leiding of mantelbuis haaks op de waterkering; en

    • b.

      heeft in het waterstaatswerk een ontgraving een diepte van maximaal 1,0 meter onder het maaiveld.

  • 6.

    In, over, onder of naast een duiker of een inlaat is de afstand tussen de leiding of mantelbuis en de duiker of inlaat minimaal 0,20 meter.

  • 7.

    De leiding of mantelbuis wordt niet verwijderd uit, van of onder:

    • a.

      de Delflandsedijk en bijbehorend profiel van vrije ruimte;

    • b.

      de buitenwaartse beschermingszone en buiten het stedelijk gebied van de zeewering en bijbehorend profiel van vrije ruimte;

    • c.

      een gemaal;

    • d.

      een stuw.

  • 8.

    Een omgevingsvergunningvrije activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt ten minste drie weken voor het begin ervan gemeld in overeenstemming met artikel 4.36 indien de activiteit uitgevoerd wordt in een waterkering, bijbehorende beschermingszones of bijbehorend profiel van vrije ruimte.

AA.

Artikel 4.22 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      staat een hek, dat parallel aan het oppervlaktewaterlichaam staat, in de insteek van het oppervlaktewaterlichaam en is het hek maximaal 1 meter hoog.

  • 2.

    In het zesde lid vervalt onderdeel b onder verlettering van onderdeel c tot b.

AB.

In artikel 4.23 (nieuw), vierde lid, artikel 4.24 (nieuw), zesde lid, artikel 4.25 (nieuw), vierde lid, artikel 4.26 (nieuw), vijfde lid, en artikel 4.27 (nieuw), vierde lid, vervalt onderdeel b onder verlettering van onderdeel c tot b.

 

AC.

In artikel 4.32 (nieuw), derde lid, wordt ‘Het is niet toegestaan om te beweiden’ vervangen door ‘Beweiden vindt niet plaats’.

 

AD.

In artikel 4.33 (nieuw), tweede lid, onder f, wordt ‘het is niet toegestaan om te ontgraven’ vervangen door ‘wordt niet ontgraven’.

 

AE.

Artikel 4.34 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid wordt ‘ondersteundend’ vervangen door ‘ondersteunend’.

  • 2.

    In het vierde lid wordt ‘artikel 4.37’ vervangen door ‘artikel 4.36’.

AF.

Artikel 4.35 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, onder a, luidt:

    • a.

      is in het waterstaatswerk maximaal 1 proefsleuf tegelijk aanwezig, en is deze proefsleuf maximaal 0,50 meter breed bij 1 meter lang;

  • 2.

    In het tweede lid wordt onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot c tot en met f een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • b.

      is in de waterkering de proefsleuf maximaal 0,80 meter diep;

  • 3.

    In het tweede lid, onder e, wordt ‘laagsgewijs verdicht;’ vervangen door ‘laagsgewijs verdicht, en’.

  • 4.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 4.

      Een omgevingsvergunningvrije activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt ten minste drie weken voor het begin ervan gemeld in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4.36.

AG.

Artikel 4.36 (nieuw) komt te luiden:

 

Artikel 4.36 Indieningsvereisten melding

  • 1.

    Indien op grond van het bepaalde in dit hoofdstuk een melding is vereist, wordt door diegene die de beperkingengebiedactiviteit verricht melding gedaan aan dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 2.

    Bij de melding zoals bedoeld in het eerste lid worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een omschrijving van de reden van de werkzaamheden;

    • b.

      een situatietekening van de werkzaamheden;

    • c.

      de startdatum van de werkzaamheden; en

    • d.

      de einddatum van de werkzaamheden.

  • 3.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid worden voor het aanleggen, wijzigen of houden van een steiger of vlonder tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de lengte en breedte van de steiger of vlonder;

    • b.

      de hoogte van de steiger of vlonder ten opzichte van het waterpeil; en

    • c.

      een constructietekening.

  • 4.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid worden voor het aanleggen, wijzigen en houden van een brug tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de lengte en breedte van de brug;

    • b.

      de hoogte van de brug ten opzichte van het waterpeil en maaiveld; en

    • c.

      een constructietekening.

  • 5.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid worden voor het aanleggen, wijzigen en houden van een kabel tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de aanlegwijze van de kabel tijdens de werkzaamheden;

    • b.

      een omschrijving van het type kabel; en

    • c.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering.

  • 6.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid worden voor het verwijderen van een kabel tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de verwijderwijze van de kabel tijdens de werkzaamheden;

    • b.

      een omschrijving van het type kabel; en

    • c.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering.

  • 7.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid worden voor het aanleggen, wijzigen en houden van een leiding of mantelbuis tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de aanlegwijze van de leiding of mantelbuis tijdens de werkzaamheden;

    • b.

      een omschrijving van het type leiding of mantelbuis; en

    • c.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering.

  • 8.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid worden voor het verwijderen van een leiding of mantelbuis tevens de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de verwijderwijze van de leiding of mantelbuis tijdens de werkzaamheden;

    • b.

      een omschrijving van het type leiding of mantelbuis; en

    • c.

      een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering.

  • 9.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid wordt voor het uitvoeren grondmechanisch onderzoek tevens een omschrijving van het gewicht van het gebruikte materieel verstrekt.

  • 10.

    In aanvulling op het bepaalde in het tweede lid wordt voor het graven van een proefsleuf betreft tevens een tekening met het dwarsprofiel van het werk ten opzichte van het leggerprofiel en het feitelijke profiel van de waterkering verstrekt.

  • 11.

    De melding vervalt als de gemelde werkzaamheden niet binnen een jaar na ontvangst van de melding is uitgevoerd.

AH.

Artikel 5.4 komt te luiden:

 

Artikel 5.4 Beoordelingsregel onttrekken grondwater (met of zonder infiltratie)

  • 1.

    Een omgevingsvergunning voor het onttrekken van grondwater door middel van een daarvoor bedoelde voorziening wordt alleen verleend als de wateronttrekkingsactiviteit verenigbaar is met de dragende functie van het watersysteem.

  • 2.

    De aangevraagde activiteit mag er in ieder geval niet toe leiden dat:

    • a.

      de doelstelling van ombuiging van significante en aan en aanhoudend stijgende trends als bedoeld in artikel 4.17 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, niet wordt bereikt; en

    • b.

      de doelstelling van het voorkomen van de achteruitgang en het streven naar verbetering van de kwaliteit van water bestemd voor menselijke consumptie, bedoeld in artikel 4.21 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, niet wordt bereikt.

AI.

Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt onder verlettering van de onderdelen a en b tot b en c een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • a.

      er geen gevaar is voor verontreiniging van het grondwater;

  • 2.

    Aan het eerste lid, onder b (nieuw), wordt toegevoegd ‘en’.

  • 3.

    In het tweede lid wordt ‘lid 1 onder a’ vervangen door ‘lid 1 onder b’.

AJ.

In artikel 5.6 wordt na ‘een ernstige verontreiniging’ ingevoegd ‘significant’.

 

AK.

Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘artikel 3.4’ vervangen door ‘artikel 3.3’.

  • 2.

    Aan het derde lid wordt toegevoegd ‘, en kan mede inhouden dat voorschriften worden gesteld die inbreng van verontreinigende stoffen naar het grondwater voorkomen of beperken’.

AL.

In artikel 5.10, vierde lid, artikel 5.11, derde lid, artikel 5.16, derde lid, artikel 5.17, vierde lid, en artikel 5.18, eerste lid, wordt ‘strategische zoetwatervoorraad’ vervangen door ‘strategische zoet grondwatervoorraad’.

 

AM.

In artikel 5.12, tweede lid, wordt na ‘van de onttrekking een melding’ ingevoegd ‘te’.

 

AN.

In artikel 5.16, zesde lid, wordt ‘onder c’ vervangen door ‘onder b’.

 

AO.

Artikel 5.19, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    De melding bestaat uit de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van de melder;

    • b.

      naam, telefoonnummer en e-mailadres van de contactpersoon tijdens de onttrekking;

    • c.

      het adres van de werkzaamheden;

    • d.

      een situatietekening op schaal waarop het onttrekkings- en lozingspunt zijn aangegeven;

    • e.

      een kaart met de ligging van de onttrekking;

    • f.

      het doel van de onttrekking;

    • g.

      de startdatum van de onttrekking;

    • h.

      de duur van de onttrekking;

    • i.

      het aantal bestaande en nieuw in te richten putten;

    • j.

      de diameter en de lengte van de filters in iedere put;

    • k.

      de pompcapaciteit in m3 per uur en het te installeren vermogen in m3 per uur per put;

    • l.

      de maximaal te onttrekken hoeveelheden water per uur, per dag, per maand, per kwartaal en per jaar, en

    • m.

      een beschrijving van de maatregelen of voorzieningen die zijn of worden getroffen om de negatieve gevolgen van de onttrekking te voorkomen of te beperken.

AP.

Artikel 5.20, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    De melding bestaat uit de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van de melder;

    • b.

      naam, telefoonnummer en e-mailadres van de contactpersoon tijdens de onttrekking;

    • c.

      het adres van de werkzaamheden;

    • d.

      een situatietekening op schaal waarop het onttrekkings- en lozingspunt zijn aangegeven;

    • e.

      een kaart met de ligging van de onttrekking;

    • f.

      het doel van de onttrekking;

    • g.

      de startdatum van de onttrekking;

    • h.

      de duur van de onttrekking;

    • i.

      het aantal bestaande en nieuw in te richten putten;

    • j.

      de diameter en de lengte van de filters in iedere put;

    • k.

      de pompcapaciteit in m3 per uur en het te installeren vermogen in m3 per uur per put;

    • l.

      de maximaal te onttrekken hoeveelheden water per uur, per dag, per maand, per kwartaal en per jaar;

    • m.

      een beschrijving van het te verwachten hydrologische invloedsgebied en de daarin gelegen kwetsbare bodemgebruiksfuncties;

    • n.

      een beschrijving van de risico’s als gevolg van de onttrekking voor de bodemgebruiksfuncties, en

    • o.

      een beschrijving van de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om de negatieve gevolgen te voorkomen of te beperken.

AQ.

Artikel 5.21 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het derde lid wordt ‘Degene die water’ vervangen door ‘Tenzij in de vergunning of bij maatwerkbesluit anders geregeld meet degene’.

  • 2.

    In het derde lid wordt ‘meet de kwaliteit van dat water’ vervangen door ‘de kwaliteit van dat water’.

  • 3.

    Het vierde lid vervalt onder vernummering van lid 5 tot en met 7 tot lid 4 tot en met 6.

  • 4.

    In het zesde lid (nieuw) wordt ‘tot en met vijfde lid’ vervangen door ‘tot en met vierde lid’.

AR.

Aan artikel 6.5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6.

    Het onttrekken van water aan een oppervlaktelichaam is omgevingsvergunningvrij indien de onttrekking geschiedt in het kader van peilbeheer door of namens Delfland.

AS.

In artikel 7.3, eerste lid, wordt ‘tot en met vierde lid’ vervangen door ‘tot en met vijfde lid’.

 

AT.

In artikel 7.3 wordt onder vernummering van lid 4 tot lid 5 na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4.

    Het bepaalde in het tweede en het derde lid geldt niet indien het water in het oppervlaktewaterlichaam wordt gebracht naar aanleiding van, en in overeenstemming met, een daartoe strekkend concreet voorafgegaan verzoek door Delfland aan de eigenaar of exploitant van een glastuinbouwbedrijf op grond van een tussen Delfland en de eigenaar of exploitant van dat glastuinbouwbedrijf gesloten overeenkomst strekkende tot deelname door die eigenaar of die exploitant aan Rainlevelr.

AU.

Artikel 11.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de titel wordt ‘Aanwijzing verhardingsactiviteiten’ vervangen door ‘Omgevingsvergunningplicht verhardingsactiviteit’.

  • 2.

    In de eerste zin wordt ‘Een verhardingsactiviteit als bedoeld in dit hoofdstuk is het op onverhard maaiveld aanleggen van een werk’ vervangen door ‘Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een werk aan te leggen op onverhard maaiveld’.

AV.

Artikel 11.2 komt te luiden:

 

Artikel 11.2 Vrijstelling omgevingsvergunningplicht

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.1 is verplicht als het werk:

  • a.

    strekt tot vervanging van een bouw- of ander werk als bedoeld in artikel 11.1 waarvoor een omgevingsvergunning op grond van het eerste lid is verleend of waarop het bepaalde onder b van toepassing is, mits de grootte van het verhard oppervlak niet wijzigt en de vervanging binnen 5 jaar na verwijdering van het bouw- of ander werk is voltooid;

  • b.

    is voltooid vóór het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 11.1.

AW.

Artikel 12.2 komt te luiden:

 

Artikel 12.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een door dijkgraaf en hoogheemraden te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende hoofdstukken of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

 

AX.

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De begripsbepaling afvalwater vervalt

  • 2.

    De begripsbepaling afvalwatertransportleiding vervalt

  • 3.

    De begripsbepaling beheer van het watersysteem vervalt

  • 4.

    In de begripsomschrijving van Delflandsedijk vervalt aan het slot ‘behorende bij de legger’

  • 5.

    In de begripsomschrijving van dijk-in-boulevard vervalt aan het slot ‘behorende bij de legger’

  • 6.

    De begripsbepaling handhole vervalt

  • 7.

    De begripsbepaling ISO vervalt

  • 8.

    De begripsbepaling KRW vervalt

  • 9.

    De begripsbepaling lasgat of montagegat vervalt

  • 10.

    De begripsbepaling Legger Delfland vervalt

  • 11.

    De begripsbepaling leggerkaart vervalt

  • 12.

    De begripsbepaling leggertekst vervalt

  • 13.

    De begripsbepaling maatwerkregels vervalt

  • 14.

    De begripsbepaling NEN-EN-IEC vervalt

  • 15.

    De begripsbepaling NEN-EN-ISO/IEC vervalt

  • 16.

    De begripsbepaling onttrekkingsinrichting vervalt

  • 17.

    De begripsbepaling strategische zoetwatervoorraad komt te luiden:

     

    strategische zoet grondwatervoorraad

     

    strategische zoet grondwatervoorraad als bedoeld in Bijlage C bij het Regionaal waterprogramma

  • 18.

    De begripsbepaling verontreinigende stof vervalt

  • 19.

    De begripsbepaling wateractiviteit komt te luiden:

     

    wateractiviteit

     

    beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk, lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk, wateronttrekkingsactiviteit of elke andere activiteit waarover in deze verordening regels zijn gesteld

  • 20.

    In de begripsomschrijving van wateronttrekkingsactiviteit wordt ‘artikel 3.1’ vervangen door ‘hoofdstuk 5 en 6’.

AY.

Bijlage 2 vervalt, onder vernummering van bijlage 3 tot 2.

 

AZ.

Aan bijlage 2 (nieuw) wordt toegevoegd ‘De gedetailleerde ligging van de polderkaden is opgenomen in de kaart met de geometrische begrenzing van het waterstaatswerk waterkering polderkaden.’.

 

BA.

Aan de Waterschapsverordening Delfland wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

 

Bijlage 3 Overzicht Geografische Informatieobjecten

 

Beheergebied Delfland

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/e8f6339e-8044-4ff6-a0c8-bbfc4ffbd669/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam primair water

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/d6b4e472-b510-4388-a9e8-647f62ab7c7b/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam secundair water

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/df0489e7-fd9d-433d-8a28-503f4ad9a259/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone waterkering Delflandsedijk

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/fd263a87-03e9-402f-8267-f1a9a2d1e7b2/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone waterkering landscheiding

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/41138a5f-2033-4486-be0d-c75b4f295590/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone waterkering polderkade

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/28cf14d0-ad65-4020-87ce-74964092d76c/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone waterkering regionale waterkering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/437881b9-60d7-4da4-85a6-fa7142fc0023/nld@2023‑12‑01;1

 

Beschermingszone waterkering zeewering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/4ecd6a66-2100-48c1-8966-2ecb14406fef/nld@2023‑12‑01;1

 

Buffer 10 m rondom duiker

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/dc6a31d5-df00-4082-91df-54bdd21a944f/nld@2023‑12‑01;1

 

Buffer 10 m rondom inlaat

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/c2032c5c-c06b-4a48-bd0e-da6060b6a1c5/nld@2023‑12‑01;1

 

Buffer 10 m rondom keerschot

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/e845cf1c-4747-49e5-ada5-9a74b2f4f657/nld@2023‑12‑01;1

 

Buffer 10 m rondom stuw

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/801ab2f8-2776-4fe0-9a48-f4b769c6f636/nld@2023‑12‑01;1

 

Buffer 5 m rondom ondersteunend kunstwerk

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/d9e03f93-2049-4237-8f41-9c635a0a06b2/nld@2023‑12‑01;1

 

Buffer 50 m rondom gemaal

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/ef1ed2ac-13b7-4d64-8352-1d5b00e27e11/nld@2023‑12‑01;1

 

Buitenwaartse beschermingszone waterkering zeewering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/502a0132-93eb-4bc5-a72a-f44b67c536d2/nld@2023‑12‑01;1

 

Profiel van vrije ruimte Delflandsedijk

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/73c84a0d-f72d-4e9f-9b62-314dcc363438/nld@2023‑12‑01;1

 

Profiel van vrije ruimte polderkade

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/434543fd-54d2-4282-b803-bed4e1e89961/nld@2023‑12‑01;1

 

Profiel van vrije ruimte regionale waterkering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/17cf5986-0e63-43e8-bb5b-23c8da2983a6/nld@2023‑12‑01;1

 

Profiel van vrije ruimte zeewering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/40d5a600-d9fe-4f74-a1c6-4ba9e6bc15a7/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk bergingsgebied

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/cd100054-3e63-4796-84d9-18f0afcc282c/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk duiker

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/9b93825d-fc13-46b8-9bfb-abe553eace71/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk gemaal

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/bb90e0e4-129e-4dec-9f29-3732130464e8/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk inlaat

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/5cbcf7e1-05ed-4474-afa6-61839d17a15f/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk keerschot

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/f11ddd48-cec6-4a7d-bc12-a8b528a418e7/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk sluis

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/349adf25-0429-4fcf-a6e3-3e25e7ddd4be/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk stuw

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/539855f9-1af4-4dc3-8f3f-c44b7b72cbb9/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk vispassage

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/e0ecfb48-257e-4c26-87b0-de3ad5055050/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk ondersteunend kunstwerk waterkerende constructie

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/a7594e5a-bb64-4166-b5f2-8ff7515f1060/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam NEZ

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/7e683e6f-a80a-4c6e-aa95-2f071deed2e2/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam primair water

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/f4ec91b6-91da-42ba-b74c-a0f5188dd487/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk oppervlaktewaterlichaam secundair water

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/8acab9ed-b5a8-4f3f-9637-a44b585d99c6/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk waterkering Delflandsedijk

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/243b8a47-aecc-4554-aa12-e583d2a5a2ba/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk waterkering landscheiding

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/3e3d5b9e-1ac5-4c5c-91a0-ae674a5d2c53/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk waterkering polderkade

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/96f86f4d-47c9-41ee-bc21-1caf2a0d47cd/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk waterkering regionale waterkering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/ed105d85-b25c-45ef-a6c2-ab903b539e82/nld@2023‑12‑01;1

 

Waterstaatswerk waterkering zeewering

/join/id/regdata/ws0372/2023‑12‑01/93b07626-5ca0-478f-abda-a7f96a2bb2ae/nld@2023‑12‑01;1

Artikel II  

De tekst van de Waterschapsverordening Delfland, zoals deze komt te luiden na inwerkingtreding van dit besluit, wordt in het Waterschapsblad geplaatst.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Waterschapsverordening Delfland in werking treedt.

Artikel IV  

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit Waterschapsverordening Delfland 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 24 oktober 2023,

Dijkgraaf en hoogheemraden,

secretaris

ir. P.C. Janssen

dijkgraaf

dr. P.H.W.M. Daverveldt

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 november 2023,

De Verenigde Vergadering en dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland, voornoemd,

De secretaris

ir. P.C. Janssen

de Voorzitter,

dr. P.H.W.M. Daverveldt

Naar boven