Wijziging Verordening verontreinigingsheffing

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden 10 oktober 2023 met nr. DM 1963800;

gelet op de Begroting 2024, vastgesteld in de vergadering van 15 november 2023;

gelet op de artikelen 110 en 122l van de Waterschapswet en artikel 7.2, lid 2, van de Waterwet;

 

Besluit:

Artikel I  

De Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    Artikel 19 komt te luiden:

    Artikel 19

    Het tarief bedraagt € 66,11 per vervuilingseenheid.

     

  • B.

    In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt de verwijzing naar de Waterwet geschrapt in artikel 1, onderdeel a. Artikel 1 onderdeel a komt te luiden:

    • 1.

      oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna ten aanzien waarvan het waterschap is aangewezen als beheerder;

  • C.

    Bijlage I uit artikel 2 wordt gewijzigd als volgt

    In Bijlage I, tabel B wordt voor de parameter ‘som ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof’ het normblad voor de meting ‘NEN-EN 12260’ vervangen door ‘NEN-EN-ISO 20236:2021’.

     

  • D.

    In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt de verwijzing naar artikel 1.1 van de Waterwet geschrapt. De toelichting van de verordening wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Artikel 1 aanhef komt te luiden:

      “Om duidelijkheid te scheppen over een aantal in de modelverordening voorkomende begrippen en om de leesbaarheid van de tekst te bevorderen, is van deze begrippen een omschrijving gegeven in artikel 1. Daarbij is zo veel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen in Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet en artikel 7.1 van de Waterwet.”

    • 2.

      Artikel 1, onderdeel a komt te luiden:

      “Het begrip ‘oppervlaktewaterlichaam’ is omschreven in Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten, met dien verstande, dat alleen de oppervlaktewateren waarvan het waterschap is aangewezen als beheerder onder de reikwijdte van deze verordening vallen.”

    • 3.

      Artikel 1, onderdeel g komt te luiden:

      “Een zuiveringtechnisch werk is een werk voor het zuiveren van stedelijk afvalwater, in exploitatie bij een waterschap of gemeente, dan wel een rechtspersoon die door het bestuur van een waterschap met de zuivering van stedelijk afvalwater is belast, met inbegrip van het bij dat werk behorende werk voor het transport van stedelijk afvalwater. Deze definitie is ontleend aan Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet. Het begrip omvat naast afvalwaterzuiveringsinstallaties ook gemalen, persleidingen, vrijvervalleidingen, open en dichte afvoergoten en pompstations ten behoeve van het afvalwater. Ook voorzieningen voor individuele behandeling van afvalwater (IBA’s) vallen onder het begrip zuiveringtechnisch werk. De gemeentelijke riolering wordt hier niet onder begrepen (zie onderdeel f, waarbij het begrip riolering is gedefinieerd).”

    • 4.

      Artikel 1, onderdeel j komt te luiden:

      “Hoewel de Waterschapswet dit begrip niet expliciet omschrijft, moet onder het watersysteem worden verstaan de zorg voor de waterkering, de waterbeheersing en het passieve waterkwaliteitsbeheer. De Omgevingswet kent in Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet een definitie van het begrip watersysteem. Omdat in deze verordening bedoeld wordt het watersysteem, zoals de zorg daarvoor dat als taak aan het waterschap is opgedragen, wordt aansluiting gezocht bij artikel 1, tweede lid, van de Waterschapswet.”

Artikel II  

Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit besluit te bepalen dat:

  • 1.

    Dit besluit in werking treedt met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    De in bijlage I genoemde normbladen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op:

    • het kantoor van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht, Stadsplateau 1 te Utrecht en

    • het kantoor van het Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Poldermolen 2 te Houten.

  • 4.

    De bij dit besluit gewijzigde bepalingen van toepassing blijven op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 2023.

Voorzitter, J.C.H. Haan

Secretaris, F.H.M. Apeldoorn

Naar boven