Wijziging Verordening zuiveringsheffing

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 10 oktober 2023 met nr. DM 1963800;

gelet op de Begroting 2024, vastgesteld in de vergadering van 15 november 2023;

gelet op de artikelen 110 en 122l van de Waterschapswet en hoofdstuk 6.2 van het Waterschapsbesluit;

 

Besluit:

Artikel I  

De Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • A.

    Artikel 20 komt te luiden:

    Artikel 20

    Het tarief bedraagt € 66,11 per vervuilingseenheid.

     

  • B.

    In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt de verwijzing naar de Waterwet geschrapt in artikel 1, onderdeel e. Artikel 1 onderdeel e komt te luiden:

    • 1.

      afvalwater: afvalwater als bedoeld in artikel 2.17 van de Omgevingswet;

       

  • C.

    Bijlage I uit artikel 2 wordt gewijzigd als volgt

    In Bijlage I, tabel B wordt voor de parameter ‘som ammoniumstikstof en organisch gebonden stikstof’ het normblad voor de meting ‘NEN-EN 12260’ vervangen door ‘NEN-EN-ISO 20236:2021’.

     

  • D.

    In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt de verwijzing naar artikel 3.4 van de Waterwet geschrapt. De toelichting van de verordening wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In onderdeel A Algemeen komt de tweede alinea te luiden:

      “Met de zuiveringsheffing worden onder meer de kosten van de aan waterschappen toebedeelde taak om stedelijk afvalwater te zuiveren (artikel 2.17 van de Omgevingswet) bekostigd. Deze taak kan worden onderverdeeld in actief beheer (het feitelijk transporteren en zuiveren van afvalwater, alsmede het verbranden van zuiveringsslib) en passief beheer (vergunningverlening, toezicht en controle, handhaving, waterkwaliteitsbeheersplannen). In artikel 122d, vijfde lid, van de Waterschapswet zijn daarnaast nog expliciet een tweetal bestedingsmogelijkheden van de heffingsopbrengst genoemd.”

    • 2.

      Artikel 1, onderdeel e komt te luiden:

      “Met het begrip ‘afvalwater’ wordt aangesloten bij het begrip uit artikel 2.17 van de Omgevingswet. Waar in deze verordening wordt gesproken van afvalwater wordt hiermee stedelijk afvalwater bedoeld.”

Artikel II  

Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit besluit te bepalen dat:

  • 1.

    Dit besluit in werking treedt met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 3.

    De in bijlage I genoemde normbladen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op:

    • het kantoor van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht, Stadsplateau 1 te Utrecht en

    • het kantoor van het Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Poldermolen 2 te Houten.

  • 4.

    De bij dit besluit gewijzigde bepalingen van toepassing blijven op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 2023.

Voorzitter, J.C.H. Haan

Secretaris, F.H.M. Apeldoorn

Naar boven