Artikel I
Invoeging bij lid 1:
- e.
Legger Delfland: de legger van het Hoogheemraadschap van Delfland als bedoeld in artikel 2.39 Omgevingswet, artikel 78 Waterschapswet, artikel 7.4 Zuid-Hollandse Omgevingsverordening en artikel 5 Reglement van Bestuur voor het Hoogheemraadschap van Delfland, bestaande uit de leggerkaart en de leggertekst.
Vervalt artikel 2 lid 2.
het nemen van besluiten over projectplannen Waterwet, zoals het vaststellen daarvan, binnen het vastgestelde investeringsplan, uitgezonderd de volgende gevallen:
- a.
de aanleg, verlegging of versterking van een primaire waterkering;
- b.
wanneer de projectprocedure van artikel 5.5 en verder Waterwet van toepassing is;
- c.
indien de Verenigde Vergadering bij het vaststellen van het investeringsplan voor het project waarvoor het projectplan wordt vastgesteld, heeft bepaald dat het projectplan door haarzelf dient te worden vastgesteld;
Wijziging artikel 2 lid 3.
'legger' wordt vervangen door 'Legger Delfland'.
Wijziging artikel 2 lid 5.
het vaststellen van leggerwijzigingen voortvloeiend uit de vaststelling van projectplannen of de verlening van watervergunningen.
wordt:
het vaststellen van wijzigingen van de Legger Delfland voortvloeiend uit de vaststelling van projectbesluiten of de verlening van vergunningen voor de aanleg, wijziging of verwijdering van een waterstaatswerk;
Wijziging artikel 2 lid 6
het vaststellen van leggerwijzigingen gericht op technische aanpassingen als gevolg van in het veld aangetroffen situaties die niet stroken met de legger;
wordt:
het vaststellen van wijzigingen van de Legger Delfland gericht op technische aanpassingen als gevolg van in het veld aangetroffen situaties die niet stroken met de legger;
Wijziging artikel 2 lid 7.
het nemen van besluiten over gedoogplichten als bedoeld in de artikelen 5.21 en 5.22 Waterwet voor onderzoeken en daarmee verband houdende werkzaamheden;
wordt vervangen door:
het nemen van besluiten over het opleggen van gedoogplichten als bedoeld in artikel 10.17 Omgevingswet, alsmede het wijzigen van gedoogplichtbeschikkingen als bedoeld in artikel 10.23 Omgevingswet.
Vervalt artikel 2 lid 8.
Invoeging artikel 2 lid 18 g.
de werkingsgebieden van de Waterschapsverordening Delfland, zoals op genomen in bijlage 3 bij die verordening. Deze bevoegdheid kan door dijkgraaf en hoogheemraden worden gemandateerd.
Invoeging lid 19.
het volgens de legesverordening vaststellen van het bedrag aan leges, nadat hiervoor een begroting van de kosten is opgesteld. Deze bevoegdheid kan door dijkgraaf en hoogheemraden worden gemandateerd.
Invoeging artikel 2A Overgangsrecht
- 1.
Op de vaststelling van projectplannen als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet waarvan het ontwerp voor de inwerkingtreding van afdeling 5.1 van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, blijft het Delegatiebesluit Delfland 2023, zoals dat luidde tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, van toepassing.
- 2.
Op een ambtshalve opgelegde gedoogplichtbeschikking als bedoeld in artikel 5.21 Waterwet en artikel 5.24 Waterwet die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet is bekend gemaakt, blijft het Delegatiebesluit Delfland 2023, zoals dat luidde tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, van toepassing totdat de betreffende gedoogplichtbeschikking onherroepelijk is.
- 3.
Indien voor een ambtshalve te nemen gedoogplichtbeschikking als bedoeld in artikel 5.21 Waterwet en artikel 5.24 Waterwet voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet toepassing is gegeven aan artikel 4:8 Algemene Wet bestuursrecht, blijft het Delegatiebesluit 2023 van toepassing zoals dat luidde tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, totdat de te nemen gedoogplichtbeschikking onherroepelijk is.
- 4.
Indien voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag als bedoeld in artikel 5.22 lid 1 Waterwet is ingediend, blijft het Delegatiebesluit Delfland 2023 van toepassing, zoals dat luidde tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, totdat het besluit op de aanvraag onherroepelijk is.