Waterschapsblad van Waterschap Vechtstromen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2023, 15174 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Vechtstromen | Waterschapsblad 2023, 15174 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Onderhoudskeur waterschap Vechtstromen
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze keur en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
waterkering: kunstmatige hoogte of van nature aanwezige hoogte, die een waterkerende functie of mede een waterkerende functie heeft voor oppervlaktewater;
waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk;
De regels in deze keur zijn, met het oog op de maatschappelijke doelen van artikel 1.3 van de Omgevingswet, gericht op:
HOOFDSTUK 2 BEHEER EN ONDERHOUD
Artikel 2.1 Inhoud onderhoudsplicht gewoon onderhoud
De onderhoudsplichtigen van waterkeringen dragen ten allen tijde zorg voor een goede toestand van de waterkeringen door in ieder geval onder andere het bestrijden van schadelijke diersoorten, met uitzondering van muskus- en beverratten, en het bestrijden van schadelijke begroeiingen, het herstellen van beschadigingen en het in stand houden van begroeiingen en materialen dienstig aan de waterkering.
De onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen zijn in ieder geval verplicht tot het daaruit verwijderen van voor het functioneren van het oppervlaktewaterlichaam schadelijke begroeiingen en afval, het herstellen van beschadigingen aan oevers en tot het onderhouden van begroeiingen, dienstig aan de waterhuishoudkundige functie van het oppervlaktewaterlichaam.
De middelen bestemd tot afsluiting van kunstwerken dienen door de onderhoudsplichtigen in goede staat te worden onderhouden en zo vaak als dat door of namens het dagelijks bestuur nodig wordt geoordeeld dient de goede werking te worden getoond. Het waterkerend houden betreft zowel de instandhouding als het functioneren van het werk.
Artikel 2.2 Inhoud onderhoudsplicht buitengewoon onderhoud
Voor waterstaatswerken, waarvoor het vaststellen van een legger ingevolge de Waterwet is voorgeschreven en die op grond van een projectplan of een omgevingsvergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de legger, geldt, zolang vaststelling van een legger of van een wijziging van de legger niet heeft plaatsgevonden, dat voor de onderhoudsplichten op grond van dit hoofdstuk de ligging, vorm, afmeting en constructie van het waterstaatwerk worden aangehouden, zoals aangegeven in het projectplan of de omgevingsvergunning.
Het is verboden buitengewoon onderhoud te verrichten aan waterkeringen tussen 15 oktober en 15 april.
Hoofdstuk 3 Toezicht en handhaving
Artikel 3.1 Aanwijzing toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze keur zijn belast de daartoe door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaren van het waterschap of andere personen.
Overtredingen van de bepalingen van deze keur en de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 4.1 Overgangsrecht handhavingsbesluiten
Als voor de inwerkingtreding van deze keur een overtreding heeft plaatsgevonden, een overtreding is aangevangen of het gevaar voor een overtreding klaarblijkelijk dreigde, en voor die inwerkingtreding een bestuurlijke sanctie is opgelegd voor die overtreding of dreigende overtreding, blijft het oude recht op die bestuurlijke sanctie van toepassing tot het tijdstip waarop:
Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 29 november 2023,
Het algemeen bestuur van waterschap Vechtstromen,
dr. S.M.M. Kuks, watergraaf
drs. R.I. Andringa, secretaris
De Omgevingswet treedt in werking op 1 januari 2022. Onder de Omgevingswet zouden alle aspecten van de fysieke leefomgeving op één plek komen. De Waterschapswet wijzigt op dit punt niet. Daarmee blijft de grondslag in de Waterschapswet. Wenselijk zou zijn dat de bepalingen omtrent onderhoud onderdeel worden van de Waterschapsverordening. Er wordt landelijk beoordeeld welke wijzigingen nodig zijn om dit aan te passen, zodat de bepalingen omtrent onderhoud opgenomen kunnen worden in de waterschapsverordening. Totdat dit in de wetgeving aangepast is, is het niet mogelijk om dit onderdeel in de waterschapsverordening op te nemen. Om de regels hieromtrent wel een plek te geven is er daarom een aparte onderhoudskeur opgesteld.
Grondslag van de onderhoudskeur
De onderhoudskeur is een algemene verordening van het waterschap. Op grond van artikel 56 juncto artikel 78 van de Waterschapswet stelt het waterschap verordeningen vast die het nodig oordeelt voor de behartiging van de opgedragen taken. De taken die aan het waterschap zijn opgedragen zijn volgens artikel 1 van de Waterschapswet de zorg voor het watersysteem en zorg voor het zuiveren van afvalwater en eventueel kunnen de zorg voor andere waterstaatsaangelegenheden worden opgedragen, bijvoorbeeld het vaarwegbeheer. Naast de Waterschapswet, die de organisatie van de waterschappen regelt, geven de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving allerlei bepalingen over de inhoud van het waterbeheer, bijvoorbeeld in de vorm van doelstellingen en concrete normen.
De onderhoudskeur is gebaseerd op de Waterschapswet.
Voor de opbouw en structuur van deze keur is de Omgevingswet en de daarop gebaseerde regelgeving als uitgangspunt genomen.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Het eerste hoofdstuk bevat begripsomschrijvingen.
Verder zijn er het toepassingsgebied en de doelen opgenomen. Ook is hier bepaald tot wie de bepalingen in de keur zijn gericht.
HOOFDSTUK 2 BEHEER EN ONDERHOUD
Het tweede hoofdstuk regelt de onderhoudsplichten bij waterstaatswerken. Dit hoofdstuk heeft een belangrijke relatie met de onderhoudslegger (art. 78, tweede lid van de Waterschapswet). In de onderhoudslegger staan de onderhoudsplichtigen, die aan de onderhoudsplichten moeten voldoen.
Dit hoofdstuk is conform hoofdstuk 2 zoals deze voorheen in de Keur waterschap Vechtstromen 2020 was opgenomen. In dit hoofdstuk is bepaald wat er onder gewoon onderhoud en buitengewoon onderhoud wordt verstaan.
Verder zijn de gebodsbepalingen met betrekking tot coupures, sluizen en peilregulerende kunstwerken opgenomen.
HOOFDSTUK 3 TOEZICHT EN HANDHAVING
In het derde hoofdstuk zijn de bepalingen over het aanwijzen van toezichthouders en de strafbepalingen opgenomen.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Het laatste hoofdstuk regelt het overgangsrecht voor handhavingsbesluiten. Daarnaast bevat dit hoofdstuk de bepalingen over de intrekking van de Keur waterschap Vechtstromen 2020, de inwerkingtreding en de citeertitel van deze keur.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Hier zijn de begrippen opgenomen waarvoor het nodig is een begripsbepaling vast te leggen. Als begrippen in de Omgevingswet of bijbehorende AmvB’s zijn verwoord zijn deze van toepassing en hier niet nogmaals opgenomen.
Onder de Omgevingswet worden de regels van het waterschap ontsloten in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het is nog niet mogelijk om de onderhoudskeur via het DSO te ontsluiten. Daarom is voor deze keur geen beperkingengebied aangewezen.
Dit neemt echter niet weg dat wel het toepassingsgebied van deze keur vastgesteld moet worden. Voor de onderhoudskeur is dat het beheergebied van waterschap Vechtstromen.
De doelen uit artikel 1.3 van de Omgevingswet zijn verwoord naar de doelen zoals deze zijn voor het waterschap. Dit zijn de doelen zoals deze onder de Waterwet verwoord waren. Dit zijn de doelen waarvoor de regels in de keur zijn opgesteld.
De normadressaat is degene tot wie de regels zijn gericht.
In dit artikel wordt algemeen geregeld dat degenen die zijn aangewezen als onderhoudsplichtigen in de legger of, als er nog geen legger is, zijn aangewezen zoals bepaald in het tweede lid van dit artikel, verplicht zijn tot het verrichten van onderhoud zoals beschreven in dit hoofdstuk.
De legger geeft aan wie onderhoudsplichtig zijn, de bepalingen geven aan welk onderhoud de onderhoudsplichtigen verplicht zijn uit te voeren. De legger die hier bedoeld wordt is de zogenaamde onderhoudslegger, bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet. Vaak wordt deze legger gecombineerd met de legger als bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet. Formeel zijn dit twee verschillende leggers.
Het is mogelijk dat op grond van artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet nog geen legger is vastgesteld voor bepaalde waterstaatswerken. De onderhoudsplichtige volgt dan niet uit de onderhoudslegger. Artikel 1.4, tweede lid voorziet in een vangnet voor deze situatie.
Onderhoud kan op een andere wijze zijn geregeld, bijvoorbeeld in een omgevingsvergunning, overeenkomst of op basis van gewoonterecht. Als dat het geval is, gaan deze afspraken voor.
HOOFDSTUK 2 BEHEER EN ONDERHOUD
Artikel 2.1 Inhoud onderhoudsplicht gewoon onderhoud
In dit artikel is in zijn algemeenheid geregeld dat de onderhoudsplichtige verplicht is een waterstaatswerk in stand te houden overeenkomstig zijn waterhuishoudkundige functie.
Dit artikel geeft weer wat onderhoudsplichtigen aan gewoon onderhoud aan waterkeringen moeten doen. Bij het verwijderen van schadelijke diersoorten en begroeiingen moet gedacht worden aan die diersoorten en die beplantingen die aantoonbaar schade toebrengen aan het waterkerend vermogen van de dijk. Dus geen gaten in de dijk of beschadiging van de speciale grasmat of diepe wortels in de dijk. De bestrijding van muskus- en beverratten is uitgezonderd. De zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken door muskus- en beverratten berust ingevolge artikel 1, derde lid van de wet bij het waterschap.
Begroeiingen en afval moeten worden verwijderd uit oppervlaktewaterlichamen door de in de legger aangewezen onderhoudsplichtigen. Met afval wordt bedoeld voorwerpen, materialen en stoffen die de aan- of afvoer of berging van water belemmeren.
In artikel 2.1, vierde lid is aangegeven dat onderhoudsplichtigen van waterkeringen de ondersteunende kunstwerken of werken in, op of boven waterkeringen of de bijbehorende beschermingszone waterkerend moeten houden.
In artikel 2.1, vijfde lid is aangegeven dat onderhoudsplichtigen de middelen bestemd tot afsluiting van kunstwerken in goede staat dienen te onderhouden. Op verzoek van het waterschap dient de goede werking te worden getoond.
Dit artikel gebiedt onderhoudsplichtigen ondersteunende kunstwerken en werken bij oppervlaktewaterlichamen te onderhouden. Het gaat hier om (kunst)werken die (mede) een waterhuishoudkundige functie hebben, zoals duikers, overkluizingen en stuwen.
Artikel 2.2 Inhoud onderhoudsplicht buitengewoon onderhoud
Dit artikel geeft aan welk buitengewoon onderhoud door onderhoudsplichtigen moet worden gepleegd aan waterstaatswerken. Er wordt in dit artikel verwezen naar de ligging, vorm afmeting en constructie zoals in de legger opgenomen. Bij deze inhoudelijke beschrijving van de onderhoudsplicht wordt aangesloten bij de legger, bedoeld in de Omgevingswet. Deze Omgevingswetlegger geeft aan waar een waterstaatswerk aan moet voldoen en via artikel 2.2 wordt geregeld dat de onderhoudsplichtige het buitengewone onderhoud zo moet uitvoeren dat wordt voldaan aan deze Omgevingswetlegger.
De periode van 15 oktober tot en met 15 april is de zogenoemde hoogwater-periode. In deze periode is de kans aanwezig dat het water tot aan de waterkeringen staat. In een dergelijke periode is het niet wenselijk dat buitengewoon onderhoud aan deze kering wordt uitgevoerd. Dit kan namelijk tijdelijk de stabiliteit van de waterkering beïnvloeden, waardoor de waterveiligheid niet gegarandeerd kan worden.
Artikel 2.4 Coupures en sluizen
Bij hoog water, bij oefeningen, et cetera kan het nodig zijn coupures en sluizen te sluiten. Het bestuur kan hiertoe besluiten. De onderhoudsplichtigen van deze coupures en sluizen zijn aangewezen op de onderhoudslegger op grond van de Waterschapswet en zijn verplicht op eerste aanzegging van het bestuur deze te sluiten.
Artikel 2.5 Peilregulerende kunstwerken
Onderhoudsplichtigen van peilregulerende kunstwerken moeten een bepaald stuwpeil instellen, indien het bestuur daartoe besluit. Verplichtingen vanuit een eventueel peilbesluit op grond van artikel 2.41 van de Omgevingswet moeten hierbij in acht worden genomen.
HOOFDSTUK 3 TOEZICHT EN HANDHAVING
Artikel 3.1 Aanwijzing toezichthouders
Onder toezichthouder verstaat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift, artikel 5.11 Awb. Hieruit vloeit voort dat de toezichthoudende bevoegdheden uit de Awb alleen kunnen worden uitgeoefend door personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift als zodanig zijn aangewezen. Dit artikel voorziet in de vereiste wettelijke grondslag voor de aanwijzing van toezichthouders.
Artikel 81 van de Waterschapswet bepaalt welke maximumstraf op een overtreding van de keur kan worden gesteld. Deze strafmogelijkheid moet in de keur zelf worden gepositiveerd. In artikel 3.1 is de maximumstraf opgenomen, namelijk drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie als bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Deze stafbepalingen staan los van of naast het bestuursrechtelijke instrumentarium – bestuursdwang en dwangsom – waarover het bestuursorgaan in geval van overtreding kan beschikken.
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 4.1 Overgangsbepaling handhavingsbesluiten
In dit artikel is het overgangsrecht opgenomen voor de situaties waarin een bestuurlijke sanctie is opgelegd. Door het intrekken van de Keur waterschap Vechtstromen 2020 vervalt de basis voor beschikkingen die op basis van de keur zijn vastgesteld. Door het opnemen van dit artikel blijven de opgelegde beschikkingen van kracht.
Op bekendmaking van de keur zijn de artikelen 73 tot en met 76 van de Waterschapswet van toepassing. Ingevolge het bepaalde in artikel 74 van de Waterschapswet treden bekendgemaakte besluiten, waaronder een keur, in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking, tenzij in die besluiten daarvoor een ander tijdstip is aangewezen. In dit artikel is een ander tijdstip van inwerkingtreding aangewezen.
Dit is de titel waarmee deze keur wordt aangehaald: Onderhoudskeur waterschap Vechtstromen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-15174.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.