Waterschapsblad van Waterschap Rivierenland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rivierenland | Waterschapsblad 2023, 15119 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rivierenland | Waterschapsblad 2023, 15119 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening behandeling bezwaren en klachten Waterschap Rivierenland 2023
Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;
op voordracht van het college van dijkgraaf en heemraden van 17 oktober 2023;
gelet op artikel 78 van de Waterschapswet en de afdelingen 7.2 en 9.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Verordening behandeling bezwaren en klachten Waterschap Rivierenland 2023
HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.
De bevoegdheden ingevolge de artikelen 2:1, tweede lid, 6:6 en 7:6, vierde lid, van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.
Voor het houden van de hoorzitting is vereist dat de meerderheid van de commissie, waaronder de voorzitter dan wel diens plaatsvervanger, aanwezig is.
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de voorbereiding van en beraadslaging over het advies inzake de beslissing op het bezwaar, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Indien na afloop van de hoorzitting, doch voor het uitbrengen van advies, nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden. Verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en belanghebbenden toegezonden.
De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het houden van een nieuwe hoorzitting. De commissie beslist op een dergelijk verzoek.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN EN KLAAGSCHRIFTEN
Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezige belanghebbenden en/of hun gemachtigden en de namen van de vertegenwoordigers van het bestuursorgaan, alsmede hun hoedanigheid. Het vermeldt voorts kort hetgeen tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.
Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 9:10, derde lid, van de wet vermeldt de namen van de aanwezige klager(s) en/of hun gemachtigden en de namen van de vertegenwoordigers van het bestuursorgaan, alsmede hun hoedanigheid. Het vermeldt voorts kort hetgeen tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing op het bezwaarschrift door het bestuursorgaan, verzoekt de voorzitter het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn, als bedoeld in artikel 9:11, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing op het klaagschrift door het bestuursorgaan, verzoekt de voorzitter het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 9 oktober 2023.
de secretaris-directeur,
ir. Z.C. Vonk,
de voorzitter,
prof. dr. J.C. Verdaas.
TOELICHTING BIJ DE VERORDENING BEHANDELING BEZWAREN EN KLACHTEN VOOR HET WATERSCHAP RIVIERENLAND 2023
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft in de artikelen 1:1 tot en met 1:5 een aantal begripsomschrijvingen dat binnen het gehele bestuursrecht van toepassing is. De daar omschreven begrippen hoeven in de onderhavige verordening dan ook niet te worden beschreven. Het begrip "bestuursorgaan", dat in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, Awb wordt omschreven, wordt in artikel 1, aanhef en onder a, van de verordening nader geconcretiseerd in die zin dat de bestuursorganen van het waterschap met name worden genoemd. Van "een andere persoon of een ander college met enig openbaar gezag bekleed" is sprake, indien bevoegdheden van de genoemde bestuursorganen bij besluit zijn gedelegeerd.
Dit artikel regelt de taakafbakening van de commissie: pas na advies van de commissie beslist het bestuursorgaan op de bij hem ingediende bezwaren of klachten. In alle gevallen behoudt het bestuursorgaan de verantwoordelijkheid voor de uiteindelijke afhandeling.
Het bezwaar of de klacht hoeft niet altijd te worden voorgelegd aan de commissie. Dat kan op formele of informele wijze geschieden. Iedere informele vorm van afdoening is mogelijk (bijv. mediation), mits dat gebeurt naar tevredenheid van de bezwaarmaker of klager. Indien het bezwaar of de klacht informeel is opgelost, worden zij niet voorgelegd aan de commissie.
Op grond van artikel 7:3 Awb hoeft het bezwaar niet te worden voorgelegd aan de commissie, indien
het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is, kennelijk ongegrond is, de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij/zij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord, of aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.
Artikel 9:8 Awb noemt de gevallen wanneer een bestuursorgaan niet verplicht, maar wel bevoegd is een klacht te behandelen. Dat is bijvoorbeeld bij een herhaalde klacht of wanneer de gedraging langer dan een jaar voor indiening van het klaagschrift heeft plaatsgevonden.
Ten slotte kan worden afgezien van het horen van de klager, indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord (art. 9:10, tweede lid, Awb).
Artikel 7:13 Awb bevat enkele dwingende bepalingen over de samenstelling van de commissie (minimumbezetting en onafhankelijke voorzitter). De Awb schrijft slechts voor dat de voorzitter geen deel mag uitmaken of niet werkzaam mag zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Er is gekozen om deze onafhankelijke positie niet alleen voor de voorzitter maar ook voor de leden van de commissie te waarborgen. De benoeming, schorsing en het ontslag van de voorzitter en de leden is in handen van het algemeen bestuur.
In verband met de benodigde flexibiliteit om de zittingen in te kunnen roosteren, zijn alle leden tevens plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 6:14 Awb verplicht tot schriftelijke bevestiging van de ontvangst van een bezwaarschrift.
Om te kunnen controleren of een bezwaarschrift tijdig is ingediend (ontvankelijkheid), verdient het aanbeveling om, naast aantekening van de datum van ontvangst op het bezwaarschrift, de envelop waarin het bezwaarschrift is verzonden te bewaren. De termijn voor indiening van een bezwaarschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt (art. 6:7 en 6:8 Awb). Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de bezwaartermijn is ontvangen. Bij verzending per post is een bezwaarschrift tijdig ingediend, indien het voor het einde van de bezwaartermijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen (art. 6:9 Awb). De artikelen 6:10 en 6:11 Awb bevatten een nadere regeling over de (niet-)ontvankelijkverklaring van bezwaarschriften.
De voorzitter van de commissie draagt zorg voor een voldoende voorbereiding van het advies over de beslissing op het bezwaar. Ten behoeve daarvan is het noodzakelijk dat de voorzitter alle inlichtingen kan inwinnen, die benodigd zijn voor een beoordeling van de ontvankelijkheid en de zaak zelf. Tevens kan de voorzitter zelf of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies inwinnen.
De hoorzitting vindt in beginsel fysiek plaats ten kantore van het waterschap. Eén van de partijen kan verzoeken dat de hoorzitting (deels) digitaal plaatsvindt. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn, indien de bezwaarmaker of klager niet fysiek aanwezig kan zijn, maar wel digitaal. In dat geval vindt de hoorzitting hybride plaats (deels fysiek, deels digitaal). Een volledig digitale hoorzitting kan bijvoorbeeld plaatsvinden, indien geen van de partijen aanwezig kan zijn, bijvoorbeeld wegens een pandemie (Covid). De benodigde faciliteiten zijn hiervoor beschikbaar.
De termijn tussen de oproeping en de hoorzitting dient zodanig te zijn dat de belanghebbenden en het bestuursorgaan voldoende tijd hebben om zich op de zitting voor te kunnen bereiden. Gekozen is voor een termijn van twee weken, mede in verband met de termijn van twaalf weken waarbinnen, behoudens verdaging, op het bezwaar moet zijn beslist (artikel 7:10 Awb).
Voorzien is in de mogelijkheid om aan de voorzitter uitstel van de zitting te verzoeken.
Deze bepaling regelt de uitoefening van enkele bevoegdheden door de voorzitter van de commissie. Het betreft de volgende bevoegdheden:
De voorzitter en de leden van de commissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het bestuursorgaan waarvoor zij optreden. Tevens dienen zij onpartijdig te zijn ten aanzien van de belangen die zij zelf bij de behandeling van een bezwaar zouden kunnen hebben. In voorkomende gevallen zullen zij niet deelnemen aan de totstandkoming van het advies.
Ingevolge artikel 7:5, tweede lid, Awb besluit het bestuursorgaan of het horen in het openbaar plaatsvindt, tenzij bij wettelijke regeling anders is bepaald. De onderhavige verordening bepaalt dat het horen in principe in het openbaar plaatsvindt.
Een uitzondering op deze regel blijft mogelijk, bijvoorbeeld in het geval bijzonder persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard, dan wel andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen. Over de beslotenheid van de zitting besluit de commissie.
De zitting dient te worden onderscheiden van de beraadslaging van de commissie, die altijd achter gesloten deuren plaatsvindt (art. 19).
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de hoorzitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en bestuursorgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. Artikel 7:9 Awb bepaalt dat, indien het in een voorkomend geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, belanghebbenden opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.
Op grond van artikel 9:15, tweede lid, Awb geschiedt het horen door de aangewezen commissie op basis van artikel 9:14 Awb. De hoorplicht staat omschreven in artikel 9:10 Awb. De voorzitter van de commissie bepaalt op welke wijze het horen geschiedt.
De beslissing om van het horen af te zien wordt door de commissie genomen (art. 9:15, derde lid jo. art. 9:10, tweede lid, Awb), tenzij het klaagschrift reeds op basis van artikel 9:5 Awb naar tevredenheid van de klager op informele wijze is afgehandeld. In dergelijke gevallen hoeft geen hoorzitting meer te worden gehouden.
De Awb regelt niets over de openbaarheid van de hoorzitting. Gelet op de aard van de klachtenprocedure is in deze verordening opgenomen dat de hoorzitting niet openbaar is, tenzij de commissie anders besluit.
De artikelen 7:7 en 9:10, lid 3, Awb bepalen dat van het horen een verslag wordt gemaakt, maar stellen geen inhoudelijke eisen aan de verslaglegging. In onderhavige bepaling worden aanvullend nadere inhoudelijke eisen aan de verslaglegging van een hoorzitting gesteld.
Ingevolge artikel 7:13, zesde lid, Awb maakt het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie over het bezwaarschrift. Ingeval van een klacht bevat het rapport van bevindingen ook het verslag van het horen (art. 9:15, lid 4, Awb).
De commissie brengt advies uit aan het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen waartegen bezwaar is gemaakt. De bestuursorganen binnen het waterschap zijn het algemeen bestuur, het college van dijkgraaf en heemraden en de voorzitter. In de meeste gevallen zal het een besluit van het college van dijkgraaf en heemraden betreffen, zoals bijvoorbeeld een vergunning of een handhavingsbesluit. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen, hetgeen gebruikelijk is bij een dergelijke commissie.
De beslistermijn voor ingediende bezwaarschriften en de termijn voor de afhandeling van klaagschriften bedraagt bij een onafhankelijke adviescommissie twaalf respectievelijk tien weken. Deze termijn kan het bestuursorgaan met maximaal zes respectievelijk vier weken verlengen op grond van de artikelen 7:10, derde lid, en 9:11, tweede lid, Awb. De voorzitter van de commissie zal in voorkomende gevallen het bestuursorgaan tijdig verzoeken de beslissing te verdagen.
De bekendmaking geschiedt digitaal. Eén dag na de bekendmaking treedt de verordening in werking. Vanwege de aard en belang van dit besluit is de Participatie- en inspraakverordening Waterschap Rivierenland 2020 niet van toepassing (art. 5, lid 2a, Participatieverordening).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-15119.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.