Waterschapsblad van Waterschap Rijn en IJssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rijn en IJssel | Waterschapsblad 2023, 14967 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rijn en IJssel | Waterschapsblad 2023, 14967 | beleidsregel |
Beleidsregel 1.6 Wegen, parkeerplaatsen, aanbermingen, op- en afritten op en nabij waterkeringen
Onderwerp en toepassingsgebied
Deze beleidsregel is van toepassing op onder andere het aanbrengen, wijzigen en verwijderen van wegen, paden, aanbermingen, parkeerplaatsen, op- en afritten, trappen en bijbehorende voorzieningen zoals verkeersvoorzieningen en straatmeubilair in de kernzone, de beschermingszone en het profiel van vrije ruimte van de waterkeringen binnen het beheergebied van waterschap Rijn en IJssel.
Relatie met de waterschapsverordening
Op grond van de waterschapsverordening is het verboden zonder vergunning van het bestuur:
1.6.2 Doel van de beleidsregel
Met deze beleidsregel biedt het waterschap inzage in de wijze waarop het aanbrengen, wijzigen en verwijderen van wegen, op- en afritten, aanbermingen, paden, parkeerplaatsen en bijbehorende voorzieningen op of nabij waterkeringen wordt beoordeeld. Hierbij is het van belang dat de waterkerende functie en de stabiliteit van de waterkering is gegarandeerd. Daarnaast mogen het beheer en onderhoud van de waterkering niet worden belemmerd en moeten eventuele toekomstige versterkingen van de waterkering zonder belemmeringen worden uitgevoerd.
1.6.3 Motivering van de beleidsregel
Wegen over of parallel aan waterkeringen en andere (half-)verharde oppervlakken zoals parkeerplaatsen, trappen kunnen het waterkerend vermogen van waterkeringen negatief beïnvloeden. Het waterschap is terughoudend in het toestaan van nieuwe wegen, trappen, op- en afritten en parkeerplaatsen op en nabij waterkeringen. Een basisvoorwaarde is dat het beheer en onderhoud en de afwatering van de waterkering niet worden belemmerd.
De meeste waterkeringen zijn vanwege het uitvoeren van doelmatig beheer en onderhoud voorzien van inspectiewegen, paden, op- en afritten. Wegen, parkeerplaatsen, op- en afritten kunnen door hun aanwezigheid en de vervoersbewegingen negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de waterkering. Hoewel wegen, parkeerplaatsen en op- en afritten in veel gevallen een vergroting van het dijkprofiel betekenen, is er sprake van extra belasting van het bestaande dijklichaam. Trillingen door verkeer kunnen bij met water verzadigde waterkeringen leiden tot instabiliteit van het grondlichaam. Afstromend hemelwater kan langs bermen en/of de fundering van de weg in de bodem dringen waardoor de waterkering op bepaalde plaatsen verzadigd kan raken. De erosiebestendigheid van de dijkbekleiding en de aansluitingen van de aangevraagde werken op de dijkbekleding moeten gegarandeerd zijn.
Eventuele funderingen en verhardingen mogen geen nadelige invloed hebben op de dijkbekleding. Dit vergroot de kans op afname van stabiliteit. Daarnaast kunnen wegen, parkeerplaatsen, trappen, op- en afritten in combinatie met de verkeersbelasting een extra belasting betekenen voor eventueel aanwezige leidingen. (Verkeers)voorzieningen zoals borden, komportalen, openbare verlichting en straatmeubilair kunnen eveneens van invloed zijn op de stabiliteit van de waterkering. (Verkeers)voorzieningen worden als een onlosmakelijk deel van de weg, parkeerplaats, op- of afrit beschouwd.
De (constructie van) wegen, parkeerplaatsen, op- en afritten op de waterkering of tegen het talud van de waterkering moet zodanig worden aangelegd dat er geen belemmeringen ontstaan voor het uit te voeren beheer en onderhoud. Maaimachines ondervinden hinder van de aanwezigheid van diverse werken zoals (verkeers)voorzieningen. Daarom moeten in dergelijke gevallen wegen en op- en afritten aansluitend op de omliggende dijkbekleding of grasmat worden aangelegd. Onderhoudsvakken kunnen door wegen, parkeerplaatsen, op- en afritten worden opgedeeld. Dit is ongewenst.
1. Vervanging van een bestaande weg, parkeerplaats, op- en afrit
Vervanging van een bestaande weg, parkeerplaats, op- en afrit wordt beschouwd als nieuwe aanleg.
De weg, parkeerplaats, trap, op- en afrit en alle bijbehorende voorzieningen moeten in goede staat van onderhoud verkeren. De eigenaar van het te ontsluiten perceel en/of aangebrachte voorzieningen is verantwoordelijk voor het onderhoud.
3. Verstoring ondoorlatende lagen
De ondoorlatende lagen van een waterkering mogen niet worden verstoord.
4. Door het waterschap uit te voeren beheer en onderhoud
De wegverharding in de kernzone van de waterkering:
Eventuele kabels en afvoerleidingen voor hemelwater ten behoeve van een weg, parkeerplaats, op- en afrit moeten vanuit het achterland worden aangelegd. De (aanleg van de) kabels moet(en) voldoen aan de toetsingscriteria zoals vermeld in Beleidsregel 1.4 Kabels en leidingen in en nabij waterkeringen.
8. Bestaande kabels en leidingen
Wegen, parkeerplaatsen, op- en afritten mogen geen ontoelaatbare belasting vormen voor eventueel aanwezige kabels en leidingen. De aanvrager moet dit middels berekeningen (laten) aantonen.
Onder een weg, pad of parkeerplaats bestaande uit halfverharding moet geotextiel worden aangebracht tussen het dijklichaam en de halfverharding.
Een met de waterkering kruisende weg, op- of afrit moet zo haaks mogelijk worden aangelegd.
De afwatering van de weg, parkeerplaats, op- of afrit mag geen negatieve invloed hebben op de erosiebestendigheid van de waterkering.
Nieuw aan te leggen taludhellingen moeten geleidelijk aansluiten op de dijktaluds.
Buitendijkse voorzieningen moeten zodanig worden aangelegd dat:
16. Zettingen door aanbermingen
In gebieden waar door de aanleg van de aangevraagde werken grote zettingen worden verwacht, moet de aanvrager door middel van berekeningen (laten) aantonen dat de aangevraagde werken geen nadelige gevolgen kunnen hebben op:
17. Grondkwaliteit aanbermingen
De voor aanbermingen toe te passen grond moet aantoonbaar voldoen aan de geldende kwaliteitseisen.
Er mogen geen (ingesloten) holle ruimtes ontstaan.
De kwelweglengte mag niet worden verkort door de aangevraagde werken. De aanvrager moet middels kwelwegberekeningen (laten) aantonen dat de waterkerende functie van de waterkering gewaarborgd blijft.
20. Strooizout en bestrijdingsmiddelen
In de vergunningvoorschriften moeten eventueel noodzakelijke bepalingen worden vastgelegd over:
21. Verwijdering van wegen, parkeerplaatsen, op- en afritten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-14967.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.