op grond van het bepaalde in artikel 2, lid 3, van de Scheepvaartverkeerswet in samenhang met het besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland d.d. 20 februari 1992 (registratienummer: DM 1025622) en het besluit van Provinciale Staten van Utrecht d.d. 18 maart 1992 (registratienummer: DM 1016578) het college van dijkgraaf en hoogheemraden het nautisch beheer voor de Enkele Wiericke uitvoert;
dit besluit van toepassing is op de Enkele Wiericke, lopende vanaf de splitsing met de Oude Rijn nabij Weijpoort 1 in Nieuwerbrug aan den Rijn tot aan de inlaat vanuit de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel nabij Goejanverwelle 1 te Hekendorp;
in het belang van het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan het aquatisch leefmilieu, oevers en waterkeringen het noodzakelijk is om voor de Enkele Wiericke een verbod op gemotoriseerd vaarverkeer in te stellen;
voor het varen op de Enkele Wiericke, uitsluitend vanwege cultuurhistorische en educatieve belangen en in verband met minimale vaarbewegingen, aan slechts enkele vaarweggebruikers een vergunning is verleend;
vanwege de vergunning van 16 juli 2021 (DM 1793735) voor het varen op het meest noordelijke deel van de Enkele Wiericke, tussen de Oude Rijn en de ligplaats bij Weijpoort 1, Nieuwerbrug aan den Rijn, aanpassing van het bestaande verkeersbesluit De Enkele Wiericke d.d. 28 juni 2016 (DM 1020579) noodzakelijk is;
vanwege het vervallen van artikel 3.A.1 van de Keur 2018 (DM 1684890) aanpassing van het voorgaande verkeersbesluit De Enkele Wiericke d.d. 28 juni 2016 (DM 1020579) noodzakelijk is om te bewerkstelligen dat het verbod voor gemotoriseerd vaarverkeer voor de Enkele Wiericke niet geldt indien er om te kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht op basis van de Keur, een tijdelijke noodzaak bestaat om met een gemotoriseerd vaartuig te varen op de Enkele Wiericke;
vanwege het vervallen van artikel 3.A.2 van de Keur 2018 (DM 1684890) aanpassing van het bestaande verkeersbesluit De Enkele Wiericke (DM 1020579; 28 juni 2016) noodzakelijk is om te bewerkstelligen dat uitsluitend ligplaats mag worden ingenomen op de daarvoor bestemde en ingerichte ligplaatsen;
op grond van het bepaalde in artikel 2 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer het bevoegd gezag slechts verkeerstekens aanbrengt die opgenomen zijn in de bijlagen 7 en 8 behorende bij het Binnenvaartpolitiereglement;
de aan te brengen verkeerstekens verbodsborden betreffen zoals genoemd onder A12 in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement;
aan de verkeerstekens een nadere aanduiding kan worden toegevoegd;
bij dit besluit een gewaarmerkte overzichtskaart en gewaarmerkte situatietekeningen zijn gevoegd waarop de locaties van de ligplaatsen en van de verkeerstekens zijn vermeld;
over dit besluit overleg heeft plaatsgevonden met betrokken overheden en instanties als bedoeld in de artikelen 6 en 14 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;
dit besluit van 24 december 2021 tot en met 7 januari 2022 ter inzage gelegd wordt [dit moet zijn: dit ontwerp besluit van 24 december 2021 tot en met 7 januari 2022 ter inzage heeft gelegen en tijdens deze inspraakperiode geen zienswijzen zijn ingediend];