Wijzigingsbesluit Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in 2 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Waterschapsblad zullen de wijzigingen van artikel 1 onderdeel A en B verwerkt worden.]

 

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

 

gelezen voorstel van het college dijkgraaf en hoogheemraden van 18 oktober 2022 met nr. DM1911426;

gelet op artikel 83 Waterschapswet en afdeling 10.1.2 Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

Artikel I  

De Delegatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 2 komt te luiden:

     

    “Artikel 2 Rechtsgedingen

     

    De volgende bevoegdheden met betrekking tot het voeren van rechtsgedingen zijn gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden:

     

    • 1.

      De bevoegdheid te besluiten tot het voeren, zowel eisend als verwerend, van een rechtsgeding als bedoeld in artikel 86 eerste lid Waterschapswet.

    • 2.

      De bevoegdheid tot het procederen, zowel eisend als verwerend, in kort geding en tot het voegen in strafzaken als bedoeld in artikel 51f van het Wetboek van Strafvordering als bedoeld in artikel 86 tweede lid Waterschapswet.

    • 3.

      De bevoegdheid tot het instellen van beroep, het maken van bezwaar alsmede het verzoeken om een voorlopige voorziening of om schorsing van het aangevochten besluit als bedoeld in artikel 86 derde lid Waterschapswet als ook het voeren van verweer in deze zaken.

    • 4.

      De bevoegdheid tot het intrekken van het ingestelde beroep of het gemaakte bezwaar als bedoeld in artikel 16 Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

    • 5.

      Het aangaan en voeren van gedingen, zowel eisend als verwerend, voor buitengerechtelijke instanties (waaronder arbitrage), alsmede beslissingen om geschillen te beëindigen door schikking, al dan niet via mediation.”

  • B.

    Artikel 3 vervalt.

  • C.

    Artikel 4 vervalt.

Artikel II  

Ten aanzien van de inwerkingtreding te bepalen:

 

  • 1.

    De wijziging in artikel I onder A en B treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking ervan.

  • 2.

    De wijziging in artikel I onder C treedt inwerking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2022,

J.C.H. Haan, voorzitter

F.H.M. Apeldoorn, secretaris

Toelichting

Dit wijzigingsbesluit verwerkt de wijzigingen in wetten zoals de Wet normalisatie rechtspositie ambtenaren en de Omgevingswet, en voegt een verduidelijking toe aan één artikel in de Delegatieregeling.

 

Artikel I sub A

Het voeren van verweer door het college namens het Algemeen Bestuur valt eveneens onder de werking van de gedelegeerde bevoegdheid in artikel 2 van de Delegatieregeling. Met deze aanvulling wordt dat expliciet gemaakt.

Toegevoegd is een lid 5. Hierin wordt ook de mogelijkheid van een buitengerechtelijke vorm van geschilbeslechting eveneens in handen van het college gelegd.

 

Artikel I sub B

Met de inwerkingtreding van de Wet normalisatie rechtspositie ambtenaren is artikel 82 Waterschapswet vervallen. Dit artikel bepaalde dat het algemeen bestuur de bezoldiging van de ambtenaren van het waterschap regelde.

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WRNA) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Deze wet heeft een aantal wijzigingen doorgevoerd. Belangrijkste is dat het private arbeidsrecht van toepassing is op de verhouding tussen ambtenaren en overheidswerkgevers. De eenzijdige aanstelling is vervangen door een tweezijdige arbeidsovereenkomst. Ander gevolg van deze wet is dat de regels voor arbeidsvoorwaarden zijn vervangen door het cao-recht. Dit betekent dat voor elke arbeidsovereenkomst de in de cao geregelde arbeidsvoorwaarden daar automatisch integraal deel van uit maken. De cao-afspraken hebben rechtstreekse doorwerking. Artikel 3 van de Delegatieregeling kan komt te vervallen.

 

Artikel I sub C

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, vervalt artikel 5.4 Waterwet. Dit artikel regelt de vaststelling van een projectplan.

Onder de Omgevingswet bestaat alleen nog het projectbesluit. Dit is een instrument van waterschappen, provincies en het Rijk voor het mogelijk maken van vaak complexe projecten met een publiek belang. Voorbeelden zijn de aanleg of uitbreiding van een snelweg of de versterking van een primaire waterkering. Op basis van artikel 5.44 van de Omgevingswet is het dagelijks bestuur van het waterschap direct het bevoegde bestuursorgaan voor het vaststellen van een projectbesluit voor het beheer van watersystemen en het waterketenbeheer. Artikel 4 van de Delegatieregeling kan komen te vervallen.

Naar boven