Waterschapsblad van Waterschap Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Limburg | Waterschapsblad 2023, 12283 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Limburg | Waterschapsblad 2023, 12283 | beleidsregel |
Treasurystatuut 2023 Waterschap Limburg
In dit treasurystatuut wordt het beleidskader vastgelegd met betrekking tot de treasuryfunctie, gebaseerd op de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) en regelingen die uitwerking zijn van deze wet.
In de wet Fido zijn kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De belangrijkste doelstellingen van deze wet zijn: het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden, het beheersen van renterisico's en het vergroten van transparantie.
Regelingen, die uitwerking zijn van de wet Fido:
Het treasurybeleid kent twee kwalitatieve randvoorwaarden waaruit volgt dat zogenaamd bankieren door decentrale overheden, niet is toegestaan:
Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Jaarlijks wordt een treasuryparagraaf opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Hierin worden de specifieke voornemens en de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury besproken. Verder wordt jaarlijks tussentijds over het uitgevoerde beleid gedurende het eerste halfjaar gerapporteerd.
Dit treasurystatuut begint met de wettelijk kaders, de externe regelgeving (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt het doel (hoofdstuk 3) van het treasurystatuut aangehaald en de uitvoering van de treasuryfunctie, inclusief de mandatering (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 5 worden de instrumenten en limieten aangehaald. Ten slotte wordt ingegaan op zowel de interne als externe controle (hoofdstuk 6).
In bijlage 1 is een procesbeschrijving van treasury opgenomen en de toelichting op het gebruikte vakjargon is opgenomen in bijlage 2, begrippenkader.
Het treasurystatuut is gebaseerd op de wet Fido en de regelingen die een uitwerking zijn van deze wet;
Onderstaand worden de wet en de regelingen kort toegelicht en worden de belangrijkste bepalingen aangehaald.
2.1 Wet Financiering decentrale overheden (Fido)
De wet Fido regelt hoe provincies, gemeenten en waterschappen (lees decentrale overheden) hun geld en kapitaal dienen te beheren.
2.2 Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo)
In Ruddo zijn de normen met betrekking tot de kredietwaardigheid opgenomen waaraan partijen waar de decentrale overheden middelen willen uitzetten moeten voldoen.
De in 2009 aangescherpte normen voor voldoende kredietwaardige partijen voor het uitzetten van middelen zijn:
2.3 Regeling schatkistbankieren decentrale overheden
In de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden zijn regels opgenomen met betrekking tot het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden.
3 Interne regelgeving; treasurystatuut
Het treasurystatuut (hierna: statuut) heeft tot doel een formeel kader te scheppen voor de financiering- en beleggingsactiviteiten van het Waterschap Limburg (WL). In het statuut moeten de vier elementen sturen, beheersen, verantwoorden en toezichthouden in hun samenhang, duidelijkheid en transparantie garanderen.
Het statuut is een ‘dynamisch’ document waarbij regelmatig moet worden gecontroleerd of de inhoud nog aansluit bij de omstandigheden. Bij sterk veranderde omstandigheden kan het statuut aanpassingen vereisen.
In het Reglement voor het WL legt de provincie voor het waterschap het gebied, de taken, de inrichting en de samenstelling van het bestuur vast. Het financieel beleid draagt bij aan en biedt ondersteuning voor het uitvoeren van de taken zoals opgenomen in het reglement. Meer specifiek dient de financiële continuïteit op korte en lange termijn gewaarborgd te worden.
Het treasurybeleid is erop gericht toegang te krijgen en houden tot de geld- en kapitaalmarkt om zo een optimaal of voldoende rendement te verkrijgen dan wel de lasten zo veel mogelijk te reduceren, binnen de financiële mogelijkheden van het waterschap. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden beheerst.
Investeringen en deelnemingen die worden gedaan in het kader van de publieke taak waarbij bewust risico's worden aanvaard vallen buiten de kaders van dit statuut. In de voorkomende gevallen dient hiervoor steeds afzonderlijke besluitvorming plaats te vinden.
Meer gedetailleerd zijn de doelstellingen van het treasurybeleid:
De instelling van het WL ten aanzien van financieel risico is risicomijdend. Dit houdt in ieder geval in:
Het beleid ten aanzien van financieringen is erop gericht een spreiding van toekomstige renterisico's te bevorderen opdat ook in de toekomst kan worden ingespeeld op ontwikkelingen op het gebied van het aantrekken en uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen, zodat voldaan wordt aan de renterisiconorm conform de eisen uit de wet Fido en geen overmatige blootstelling aan rentebewegingen optreedt;
Het gebruik van derivaten is alleen toegestaan ter beperking van financiële risico’s en het beleid dient prudent en transparant te zijn. Dit betekent dat het algemeen bestuur nadrukkelijk wordt betrokken bij het besluit over het gebruik van derivaten, zodat het doel en effect helder en duidelijk gemaakt wordt voordat dit wordt toegepast.
Het treasurybeleid wordt uitgevoerd op grond van een door het AB vastgesteld delegatiebesluit aan het DB, waarbij het aantrekken van langlopende geldleningen, het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld en het aangaan van kasgeldleningen is gedelegeerd aan het DB. De mandaten voor het aantrekken van langlopende geldleningen, het tijdelijk beleggen van overtollig kasgeld en het aangaan van kasgeldleningen zijn opgenomen in het Mandaatbesluit Waterschap Limburg 2023.
Via de mandaatverlening door het DB aan de secretaris/directeur (S/D) respectievelijk door de S/D aan financiën wordt de concrete uitvoering van het beleid verzorgd door financiën:
Voor het uitvoeren van het treasurybeleid is operationele informatie nodig. De verschillende operationele informatiestromen kunnen als volgt worden weergegeven:
In het kader van dit treasurystatuut zijn de procedures voor het aangaan van geldleningen, het aangaan van kasgeldleningen en het tijdelijk beleggen van overtollig geld (lees schatkistbankieren) opgenomen in de procesbeschrijving treasury1.
De functiescheiding in diverse taken draagt bij aan het voorkomen van misbruik. Naast de externe controle aan het einde van het proces wordt tussentijds de juistheid en legitimiteit gecontroleerd. Het belangrijkste deel van de controle vindt dan ook intern plaats, bijvoorbeeld de interne controle op rechtmatigheid (zie 6.1) door de concerncontroller. De controle van de accountant vindt plaats in het kader van de controle op de jaarrekening. Hiermee strekt de controle van de accountant zich uit over het gehele uitvoeringstraject. De invulling hiervan is neergelegd in de, door het AB, op 2 januari 2017 vastgestelde ‘Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van WL’ (artikel 109 Waterschapswet).
De overeenkomsten worden vastgelegd in het treasurydossier. Dit dossier is digitaal te raadplegen via het digitale informatiesysteem van WL.
De jaarlijkse Planning en Control (P&C) cyclus wordt gebruikt voor de uitvoering van het treasurybeleid, voor het afleggen van verantwoording over dat beleid en voor bijstelling van het beleid door het jaar heen. De beleidscyclus kent een aantal sturings- en rapportagedocumenten, aangevuld met een jaarlijkse tussentijdse verantwoording over het eerste halfjaar. Deze documenten worden na behandeling door het DB vastgesteld, c.q. voorgelegd, aan het AB.
De sturings- en rapportagedocumenten zijn:
Meerjarenraming: heeft betrekking heeft op het volgende begrotingsjaar evenals de (minimaal) 4 daarop volgende jaren. Hierin worden de lange termijn ontwikkelingen aangegeven, geanalyseerd en doorgerekend. Dit analyseren en doorrekenen dient ook te gebeuren voor de liquiditeitsprognose en de risicoanalyse. De meerjarenraming vormt de basis voor de verdere begrotingsprocedure.
Programmarekening: in de programmarekening, die gezien moet worden als de verantwoording van de uitvoering van het beleid, wordt eveneens een treasuryparagraaf opgenomen. Hierin wordt het beleid zoals het voorgenomen was in de treasuryparagraaf in de programmabegroting getoetst aan het werkelijk uitgevoerde beleid. Verschillen dienen daarbij verklaard te worden. Hierin is eveneens opgenomen:
De treasuryparagraaf in de programmabegroting bevat de geplande uitvoering van het treasurybeleid. In de treasuryparagraaf van de programmarekening wordt de uitvoering getoetst. Beiden kennen minimaal de volgende onderwerpen:
Naast de informatie in de P&C documenten wordt informatie verstrekt aan:
Voor het uitvoeren van transacties zijn in het kader van de treasury de volgende instrumenten ter beschikking:
Specifieke rente-instrumenten mogen alleen gebruikt worden voor het beheersen of verminderen van renterisico's. Voor het gebruik van specifieke rente-instrumenten dient vooraf een apart mandaat te zijn afgegeven door het AB.
Renterisico's op de netto vlottende schuld zijn begrensd tot de normen van de kasgeldlimiet van de wet Fido. De hoogte van de kasgeldlimiet (=de maximaal toegestane netto korte schuld) is in de ‘uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden’ wettelijk bepaald op 23% van het begrotingstotaal.
Renterisico's op de vaste schuld zijn begrensd tot de normen van de renterisiconorm van de wet Fido. Het financieren en beleggen van gelden houdt in dat renterisico wordt gelopen. De renterisiconorm geeft het maximale leningenbedrag aan dat binnen 1 jaar onderhevig mag zijn aan rentewijziging. Dit per jaar te berekenen normbedrag is in de ‘uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden’ wettelijk bepaald op 30% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Toepassing van deze norm heeft tot gevolg dat jaarlijks geen al te grote verschillen in rentelasten (en –baten) kunnen voorkomen.
Overtollige middelen worden in principe op grond van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden uitgezet bij ’s Rijks schatkist of bij andere overheden onder de voorwaarden:
Een decentrale overheid kan een depositorekening koppelen aan de rekening-courant voor het aanhouden van middelen in de schatkist2 . Onderstaand worden de verschillen weergegeven:
Volgens de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden zijn middelen uitgezonderd van de verplichting om in ’s Rijks schatkist te worden aangehouden, onder voorwaarden en tot een bepaald drempelbedrag (zie 2.3). Het drempelbedrag is bedoeld om te voorkomen dat decentrale overheden tot op de laatste euro hun overtollige middelen bij de schatkist aan zouden moeten houden. De omvang van het drempelbedrag is afhankelijk van de begroting van de decentrale overheid en wordt per kwartaal getoetst:
Het drempelbedrag is gedefinieerd als een gemiddeld bedrag per kwartaal. Dat betekent dat het gemiddelde van het bedrag aan overtollige middelen dat een decentrale overheid gedurende het kwartaal elke kalenderdag buiten de schatkist heeft aangehouden niet boven het drempelbedrag mag liggen. Alleen positieve saldi tellen mee voor de benutting. Het hanteren van een gemiddelde per kwartaal geeft extra flexibiliteit aan de decentrale overheid.
Over de hoogte en benutting van het drempelbedrag in ieder kwartaal rapporteert de decentrale overheid in de jaarstukken.
Een decentrale overheid met een drempelbedrag van € 1 miljoen mag elke dag € 1 miljoen buiten de schatkist aanhouden. In plaats van elke dag € 1 miljoen kan ook een dag € 10 miljoen buiten de schatkist worden gehouden, mits dat gecompenseerd wordt door bijvoorbeeld negen dagen € 0 (toetsing is gemiddeld per kwartaal).
Voor het uitzetten van middelen tot het drempelbedrag gelden in principe de bepalingen van de Ruddo. Deze uitgezonderde middelen worden eventueel alleen uitgezet bij de huisbank, de Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB).
De uitvoering van het beleid wordt getoetst en verantwoord in de treasuryparagraaf van de programmarekening.
Het treasurydossier staat op verzoek ter beschikking voor interne controle. In het kader van de rechtmatigheidscontrole wordt, op basis van het toetsingskader van het proces kapitaallasten, treasury jaarlijks geaudit door de concerncontroller. Alle treasuryactiviteiten worden integraal getoetst aan de in de bijlage opgenomen procesbeschrijving, inclusief alle mandaten.
Het WL treft alle noodzakelijke maatregelen voor het (doen) uitvoeren van een effectieve externe controle door een registeraccountant (artikel 109 lid 2 van de Waterschapswet).
De toetsing van de rechtmatigheid van de uitvoering van het treasurybeleid is object van de reguliere controle van de accountant. Opdrachtgever voor de externe controle is het AB.
Artikel 108 en artikel 109 van de Waterschapswet bepalen dat het AB bij verordening regels vaststelt met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van de vermogenswaarden en de controle. Met de vaststelling van dit treasurystatuut wordt voldaan aan de verplichting zoals die is opgenomen in artikel 108 en 109 van de Waterschapswet.
Uiterlijk 14 dagen na vaststelling dient het treasurystatuut toegezonden te worden aan de Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg.
Dit financieringsstatuut (treasurystatuut) treedt in werking met ingang van de eerste dag na vaststelling door het AB.
Dit statuut kan worden aangehaald als 'Treasurystatuut 2023 Waterschap Limburg’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 27 september 2023.
De secretaris-directeur,
ing. E.J.M. Keulers MMO
De waarnemend dijkgraaf,
drs. L.H.J. Verheijen
Bijlage 1 Procesbeschrijving treasury
UITWERKING PROCESSTAPPEN INCLUSIEF RASCI
In de procesbeschrijving is per activiteit volgens het RASCI-model de rol, verantwoordelijkheid en bevoegdheid weergegeven:
Periodiek wordt op basis van gegevens financieel systeem en verwachtingen een liquiditeitsprognose opgesteld voor de komende 2 jaar. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
|
Op basis van de liquiditeitsprognose en het saldo op de rekening wordt bekeken of een geld tekort verwacht wordt. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
Op basis van de liquiditeitsprognose en het saldo op de rekening wordt bekeken of een geld overschot verwacht wordt. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
Drie offertes aanvragen langlopende geldlening Telefonisch worden minimaal 3 offertes opgevraagd, de gegevens worden in een offerte-overzicht gezet. |
|
Op basis van de voorwaarden in treasurystatuut worden de offertes beoordeeld. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
|
Andere bank goedkoper dan NWB? Beoordeeld wordt of een bank een beter aanbod heeft dan de NWB |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
|
Gunnen aan goedkoopste aanbieder De langlopende geldlening wordt telefonisch gegund aan de goedkoopste aanbieder, daarna volgt de schriftelijke overeenkomst en een notitie naar het DB. |
|
De langlopende lening wordt telefonisch gegund aan de NWB, daarna volgt de schriftelijke overeenkomst en een notitie naar het DB. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
|
Bekeken wordt of het geld dat geleend moet worden langer dan 1 maand nodig is. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
De kasgeldlening wordt telefonisch gegund aan de NWB, daarna volgt de schriftelijke bevestiging/overeenkomst. |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
|
Is het overschot hoger dan het drempelbedrag? Bekeken wordt op het overschot dat weggezet kan worden groter is dan het drempelbedrag (2% van het begrotingstotaal) |
|
Geld uitzetten bij NWB of schatkistbankieren Het overschot wordt uitgezet bij de NWB of door middel van schatkistbankieren |
|
Teamleider financiële administratie en informatievoorziening |
|
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2023-12283.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.