Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2023

Het algemeen bestuur van Waterschap Limburg;

 

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur, AB-voorstel 2023, nummer 92, inzake vaststelling 'Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2023';

 

Gelet op Titel III van de Waterschapswet en Afdeling 10.1.1 en 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT:

Artikel 1  

Voor zover het dagelijks bestuur hiertoe niet reeds uit anderen hoofde bevoegd is, de bevoegdheden zoals vermeld in onderstaande lijst te delegeren aan het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg, waarbij de voorwaarden uit de Delegatie- en mandaatverordening Waterschap Limburg 2017 gelden.

 

Nr.

Gedelegeerde bevoegdheid

Waterbeheer

1.

Het besluiten tot het vaststellen van waterakkoorden als bedoeld in artikel 3.7 van de Waterwet.

2.

Het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot verontreiniging van de bodem en oever van oppervlaktewaterlichamen op grond van hoofdstuk 5, paragraaf 3, van de Waterwet.

3.

Het nemen van gedoogbeschikkingen op grond van hoofdstuk 5 paragraaf 4 van de Waterwet.

4.

Het uitoefenen van de bevoegdheden bij gevaar voor waterstaatswerken op grond van hoofdstuk 5, paragraaf 5, van de Waterwet.

5.

Het vaststellen van bestrijdingsplannen op basis van het door algemeen bestuur vastgestelde calamiteitenplan.

6.

Het op grond van hoofdstuk 6 van de Waterwet respectievelijk de keur verdagen, verlenen, weigeren of buiten behandeling laten van (een aanvraag voor) een vergunning en het afhandelen van meldingen.

7.

Het aanwijzen van ambtenaren belast met toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften ten aanzien waarvan het waterschapsbestuur met het toezicht op de naleving is belast.

8.

Overgaan tot de oplegging van bestuurlijke sancties (het opleggen van de last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, intrekking van de vergunning en bestuurlijke boete), voor zover de bevoegdheid daartoe niet al op grond van de Waterschapswet aan het dagelijks bestuur toekomt, op basis van het Nalevingsbeleid Waterschap Limburg. Het nemen van gedoogbeschikkingen en het nemen van besluiten naar aanleiding van handhavingsverzoeken.

9.

Het vaststellen van zwemwaterprofielen als bedoeld in de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden.

Eigendommen

10.

Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten met betrekking tot het aan- en verkopen en het ruilen en huren van onroerende zaken, voor zover een en ander verband houdt met de aanleg van waterstaatswerken, dan wel met de uitvoering van door het algemeen bestuur vastgestelde (grond)beleid.

11.

Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van gesloten overeenkomsten tot het in gebruik geven, ruilen, verhuren of verpachten van onroerende zaken. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten respectievelijk het overdragen of afstand doen van jacht-, vis- en molenrechten voor zover deze als (oude) zakelijk rechten moeten worden aangemerkt.

12.

Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van vaststellingsovereenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van deze vaststellingsovereenkomsten, voor zover het vaststellingsovereenkomsten betreft die gesloten worden om afspraken met betrekking tot (het gebruik van) onroerende zaken vast te leggen ter voorkoming van onteigening of het opleggen van gedoogplichten.

13.

Het besluiten tot het vestigen dan wel afstand doen van zakelijk rechten of het bij overeenkomst vestigen, wijzigen of beëindigen van kwalitatieve verplichtingen ten behoeve van onder meer het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan.

Aanleg en beheer van waterstaatswerken

14.

Het vaststellen en wijzigen van de legger als bedoeld in de artikelen 78 Waterschapswet en 5.1 Waterwet.

15.

Het besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet.

Nr.

Gedelegeerde bevoegdheid

Financiën

16.

Het beslissen tot votering van de individuele investeringskredieten per project die, in het MIP bij de programmabegroting door het algemeen bestuur zijn aangewezen.

17.

Het besluiten tot het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten en het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van overeenkomsten namens het Waterschap Limburg tot het leveren van diensten, goederen of werken aan het Waterschap Limburg.

18.

Budget- en kredietbeheer door middel van verschuivingen en beschikking over de post onvoorzien zoals opgenomen in de Regeling Budgetbeheer en de bijbehorende nadere regels.

19.

Het uitoefenen van de taken en bevoegdheden bij en krachtens de Aanbestedingswet 2012, waaronder begrepen het nemen van gunningsbeslissingen.

20.

Besluitvorming omtrent subsidies die vallen onder de reikwijdte van de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg of artikel 4:23, derde lid, Awb, waaronder begrepen de bevoegdheden uit titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de bevoegdheden uit de Algemene Subsidieverordening Waterschap Limburg.

21.

Beschikbare geldmiddelen met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels tijdelijk beleggen.

22.

Besluiten tot het met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels sluiten, wijzigen of beëindigen van respectievelijk het uitoefenen van bevoegdheden uit hoofde van overeenkomsten van geldlening ter financiering van de publieke taak.

Juridisch en procedureel

23.

Te besluiten namens het Waterschap Limburg, het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur tot het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures en het instellen van alle rechtsmiddelen, in alle instanties zowel eisend als verwerend en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures (conflicthantering), alsmede het vragen van een voorlopige voorziening en het procederen in kort geding. Deze bevoegdheid omvat ook het besluiten tot het aansprakelijk stellen van personen of rechtspersonen

24.

Het afgeven van bedenkingen, zienswijzen en adviezen inzake ruimtelijke plannen, de watertoets daaronder begrepen, indien een recht daartoe bij of krachtens wettelijk voorschrift aan het Waterschap Limburg of het waterschapsbestuur is toegekend.

25.

Het verdagen van besluiten, het nemen van besluiten of beslissingen op grond van artikel 4:18 (verschuldigdheid en hoogte dwangsom bij niet tijdig beslissen of niet tijdige bekendmaking van een van rechtswege gegeven besluit) of 4:20f (het wijzigen of intrekken van een van rechtswege gegeven besluit) van de Algemene wet bestuursrecht.

26.

Het uitoefenen van de bevoegdheden titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (bestuurlijke geldschulden).

27.

Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming.

28.

Het besluiten tot het toekennen of afwijzen van (verzoeken om) schadevergoeding of nadeelcompensatie.

29.

Het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het Waterschap Limburg, voor zover de bevoegdheid daartoe niet reeds op grond van een andere bepaling uit dit besluit is gedelegeerd. Uitgezonderd zijn besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.

30.

Het binnen bestaande beleidskaders bepalen van het standpunt van het Waterschap Limburg in de hoedanigheid van deelnemer aan rechtspersonen of andere samenwerkingsverbanden en het uitoefenen van de bevoegdheden die het Waterschap Limburg uit hoofde van de hoedanigheid van deelnemer aan deze rechtspersonen of samenwerkingsverbanden heeft.

31.

De bevoegdheid om ermee in te stemmen dat overheden bij afzonderlijk besluit taken passend binnen het kader van het Reglement voor het Waterschap Limburg op- of overdragen aan het Waterschap Limburg.

32.

De bevoegdheid tot het aangaan van convenanten.

33.

Het nemen van besluiten op grond van de Wet open overheid en de Wet hergebruik van overheidsinformatie.

34.

Het besluiten op bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen op grond van een aan het dagelijks bestuur gedelegeerde bevoegdheid. Dit omvat eveneens het instemmen met rechtstreeks beroep als bedoeld in artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Wijziging wetgeving en dynamische verwijzingen

  • 1.

    Ingeval van wijziging van wetgeving waarop een gedelegeerde bevoegdheid berust, blijft, voor zover de bevoegdheid aan het algemeen bestuur blijft geattribueerd, de delegatie verleend en wordt deze bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen (voortzetting van de) delegatie verzet.

  • 2.

    Voor zover in dit Delegatiebesluit wordt verwezen naar door bestuursorganen van het Waterschap Limburg vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels wordt daarmee steeds bedoeld de meest actuele versie daarvan, inclusief eventueel na vaststelling van het Delegatiebesluit daarin doorgevoerde wijzigingen. Voor zover deze algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels na inwerkingtreding van het Delegatiebesluit geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken of komen te vervallen en daarvoor andere algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels in de plaats treden dan hebben de verwijzingen in dit Delegatiebesluit betrekking op die nieuwe algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels of overige regels.

Artikel 3 Inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als 'Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2023'.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in het Waterschapsblad.

  • 3.

    Op het moment van inwerkingtreding van deze regeling vervalt het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017. Het Delegatie- en mandaatbesluit Waterschap Limburg 2017 blijft evenwel van toepassing op besluiten die zijn genomen voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Delegatiebesluit Waterschap Limburg 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 27 september 2023,

De secretaris-directeur,

Ir. E.J.M. Keulers MMO

de waarnemend dijkgraaf,

drs. L.H.J. Verheijen

Toelichting

Het Delegatiebesluit 2017 wordt met dit besluit geactualiseerd. In het geactualiseerde delegatiebesluit wordt de structuur van het Delegatiebesluit 2017 zoveel mogelijk gehandhaafd. Bovendien is in het geactualiseerde delegatiebesluit de in het Delegatiebesluit 2017 gekozen bevoegdheidsverdeling tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur zoveel mogelijk gecontinueerd. Het doel van de actualisatie is om het delegatiebesluit in overeenstemming te brengen met gewijzigde wetgeving, onnodige bepalingen te schrappen en op een aantal punten te verduidelijken om het delegatiebesluit nog beter aan te laten sluiten op de bestaande bestuurspraktijk.

 

Een voorbeeld van het in overeenstemming brengen van het delegatiebesluit met gewijzigde wetgeving is de verwijzing in het Delegatiebesluit 2017 naar de (inmiddels vervallen) Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet openbaarheid van bestuur. In het geactualiseerde delegatiebesluit zijn in plaats daarvan de verwijzingen naar de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet open overheid opgenomen. Om voor toekomstige gevallen zoveel mogelijk te voorkomen dat het delegatiebesluit niet meer actueel is, wordt er in het geactualiseerde delegatiebesluit voorzien in een bepaling die regelt dat als een wet wordt vervangen door een andere wet de gedelegeerde bevoegdheid automatisch op die nieuwe wet komt te berusten. Dat betekent dat er in dergelijke gevallen geen noodzaak meer bestaat om vanwege wetswijzigingen ook het delegatiebesluit te moeten wijzigen.

 

Het Delegatiebesluit 2017 bleek bij nadere beschouwing bovendien een aantal onnodige bepalingen te bevatten omdat daarin bevoegdheden aan het dagelijks bestuur worden gedelegeerd die bij of krachtens wettelijk voorschrift al aan het dagelijks bestuur is toegekend. Een voorbeeld betreft de verschillende delegatiebepalingen die betrekking hebben op – kort gezegd – het besluiten tot het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten van medewerkers van het Waterschap Limburg en het nemen van rechtspositionele besluiten. Dit betreffen zogenoemde dagelijkse aangelegenheden van het waterschap ter zake waarvan het dagelijks bestuur reeds op grond van het bepaalde in artikel 84, eerste lid, Waterschapswet bevoegd is (Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 35 073, nr. 3, p. 12 en 13). Ten aanzien van deze aspecten behoeft derhalve niet in delegatie te worden voorzien, zodat de betreffende bepalingen geschrapt kunnen worden.

 

Het Delegatiebesluit 2017 bleek verder op een aantal punten nog verduidelijkt te kunnen worden om het delegatiebesluit nog beter aan te laten sluiten op de bestaande bestuurspraktijk. Een voorbeeld betreft de handhaving. Door of namens het dagelijks bestuur worden handhavingsbesluiten genomen en geëffectueerd. In het Delegatiebesluit 2017 was reeds de bevoegdheid om handhavingsbesluiten te nemen (voor zover nodig) gedelegeerd aan het dagelijks bestuur. Ter verduidelijking is nu expliciet benoemd dat ook de bevoegdheid om gedoogbeschikkingen te nemen, afwijzend te beslissen op handhavingsverzoeken en bevoegdheden rondom invordering van verbeurde dwangsommen, kosten van bestuursdwang en opgelegde boetes aan het dagelijks bestuur uit te oefenen zijn gedelegeerd. Een ander voorbeeld betreft het namens het Waterschap Limburg besluiten tot het aangaan van overeenkomsten en het verrichten van andere privaatrechtelijke rechtshandelingen. Een aantal belangrijke soorten overeenkomsten, zoals overeenkomsten tot het leveren van diensten, goederen of werken aan het Waterschap Limburg en overeenkomsten met betrekking tot onroerende zaken, waren al expliciet in het delegatiebesluit opgenomen. In het geactualiseerde delegatiebesluit is voorzien in een vangnetbepaling op grond waarvan het dagelijks bestuur ook in algemene zin bevoegd is om namens het Waterschap Limburg te besluiten privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, met uitzondering van de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen. Op die manier is buiten twijfel gesteld dat het dagelijks bestuur steeds bevoegd is te besluiten om namens het Waterschap Limburg privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten. Denk bijvoorbeeld aan overeenkomsten waarbij een klein bedrag wordt geschonken ten behoeve van de sponsoring van een bepaald project.

 

Op één punt wordt een materiële wijziging voorgesteld. In het Delegatiebesluit 2017 was de bevoegdheid tot het vaststellen van projectplannen deels gedelegeerd aan het dagelijks bestuur en deels gemandateerd. Feitelijk betekent dat in de praktijk dat het dagelijks bestuur steeds het projectplan vaststelt, zij het soms zelfstandig en soms in mandaat. Het criterium om te bepalen of een bepaald projectplan onder de delegatie- respectievelijk de mandaatbepaling valt blijkt in de praktijk niet steeds eenvoudig toe te passen omdat onder meer moet worden beoordeeld of de aanleg van een bepaald waterstaatswerk maatschappelijk gevoelig ligt. De beoordeling of een project maatschappelijk gevoelig ligt is bovendien een criterium dat in strijd moet worden geacht met het vereiste van rechtszekerheid. In de Omgevingswet zal de bevoegdheid tot vaststelling van projectplannen worden toebedeeld aan het dagelijks bestuur. Om deze redenen wordt voorgesteld om de bevoegdheid tot het vaststellen van projectplannen in algemene zin te delegeren aan het dagelijks bestuur.

Naar boven