Eerste partiële herziening Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020

Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta;

overwegende dat het algemeen bestuur op 28 oktober 2020 de ‘Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020’ heeft vastgesteld welke op 13 november 2020 in werking is getreden;

gezien het feit dat na inwerkingtreding van de beleidsnota is gebleken dat paragraaf 4.3 Varen niet voldoende inhoud bevat om als beleidskader te kunnen fungeren, en er vanuit de organisatie de behoefte is om deze paragraaf inhoudelijker in te vullen zodat ze als (concreter) toetsingskader voor onder andere vergunningaanvragen kan dienen;

met bovenstaande aanpassing worden gelijktijdig enkele geconstateerde taalkundige onvolkomenheden in de beleidsnota aangepast;

gelet op onder andere de Waterwet, de Scheepvaartverkeerswet, de Algemene wet bestuursrecht, de interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, en de Keur waterschap Brabantse Delta 2015;

het conceptbesluit ‘Eerste partiële herziening Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020’ heeft zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn geen reacties ontvangen.

 

 

B E S L U I T :

  • 1.

    in de ‘Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020’ de wijzigingen door te voeren zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit;

  • 2.

    dit besluit wordt aangehaald als “Eerste partiële herziening Beleidsnota recreatief medegebruik waterschap Brabantse Delta 2020”;

  • 3.

    dit besluit treedt in werking vanaf 27 juni 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 22 juni 2022,

De dijkgraaf

drs. C.J.G.M. de Vet

De secretaris-directeur

dr. A.F.M. Meuleman

Bijlage

 

Toelichting

In deze bijlage staat in een aparte tabel aangegeven welke veranderingen in de bestaande tekst doorgevoerd worden. Om makkelijk te kunnen verwijzen zijn alle wijzigingen genummerd (kolom 1). In de tweede kolom van de tabel staat de vindplaats in de beleidsregel zoals deze is laatst is vastgesteld. De wijziging is omschreven in de derde kolom en in de laatste kolom is kort omschreven waarom de wijziging wordt aangebracht. Er zijn alleen tabellen opgenomen voor gedeelten van de beleidsregel waarin daadwerkelijk iets aangepast wordt. Daar waar dat verduidelijkend is, is in de derde kolom de wijziging in rood aangegeven.

 

Beleidsnota recreatief medegebruik

nr.

vindplaats

aanpassing

reden

1.1

Inhoudsopgave

Paragraaf 4.3 luidt:

 

4.3 Varen

 

Wordt vervangen door:

 

4.3 Recreatievaart

Titel conform de inhoudelijke aanpassingen, zie nummer 1.6.

1.2

1. Inleiding

De tweede alinea luidt:

 

Er wordt gevaren en gezwommen op onze wateren, er liggen wandel- en fietsroutes over onze waterkeringen en lokale verenigingen dienen aanvragen in om een ommetje te realiseren op onderhoudspaden.

 

Wordt vervangen door:

 

Er wordt gevaren op en gezwommen in onze wateren, er liggen wandel- en fietsroutes over onze waterkeringen en lokale verenigingen dienen aanvragen in om een ommetje te realiseren op onderhoudspaden.

Taalkundige correctie.

1.3

1. Inleiding

In de derde alinea wordt twee maal de omgevingswet genoemd. De juiste schrijfwijze is Omgevingswet met een hoofdletter. Beide worden aangepast.

Schrijfwijze aangepast aan juiste juridische verwijzing.

1.4

2. Afbakening

In de eerste alinea wordt de visserijwet genoemd. De juiste schrijfwijze is Visserijwet met een hoofdletter. Wordt aangepast.

Schrijfwijze aangepast aan juiste juridische verwijzing.

1.5

2. Afbakening

De eerste zin van de tweede alinea luidt:

 

Deze beleidsnota gaat wel over het nemen van besluiten en maatregelen over het samenwerken bij initiatieven op het gebied van recreatie.

 

Wordt vervangen door:

 

Deze beleidsnota gaat wel over het nemen van besluiten en maatregelen m.b.t. recreatief medegebruik en m.b.t. het samenwerken bij initiatieven op het gebied van recreatie.

Taalkundige aanpassing zodat het kader van de beleidsnota juist wordt verwoord.

1.6

4.3 Varen

Deze paragraaf luidt:

 

Het binnenvaart politie regelement bepaald dat in principe overal gevaren mag worden. De nautisch beheerder, vaak het waterschap, kan beperkingen opleggen.

 

Denk daarbij aan maximale afmetingen en snelheden op de vaarwegen. Op de ‘overzichtskaart vaarwegen’ staan alle vaarwegen met de daar geldende maximale afmetingen voor schepen. Schepen die hiervan afwijken hebben een vergunning nodig van het waterschap. De ‘overzichtskaart vaarwegen’, evenals de toetsingsvoorwaarden voor de vergunningaanvraag, is te raadplegen op de website van waterschap Brabantse Delta.

 

Wordt vervangen door:

 

4.3 Recreatievaart

 

Het waterschap is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Vanuit die wettelijke taken is het belangrijk om kaders te stellen voor het recreatief gebruik van de wateren in het beheergebied van het waterschap Brabantse Delta. Daarnaast zorgt het waterschap voor de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, zodat de recreatie- en beroepsvaart op doorgaande vaarwegen zoveel mogelijk door kan gaan.

 

Over het algemeen geldt dat recreatie op en in het water mag, zolang het de waterstaatkundige functies en ecologische waarden van het water niet negatief beïnvloedt. Negatieve beïnvloeding ontstaat bijvoorbeeld door te snel varen, met te veel diepte varen of door hinderlijke golfslag. Maar ook wanneer schade aan de natuur ontstaat of wanneer kwetsbare oevers beschadigd raken, enzovoort. Het waterschap wil deze negatieve beïnvloeding voorkomen met duidelijke regels.

 

Daar waar het waterschap nautisch beheerder is op basis van de Scheepvaartverkeerswet en de provinciale regelgeving[1] pakt het waterschap vanuit die taak haar rol op. Als een ander bestuursorgaan de nautisch beheerder is, heeft het waterschap een adviserende rol.

 

Vaarbeleid

Het vaarbeleid voor overige wateren geldt voor wateren die in beheer zijn bij het waterschap maar niet de functie vaarweg hebben. Het betreft wateren waar recreatievaart mogelijk is en kan worden toegestaan. Deze regeling kan worden gezien als aanvullend op het reguliere watersysteembeheer. Het waterschap bepaalt de wijze waarop het op deze overige wateren het varen reguleert (inclusief toezicht en handhaving). Varen is toegestaan voor zover dit past binnen het leggerprofiel en geen extra beheerkosten tot gevolg heeft.

 

Bij het varen op overige wateren dient onderscheid te worden gemaakt tussen gemotoriseerd en niet gemotoriseerd varen. In beginsel is het gebruik van overige wateren middels niet gemotoriseerd varen (kano, roeiboot, etc.) in het hele beheergebied van het waterschap toegestaan.

 

De gebruiksregels voor het gemotoriseerd varen op overige wateren worden in dit vaarbeleid geregeld. Eventuele verkeerstekens die worden geplaatst om het gebruik van de overige wateren te reguleren zijn overeenkomstig bijlage 7 (Verkeerstekens) van het Binnenvaartpolitiereglement.

 

Het waterschap staat in principe gemotoriseerd varen op overige wateren niet toe. Tenzij wordt voldaan aan (rand)voorwaarden. Het waterschap toetst een vergunningsaanvraag voor gemotoriseerd varen tenminste aan onderstaande (rand)voorwaarden:

 

Voorwaarden

  • 1.

    Het doel van de vaartocht is educatie (natuur, cultuur en historie).

  • 2.

    Er wordt alleen vergunning verleend aan een gespecialiseerd(e) bedrijf of onderneming met een inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK) of een eigenaar/bewoner van een woonperceel dat direct grenst aan het vaarwater.

  • 3.

    Een vergunning is niet overdraagbaar.

  • 4.

    Een vergunning geldt alleen voor het varen tussen zonsopkomst en zonsondergang en op nader te bepalen tijdstippen.

  • 5.

    Het hebben van vaste schippers/gidsen die bekend zijn met zowel het traject als de directe omgeving is verplicht.

  • 6.

    Het waterschap mag voor een bepaalde periode aanvragen weigeren, als blijkt dat de wateren te zwaar worden belast.

  • 7.

    Activiteiten die schade, overlast of verstoring veroorzaken zijn niet toegestaan.

  • 8.

    Als de waterloop een ecologische functie heeft, voert het waterschap eerst een natuurtoets uit om aan te tonen dat het halen van de natuur doelen niet in gevaar komt.

  • 9.

    De vergunning geldt voor een bepaalde periode (een seizoen) met mogelijkheid tot verlenging.

  • 10.

    Afmeren en in- en uitstappen is niet toegestaan, behalve bij aangewezen locaties.

  • 11.

    In de vergunning wordt als voorschrift opgenomen dat indien het noodzakelijk wordt geacht door het waterschap, het gebruik van de vergunning op aanzegging van het waterschap (tijdelijk) onderbroken moet worden.

 

[1] Provinciale verordening en het provinciaal besluit 60/99 (d.d. 26 maart 1999).

Aangepast zodat deze paragraaf (1) meer uitleg geeft over de juridische context en (2) een concreet toetsingskader geeft voor vergunningaanvragen.

1.7

Gehele beleidsnota

In het document wordt op diverse plaatsen “Waterschap Brabantse Delta” vervangen door “het waterschap”.

De term “Waterschap Brabantse Delta” komt veelvuldig terug in de beleidsnota. Dit geeft vaak een onnodige herhaling die niet bijdraagt aan de leesbaarheid. Daarom wordt daar waar dat in het kader van de leesbaarheid beter tot zijn recht komt deze verwijzing aangepast.

 

Naar boven