Verkeersbesluit de Strijp en de Reijnerwatering

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland,

 

Gelet op:

het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

 

  • I.

    Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben bij besluit van 20 februari 2002 het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap van Delfland als bevoegd gezag in de zin van artikel 2 Scheepvaartverkeerswet aangewezen over al die scheepvaartwegen waarover het hoogheemraadschap het beheer voert en voor zover die wateren niet onder het bevoegd gezag van een ander openbaar lichaam vallen;

  • II.

    op grond van artikel 4 en 5 van de Scheepvaartverkeerswet kan het bevoegd gezag verkeersbesluiten nemen ter bescherming van de in artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet genoemde belangen;

  • III.

    Dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Delfland kan besluiten tot het aanbrengen (of verwijderen) van verkeerstekens, dan wel tot het doen van een bekendmaking met dezelfde strekking als een verkeersteken;

  • IV.

    de doelstelling die met dit besluit wordt beoogd is het verzekeren van de veiligheid en de vlotte doorgang van het scheepvaartverkeer, het instandhouden van scheepvaartwegen, het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen, en tevens het voorkomen of beperken van schade aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van het gebied;

  • V.

    ter voorbereiding van dit besluit is overleg gevoerd met de bij dit besluit belanghebbende openbare lichamen en instellingen;

  • VI.

    dit besluit wordt uitgevaardigd door middel van een bekendmaking volgens artikel 6 van de Scheepvaartverkeerswet;

  • VII.

    dit besluit van toepassing is op de wateren de Strijp en de Reijnerwatering.

BESLUIT

  • I.

    verboden, geboden en beperkingen op de Strijp en de Reijnerwatering vast te stellen, wateren aangegeven op de kaart van bijlage 2 van de Vaarverordening Delfland, zoals vastgesteld bij besluit van dijkgraaf en hoogheemraden van 5 april 2022;

  • II.

    de verboden, geboden en beperkingen op de Strijp en de Reijnerwatering worden kenbaar gemaakt middels de verkeerstekens die worden weergegeven op de bij dit besluit behorende bijlage 1. De locaties worden weergegeven op de bij dit besluit behorende overzichtskaart;

  • III.

    bij de verkeerstekens onder II worden ter verduidelijking van deze verkeerstekens, bijkomende tekens geplaatst, zoals eveneens weergegeven op de bij dit besluit behorende overzichtskaart;

  • IV.

    dat ontheffingen verleend van een gebod of verbod krachtens het verkeersbesluit genoemd onder V worden geacht op grond van voorliggend verkeersbesluit te zijn verleend;

  • V.

    het verkeersbesluit van 24 april 2017 (D2017-04-002164/2017-005187) in te trekken met ingang van de datum dat onderhavig besluit in werking treedt;

  • VI.

    dit besluit wordt aangehaald als ‘Verkeersbesluit De Strijp en de Reijnerwatering’;

  • VII.

    dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de publicatiedatum ervan in het Waterschapsblad.

 

Toelichting

De wateren de Strijp en de Rijnwetering zijn bij besluit van 5 april 2022 van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland toegevoegd aan de kaart in Bijlage 2 van de Vaarverordening Delfland. Op wateren opgenomen op deze kaart mag gemotoriseerd gevaren worden.

De Strijp en Reijnerwatering zijn smalle watergangen en vormen een corridor op de ecologische netwerkkaart. Om onder meer de veiligheid en vlotte doorgang te verzekeren en de ecologie te beschermen zijn verboden, geboden en beperkingen op deze wateren vastgesteld in dit Verkeersbesluit. Deze houden in; éénrichtingverkeer, beperkte vaarsnelheid en afsluiting van de vaarweg voor gemotoriseerd varen tussen 15 april en 15 juni. Verder worden beperkingstekens geplaatst om vaarrecreanten te attenderen op een beperkte waterdiepte en beperkte doorvaarthoogte.

 

Op grond van artikel 7 van de Scheepvaartverkeerswet kan van een gebod of verbod, aangegeven met een verkeersteken, zonodig onder beperkingen, vrijstelling of ontheffing worden verleend door dijkgraaf en hoogheemraden. Aan een besluit tot vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Bij de toepassing van die bevoegdheid wordt rekening gehouden met het belang of belangen, ten dienste waarvan het betreffende gebod of verbod is gesteld en zal aansluiting worden gezocht bij de voorwaarden voor ontheffingsverlening die zijn opgenomen in de Vaarverordening Delfland.

 

Delft, 7 april 2022

 

namens Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland,

de Afdelingsmanager Regulering en Planadvisering,

 

B.M. van Egmond

 

Bezwaar

Tegen dit besluit kan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt door belanghebbenden een gemotiveerd bezwaarschrift worden ingediend bij het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap van Delfland, t.a.v. de bezwaarschriftencommissie Awb Delfland, Postbus 361, 2601 DB Delft. Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van naam en adres, de dagtekening, een handtekening, een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt ingesteld en de gronden van het bezwaar.

 

Voorlopige voorziening

Tevens bestaat de mogelijkheid de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de rechtbank Den Haag, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag om een voorlopige voorziening te verzoeken. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd.

 

Het is ook mogelijk om digitaal een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage 1

Met het plaatsen van het BPR bord A1a (verboden in te varen) wordt voorkomen dat er gevaren wordt op watergangen in verband met de veiligheid en het behoud van ecologie. Boven- en onderbord (F3) met de teksten “éénrichtingsverkeer” en “m.u.v. ontheffingshouders”.

Met het plaatsen van het BPR bord A12 (verboden voor gemotoriseerd vaarverkeer) wordt voorkomen dat gemotoriseerd gevaren wordt op deze wateren die niet draagkrachtig genoeg zijn voor gemotoriseerd vaarverkeer. De Strijp en de Reijnerwatering zijn afgesloten voor gemotoriseerd vaarverkeer gedurende de periode 15 april tot 15 juni. Gedurende deze periode kan de aquatische ecologie aangroeien. Onderbord (F3) met de tekst “van 15 april tot 15 juni”.

Met het plaatsen van het BPR bord B6 (maximaal 4 km/u) wordt de vaarsnelheid gelimiteerd. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat:

  • 1.

    gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan door snel varende vaartuigen;

  • 2.

    slib opgewerveld wordt (negatieve invloed waterkwaliteit):

  • 3.

    schade ontstaat aan waterstaatswerken.

Met het plaatsen van de BPR borden C1 en C2 (beperkte doorvaarthoogte en -diepte) worden vaarrecreanten geattendeerd op het feit dat er een beperking is in de doorvaarthoogte (in dit geval door lage bruggen) en in de –diepte (beperkte leggerdiepte). De getallen hiervoor zijn 80cm diepte en 125cm doorvaarthoogte.

Met het plaatsen van het BPR bord B1b wordt de vaarrichting aangegeven (éénrichtingsverkeer). In het geval van de Strijp en Reijnerwatering is de vaarrichting Den Haag richting Westland/Midden-Delfland. Onderbord (F3) met de tekst “éénrichtingsverkeer”.

 

Overzichtskaart

Naar boven