Waterschapsblad van Waterschap Hunze en Aa's
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Hunze en Aa's | Waterschapsblad 2022, 14383 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Hunze en Aa's | Waterschapsblad 2022, 14383 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling voor de melding van een vermoeden van een misstand Hunze en Aa’s 2022
Het algemeen bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s;
Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur;
Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Wet bescherming klokkenluiders en artikel 5, eerste lid, onder e van de Ambtenarenwet;
Vast te stellen de volgende Regeling van een vermoeden van een misstand waterschap Hunze en Aa’s 2022.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Vermoeden van een misstand: het vermoeden van een melder dat binnen het waterschap sprake is van een misstand voor zover het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de melder bij zijn werkgever heeft opgedaan of voortvloeien uit de kennis die de melder heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie;
Artikel 2 Beveiliging ontvangstkanalen
De kanalen voor het ontvangen van meldingen moeten door hun ontwerp, opzet en beheer op beveiligde wijze de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van eventuele in de melding genoemde derden beschermen. Niet-gemachtigde personeelsleden mogen geen toegang tot deze kanalen hebben.
Artikel 3 Registratie van de meldingen
Er wordt een register bijgehouden van ontvangen meldingen van vermoedens van misstanden, in overeenstemming met de in artikel 7 van deze regeling vastgelegde geheimhoudingsvereisten. Meldingen worden niet langer opgeslagen dan noodzakelijk en evenredig is om te voldoen aan de vereisten die zijn opgelegd door Richtlijn (EU) 2019/1937 of door ander bij Unie- of nationaal recht opgelegde vereisten. Meldingen worden geregistreerd in overeenstemming met de vormvoorschriften in artikel 18 Richtlijn (EU) 2019/1937. Het registratiesysteem biedt de mogelijkheid om jaarlijks te rapporteren in de jaarrekening.
Iemand die een vermoeden van een misstand wil melden, doet dit bij zijn/haar direct leidinggevende of, indien hij de melding aan zijn direct leidinggevende niet wenselijk acht, bij diens leidinggevende of bij de Vertrouwenspersoon. Melding aan de Vertrouwenspersoon kan ook plaatsvinden naast melding aan de direct leidinggevende.
Een melding kan worden gedaan door (ex-) medewerkers, ambtenaren, vrijwilligers, ZZP’ers, stagiairs, uitzendkrachten, (personen die werken onder de verantwoordelijkheid van) leveranciers, aannemers, onderaannemers, personen in leidinggevende organen, sollicitanten en andere personen van wie de werkrelatie nog moet aanvangen.
Indien de melder de melding mondeling doet of een schriftelijke melding van een mondelinge toelichting voorziet, draagt de ontvanger van de melding, in overleg met de melder, zorg voor een schriftelijke vaststelling hiervan, en legt deze vastlegging ter goedkeuring en ondertekening voor aan de melder. De melder ontvangt hiervan een afschrift.
Artikel 5 Bescherming tegen benadeling
In verband met het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand zal de werkgever tijdens en na het melden van een vermoeden van een misstand de melder of andere betrokkenen, zoals collega’s, advocaten en familieleden, niet benadelen en draagt de werkgever er zorg voor dat leidinggevenden en collega’s van de melder zich onthouden van iedere vorm van benadeling die het professioneel of persoonlijk functioneren van de melder belemmert, onder de voorwaarde dat bij de melding aan de werkgever de melder redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie over het vermoeden van een misstand op het moment van de melding juist is. Tijdens een gerechtelijke procedure zal de werkgever moeten bewijzen dat geen sprake is van benadeling van de melder, wanneer de melder stelt te zijn benadeeld vanwege zijn melding. Er geldt vrijwaring voor de melder voor gerechtelijke procedures naar aanleiding van de melding.
(Onder benadeling wordt in ieder geval verstaan: ontslag of schorsing, een boete als bedoeld in artikel 7:650 BW, demotie, het onthouden van bevordering, een negatieve beoordeling, een schriftelijke berisping, overplaatsing naar een andere vestiging, discriminatie, intimidatie, pesterijen of uitsluiting, smaad of laster, voortijdige beëindiging van een overeenkomst voor het leveren van goederen of diensten, en intrekking van een vergunning)
Artikel 7 Geheimhoudingsverplichting melder
De identiteit van de melder wordt niet zonder zijn uitdrukkelijke toestemming bekend gemaakt aan anderen dan de gemachtigde personeelsleden die bevoegd zijn voor de ontvangst of de opvolging van meldingen. Dit geldt ook voor informatie aan de hand waarvan direct of indirect de identiteit van de melder kan worden achterhaald.
De werkgever, leidinggevende of de Vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat de secretaris-directeur onverwijld op de hoogte wordt gesteld van een gemeld vermoeden van een misstand en de datum waarop de melding is ontvangen. Indien de melder het vermoeden bij de Vertrouwenspersoon heeft gemeld, brengt de Vertrouwenspersoon tevens de leidinggevende van de betrokkene op de hoogte. De melder kan de Vertrouwenspersoon verzoeken zijn identiteit bij de secretaris-directeur of de leidinggevende niet bekend te maken. De melder kan dit verzoek te allen tijde herroepen;
op voorhand duidelijk is dat de melding geen betrekking heeft op een vermoeden van een misstand of een inbreuk als bedoeld in deze regeling;
De secretaris-directeur stuurt aan de melder van een vermoeden van een misstand binnen zeven dagen na de melding een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en de datum waarop de medewerker het vermoeden aan de leidinggevende of de Vertrouwenspersoon heeft gemeld. Indien de medewerker heeft verzocht om zijn identiteit niet bekend te maken aan de secretaris-directeur, zendt de secretaris-directeur de ontvangstbevestiging aan de Vertrouwenspersoon.
Indien de melding ontvankelijk is verklaard stelt de secretaris-directeur de melder dan wel, indien de melder heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan de secretaris-directeur, de Vertrouwenspersoon binnen zes weken schriftelijk op de hoogte van zijn standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een misstand. Daarbij wordt tevens aangegeven tot welke stappen de melding heeft geleid dan wel zal leiden.
Artikel 13 Inhoudelijk advies van de Vertrouwenspersoon
Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijk karakter van aan de Vertrouwenspersoon verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die de Vertrouwenspersoon geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten of de melder uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven voor het vrijgeven van zijn identiteit.
Het dagelijks bestuur stelt op basis van het advies van de Vertrouwenspersoon bedoeld in de artikelen 12 en 13, binnen twee weken een nader standpunt vast, en stelt de melder dan wel, indien de melder heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken aan het dagelijks bestuur, de Vertrouwenspersoon daarvan schriftelijk op de hoogte;
Artikel 15 Huis voor klokkenluiders en andere externe meldkanalen
De melder kan direct een externe melding doen als bedoeld in lid 2 van dit artikel zonder de interne procedure te doorlopen. Dit kan ook bij een andere autoriteit dan het Huis van klokkenluiders, indien bevoegd, zoals genoemd in artikel 2c van de Wet bescherming klokkenluiders. Bij intern melden kan de misstand het snelst worden aangepakt en dan kan de werkgever eventueel direct maatregelen nemen om de misstand te stoppen. Bij direct extern melden mist de melder de interne onderzoeksmogelijkheid.
Artikel 16 Verwerking persoonsgegevens
Elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze regeling met inachtneming van Richtlijn (EU) 2019/1937 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden wordt verricht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 (algemene verordening gegevensbescherming) en Richtlijn (EU) 2016/680 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. Elke uitwisseling of doorgifte van informatie door instellingen, organen en instanties van de Unie geschiedt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.
Artikel 17 Inwerkingtreding en Citeertitel
Deze regeling treedt in werking op de dag nadat deze is vastgesteld onder gelijktijdige intrekking van de regeling melding van een vermoeden van een misstand waterschap Hunze en Aa’s 2021.
De regeling kan worden aangehaald als Regeling voor de melding van een vermoeden van een misstand Hunze en Aa’s 2022.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2022-14383.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.