Dienst van algemeen economisch belang

 

Het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel;

gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 27 oktober 2022;

gelet op het bepaalde in het verdrag betreffende de werking van de EU en het bepaalde in het DAEB-vrijstellingenbesluit

gezien het advies van de commissie Waterketen en Schoon Water van 16 november 2022;

 

B E S L U I T

 

  • 1.

    1. In te stemmen met de toetreding van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) of waterschap Limburg (WL) per 1 januari 2023 als aandeelhouder in SNB onder condities zoals opgenomen in dit besluitvormingsdocument, waarbij waterschap De Dommel een deel van de aandelen verkoopt aan beide partijen en toestemming verleent tot verkoop van aandelen door waterschap Brabantse Delta en waterschap Aa en Maas.

  • 2.

    2. In te stemmen met de nadere afspraken bij eventuele opzegging (uittreding) van een aandeelhouder, zoals in bijlage 3a beschreven (de bijlagen maken integraal onderdeel uit van het voorstel)

  • 3.

    3. Gelijktijdig in te stemmen met een drietal wijzigingen in de afspraken tussen de aandeelhouders onderling en tussen de aandeelhouders en SNB ten aanzien van a) de uitbreiding van de garantiestelling van de aandeelhouders aan de NWB met rekening-courantkrediet en b) het verlengen van de looptijd van de DAEB-overeenkomst.

  • 4.

    4. In te stemmen met het aanpassen van de diverse overeenkomsten tussen de aandeelhouders onderling en tussen de aandeelhouders en SNB zoals in bijlage 2 beschreven.

     

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur in zijn openbare vergadering van 30 november 2022,

de secretaris

H.J. Kielenstijn

 

de watergraaf

E. de Ridder

 

Bijlage 2: Overzicht overeenkomsten en aktes

Om de toetreding van HDSR en WBL als aandeelhouder in SNB te formaliseren, dienen er enkele overeenkomsten en aktes opgesteld en ondertekend te worden. Hieronder worden deze overeenkomsten en aktes doorlopen inclusief de actualisaties in de overeenkomsten, indien van toepassing.

Koop- en verkoopovereenkomst

De koop- en verkoopovereenkomst regelt de verkoop van de aandelen van de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel aan HDSR en WBL overeenkomstig de hierboven staande uitgangspunten. In deze overeenkomst wordt de eerder besproken vrijwaring opgenomen voor eventuele fiscale/financiële nadelen die ontstaan na 1 januari 2023, maar betrekking hebben op de periode voor 1 januari 2023.

 

Akte van levering

De akte van levering is een notariële akte waarbij conform de afspraken uit de koop- en verkoopovereenkomst, de daadwerkelijke levering of eigendomsoverdracht plaatsvindt vanuit de drie verkopende waterschappen aan HDSR en WBL.

 

Samenwerkingsovereenkomst (SOK)

De SOK bevat de onderlinge afspraken tussen de aandeelhouders over de exploitatie, exploitatie-verdeling en financiering van SNB. Ten opzichte van de huidige SOK met ingangsdatum 2021, worden de volgende wijzigingen in de SOK doorgevoerd, naast de uitbereiding van het aantal aandeelhouders:

  • 1.

    • Artikel 3: De SOK voorziet in de mogelijkheid dat een aandeelhouder opzegt. De wijze waarop en de condities waaronder zijn vastgelegd in artikel 3 van de SOK. Om een duidelijker invulling te geven aan dit artikel wordt aan de SOK een bijlage toegevoegd met nadere afspraken hierover. In bijlage 3 bij deze notitie is meer informatie opgenomen over deze nadere afspraken.

  • 2.

    • Artikel 6: De aandeelhouders hebben de verplichting om het door hen geproduceerde zuiveringsslib aan te bieden aan SNB. In verband met lopende overeenkomsten met andere slibverwerkers bij toetreding van HDSR en WBL wordt een aanpassing gedaan op de SOK waardoor de ingroei van HDSR en WBL qua slibhoeveelheden mogelijk wordt (zie bijlage 1). Daarbij blijven de kosten van de lopende verwerkingsovereenkomsten van HDSR en WBL bij toetreding van HDSR en WBL voor rekening van HDSR en WBL. Daarnaast wordt in de SOK de afspraak opgenomen dat nader bekeken wordt op welke wijze het realiseren van ruimte mogelijk is vanaf 2028, zodat al het zuiveringsslib van WBL verwerkt kan worden door SNB in de lijn zoals beschreven in bijlage 1.

 

Dienstverleningsovereenkomst (DVO)

De gezamenlijke DVO tussen de aandeelhouders en SNB regelt de dienstverlening van SNB aan de waterschappen. De dienstverlening omvat het transporteren en verwerken van zuiveringsslib afkomstig van de respectievelijke beheergebieden van de aandeelhouders. Anders dan de toevoeging van HDSR en WBL als nieuwe partijen tot de DVO, en nadere afspraken over de fasering van de slibaanvoer (ingroeimodel) vanuit HDSR en WBL naar SNB (zie ook SOK), blijven de voorwaarden opgenomen in de DVO onveranderd.

Garantstelling Nederlandse Waterschapsbank (NWB)

In 2020 zijn afspraken gemaakt over de financiering van SNB. Deze afspraken zijn vastgelegd in de SOK en omvatten tevens een garantiestelling naar verhouding van het aandelenbezit. De aandeelhouders hebben hiertoe aan de NWB een maximale garantie afgegeven van € 55 miljoen voor geldleningen die SNB afsluit bij de NWB.

Om SNB meer flexibiliteit te bieden in haar financiering wordt, naast de toevoeging van HDSR en WBL als garantiepartijen, de financieringswijze naast geldleningen uitgebreid met rekening-courantkrediet. De maximale garantiestelling blijft onveranderd op € 55 miljoen staan. De NWB is akkoord met de uitbreiding en ook met HDSR en WBL als garant staande partijen.

DAEB-overeenkomst

Ten behoeve van bovenstaande garantiestelling zou het mogelijk kunnen zijn dat SNB staatssteun ontvangt. In 2020 hebben de aandeelhouders de slibverwerking door SNB derhalve aangemerkt als een Dienst van Algemeen Economische Belang (DAEB). De afspraken hierover zijn in een gezamenlijke overeenkomst tussen de aandeelhouders en SNB vastgelegd met een looptijd tot en met 2026.

HDSR en WBL nemen ieder afzonderlijk ook een aanwijzingsbesluit (zie hierboven). Aan de gezamenlijke overeenkomst worden HDSR en WBL vervolgens toegevoegd. Gelijktijdig met de toevoeging, wordt de overeenkomst verlengd tot en met 2037. Dit geeft SNB de ruimte haar activiteiten minimaal tot en met 2037 te financieren, mocht dit nodig zijn. De huidige verwachte technische gebruiksduur van de SVI is 2037.

Recht van hypotheek

In de SOK is als tegenprestatie van de garantstelling opgenomen dat de aandeelhouders in verhouding tot het aandelenkapitaal een recht van hypotheek hebben verkregen op de grond, gebouwen en installaties.

Omdat HDSR en WBL ook garant gaan staan, krijgen HDSR en WBL ook een deel van het hypotheekrecht. Dit recht is per notariële akte gevestigd en tevens ingeschreven in het kadaster. De akte wordt aangepast door HDSR en WBL toe te voegen en blijft verder ongewijzigd.

 

Bijlage 3a: Nadere afspraken bij eventuele opzegging (uittreding)

Gemaakte afspraken

De aandeelhouders dragen de gezamenlijke langetermijnverantwoordelijkheid voor een

gezonde exploitatie van SNB. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid is vastgelegd in de SOK.

Artikel 3 van de SOK beschermt de blijvende aandeelhouders voor de mogelijke negatieve

consequenties van de opzegging van een aandeelhouder (zie tekst artikel 3.3 SOK

hieronder). Opzegging is mogelijk, maar de gezamenlijke verantwoordelijkheid blijft, zoals

blijkt uit onderstaande bepalingen van de SOK en de dienstverleningsovereenkomst (DVO).

Samenwerkingsovereenkomst (SOK)

3.1 Deze Overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt met

terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

3.2 Deze Overeenkomst kan door elk van de Waterschappen tegen het einde van een

kalenderjaar worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten

minste drie jaren.

3.3 Opzegging kan echter alleen geschieden indien de exploitatie van de Vennootschap

door de overblijvende Waterschappen op een economisch verantwoorde wijze kan

worden gecontinueerd. Het desbetreffende Waterschap treedt na het verstrijken van de opzeggingstermijn en op dat moment uit als Aandeelhouder.

3.4 Bij opzegging van deze Overeenkomst door een van de Waterschappen, blijven de

bepalingen van deze Overeenkomst voor het opzeggende Waterschap gedurende de

opzeggingstermijn onverminderd van kracht.

Dienstverleningsovereenkomst (DVO)

2.2 Deze Overeenkomst zal voor een betreffend Waterschap van rechtswege eindigen

zodra dat Waterschap is uitgetreden als aandeelhouder van SNB. Beëindiging van deze Overeenkomst om andere redenen dan uittreding als aandeelhouder is uitgesloten.

Het is belangrijk te onderkennen dat de aandeelhouders tegelijkertijd ook de grootste klanten

zijn van SNB. Uittreding door een aandeelhouder is daarom niet uitsluitend een

aandeelhoudersvraagstuk maar raakt ook de afspraken over de dienstverlening door SNB,

omdat uittreding als aandeelhouder ook betekent dat in beginsel de uittredende

aandeelhouder geen klant meer is van SNB. Het is daarom niet alleen een individueel besluit

van een uittredende aandeelhouder maar een gezamenlijk besluit. Het gezamenlijk belang

van alle aandeelhoudende waterschappen staat voorop. Dat laatste is een bewuste keuze die ten grondslag ligt aan de gemaakte afspraken tussen aandeelhouders in de SOK en de DVO.

 

Mogelijke varianten voor uittreden van een aandeelhouder

Op basis van deze bewuste keuze zijn in onderstaand schema de verschillende varianten

opgenomen die toegepast kunnen worden als een aandeelhouder wenst uit te treden.

Bij alle varianten dienen afspraken gemaakt te worden over de waarde van de aandelen van

de uittredende aandeelhouder en de wijze waarop de overblijvende aandeelhouders SNB op

een economisch verantwoorde wijze kunnen voortzetten (artikel 3.3 SOK). Dit laatste houdt in dat de bijdrage van de uittredende aandeelhouder in de exploitatie van SNB gecompenseerd dient te worden. Dat kan bijvoorbeeld doordat een ander waterschap aandeelhouder-klant wordt, SNB nieuwe klanten verwerft, of de uittredende aandeelhouder een compensatiebedrag betaalt voor zijn/haar bijdrage in de exploitatie van SNB.

De keuze van de te volgen variant, de waarde van de aandelen en de wijze waarop een

eventuele exploitatiecompensatie zou moeten plaatsvinden, is situationeel gebonden en is

ook afhankelijk van de voorkeuren van de overblijvende aandeelhouders. In het verleden, bij

de uittreding van waterschap Rivierenland is gekozen voor variant B, maar de overblijvende

aandeelhouders kunnen gezamenlijk ook afspreken te kiezen voor variant A of voor variant C

Door deze situationele gebondenheid ligt het voor de hand om de reeds goed verankerde

opzeggingsafspraken in de SOK en de DVO aan te vullen met nadere afspraken in de vorm

van een stappenplan, om de financiële aspecten van uittreding te bepalen. Hieronder is dit

stappenplan opgenomen dat ter verankering van deze nadere afspraken wordt toegevoegd

als bijlage aan de SOK.

 

Stappenplan om financiële aspecten van uittreding te bepalen

Het volgende stappenplan geeft een invulling aan het proces dat partijen zullen doorlopen om conform artikel 3.3 van de SOK tot financiële afspraken te komen als een aandeelhouder aangeeft uit te willen treden.

1. De Waterschappen maken, op voorstel van de Vennootschap, een keuze voor een van de

varianten voor het uittreden: (A) verkoop van aandelenbelang aan een ander Waterschap dat

nog geen aandelen van de Vennootschap houdt of (B) de Vennootschap koopt de aandelen van het uittredende Waterschap in, of (C) een of meer overblijvende Aandeelhouders kopen de aandelen van het uittredende Waterschap.

2. De Waterschappen stellen gezamenlijk, op voorstel van de Vennootschap, een Onafhankelijke Partij aan, die een voorstel gaat maken voor de financiële afwikkeling van de opzegging van een Waterschap dat wenst uit te treden.

3. De Waterschappen maken gezamenlijk een afspraak over de wijze waarop besluitvorming

plaatsvindt tijdens de opzegtermijn, zie artikel 3.2, zodat de huidige en toekomstige

bedrijfsvoering van de Vennootschap geen belemmering ondervindt door de wens tot uittreding van het opzeggende Waterschap.

4. De Onafhankelijke Partij doet een voorstel voor de waarderingsgrondslag van de aandelen van de Vennootschap. De basis voor de waarderingsgrondslag van de aandelen is de intrinsieke waarde van de Vennootschap op het moment van uittreding, maar het is aan de Onafhankelijke Partij om hier met een waardebepaling te komen.

5. De Onafhankelijke Partij brengt, samen met de Vennootschap, het effect van uittreden op de

economische continuïteit van de Vennootschap in kaart, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke (negatieve) impact op het verwerkingstarief dat de overblijvende Waterschappen gaan betalen, mocht de bijdrage van het opzeggende Waterschap in de exploitatie van de Vennootschap niet of maar gedeeltelijk worden afgedekt door een nieuwe aandeelhouder-klant of nieuwe klant(en).

6. De Onafhankelijke Partij doet een voorstel aan het opzeggende Waterschap en de overblijvende Waterschappen over de waarde van de aandelen en een correctie daarop, indien van toepassing, zodat de overblijvende Waterschappen de Vennootschap op een economisch verantwoorde wijze kunnen continueren. Dit voorstel omvat ook de wijze waarop de opzegging wordt geëffectueerd waarbij rekening wordt gehouden met de liquiditeitspositie van de Vennootschap en de aanwezige garant-/borgstelling conform artikel 5.3 van de SOK.

7. De overblijvende Waterschappen nemen een besluit op grond van het voorstel van de

Onafhankelijke Partij. Het opzeggende Waterschap dient het besluit vervolgens te accepteren, waarna uittreding kan plaatsvinden.

Statuten Vennootschap

De statuten van SNB blijven onveranderd.

 

 

Naar boven