Uitvoeringsregels gedragscode Integriteit algemeen bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022 en gedragscode Integriteit dagelijks bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022

Nadere afspraken gedragscode integriteit conform artikel 6.2 van de gedragscode Integriteit algemeen bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022 en artikel 6.2 van de gedragscode Integriteit dagelijks bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022.

In artikel 6.2 van de gedragscode Integriteit algemeen bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022 en artikel 6.2 van de gedragscode Integriteit dagelijks bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022 is opgenomen dat er nadere afspraken dienen te worden gemaakt over:

  • a)

    De periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

  • b)

    De aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

  • c)

    De gang van zaken bij twijfel over eigen handelen van bestuurders;

  • d)

    De processtappen die worden gevolgd ingeval een vermoeden van integriteitsschending van een politieke ambtsdrager of een medewerker van het waterschap.

Ad a In ieder geval eenmaal per jaar is in de vergadering van het algemeen bestuur aandacht voor integriteit en de gedragscode in het bijzonder.

 

Ad b Als contactpersoon voor integriteit in de zin van artikel 6.2. lid 1 onder b van de gedragscode integriteit dagelijks bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022 en gedragscode integriteit algemeen bestuur Waterschap Hollandse Delta 2022 wordt de dijkgraaf aangewezen. Indien het vermoeden van integriteitsschending de dijkgraaf betreft, treedt de loco dijkgraaf als contactpersoon op. De contactpersoon wordt ondersteund en geadviseerd door de secretaris-directeur.

 

Ad c In geval een bestuurder twijfelt aan zijn (voorgenomen) handelen die mogelijk zijn integriteit raken, kan de bestuurder advies inwinnen bij de dijkgraaf.

 

Ad d De processtappen die worden gevolgd in geval van een vermoeden van een integriteitsschending zijn als volgt:

  • 1.

    Een vermoeden van integriteitsschending door een bestuurder wordt gemeld bij de dijkgraaf; In het geval het vermoeden van integriteitschending de dijkgraaf betreft, wordt het vermoeden aan de loco dijkgraaf gericht.

  • 2.

    De (loco)dijkgraaf licht hieromtrent de secretaris-directeur in;

  • 3.

    Bij het inlichten van de secretaris-directeur wordt gelijktijdig de betreffende bestuurder ingelicht, tenzij het onderzoek naar het oordeel van de (loco)dijkgraaf anders vergt.

  • 4.

    De secretaris-directeur start een onderzoek naar het vermoeden van integriteitschending. Dit onderzoek wordt verricht in beslotenheid. De secretaris-directeur kan ook het gesprek met de betreffende bestuurder aangaan;

  • 5.

    De bevindingen van het onderzoek worden aan de (loco) dijkgraaf medegedeeld;

  • 6.

    De (loco) dijkgraaf deelt de bevindingen van het onderzoek mede aan de bestuurder;

  • 7.

    Indien uit het onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een schending dan blijft het onderzoek vertrouwelijk.

  • 8.

    Indien uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een schending, dan zal het algemeen- of dagelijks bestuur, op de wijze die past bij de vermeende schending hieromtrent worden geïnformeerd;

  • 9.

    Communicatie, al dan niet richting de pers, over een schending vindt niet plaats dan na de bekendmaking aan het bestuur en enkel na consultatie van de (loco) dijkgraaf.

Naar boven