Projectplan Waterwet, Uitvoeringsprogramma Zuidplaspolder Maatregel 7: Koppeling 2e Tocht

Op 8 november 2022 is het projectplan Waterwet project Koppeling 2e Tocht vastgesteld.

 

Toelichting

 

Huidige situatie en probleem

 

De waterafvoer tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht is nu erg complex. Het water maakt een omweg via een gemaal langs de A20 naar de 2e Tocht. Uit onderzoek blijkt dat dit water ook direct (én zonder gemaal) in de 2e Tocht kan stromen. Het oppompen van het overgestorte water zorgt voor onnodig energieverlies. Dit kan worden voorkomen door het water van de 1,5e Tocht direct naar de 2e Tocht te dirigeren middels één van de noordoost georiënteerde dwarswatergangen.

 

Doel van het project en beoogd resultaat

 

Ter verbetering van de waterafvoer en energiebesparing is de beslissing genomen om de dwarswatergang (OWA-8264) tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht te verruimen (verbreden en verdiepen) en op te waarderen van overige watergang tot hoofdwatergang. Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid om in de toekomst verdere energiebesparing te realiseren door deze nieuwe hoofdwatergang door te trekken naar de 1e Tocht. Om de afvoerrichting te wijzigen, dient de bestaande stuw (KST-528) in de 1,5e Tocht te worden gewijzigd in een vaste dam en de reeds bestaande vaste dam (KVD-566) in de te verruimen watergang (OWA-8264) dient te worden verwijderd. Door de aanpassing van de waterhuishouding is minder energie benodigd voor de waterafvoer van de 1,5e Tocht naar de 2e Tocht. Daarbij is oppompen ook minder nodig en wordt het lager gelegen peilvak achter het gemaal langs de A20 ontlast.

 

Het ontwerp-projectplan heeft van 14 juni tot en met 25 juli 2022 voor inspraak ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ontvangen.

 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking. Belanghebbenden kunnen met ingang van de dag na die waarop het besluit bekend is gemaakt gedurende een periode van zes weken een beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Belanghebbenden die geen zienswijzen op het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht lopen het risico dat zij niet-ontvankelijk worden verklaard in hun beroep.

 

Het beroepschrift moet worden ondertekend en tenminste naam en adres van de indiener, dagtekening van het beroep, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep, bevatten. Als u beroep instelt moet u griffierecht betalen.

 

Het instellen van beroep schort de werking van dit besluit niet op. Als onverwijlde spoed dat vereist kan gelijktijdig om een voorlopige voorziening worden verzocht bij de president van de rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

 

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Heeft u vragen?

Voor vragen en/of meer informatie kunt u bellen met de heer R. de Kat, 010-4537200.

 

1 INLEIDING/PROJECTBESCHRIJVING

Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (hierna te noemen hoogheemraadschap) is verantwoordelijk voor het beheer van watersystemen in zijn beheergebied. Voor het verbeteren van de waterhuishouding kan het nodig zijn dat maatregelen moeten worden getroffen.

 

In 2012 heeft het Algemeen bestuur, de Verenigde Vergadering (hierna te noemen VV) het peilbesluit voor de Zuidplaspolder vastgesteld. Om de in 2012 vastgestelde peilen te gaan voeren, zijn diverse maatregelen nodig. Op 27 maart 2013 heeft de VV daarom een uitvoeringsprogramma voor de Zuidplaspolder vastgesteld.

 

Gedurende de looptijd van het uitvoeringsprogramma zijn enkele maatregelen in de Zuidplaspolder in beeld gekomen die in aanvulling op het maatregelenpakket uitgevoerd dienen te worden.

 

In 2018 is het uitvoeringsprogramma Zuidplaspolder herijkt en op 3 oktober 2018 heeft de VV ingestemd met het verzoek tot het wijzigen van het maatregelenpakket voor de Zuidplaspolder.

 

Eén van de maatregelen voor het Uitvoeringsprogramma Zuidplaspolder is Maatregel 7: Koppeling 2e Tocht. Dit Projectplan Waterwet heeft betrekking op deze maatregel.

 

In dit hoofdstuk van het projectplan wordt ingegaan op de aanleiding, probleemstelling, doel van het project en beoogd resultaat alsmede de locatiegegevens.

 

1.1 Aanleiding

Verbeteren waterafvoer tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht

Het hoogheemraadschap zorgt voor droge voeten en schoon water. Hiertoe moet het watersysteem op orde zijn om water af te kunnen voeren. Tussen de 1,5e Tocht en 2e Tocht wil het hoogheemraadschap de waterafvoer verbeteren en gereedmaken voor de toekomst. Dat wordt gedaan vanwege onder andere de heftigere regenbuien die worden verwacht door de klimaatverandering.

 

1.2 Probleemstelling

De waterafvoer tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht is nu erg complex. Het water maakt een omweg via een gemaal langs de A20 naar de 2e Tocht. Uit onderzoek blijkt dat dit water ook direct (én zonder gemaal) in de 2e Tocht kan stromen. Het oppompen van het overgestorte water zorgt voor onnodig energieverlies. Dit kan worden voorkomen door het water van de 1,5e Tocht direct naar de 2e Tocht te dirigeren middels één van de noordoost georiënteerde dwarswatergangen (zie op onderstaand kaartje: “Te verbreden watergang, dit wordt een hoofdwatergang”).

 

Figuur 1: Huidige waterafvoer tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht

 

1.3 Doel van het project en beoogd resultaat

Ter verbetering van de waterafvoer en energiebesparing is de beslissing genomen om de dwarswatergang (OWA-8264) tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht te verruimen (verbreden en verdiepen) en op te waarderen van overige watergang tot hoofdwatergang. Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid om in de toekomst verdere energiebesparing te realiseren door deze nieuwe hoofdwatergang door te trekken naar de 1e Tocht. Om de afvoerrichting te wijzigen, dient de bestaande stuw (KST-528) in de 1,5e Tocht te worden gewijzigd in een vaste dam en de reeds bestaande vaste dam (KVD-566) in de te verruimen watergang (OWA-8264) dient te worden verwijderd.

 

Beoogd resultaat

Met het uitvoeren van het Uitvoeringsprogramma Zuidplaspolder wil het hoogheemraadschap de waterhuishouding in de Zuidplaspolder verbeteren. De uit te voeren maatregelen komen voort uit het vigerende peilbesluit dat is vastgesteld in het jaar 2012.

Specifiek voor de maatregel Koppeling 2e Tocht betekent dit dat door de aanpassing van de waterhuishouding minder energie benodigd is voor de waterafvoer van de 1,5e Tocht naar de 2e Tocht. Daarbij is oppompen ook minder nodig en wordt het lager gelegen peilvak achter het gemaal langs de A20 ontlast.

 

1.4 Locatiegegevens

Plangebied

Koppeling 2e Tocht ligt binnen de grenzen van de gemeente Zuidplas, zie onderstaand.

 

Afbeelding 1: Plangebied binnen gemeente Zuidplas

 

De watergang is gesitueerd tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht te Nieuwerkerk aan den IJssel. De watergang en de te verwijderen dam koppeling 2e Tocht en de bestaande stuw 1,5e Tocht bevinden zich in het gebied zoals aangegeven met de gele stippellijnen op onderstaand kaartje binnen de Gemeente Zuidplas. De watergang is geselecteerd vanwege de onmogelijkheid op andere locaties de maatregel uit te voeren in verband met bebouwing o.a. kassen langs de watergangen, en vanwege de mogelijkheid om in de toekomst de nieuwe hoofdwatergang door te trekken naar de 1e tocht.

 

Afbeelding 2: Projectlocatie Koppeling 2e Tocht

 

De uit te voeren werkzaamheden als onderdeel van project Koppeling 2e Tocht zijn opgenomen in afbeelding 3:

 

  • 1.

    Verbreden en verdiepen van de overige watergang (OWA-8264) tot hoofdwatergang;

  • 2.

    Wijzigen van de bestaande stuw (KST-528) in een vaste dam;

  • 3.

    Verwijderen van de bestaande vaste dam (KVD-566).

Afbeelding 3: Onderdelen maatregel 7: Koppeling 2e Tocht

 

Peilgebieden Koppeling 2e Tocht

Project Koppeling 2e Tocht is onderdeel van het maatregelenplan 2013, dat voortvloeit uit het peilbesluit Zuidplaspolder 2012. De te verruimen watergang, de te vervangen bestaande stuw door een vaste dam en de te verwijderen dam zijn onderdeel van de vigerende peilgebieden GPG-859 en GPG-882 in de Zuidplaspolder. In de praktijk wordt niet voldaan aan het peilbesluit in het deel van GPG-859 dat door de nieuwe hoofdwatergang gekoppeld wordt met de rest van GPG-859 en staat het water hier gemiddeld 11 cm hoger. De vaste dam (en andere vaste dammen tussen de polder en de Tweede Tocht) liggen hier omdat in het peilbesluit 1994 dit nog een apart peilgebied was. In het peilbesluit 2012 is besloten dit gebied bij het peilvak van de Tweede Tocht te trekken. Door de vaste dam te verwijderen zal het praktijkpeil iets uitzakken en zal worden voldaan aan het peilbesluit, zie hiervoor figuur 2.

 

Het peilgebied strekt zich uit van de Zuidelijke Dwarsweg in het noorden tot de Parallelweg Noord langs de A20 (zie figuur 2). Aan de westzijde wordt het gebied begrenst door de N219 en aan de oostzijde door de 3e Tochtweg. Verder in zuidelijke richting wordt het peilgebied begrenst door de Albert van het Hartweg.

 

Het polderpeil van peilgebied GPG-859 is NAP -6,62.

Het polderpeil van peilgebied GPG-882 is NAP -6,97.

 

Figuur 2: Vigerende peilgebieden: Koppeling 2e Tocht

 

Kadastrale gegevens

De kadastrale grenzen van de te verruimen watergang en de te verwijderen dam zijn in figuur 3 en afbeelding 4 weergegeven. De kadastrale grenzen van de te vervangen bestaande stuw in een vaste dam zijn in afbeelding 5 weergegeven. De bijbehorende gegevens zijn opgenomen in tabel 1 en tabel 2.

 

Figuur 3: Kadastrale grenzen te verruimen watergang

 

Bereikbaarheid projectlocaties

Om de werkzaamheden voor project Koppeling 2e Tocht op de diverse locaties uit te kunnen voeren, zal de uitvoerende partij gebruik moeten maken van percelen vanaf de 1e Tochtweg. Vanaf de 2e Tochtweg is het niet mogelijk om op de betreffende locaties te komen. Onderstaand de beoogde routes (geel gestreept) zoals het hoogheemraadschap die nu voor ogen heeft. In afbeelding 4 de route naar de te verruimen watergang en de te verwijderen dam. Afbeelding 5 geeft de route naar de stuw in de 1,5e Tocht weer.

 

Afbeelding 4: Kadastrale grenzen te verruimen watergang, te verwijderen dam incl. beoogde route

 

Afbeelding 5: Kadastrale grenzen te vervangen bestaande stuw door vaste dam 1,5e Tocht incl. beoogde route

 

gemeente

plaats

sectie

perceel

eigenaar

Zuidplas

NWK03

D

2428

Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV)

Zuidplas

NWK03

D

1995

Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV)

Tabel 1: Kadastrale gegevens te verruimen watergang (OWA-8264), te verwijderen dam (KVD-566)

 

gemeente

plaats

sectie

perceel

eigenaar

Zuidplas

NWK03

D

7077

Grondbank RZG Zuidplas

Zuidplas

NWK03

D

2248

Grondbank RZG Zuidplas

Zuidplas

NWK03

D

2250

Grondbank RZG Zuidplas

Zuidplas

NWK03

D

2392

BM Ontwikkeling BV

Zuidplas

NWK03

D

2393

Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV)

Tabel 2: Kadastrale gegevens te vervangen stuw door vaste dam (KST-528)

 

Grondverwerving ten behoeve van verruiming watergang

De locatie van de te verruimen watergang tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht, het perceel kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 2428, is in eigendom van Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV).

Het hoogheemraadschap wenst de grond voor de verbreding van de watergang aan te kopen. Het hoogheemraadschap is met de huidig eigenaar in overleg om de benodigde grond voor de verbreding te verwerven. Het uitgangspunt is de grond op minnelijke wijze te verwerven. Indien dit onverhoopt niet lukt, zal als vervolgstap de gedoogplicht en/of onteigening worden toegepast.

 

Overeenstemming voor gebruik gronden/ percelen voor de te verruimen watergang en te verwijderen vaste dam (KVD-566)

De locatie van de te verwijderen dam is in eigendom van Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV) en de particuliere eigenaar. Om deze werkzaamheden te kunnen uitvoeren dient het hoogheemraadschap gebruik te maken van de gronden van deze twee eigenaren. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden.

 

Figuur 4: Toegang tot te verruimen watergang via percelen 1995 – 2428

 

Overeenstemming voor toegang gronden/ percelen voor de te verruimen watergang en te verwijderen vaste dam (KVD-566)

De percelen kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummers 2428 en 1995 zijn beoogd als toegang vanaf de 1e Tochtweg voor de uitvoerende partij tot de te verruimen watergang en de te verwijderen dam. Ter plaatse van de te verwijderen dam dient rekening gehouden te worden met een elektriciteitsleiding en zal tijdelijk materiaal worden opgeslagen op de locatie kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 2428, dit in overleg met perceeleigenaar. Alle werkzaamheden zullen worden uitgevoerd vanaf de 1e Tochtweg via bovengenoemde percelen. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden.

 

Recht van opstal voor te verwijderen stuw (KST-528) en te realiseren vaste dam in de 1,5e Tocht

De locatie van de te vervangen bestaande stuw door een vaste dam is in eigendom van Grondbank RZG Zuidplas. Het hoogheemraadschap wenst een recht van opstal te vestigen op het perceel kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 7077 ten behoeve van het hebben en onderhouden van een vaste dam en toebehoren, zie afbeelding 5. Het hoogheemraadschap is met de Grondbank RZG Zuidplas in overleg om een recht van opstal te vestigen voor het hebben en onderhouden van de vaste dam. Het uitgangspunt is dit recht van opstal op minnelijke wijze te vestigen. Indien dit onverhoopt niet lukt, zal als vervolgstap een gedoogplicht ingevolge de Waterwet worden opgelegd.

 

Overeenstemming voor gebruik gronden/ percelen voor de te verwijderen stuw (KST-528) en te realiseren vaste dam in de 1,5e Tocht

De percelen kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummers 2393, 2392, 2250, 2248 en 7077 zijn beoogd als toegang vanaf de 1e Tochtweg voor de uitvoerende partij tot de stuw 1,5e Tocht. Ter plaatse van de 1,5e Tocht dient hierbij rekening gehouden te worden met aan de noordkant een riool en aan de zuidkant een olie/gasleiding en zal tijdelijk materiaal worden opgeslagen op het perceel kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 7077. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden.

 

Figuur 5: Toegang tot te stuw 1,5e Tocht via percelen 2393-2392-2250-2248-7077

2 RANDVOORWAARDEN WET- & REGELGEVING

In dit hoofdstuk worden de drie doelen die volgen uit de Waterwet besproken. Per doel wordt aangegeven of dit project voldoet aan de doelstellingen.

 

2.1 Voorkoming en/of beperking van wateroverlast en waterschaarste

Om het waterbeheer in de Zuidplaspolder voor de toekomst zeker te stellen werkt het hoogheemraadschap aan een verbetering van het watersysteem. De huidige waterafvoer maakt een omweg via het gemaal Rijksweg A20 (KGM-87), naar de 2e Tocht. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit water ook gelijk in de 2e Tocht kan stromen zonder gebruik te maken van het gemaal Rijksweg A20. Door de watergang tussen de 1,5e Tocht en 2e Tocht te verruimen, de bestaande dam ter plaatse te verwijderen en de bestaande stuw in de 1,5e Tocht te vervangen door een vaste dam wordt de waterafvoer verbeterd en energieverlies door het oppompen van het overgestorte water voorkomen. Wanneer deze werkzaamheden zijn afgerond, zijn de slootpeilen in dit gebied makkelijker en beter te beheren.

Ten gevolge van de werkzaamheden is geen vergrote kans op wateroverlast tijdens de uitvoering. Daarnaast leiden de werkzaamheden ook niet tot waterschaarste.

 

2.2 Bescherming van de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem

Chemische kwaliteit

Bij dit project vinden geen emissies plaats van chemische stoffen. De chemische en ecologische kwali¬teit van het watersysteem wordt niet beïnvloed door dit project. De materialen die gebruikt worden, te weten staal en hout, zijn standaard materialen die bij de waterbouw worden toegepast. Deze materialen gaan geen verbindingen aan met het water waardoor de chemische kwaliteit kan worden aangetast.

 

Ecologische kwaliteit

Door het talud van de te verruimen watergang boven water 1:3 te realiseren, komt flora en fauna op deze oever beter tot z’n recht en wordt getracht zoveel mogelijk invulling te geven aan de doelstelling vanuit de Kaderrichtlijn Water voor het bereiken van het Goed Ecologisch Potentieel van watergangen.

 

Ontwikkeling van natuurlijke vegetatie op de oever heeft een positieve uitwerking op de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Deze oever biedt een diversiteit aan groeiplaatsen door de gecreëerde gradiënten in vochtbeschikbaarheid. Water-, moeras- en oeverplanten kunnen hier tot ontwikkeling komen. De oever vormt vervolgens voor diverse diersoorten een geschikt leefgebied. Gedacht kan worden aan onder andere vissen, macrofauna, amfibieën, libellen en vogels.

 

De breedte op de waterlijn (7,5 meter) en ondiepte (0,5 meter) van de te realiseren hoofdwatergang maken het vanuit onderhoudbaarheid niet mogelijk om vanuit de ambitie van het hoogheemraadschap natuurvriendelijke oevers (nvo) aan te leggen. De aanleg van een nvo zou inhouden dat de watergang nog breder wordt, waardoor hij met normaal materieel niet meer van de kant (beschermingszone) te onderhouden is. Doordat de watergang te ondiep is, kan er ook niet met een boot worden gebaggerd.

 

2.3 Maatschappelijke functies van het watersysteem

De huidige maatschappelijke functies op of rondom de te verruimen watergang tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht worden niet beïnvloed. In aanloop naar en voor aanvang van de werkzaamheden worden direct omwonenden geïnformeerd over de planning en mogelijke overlast. De uitvoerende partij zal zoveel als mogelijk rekening houden met de omgeving om de overlast tot een minimum te beperken. Daar waar een raakvlak met de openbare weg en/of percelen van omwonenden/bedrijven is, zal de uitvoerende partij verkeersborden plaatsen.

3 PLAN VAN AANPAK EN PLANNING

Overeenkomstig artikel 5.4 lid 2 van de Waterwet bevat het projectplan een beschrijving van het project en de wijze waarop het zal worden uitgevoerd. De eventuele negatieve effecten op de omgeving en de te treffen voorzorgsmaatregelen hierbij, zijn beschreven in hoofdstuk 4.

 

3.1 Voorgenomen project koppeling 2e Tocht

De werkzaamheden voor project Koppeling 2e Tocht vinden plaats in de gemeente Zuidplas tussen de 1,5e en de 2e Tocht. Op onderstaande overzichtstekening zijn de werkzaamheden ingetekend en aangeduid met a., b. en c.

 

Figuur 6: Overzichtstekening werkzaamheden maatregel 7: Koppeling 2e Tocht

 

De watergang is geselecteerd vanwege de onmogelijkheid op andere locaties de verruiming van de watergang te realiseren. Dit in verband met kassen aan de watergang en vanwege de mogelijkheid om in de toekomst de nieuwe hoofdwatergang door te trekken naar de 1e tocht (groene stippellijn).

 

3.2 Technische beschrijving

3.2.1 Het verbreden en verdiepen van overige watergang OWA-8264

De overige watergang OWA-8264 (onderdeel a. in figuur 6) wordt tussen de 1,5e tocht en de 2e Tocht verbreed en verdiept. De watergang krijgt voor het deel dat niet naast de kas ligt een profiel zoals in onderstaand figuur is weergegeven.

 

Figuur 7: Profiel watergang locatie zonder beschoeiing/damwand

 

NB. Plaatselijk staat beschoeiing/damwand in de noordwestelijke oever van de watergang langs de kas en de tuin. Bovenstaand dwarsprofiel is genomen op een locatie waar deze niet staan. De beschoeiing/damwand wordt dus niet verwijderd.

 

Dwarsprofiel watergang ter hoogte van beschoeiing/damwand

Langs de kas en de tuin van het adres 2e Tochtweg 68 staat een beschoeiing/damwand. Deze is niet ingetekend in bovenstaand dwarsprofiel, omdat de oever aan deze zijde van de watergang niet wordt aangepast. De watergang wordt verdiept en verbreed aan de zuidoostzijde. Vanaf de huidige bodem zal het te verdiepen stuk aan de noordzijde van de watergang een talud van 1:2 krijgen. Hiermee blijft de watergang stabiel.

 

Figuur 8: Profiel watergang ter hoogte van de beschoeiing/damwand

 

De watergang wordt aan de zuidoostzijde verbreed naar in totaal 7,5 meter op de waterlijn. De oever aan de zijde van de kassen blijft in de oorspronkelijke staat, inclusief eventueel aanwezige beschoeiing. De watergang wordt ‘in den natte’ ontgraven, wat inhoudt dat de ontgraving plaats vindt onder waterniveau. In dit geval vanuit de watergang.

 

De vrijkomende grond zal na milieutechnisch onderzoek en in overleg met de perceeleigenaar op het perceel kunnen worden verwerkt. De grond wordt vanaf het midden van de kavel, aflopend naar de sloot verwerkt. Zie onderstaande figuur. Indien de perceeleigenaar niet akkoord gaat met de verwerking van de grond op zijn perceel, dient de grond afgevoerd te worden volgens de geldende regels.

 

Figuur 9: Verwerking vrijkomende grond

 

De breedte van de nieuwe waterlijn wordt 7,5 meter. De slootbodem komt op een diepte van NAP -7.22 meter en de breedte van de slootbodem wordt 5,70 meter. Deze afmetingen gelden voor de gehele watergang.

 

Aan de rechterkant (zuidoostkant) wordt het talud onder water 1:2 en het talud boven water 1:3. Maaiveld is circa NAP -6,20 meter.

 

De oever aan de zuidwestzijde van de hoofdwatergang blijft over een breedte van 5 meter obstakel vrij voor het uitvoeren van onderhoud. Deze strook moet toegankelijk zijn voor onderhoudsvoertuigen.

3.2.2 Wijzigen bestaande stuw KST-528 in een vaste dam

In de 1,5e Tocht bevindt zich ten zuidoosten van watergang OWA-8264 een houten klepstuw, zie onderstaande afbeeldingen. Deze klepstuw wordt in zijn geheel verwijderd en afgevoerd. De houten damwanden naast de stuw worden ook verwijderd, tot minimaal 1 meter onder het min maaiveld. De betonnen constructie, waarin de stuw zich bevindt, wordt verlaagd tot 1 meter min maaiveld.

 

Afbeelding 6: Stuw KST-528

 

De betonconstructie wordt dichtgezet met houten planken van duurzaamheidsklasse 1. Deze planken worden aan de bovenstroomse zijde van de betonconstructie gemonteerd.

 

Afbeelding 7: Stuw KST-528

 

Voor het verwijderen van de stuw wordt de watergang tijdelijk dicht gezet aan weerskanten van de stuw, met bijvoorbeeld stalen rijplaten. Het water wordt middels een pomp overgeheveld naar de andere kant van de stuw.

Nadat de stuw is dichtgezet, wordt het geheel afgewerkt met klei/grond tot een vaste dam. De breedte van de kruin van deze dam is minimaal 1 meter en de taluds worden afgewerkt tot circa 1:2 aan weerszijden. De hoogte van de kruin van de dam is minimaal 0,6 meter boven het hoogste waterpeil. Mogelijk wordt vrijgekomen grond van de watergang OWA-8264 hiervoor gebruikt.

De beschoeiing wordt weer aangesloten op de vaste dam. Het hekwerk aan de zuidzijde van de dam wordt vernieuwd over de totale lengte van de dam, zodat vee de dam niet kan passeren.

 

Eigenaar van Perceel 7077, Grondbank RZG Zuidplas, wordt door natrekking (automatisch) eigenaar het hekwerk op haar grond. HHSK zal hierover in overleg treden met de grondbank en pachter.

3.2.3 Verwijderen vaste dam KVD-566

Aan het eind van watergang OWA-8264 bevindt zich een vaste dam KVD-566 (zie onderstaande afbeelding).

 

Afbeelding 8: Vaste dam KVD-566

 

Deze houten constructie wordt in zijn geheel verwijderd en afgevoerd. De beschoeiing blijft intact. Het talud aan de zuidoost zijde wordt afgewerkt.

 

3.3 Wijze van uitvoering

De uitvoeringswijze (technische uitvoering, planning, werkvolgorde, werkwijze, etc.) voor zover die hiervoor niet reeds geduid is, wordt te zijner tijd door de uitvoerende partij verder uitgewerkt en vastgelegd in een Uitvoeringsplan. Dit Uitvoeringsplan wordt door het hoogheemraadschap als opdrachtgever getoetst, voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering.

 

3.4 Uitvoeringsaspecten

Voor het verruimen van de huidige watergang tot hoofdwatergang wordt de benodigde grond aangekocht van Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV). Zoals eerder aangegeven is het streven van het hoogheemraadschap de benodigde grond minnelijk aan te kopen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal als vervolgstap de gedoogplicht en/of onteigening worden toegepast. De locatie is bereikbaar via de 1e Tochtweg. De werkruimte is voldoende breed, er wordt gewerkt vanaf het land van het perceel kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 2428.

 

De uitvoerende partij zal rekening dienen te houden met het wegverkeer op de 1e Tochtweg. Omdat de werkzaamheden vanaf het land in de watergang uitgevoerd worden, wordt rekening gehouden met de stabiliteit van de tegenovergelegen kassen. De eventueel benodigde vergunningen zullen voor de betreffende werkzaamheden worden aangevraagd.

 

3.5 Globale planning

De periode van uitvoering van de werkzaamheden staat gepland in het jaar 2022 - 2023. De werkzaamheden kunnen starten nadat dit projectplan is vastgesteld en de benodigde vergunningen verkregen zijn.

4 NADELIGE OMGEVINGSASPECTEN EN BELANGHEBBENDEN

4.1 Nadelige omgevingsaspecten en oplossingen

In deze paragraaf staat een korte beschrijving van de belangrijkste omgevingsaspecten met mogelijke risico’s die voor dit project geïdentificeerd zijn.

 

Waterhuishouding

De huidige overige watergang wordt opgewaardeerd tot een hoofdwatergang met de afmetingen zoals vermeld in paragraaf 3.2.1. Dit heeft een gunstige uitwerking op gemaal KGM-87 langs de A20, omdat deze minder in werking gesteld hoeft te worden. De drooglegging in het gebied zal van gemiddeld 39 cm naar gemiddeld 50 cm gaan. Dit zal voor de agrarisch functie in het gebied geen problemen opleveren, en zal voor de lager gelegen percelen in het gebied het voordeel opleveren dat de bodem iets minder nat zal zijn.

 

Door de stuw in de 1,5e Tocht te vervangen met een vaste gronddam ontstaat er een ‘dood’ slooteinde van ongeveer 24m. Dit heeft volgens het Hoogheemraadschap een te verwaarlozen negatief effect op de waterkwaliteit. Er is een netto positief effect op de waterkwaliteit door de te verruimen watergang natuurvriendelijke inricht te richten.

 

Ruimtelijke inpassing

De te verruimen watergang tot hoofdwatergang heeft geen negatief effect op het landschap. De opwaardering van de overige watergang tot hoofdwatergang heeft als gevolg dat het landbouw areaal ongeveer 1400m2 kleiner vanwege verruiming van de watergang.

 

Bereikbaarheid voor beheer en onderhoud

De te verruimen watergang tot hoofdwatergang is voor beheer en onderhoud bereikbaar via de 1e Tochtweg. Net als tijdens de werkzaamheden zal ook voor het onderhoud gebruik gemaakt worden van de diverse percelen vanaf de 1e Tochtweg, te weten de percelen kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummers 1995 en 2428. Met de perceeleigenaar zal door het hoogheemraadschap afspraken gemaakt worden voor het vestigen van recht van overpad. De hoofdwatergang 1,5e Tocht wordt ook via deze percelen onderhouden.

 

Verkeer

Voor de realisatie van de hoofdwatergang tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht zal de uitvoerende partij gebruik maken van de 1e Tochtweg om op locatie te komen. Hiervan kan het (bestemmings)verkeer hinder ondervinden. Om deze hinder tot een minimum te beperken, zal de uitvoerende partij rekening houden met het aantal vervoersbewegingen via de 1e Tochtweg.

 

De uitvoerende partij zal voor het verruimen van de watergang (OWA-8264) en het verwijderen van de bestaande dam (KVD-566) gebruik maken van de N219 – ingang na 1e Tochtweg 19 en de percelen van de betreffende grondeigenaar, Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV), om op de werklocaties te komen – zie afbeelding 4.

 

Voor het vervangen van de bestaande stuw in een vaste dam (KST-528) bij de 1,5e Tocht zal gebruik gemaakt worden van de N219 – de ingang tussen de 1e Tochtweg 13 en de 1e Tochtweg 19 en van de percelen van de diverse grondeigenaren (zie tabel 2 en afbeelding 5) om op de werklocatie te komen.

 

Voor beide toegangslocaties geldt dat het aantal vervoersbewegingen hierbij tot een minimum zal worden beperkt om de overlast voor het verkeer zo laag mogelijk te houden en dat eventuele verkeersmaatregelen in nauw overleg tussen de gemeente Zuidplas en het hoogheemraadschap worden genomen.

 

Nutsvoorzieningen

Door middel van een KLIC melding is bekend welke kabels en leidingen op de locatie liggen. Voorafgaand aan de werkzaamheden worden in overleg met de eigenaren van de relevante kabels en leidingen maatregelen getroffen waardoor geen schade aan deze kabels en leidingen kan worden veroorzaakt. Voordat wordt gestart met de werkzaamheden, wordt een verplichte graafmelding gedaan.

 

Maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak

Bij het vaststellen van het peilbesluit 2012 is besloten de waterafvoer tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht te verbeteren. De waterafvoer zal dan niet meer via het gemaal in de A20 maar rechtstreeks naar de 2e Tocht stromen. Dit scheelt onnodig energieverbruik voor de waterafvoer en door oppompen. Daarbij staat het hoogheemraadschap door deze maatregelen gesteld voor heftigere regenbuien die verwacht worden door de klimaatverandering.

 

Bodem

In afstemming met Omgevingsdienst Midden-Holland is geen bodemonderzoek noodzakelijk in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb). Het risico op bodemopbarsting / toename ijzerrijke kwel wordt klein geacht. De waterbodem van de 1,5e en 2e Tocht liggen namelijk lager dan de te verruimen watergang (OWA-8264) tussen beide Tochten.

 

Archeologie

Archeologische onderzoek (5005_Quickscan_Arch_Zuidplaspolder_20220228_totaal ARCHEOLOGIE_ 1.0 d.d. 28 februari 2022) heeft uitgewezen dat er geen sprake is van aantasting van archeologische waarden. Het gebied ligt in een zone die op de gemeentelijke archeologische beleidskaart is aangegeven met een lage archeologische verwachting. Hiervoor gelden zoals eerder vermeld geen voorschriften op het gebied van de archeologie. Ook hier geldt dat op basis van het bestemmingsplan ‘Parapluherziening Archeologie’ het plangebied geen dubbelbestemming archeologie heeft. Daarbij is de omvang van de projectlocatie kleiner dan 10.000 m2, waardoor nader archeologisch onderzoek niet nodig is.

 

Explosieven

Onderstaand kaartje vanuit het Geoweb systeem van het hoogheemraadschap geeft de locatie van de werkzaamheden voor Maatregel 7: Koppeling 2e Tocht aan. Hieruit blijkt dat in het projectgebied voor de realisatie van de te verruimen watergang geen feiten zijn opgeleverd die de aanwezigheid van explosieven doet vermoeden binnen het onderzoeksgebied, deze zouden roze van kleur zijn. Het onderzoeksgebied is daarmee onverdacht gebied. Grondroerende werkzaamheden binnen het onderzoeksgebied kunnen op reguliere wijze worden uitgevoerd.

 

Figuur 10: NGE kaart vanuit Geoweb systeem HHSK

 

Natuur

Flora- en faunaonderzoek (20220223 004_2022_Quickscan flora en fauna Zuidplaspolder_V1.0 23022022 DEF d.d. 23 februari 2022) heeft uitgewezen dat de werkzaamheden geen negatieve effecten hoeven te hebben op beschermde soorten indien gewerkt wordt onder bepaalde voorwaarden:

  • Het projectgebied kan vóór het broedseizoen ongeschikt worden gemaakt voor (broed)vogels door de verwijdering van vegetatie en het kort houden van deze vegetatie. Deze maatregel voorkomt ook dat er ringslangen in het projectgebied verblijven;

  • Om aantasting van een nestlocatie van algemene soort broedvogels en daarmee overtreding van de Wet natuurbescherming (Wnb) te voorkomen vinden de werkzaamheden bij voorkeur buiten het broedseizoen (periode augustus tot medio maart) plaats;

  • Om eventuele aantasting van de waterspitsmuis, rugstreeppad en platte schijfhoren en daarmee overtreding van de Wnb te voorkomen, worden voorgenomen werkzaamheden, vallend onder ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, uitgevoerd conform de randvoorwaarden uit een goedgekeurde gedragscode (Gedragscode voor Waterschappen). De maatregelen en werkwijze worden opgenomen in een ecologisch werkprotocol. Indien de maatregelen uit de gedragscode niet kunnen worden nageleefd, en daarmee geen zekerheid is over het vooruitlopend voorkomen van negatieve gevolgen voor de waterspitsmuis, dient een ontheffing Wnb te worden aangevraagd;

  • Tijdens de uitvoering dient, in het kader van de zorgplicht, aandacht te zijn voor een onverhoopt aanwezig individu van ringslang. Doden en verwonden dient hierbij te worden voorkomen. De werkzaamheden dienen in een richting te worden uitgevoerd en bij het aantreffen van een exemplaar dient deze zelfstandig te kunnen vluchten alvorens de werkzaamheden worden vervolgt.

Op basis van de afstand tot het betreffende Natura 2000-gebied worden negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van dit Natura 2000-gebied uitgesloten. Verdere toetsing en of een vergunning aanvraag is niet noodzakelijk. Er is geen sprake van aantasting van het areaal bomen.

Daarnaast is er juist sprake van verbetering van het leefgebied voor flora en fauna.

 

In aanvulling op deze quickscan is door de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) een toets gedaan waaruit de volgende aanbevelingen opgevolgd dienen te worden. De ODMH geeft aan dat de ecologische onderbouwing nog niet voldoende is. Schade aan beschermde soorten kan nog niet worden uitgesloten. De voorgestelde werkwijze met een gedragscode is niet mogelijk. Hierdoor zijn er nog enkele aandachtspunten, namelijk een toelichting op de afwezigheid van waardplanten en de noodzaak voor het uitvoeren van een nader onderzoek naar de waterspitsmuis, rugstreeppad en platte schijfhoren. Mogelijk moet het onderdeel ‘handelen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten’ worden aangehaakt bij de omgevingsvergunningaanvraag of een losse ontheffingsprocedure gestart worden.

 

Om overtredingen van de Wet natuurbescherming tijdens de werkzaamheden te voorkomen, raadt de Omgevingsdienst Midden-Holland aan om:

  • Buiten het vogelbroedseizoen te werken (het broedseizoen duurt grofweg van half maart tot half juli), of na inspectie van de locatie op broedende vogels tijdens het broedseizoen door een ecoloog;

  • De werkzaamheden uit te voeren bij daglicht, om lichtverstoring door werkverlichting op vleermuizen te voorkomen;

  • Acties te ondernemen om te voorkomen dat tijdens de werkzaamheden rugstreeppadden de locatie gaan koloniseren. Dit kan door in de periode april-september te voorkomen dat ondiepe plassen ontstaan, waarin deze soort eieren kan afzetten, en te voorkomen dat vergraafbare grond aanwezig is;

  • Het beperken van opslag van bouwmaterialen als grond, zand, etc. in hopen tijdens de bouwperiode. Als tijdelijk in depot plaatsen van zand- en/of grond noodzakelijk is moet vestiging van fauna worden voorkomen door:

    • Het afschermen van opgeslagen grond en zand in depot met een amfibieënraster in de periode september-maart;

    • het afwerken in een talud < 45°in de broedtijd van oeverzwaluwen (maart-juli).

  • De zorgplicht in acht te nemen, door de op het terrein voorkomende algemene soorten de gelegenheid te geven om weg te vluchten, of deze te verplaatsen naar naastgelegen geschikt gebied waar geen werkzaamheden worden uitgevoerd.

Kabels en leidingen

Er wordt rekening gehouden met kabels en leidingen in de directe omgeving, zodat geen beschadigingen optreden.

 

Uit de KLIC melding blijkt dat binnen het projectgebied (roze kader figuur 11) aan de zijde van de 2e Tochtweg bij de dam (KVD-566) die verwijderd moet worden, een elektriciteitsleidingen (bruin) liggen. Deze leidingen liggen gedeeltelijk in de sloot en op land en kruisen de sloot bij de te verbreden watergang.

 

Figuur 11: Locatie kabels en leidingen in projectgebied Koppeling 2e Tocht

 

Figuur 12: Locatie kabels en leidingen noordzijde Koppeling 2e Tocht

 

De locatie van de te verruimen watergang tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht, het perceel kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 2428, is in eigendom van Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV). De elektriciteitsleidingen die door dit perceel lopen zijn in eigendom van Stedin. De watergang wordt verbreed naar 9,3 meter van insteek tot insteek, hierdoor ontstaat een raakvlak met de leidingen van Stedin. De schuine boring (groene lijn) komt midden in de toekomstige watergang uit zie ook afbeelding 9. Tijdens de werkzaamheden zal hier rekening mee moeten worden gehouden.

 

Afbeelding 9: Elektriciteitsleidingen Stedin noordzijde Koppeling 2e Tocht

 

Bij de 1,5e Tocht ligt aan de noordzijde van de Tocht een riool (bruin) en aan de zuidzijde een olie/gasleiding (oranje), zie figuur 12 en 14. Deze leidingen lopen zeer waarschijnlijk door tot aan de stuw/dam (KST-528). Het riool kruist de sloot bij de te verbreden watergang. Voor de werkzaamheden om de bestaande stuw (KST-528) in een vaste dam te wijzigen, is geen raakvlak met deze leidingen omdat ze zich aan weerszijden van de sloot bevinden. Tijdens de werkzaamheden voor de Koppeling 2e Tocht worden deze leidingen gemonitord.

 

Figuur 13: Locatie kabels en leidingen zuidzijde Koppeling 2e Tocht

 

Geluid

De werkzaamheden kunnen enige geluidsoverlast met zich meebrengen. De omgeving dient hier rekening mee te houden. Tijdens de werkzaamheden zal de uitvoerende partij deze zodanig uitvoeren dat niet boven de maximale wettelijke toegestane waarden wordt uitgekomen.

 

4.2 Belanghebbenden

Eigenaren

Te verruimen watergang (OWA-8264) en te verwijderen dam (KVD-566)

Het perceel waar de huidige watergang wordt verruimd tot hoofdwatergang en de dam wordt verwijderd is in eigendom van Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV beheert dit voor haar opdrachtgever). Voor de realisatie van de verruiming van de watergang (OWA-8264) tot hoofdwaterging en het verwijderen van de dam moet een deel van het aangrenzend perceel verworven worden. Het hoogheemraadschap is hiervoor in overleg met de betreffende eigenaar. Het uitgangspunt voor het verkrijgen van de benodigde ruimte op het naastgelegen perceel is minnelijke verwerving. Indien minnelijke verwerving niet lukt, zal worden overgegaan tot het opleggen van een gedoogplicht of onteigening.

 

Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is toegang benodigd vanaf de 1e Tochtweg over de percelen die in eigendom zijn van de grondeigenaar zoals vermeld in Tabel 1 [Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV)]. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden.

 

Beschermingszone

Het hoogheemraadschap heeft in de Legger beschermingszones aangeduid vanwaar het mogelijk is om de hoofdwatergang te beheren en onderhouden. De beschermingszones liggen in principe aan beide zijden van een Hoofdwatergang. De Keur geeft aan welke verbods- en gebodsbepalingen er van toepassing zijn bij watergangen. Op het perceel, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummer 2428, krijgt zo een beschermingszone.* Doordat aan de noordzijde een kas staat, is beheer en onderhoud van de hoofdwatergang vanaf die zijde niet mogelijk. Het hoogheemraadschap zal de eigenaar, kadastraal bekend gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, sectie D, nummers 2341 & 2342 ontheffing verlenen ten behoeve van de beschermingszone.

 

  • *

    De huidige watergang is van de categorie ‘Overige watergang’ en kent een beschermingszone met een breedte van 1 meter. Deze wordt verruimd en daarna opgewaardeerd tot ‘Hoofdwatergang’. De beschermingszones langs Hoofdwatergangen hebben een breedte van 5 meter. De kas staat nu buiten de beschermingszone en straks er binnen.

Te wijzigen bestaande stuw in vaste dam

Het perceel waar de bestaande stuw wordt gewijzigd in een vaste dam is in eigendom van de Grondbank RZG Zuidplas. Voor het hebben en onderhouden van de vaste dam wordt een recht van opstal gevestigd. Het streven van het hoogheemraadschap is dit recht van opstal minnelijk te kunnen vestigen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet worden opgelegd.

 

Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is toegang benodigd vanaf de 1e Tochtweg over de percelen die in eigendom van grondeigenaren zoals vermeld in Tabel 2 [Grondbank RZG Zuidplas, BM Ontwikkeling BV en Gebiedsontwikkelingsmaatschappij Zuidplaspolder II Beheer BV (Saltus Beheer BV)]. Over het gebruik van deze gronden zal overeenstemming moeten worden bereikt met de grondeigenaren. Het uitgangspunt is deze overeenstemming op minnelijke wijze te bereiken. Mocht dit onverhoopt niet lukken, zal er een gedoogplicht ingevolge de Waterwet opgelegd moeten worden.

 

Beheerder/gebruikers 1e en 2e Tochtweg

Bij de aan- en afvoer van materiaal en materieel en tijdens de werkzaamheden aan de watergang tussen de 1,5e Tocht en de 2e Tocht en tijdens de werkzaamheden om de bestaande stuw te wijzigen in een vaste dam kunnen beheerders en gebruikers van de 1e Tochtweg enige hinder ondervinden. Deze hinder wordt beperkt door het benodigde materiaal en materiaal zoveel mogelijk gelijktijdig aan en af te voeren.

 

Omwonenden en bedrijven

Direct naast de te verruimen watergang en de te verwijderen dam staan aan de noordwestzijde kassen (2e Tochtweg 70) en een woning (2e Tochtweg 68) en aan de zuidoostzijde een woning met daarachter een bedrijfspand (2e Tochtweg 64 en 62a). Er bevinden zich geen gebouwen met een bouwjaar van voor 1950 in het gebied, wat de kans op funderingsschade door de kleine peilaanpassing van 11 cm minimaal maakt.

 

De omwonenden kunnen mogelijk enig (geluid)hinder op gezette tijden ondervinden. In het voortraject zijn diverse gesprekken geweest met de direct omwonenden en is een informatiefolder verstrekt waarin is toegelicht wat de werkzaamheden inhouden.

Voorafgaand aan de werkzaamheden worden omwonenden per bewonersbrief geïnformeerd en wordt een informatie inloopavond gehouden.

 

Diverse bedrijven worden ontsloten via de 2e Tochtweg. Deze partijen kunnen mogelijk ook op gezette tijden enige geluidshinder ondervinden. Ook zij worden uitgenodigd voor de informatie inloopavond voor een toelichting op de werkzaamheden. Het uitgangspunt is dat het achterliggende gebied te allen tijde bereikbaar blijft.

Daarnaast zullen de eigenaren van de percelen en woningen langs die 1e Tochtweg die als toegang tot de werkzaamheden dienen een uitnodiging krijgen voor de informatie inloopavond. Het hoogheemraadschap zal voorafgaand aan deze inloopavond de betreffende bewoners middels keukentafelgesprekken persoonlijk informeren.

 

Provincie Zuid-Holland

Voor de aan- en afvoer van materiaal en materieel zal gebruik worden gemaakt van de provinciale weg N219. Hierover zullen door de uitvoerende partij met de beheerder van de weg afspraken worden gemaakt. Indien gewenst wordt een verkeersplan opgesteld door de uitvoerende partij. Het hoogheemraadschap zal de beheerder informeren over de voorgenomen maatregelen Koppeling 2e Tocht voortvloeiende uit het peilbesluit 2012.

 

Gemeente Zuidplas / Omgevingsdienst Midden-Holland

De gemeente Zuidplas is belanghebbende. Namens de gemeente Zuidplas is de Omgevingsdienst Midden-Holland vergunningverlener van de omgevingsvergunning. Zowel de gemeente Zuidplas als de Omgevingsdienst Midden-Holland zijn reeds lange tijd betrokken bij de voorbereiding van de werkzaamheden, regelmatig vindt overleg plaats met de Gemeente Zuidplas en de Omgevingsdienst Midden-Holland.

 

Wegbeheerder

De wegbeheerder van de 1e Tochtweg (N219) en 1e Tochtweg parallel aan de N219 is de Provincie Zuid-Holland. Met de wegbeheerder zal de uitvoerende partij in overleg treden over de te treffen verkeersmaatregelen. Bij de uitwerking van het ontwerp en de bouwfasering zal door de uitvoerende partij rekening worden gehouden met de eisen en wensen van de wegbeheerder. Voor de werkzaamheden kunnen bouwborden ter informatie voor de omgeving over de uit te voeren werkzaamheden worden geplaatst. Plaatsing en vergunning geschiet in overleg met de eigenaar van een perceel, beheerder en Provincie Zuid-Holland.

 

Hulpdiensten

Bij de uitvoeringsplanning van de werkzaamheden worden de hulpdiensten betrokken. Overleg met de hulpdiensten voor de uitvoeringsfase vindt plaats via de gemeente Zuidplas en de Veiligheidsregio Hollands Midden. Tijdens eventuele wegafsluitingen/wegomleidingen wordt ervoor gezorgd, dat de hulpdiensten te allen tijde doorgang hebben. De uitvoerende partij zorgt voor een V&G-plan uitvoering waarin de communicatie met de hulpdiensten is opgenomen.

 

Vuilophaaldienst Cyclus

Tijdens de uitvoeringsplanning van de werkzaamheden wordt de vuilophaaldienst Cyclus tijdig geïnformeerd over eventuele verkeershinder en/of tijdelijke wegafzettingen/wegomleidingen.

5 VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN

5.1 Omgevingsvergunning

De Omgevingsdienst Midden-Holland heeft aangegeven dat voor de aanleg werkzaamheden voor project Koppeling 2e Tocht zoals de verbreding van de watergang (OWA-8264) en het verwijderen van de bestaande dam (KVD-566) geldt dat deze omgevingsvergunning vrij zijn, ook hoeft geen melding gedaan te worden (voorbereidingsbesluit).

 

Voor het wijzigen van de bestaande stuw (KST-528) in een vaste dam in de 1,5e Tocht geldt indien het past binnen de maten 3 meter hoog en 15 m2 dat dit ook omgevingsvergunningsvrij kan worden uitgevoerd conform uitspraak van de Omgevingsdienst Midden-Holland. Er dient wel rekening te worden gehouden met een daar in de buurt gelegen gasleiding en rivierwatertransport.

 

Bestemmingsplan

De werkzaamheden voor maatregel 7: Koppeling 2e Tocht vallen binnen het Bestemmingsplan Zuidplas West/herziening. Het gebied waar de werkzaamheden plaats vinden valt binnen het bestemmingsvlak “Agrarisch glastuinbouw”. Door de Omgevingsdienst Midden-Holland is aangegeven dat hier geen aanleg/waterhuiskundige voorziening van toepassing is. Wel dienen bewoners geïnformeerd te worden over de werkzaamheden en wanneer die gaan plaatsvinden.

 

5.2 Watervergunning

Een watervergunning is nodig als in of nabij het water of de waterkering activiteiten worden ondernomen (bijvoorbeeld het onttrekken of lozen van grondwater, het bouwen van een steiger of het dempen/ontgraven van een sloot). Het betreft een vergunning voor bouwactiviteiten op en rond het water. Voor maatregel 7: Koppeling 2e Tocht dient derhalve een watervergunning aangevraagd te worden.

 

Vanwege het wijzigen van de functie van overige watergang naar hoofdwatergang schrijft de Keur een beschermingszone aan beide zijden van de watergang voor. Aangezien aan één zijde van de watergang bebouwing aanwezig is, is tweezijdig onderhoud niet mogelijk. Hiervoor is een vergunning noodzakelijk. Door het vastleggen van de 5 meter brede beschermingszone wordt voor de kas en de beschoeiing/damwand in de noordwestelijke oever een vergunning verstrekt door het Hoogheemraadschap aan eigenaar kas. De opdrachtgever moet deze vergunning aanvragen bij het hoogheemraadschap, dit dient met de belanghebbende(n) te zijn afgestemd.

 

5.3 Overige vergunningen benoemen

AP04 onderzoek

Indien de grond niet op de nabij gelegen percelen verwerkt kan worden, moet deze afgevoerd worden. Hiervoor is een AP04 onderzoek noodzakelijk.

 

Ecologie

Mogelijk moet het onderdeel ‘handelen met gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten’ worden aangehaakt bij de omgevingsvergunningaanvraag of een losse ontheffingsprocedure gestart worden.

 

5.4 Voorschriften HHSK

De werkzaamheden zoals beschreven in dit projectplan dienen te voldoen aan de onderstaande voorschriften zoals opgesteld door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

 

  • 1.

    De werkzaamheden mogen pas uitgevoerd worden als het projectplan van rechtswege onherroepelijk is geworden.

  • 2.

    De stabiliteit van de taluds en de opstallen naast de te verruimen watergang moeten gewaarborgd zijn.

  • 3.

    Door de verruiming van de watergang mag de bestaande waterhuishouding niet worden verstoord. De bestaande waterpeilen moeten worden gehandhaafd. De werkzaamheden moeten conform de bij dit besluit door de uitvoerende partij nog te realiseren tekeningen worden uitgevoerd.

  • 4.

    Na de uitvoering van de werkzaamheden mogen geen gebruikte gereedschappen, hulpwerken en -materialen, afval en overige zaken achterblijven.

  • 5.

    Daar waar geen verharding aanwezig is, moeten ontgravingen in het talud en het maaiveld direct na het beëindigen van de werkzaamheden worden ingezaaid met een daartoe geschikt graszaadmengsel, dat ter goedkeuring is voorgelegd aan HHSK.

  • 6.

    Beschadigde terrein- en wegverhardingen moeten zo spoedig mogelijk worden hersteld.

  • 7.

    Na het gereedkomen van de werken moeten de taluds van de watergangen buiten de werkzaamheden weer in de oorspronkelijke staat worden gebracht en moeten zodanige voorzieningen worden getroffen dat geen uitspoeling van de grond plaats kan vinden.

  • 8.

    Alle voor het uitvoeren van de werken nodige ontgravingen moeten tot een minimum worden beperkt en onmiddellijk na het gereedkomen worden aangevuld.

  • 9.

    Als gevolg van de werken mag de doorstroming van het water niet ontoelaatbaar worden belemmerd.

 

5.5 Calamiteiten en communicatie

In geval van calamiteiten zal de communicatie plaatsvinden vanuit de vigerende calamiteitenorganisatie en wordt conform de bestaande procedures van het hoogheemraadschap gehandeld. Binnen de projectorganisatie dient de uitvoerende partij een calamiteit onmiddellijk te melden bij de directievoerder. De directievoerder is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan het hoogheemraadschap en eventuele derde partijen zoals de gemeente. Binnen het hoogheemraadschap wordt de normale procedure gevolgd. Bij de start van de werkzaamheden wordt een communicatieschema gemaakt met de verantwoordelijke personen en telefoonnummers.

6 PROCEDURE

De procedure die gevolgd wordt voor dit projectplan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht.

 

Zienswijze ontwerpfase

Bij de uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt het ontwerp projectplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden kunnen gedurende deze periode tegen het ontwerp projectplan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp indienen bij HHSK. Na de terinzageleggingtermijn stelt het hoogheemraadschap het projectplan, inclusief een naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen opgestelde nota van beantwoording vast.

 

Beroep na vaststelling

Na vaststelling van het projectplan kunnen belanghebbenden beroep instellen. Beroep dient binnen zes weken na de bekendmaking van het projectplan ingesteld te worden bij de sector Bestuursrecht van de Rechtbank te Rotterdam. Na de uitspraak van de rechtbank kan eventueel hoger beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

Contactpersoon projectplan

Als contactpersoon voor het project Uitvoeringsprogramma Zuidplaspolder Maatregel 7: Koppeling 2e Tocht, en daarmee voor het onderhavige projectplan, treedt de heer Vincent Blom op vanuit het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

Naar boven