Ter inzage: concept algemene regel werken, beplantingen, bomen en werkzaamheden in de kernzone (KZ) en beschermingszone (BZ) van de kade, concept algemene regel kabels en leidingen en concept algemene regel verwijderen werken.

Het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Rijn en IJssel heeft in haar vergadering van 27 september 2022 besloten:

  • -

    De nieuwe algemene regel voor werken, beplantingen, bomen en werkzaamheden in de kernzone en beschermingszone van de kade in concept vast te stellen.

  • -

    De bestaande algemene regel voor kabels en leidingen te wijzigen door het toepassingsbereik uit te breiden zodat een kruising met een kade ook onder de algemene regel valt; en in concept vast te stellen.

  • -

    De bestaande algemene regel voor het verwijderen van werken te wijzigen door het toepassingsbereik uit te breiden naar kades; en in concept vast te stellen.

In principe zijn alle activiteiten die op de één of andere manier invloed kunnen hebben op het water of op dijken, verboden. In de Keur van het waterschap staan de regels die gelden en voor welke activiteiten je een vergunning moet aanvragen. In de legger worden de gebieden aangewezen waar de regels gelden. Onze beleidsregels leggen uit waarom een vergunning nodig is en wanneer een vergunning verleend kan worden. Sommige activiteiten komen vaak voor en hebben minder invloed op het water of op de dijk. Voor deze activiteiten zijn algemene regels gemaakt. Voor die activiteiten is dan geen vergunning nodig, maar is een melding voldoende. In de algemene regels staat aan welke voorwaarden je moet houden.

Inzage en vragen

Om de regeldruk te verminderen is besloten een algemene regel voor kades op te stellen. Daarnaast worden de bestaande algemene regels voor kabels en leidingen en voor het verwijderen van werken aangepast zodat het toepassingsbereik wordt verruimd en ook de werkzaamheden bij kades hieronder vallen.

De algemene regels zijn op deze pagina te raadplegen.

Bij vragen kunt u contact opnemen met mevrouw K. Zuidema van de unit Vergunningverlening en Handhaving op telefoonnummer 0314-369 369.

Zienswijze

Bent u het niet eens met de algemene regel? Dan kunt u dit laten weten in een officiële reactie. Dat noemen we een zienswijze. Inwoners en belanghebbenden kunnen gedurende 6 weken na de dag van het bekendmaken van dit besluit hun zienswijze(n) indienen. Dit kunt u doen door uw zienswijze te richten aan:

Dagelijks bestuur van Waterschap Rijn en IJssel

T.a.v. Unit Vergunningverlening en Handhaving

Postbus 148

7000 AC Doetinchem

info@wrij.nl

Wij verzoeken u om uw zienswijze zo specifiek mogelijk te omschrijven en als onderwerp ‘Zienswijze algemene regel’ te vermelden.

Wilt u uw zienswijze mondeling indienen? Maakt u dan een afspraak met mevrouw K. Zuidema van de unit Vergunningverlening en Handhaving op telefoonnummer 0314-369 369. Van uw mondelinge zienswijze wordt een verslag gemaakt.

Na de inzagetermijn stelt het college van dijkgraaf en heemraden een reactienota vast. Hierin worden alle ingediende zienswijzen van een reactie door het college voorzien. Degenen die een zienswijze hebben ingediend, krijgen een kopie van de reactienota toegestuurd. Als er naar aanleiding van de zienswijzen aanpassingen doorgevoerd worden, staan deze in de reactienota. Tegelijkertijd stelt het college van dijkgraaf en heemraden de algemene regels dan ook definitief vast. Zodra de algemene regels definitief zijn vastgesteld, wordt dit in het Waterschapsblad en via www.officielebekenmakingen.nl bekend gemaakt.

 

Besluit tot wijziging van de algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009

Het college van dijkgraaf en heemraden;

gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a, c en d en lid 4 sub a en c en artikel 3.13 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;

besluit tot wijziging van de algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.

Besluit tot wijziging

De algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op 17 december 2009, worden als volgt gewijzigd:

In afdeling ll wordt artikel 2 (inclusief toelichting) in zijn geheel vervangen door een nieuw artikel 2 (inclusief toelichting), luidende:

Kabels en leidingen

Artikel 2 Onderwerp en toepassingsgebied

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a, c en d en lid 4 sub a en c van de Keur, voor het aanleggen of vervangen van een kabel of leiding voor zover deze:

 

  • 1.

    een buitendiameter heeft van maximaal 0,30 meter;

  • 2.

    voor kabels: niet wordt aangelegd binnen de kernzone en/of beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade, tenzij de kade wordt gekruist;

voor leidingen: niet wordt aangelegd binnen de kernzone en/of beschermingszone en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade, tenzij de kade wordt gekruist

  • 1.

    niet door een damwand, een bestaande duiker of inspectieput wordt aangelegd;

  • 2.

    op meer dan 10,00 meter van een bestaand of geprojecteerd kunstwerk wordt aangelegd;

  • 3.

    niet parallel wordt aangelegd aan een watergang die met de functie HEN, SED of natte EVZ is aangegeven in het Waterbeheerplan van Waterschap Rijn en IJssel;

  • 4.

    een oppervlaktewaterlichaam of kade kruist op een diepte van minimaal 1 meter onder het leggerprofiel (gemeten vanaf de bovenzijde van de kabel/ leiding) en minimaal 1 meter onder de vaste bodem van het oppervlaktewaterlichaam.

  • 5.

    een duiker kruist op minimaal 1 meter onder de binnenonderkant van de duiker.

  • 6.

    een bestaande duiker aan de bovenzijde kruist met een tussenliggende gronddekking van minimaal 0,2 meter en een gronddekking van 0,5 meter op de kabel / leiding;

  • 7.

    in de parallelrichting van een watergang wordt aangelegd:

    • -

      op minimaal 1 meter van de insteek van een watergang;

    • -

      met minimaal 0,7 meter gronddekking.

NB: het inblazen/ doorvoeren van een kabel of leiding in een bestaande mantelbuis is vrijgesteld van de vergunning- en meldingsplicht, indien het intrede- en uittredepunt buiten de beschermingszone van een watergang ligt en voldaan wordt aan artikel 2, lid 2.

Artikel 2a Voorschriften

Degene die op grond van artikel 2 is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het aanleggen of vervangen van een kabel of leiding:

  • 1.

    mag een kruisende kabel of leiding niet middels open ontgraving aanleggen, tenzij de kabel of leiding een duiker aan de bovenzijde kruist;

  • 2.

    moet een kruising van een kabel of leiding met een watergang of kade zo haaks mogelijk aanleggen, dwars op de as van de watergang of kade;

  • 3.

    indien een haakse kruising niet mogelijk is, moet dit bij de melding onderbouwd worden;

  • 4.

    moet een kruisende kabel of leiding over een duiker voorzien van een mantelbuis;

  • 5.

    mag geen markeringsbordjes binnen de kernzone en/of beschermingszone van de watergang plaatsen;

  • 6.

    zet de werkzaamheden, eenmaal gestart, onafgebroken voort;

  • 7.

    verdicht de sleuf en/of het in- en uittredepunt na de werkzaamheden onmiddellijk en werkt deze in oorspronkelijke staat af;

  • 8.

    herstelt gedurende één jaar na gereedmelding van de werkzaamheden in overleg met het waterschap beschadigingen en verzakkingen aan de watergang, taluds, onderhoudsstroken en/of (kunst)werken, voor zover deze beschadigingen en verzakkingen het gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden;

  • 9.

    meldt een breuk, beschadiging of lekkage van een leiding direct (alle dagen, ook buiten kantooruren) bij het waterschap (0314 - 369 369);

  • 10.

    treft bij breuk, beschadiging of lekkage in overleg met het waterschap maatregelen om:

    • 1.

      verdergaande lekkage te voorkomen;

    • 2.

      de gevolgen van de breuk, beschadiging of lekkage te herstellen;

  • 11

    wijzigt of verwijdert de kabel of leiding op eerste aanzegging van het waterschap en op eigen kosten indien dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van beheer- of onderhoudshandelingen of anderszins in het belang van de zorg voor het watersysteem;

  • 12

    is verplicht een buiten gebruik gestelde kabel of leiding, zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 1 jaar na buiten gebruik stelling, te verwijderen;

  • 13

    is onderhoudsplichtige van de kabel of leiding en zorgt dat deze te allen tijde in goede staat van onderhoud verkeert;

  • 14

    stuurt na uitvoering van de werkzaamheden een gereedmelding naar handhaving@wrij.nl.

Artikel 2b Meldplicht

Degene die op grond van artikel 2 is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het aanleggen of vervangen van een kabel of leiding:

  • 1.

    meldt dit uiterlijk 4 weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden aan het waterschap door het daartoe bestemde meldingsformulier volledig in te vullen en in te dienen via info@wrij.nl of postbus 148, 7000 AC Doetinchem;

  • 2.

    begint de gemelde werkzaamheden pas nadat het waterschap de ontvangst van de melding heeft bevestigd;

  • 3.

    vermeldt bij de melding de volgende gegevens:

  • -

    de naam, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van de meldingsplichtige;

  • -

    een omschrijving van de aard, de omvang, de reden en het doel van de geplande werkzaamheden;

  • -

    de wijze van het leggen van de kabel of leiding (gestuurde boring of open ontgraving);

  • -

    de ligging van de kabel/leiding (gronddekking, afstanden tot leggerprofiel en insteek);

  • -

    de start- en einddatum van de werkzaamheden;

  • -

    een situatietekening met de locatie van de aan te leggen kabel of leiding;

  • -

    de kadastrale gegevens van het perceel waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden;

  • -

    de rijksdriehoekscoördinaten (X, Y-coördinaten) van de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden;

  • -

    de buitendiameter van de kabel of leiding; 

  • -

    (bij een machtiging) de naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de gemachtigde;

  • -

    indien de werkzaamheden door een ander dan de meldingsplichtige worden uitgevoerd, de naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de uitvoerder;

  • 4.

    meldt direct wijzigingen van de bovenstaande gegevens aan het waterschap.

Artikel 2c Overige bepalingen en overgangsrecht

  • 1.

    De melding vervalt één jaar na dagtekening van de melding indien niet is gestart met de uitvoering van de gemelde werkzaamheden;

  • 2.

    Indien voor een bestaande kabel of leiding zoals bedoeld in artikel 2, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, c en d en lid 4 sub a en c van de Keur is verleend, dan blijft deze vergunning en de daaraan verbonden voorschriften onverkort van kracht;

  • 3.

    Indien voor een kabel of leiding zoals bedoeld in artikel 2, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beschikt, wordt die aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in artikel 2b.

     

Toelichting (Afdeling ll)

 

Artikelsgewijs

Artikel 2 Onderwerp en toepassingsgebied

Op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, c en d en lid 4 sub a en c van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, is het verboden zonder vergunning gebruik te maken van de kernzone en/of beschermingszone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken aan te brengen, werkzaamheden te verrichten, of stoffen of voorwerpen te brengen of te hebben op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen.

Op grond van artikel 3.13 van de Keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.

De begrippen die zijn gedefinieerd in de Keur zijn ook van toepassing voor de bepalingen in deze algemene regels. Daarnaast wordt in deze algemene regel verstaan onder:

  • -

    geprojecteerd kunstwerk: nog niet gerealiseerd kunstwerk dat op grond van een onderliggend besluit geagendeerd staat om te worden gerealiseerd;

  • -

    gestuurde boring: een sleufloze boortechniek, persing of boogzinker waarbij obstakels zoals watergangen of wegen onder de waterbodem of maaiveld worden gepasseerd;

  • -

    HEN, SED, natte EVZ: hoogste ecologische niveau, specifiek ecologische doelstelling en natte ecologische verbindingszone;

  • -

    kabels en leidingen: alle kabels, leidingen en mantelbuizen die geen lozingswerk zijn;

  • -

    leggerprofiel: het in de legger vastgelegde theoretische dwarsprofiel van een watergang, inclusief de maatvoeringen;

  • -

    mantelbuis: een buis bestemd voor de doorvoer en bescherming van een kabel of leiding; een mantelbuis is te beschouwen als een drukloze leiding;

  • -

    open ontgraving : het opengraven van de grond om een kabel of leiding te kunnen aanleggen;

  • -

    watergang: oppervlaktewaterlichaam met bijbehorende taluds, onderhoudsstroken, kaden en kunstwerken zoals vastgelegd in de legger en keurkaarten.

Deze algemene regel is van toepassing op het aanleggen en vervangen van kabels, leidingen en mantelbuizen langs, onder of over watergangen en bij een kruising met een kade. Hieronder vallen tevens bergingsgebieden. Voor kabels en leidingen die vallen onder artikel 2 Onderwerp en toepassingsgebied van deze algemene regel, gelden de criteria in artikel 2a. In deze algemene regel wordt tevens gesproken over mantelbuizen. Deze zijn te beschouwen als drukloze leidingen en vallen daarmee ook onder de werkingssfeer van deze algemene regel.

Het aanleggen of vervangen van een kabel of leiding die niet onder artikel 2 Onderwerp en toepassingsgebied valt, is vergunningplichtig.

Het leggen of vervangen van kabels en leidingen langs, over en onder watergangen, kades, bergingsgebieden en hun beschermingszones komt veel voor en betreft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudig werk. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen in dit geval voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.

De aanleg van kabels en leidingen kan leiden tot verstoring van de afvoer van watergangen en aantasting van voorzieningen en waarden in en om de watergangen, zoals beschoeiingen, taluds, bomen en struiken. Daarom geldt deze algemene regel niet wanneer de kabel of leiding de watergang kruist door middel van een open ontgraving. In dat geval geldt de vergunningplicht. Tenzij een duiker aan de bovenzijde wordt gekruist.

Kabels en leidingen met een buitendiameter groter dan 0,30 meter vallen niet onder deze algemene regel. Hiervoor geldt de vergunningplicht.

Deze algemene regel geldt niet indien de kabel wordt aangelegd binnen de kern-, en of beschermingszone van een kering of kade (tenzij de kade wordt gekruist) en bij leidingen indien de leiding wordt aangelegd binnen de kern-, beschermings- en/of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade (tenzij de kade wordt gekruist). Kabels en leidingen in of nabij een waterkering moeten in verband met risico’s voor de veiligheid van de waterkering zoveel mogelijk worden voorkomen. In deze gevallen geldt altijd de vergunningplicht.

Het is onder de algemene regel niet toegestaan een kabel of leiding aan te leggen waarbij een damwand, een bestaande duiker of inspectieput wordt doorboord. Deze waterstaatswerken mogen niet worden aangetast.

Het leggen of vervangen van kabels en leidingen in, parallel aan een watergang met een natuurfunctie (HEN/SED/natte EVZ), zoals aangegeven in het Waterbeheerplan Waterschap Rijn en IJssel valt vanwege mogelijke verstoring van de ecologie niet onder deze algemene regel. Bij deze wateren moet ruimte blijven bestaan voor toekomstige ontwikkelingen, zoals de aanleg van een plas- drasoever of (her)meandering. Deze ontwikkelingen kunnen belemmerd worden door de aanwezigheid van een ondergrondse kabel of leiding. Voor deze watergangen geldt dan ook de vergunningplicht.

Om te voorkomen dat het waterschap of derden schade kunnen toebrengen aan een kabel of leiding, bijvoorbeeld tijdens het uitvoeren van onderhoud aan een watergang, moeten kabels en leidingen die in de lengterichting langs een watergang worden gelegd, met minimaal 0,7 meter gronddekking worden aangelegd. De afstand tot de insteek van de watergang moet minimaal 1 meter bedragen. Tenslotte moet bij het leggen van een kabel of leiding over een bestaande duiker een minimale gronddekking van 0,5 meter worden gehanteerd.

Om zettingsverschillen te voorkomen moet het aanvullen en verdichten van de sleuf gelijktijdig en gelijkmatig worden uitgevoerd met zoveel mogelijk dezelfde dichtheid als de omringende niet geroerde grond.

Het inblazen of doorvoeren van een kabel of leiding in een bestaande mantelbuis is vrijgesteld van de meldplicht indien het intrede- en uittredepunt buiten de zoneringen van het oppervlaktewaterlichaam liggen. Er zijn bij deze werkzaamheden geen risico`s te verwachten voor het watersysteem, want de werkzaamheden worden buiten het oppervlaktewaterlichaam uitgevoerd.

Het verwijderen van bestaande kabels en leidingen is vergunningplichtig. Onder voorwaarden kan volstaan worden met een melding op grond van de algemene regel Verwijderen van werken en beplanting nabij een watergang. Ook indien op aanzegging van het waterschap een kabel of leiding verwijderd moet worden, moet eerst toestemming verkregen worden in de vorm van een vergunning of bevestiging melding, voordat met de werkzaamheden kan worden gestart.

Op het aanleggen of vervangen van een kabel of leiding kunnen naast het gestelde in deze algemene regel ook bepalingen gelden vanuit andere wet- en regelgeving.

 

Artikel 2a Voorschriften

Indien de aan te leggen kabel of leiding onder artikel 2 van deze algemene regel valt, is hieraan een aantal voorschriften verbonden.

De meldingsplichtige is verplicht om verzakkingen te herstellen, die zijn ontstaan binnen een jaar na de gereedmelding van de werkzaamheden. Deze verplichting geldt één jaar, zodat het waterschap kan beoordelen of het werk onder alle seizoenen onveranderd blijft.

Markeringsbordjes die de ligging van de kabel of leiding aanduiden, zijn niet zonder meer toegestaan in de kern- en/of beschermingszone van de watergang omdat deze door onderhoud aan de watergang beschadigd kunnen worden. Hiervoor moet een vergunning worden aangevraagd.

Wanneer de aangelegde kabel of leiding in de toekomst een obstakel vormt voor het door het waterschap uit te voeren beheer en/of onderhoud of anderszins de zorg voor het watersysteem belemmert, moet de meldingsplichtige de kabel of leiding op eigen kosten verwijderen. Deze bepaling ligt in lijn met het gestelde in artikel 6.22 van de Waterwet.

Als de kabel of leiding zijn functie heeft verloren, moet de meldingsplichtige deze (laten) verwijderen. Hiervoor gelden de bepalingen uit de algemene regel Het verwijderen van werken en beplanting nabij een watergang.

 

Artikel 2b Meldplicht

Het is van belang dat de werkzaamheden in en nabij de watergang op de juiste wijze worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de werkzaamheden. Daarom is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen. Het is aan te raden om mogelijke belanghebbenden, voorafgaand aan de werkzaamheden, daarvan in kennis te stellen.

 

 

Besluit tot wijziging van de algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009

Het college van dijkgraaf en heemraden;

gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en lid 4 sub a, b en c en artikel 3.13 van de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;

besluit tot wijziging van de algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.

 

Besluit tot wijziging

De algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden op

17 december 2009, worden als volgt gewijzigd:

In afdeling ll wordt artikel 7 (inclusief toelichting) in zijn geheel vervangen door een nieuw artikel 7 (inclusief toelichting), luidende:

 

Het verwijderen van werken en beplanting nabij een watergang

 

Artikel 7 Onderwerp en toepassingsgebied

Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en lid 4 sub a, b en c van de keur, voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting en bomen, voor zover:

 

  • 1.

    deze niet worden verwijderd binnen de zoneringen van een waterkering;

  • 2.

    de te verwijderen kunstwerken of (bouw)werken geen onderdeel zijn van de onderhoudsroute van het waterschap;

  • 3.

    de watergang niet (gedeeltelijk) wordt afgedamd;

  • 4.

    het te verwijderen kunstwerk geen peilregulerend kunstwerk is;

  • 5.

    het te verwijderen kunstwerk, (bouw)werk of beplanting alleen door of namens de onderhoudsplichtige of (kadastraal) eigenaar wordt verwijderd.

     

Artikel 7a Voorschriften

Degene die op grond van artikel 7 is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting:

  • 1. verwijdert deze volledig uit de kernzone en/of beschermingszone van de watergang of kade, inclusief bijbehorende of ondersteunende werken zoals landhoofden, funderingen of wortels;

  • 2. zet de werkzaamheden, eenmaal gestart, onafgebroken voort;

  • 3. meldt een calamiteit direct (alle dagen, ook buiten kantooruren) bij het waterschap (0314 - 369369);

  • 4. zorgt dat het leggerprofiel van de watergang niet wijzigt;

  • 5. werkt de watergang ter plaatse van het verwijderde kunstwerk, (bouw)werk of beplanting zodanig af dat deze aansluit op het aanliggende profiel;

  • 6. waarborgt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden de doorstroming van de watergang;

  • 7. vult ontstane gaten in de grond met grond dat voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit en verdicht de aangebrachte grond gelijkmatig;

  • 8. Werkt taluds erosiebestendig af, bijvoorbeeld door middel van graszoden;

  • 9. herstelt gedurende één jaar na de gereedmelding van de werkzaamheden in overleg met het waterschap beschadigingen en verzakkingen aan de watergang, taluds, onderhoudspaden en/of kunstwerken, voor zover deze beschadigingen en verzakkingen het gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden;

  • 10. is verantwoordelijk voor eventuele vervolghandelingen die als gevolg van de werkzaamheden ontstaan;

  • 11. stuurt na uitvoering van de werkzaamheden een gereedmelding naar handhaving@wrij.nl.

     

Artikel 7b Meldplicht

Degene die op grond van artikel 7 is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting:

  • 1.

    meldt dit uiterlijk 4 weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden aan het waterschap door het daartoe bestemde meldingsformulier volledig in te vullen en in te dienen via info@wrij.nl of postbus 148, 7000 AC Doetinchem;

  • 2.

    begint de gemelde werkzaamheden pas nadat het waterschap de ontvangst van de melding heeft bevestigd;

  • 3.

    vermeldt bij de melding de volgende gegevens:

  • -

    de naam, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van de meldingsplichtige;

  • -

    een omschrijving van de aard, de omvang, de reden en het doel van de geplande werkzaamheden;

  • -

    de start- en einddatum van de werkzaamheden;

  • -

    een situatietekening waarop duidelijk de locatie staat afgebeeld van het te verwijderen kunstwerk, (bouw)werk en/of beplanting;

  • -

    de kadastrale gegevens van het perceel waar de werkzaamheden plaatsvinden;

  • -

    de rijksdriehoekscoördinaten (X, Y-coördinaten) van de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden;

  • -

    (bij een machtiging) de naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de gemachtigde;

  • -

    indien de werkzaamheden door een ander dan de meldingsplichtige worden uitgevoerd, de naam, adres, woonplaats en telefoonnummer van de uitvoerder;

  • 4.

    meldt direct aan het waterschap wijzigingen van de bovenstaande gegevens.

     

Artikel 7c Overige bepalingen en overgangsrecht

  • 1.

    De melding vervalt één jaar na dagtekening van de melding indien niet is gestart met de uitvoering van de werkzaamheden;

  • 2.

    Indien voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting, bedoeld in artikel 7, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en/of lid 4 sub a, b en c van de keur is verleend, blijft deze vergunning en de daaraan verbonden voorschriften onverkort van kracht;

  • 3.

    Indien voor het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting, bedoeld in artikel 7, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beschikt, wordt die aanvraag gelijkgesteld met een melding als bedoeld in artikel 7b.

     

Toelichting (Afdeling ll)

 

Artikelsgewijs

Artikel 7 Onderwerp en toepassingsgebied

Op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c en lid 4 sub a, b en c van de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 is het verboden om zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone en/of beschermingszone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken aan te brengen of te verwijderen, werkzaamheden te verrichten of opgaande (hout)beplantingen aan te brengen of te hebben, dan wel aanwezige (hout)beplanting te beschadigen of te verwijderen.

Op grond van artikel 3.13 van de Keur kan het bestuur algemene regels stellen die een vrijstelling van die vergunningplicht inhouden. In deze algemene regel is hiervan gebruik gemaakt.

Begripsbepaling:

  • -

    beplanting: in de aarde wortelende struiken en planten;

  • -

    bomen: beplanting met opgaande stam(men) van hout;

  • -

    (bouw)werk : een door menselijk toedoen ontstane of gemaakte constructie met toebehoren. Dit betreft bijvoorbeeld gebouwen, kunstwerken en objecten;

  • -

    leggerprofiel: het in de legger vastgelegde theoretische dwarsprofiel van een watergang, inclusief de maatvoeringen;

  • -

    onderhoudsroute: de route die het waterschap aflegt voor het uitvoeren van onderhoud waarbij watergangen kunnen worden gekruist middels kunstwerken (duiker, brug etc.).

     

Deze algemene regel is van toepassing op het verwijderen van kunstwerken, (bouw)werken of beplanting in de kern- en/of beschermingszone van een watergang of kade. Deze algemene regel geldt niet voor het verwijderen van kunstwerken, (bouw)werken of beplanting in de kernzone en/of beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering of zomerkade. De risico’s op schade aan waterkeringen zijn te groot om te reguleren middels algemene regels. Daarom geldt voor het verwijderen van werken nabij een waterkering de vergunningplicht.

 

Daarnaast geldt deze algemene regel alleen indien de verwijdering plaatsvindt door of namens de onderhoudsplichtige, zoals vastgelegd in de legger/ het beheerregister van het waterschap, of door de (kadastraal) eigenaar. Dit laatste geldt indien het werk, object of beplanting niet is opgenomen in de legger.

 

Het verwijderen van deze werken heeft in het algemeen een positief effect op de waterhuishouding en het doelmatige onderhoud door of vanwege het waterschap. Het aantal obstakels zal als gevolg van de verwijdering afnemen waardoor de doorstroming van de watergang verbetert. Het belang van het waterschap bij het verwijderen van een of meerdere kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting is er in gelegen dat de watergang na het verwijderen in goede staat wordt hersteld en dat de doorstroming gewaarborgd blijft. De risico's bij het verwijderen van een (kunst)werk, object en/of beplanting zijn dusdanig gering dat kan worden volstaan met een algemene regel.  

Om mogelijke negatieve invloeden op de waterhuishouding te voorkomen vallen peilregulerende kunstwerken (bijvoorbeeld (knijp)stuwen, vaste overlaten of overige knijpconstructies) of kunstwerken die onderdeel uitmaken van een onderhoudsroute (veelal dammen met duikers of bruggen) niet onder deze algemene regel. Hiervoor geldt altijd de vergunningplicht.

 

Artikel 7a Voorschriften

Indien de werkzaamheden onder artikel 7 van deze algemene regel vallen, is hieraan een aantal voorschriften verbonden. De meldingsplichtige is bijvoorbeeld verplicht om verzakkingen van de taluds te herstellen, die zijn ontstaan tijdens de werkzaamheden of binnen één jaar na de gereedmelding van de werkzaamheden. Het waterschap kan op deze manier beoordelen of het werk onder alle seizoenen onveranderd blijft.

De meldingsplichtige is ook verantwoordelijk voor eventuele vervolghandelingen als gevolg van het verwijderen van een werk. Daarbij kan worden gedacht aan kabels en leidingen die bloot komen te liggen door het verwijderen van een dam met duiker. Deze kabels en leidingen moeten in dat geval in de bodem worden gebracht met voldoende gronddekking en de juiste afwerking.

Om zettingen te voorkomen moet het aanvullen en verdichten van de grond gelijkmatig worden uitgevoerd waarbij de aan te brengen grond zoveel mogelijk dezelfde dichtheid heeft als de omringende niet geroerde grond.

Op het verwijderen van werken en/of beplanting kunnen naast het gestelde in deze algemene regel ook bepalingen gelden vanuit andere wet- en regelgeving.

Artikel 7b Meldplicht

Het is van belang dat de werkzaamheden in en nabij de watergang op de juiste wijze worden uitgevoerd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het waterschap toezicht kan uitoefenen op de werkzaamheden. Daarom is de meldplicht in deze algemene regel opgenomen. Het is aan te raden om mogelijke belanghebbenden, voorafgaand aan de werkzaamheden, in kennis te stellen van de voorgenomen werkzaamheden.

 

 

Besluit tot wijziging van de algemene regels, nadere regels en verplichtingen, behorende bij de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009

Het college van dijkgraaf en heemraden;

gelet op artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c, lid 4 sub a, b en c en artikel 3.13 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009;

besluit tot wijziging van de algemene regels, nadere regels en verplichtingen, bijlage bij de keur Waterschap Rijn en IJssel 2009, als volgt:

In afdeling ll wordt een nieuw artikel toegevoegd, te weten artikel 12 (incl. toelichting), luidende:

 

Werken, beplantingen, bomen en werkzaamheden in de kernzone (KZ) en beschermingszone (BZ) van de kade

 

Artikel 12a  Werken, beplantingen, bomen en werkzaamheden in de kernzone van de kade

Artikel 3.1 lid 1 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel bepaalt:

Het is verboden zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de kernzone van een waterstaatswerk door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder:

a. werken aan te brengen, te hebben of te verwijderen;

b. opgaande (hout)beplantingen aan te brengen of te behouden, dan wel aanwezige (hout)beplantingen te beschadigen of te verwijderen;

c. werkzaamheden te verrichten.

 

Toepassingsbereik:

Er geldt een vrijstelling van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 1 sub a, b en c van de Keur in de kernzone van de kade voor:

 

  • 1.

    Het aanbrengen van beplanting (geen bomen), waarbij een maximale ontgraving plaatsvindt van 30 cm beneden maaiveld.

  • 2.

    Het uitvoeren van reguliere tuinwerkzaamheden, waaronder groenonderhoud.

     

Voorwaarden:

  • 1.

    Er mogen geen permanente maaiveldverlagingen plaatsvinden.

  • 2.

    Het werk wordt in 1 handeling, ononderbroken, uitgevoerd.

  • 3.

    De werkzaamheden worden niet uitgevoerd bij een aanwezige of te verwachten verhoogde waterstand.

  • 4.

    De onderhoudspaden van het waterschap moeten obstakelvrij blijven.

  • 5.

    Er mogen geen holle ruimtes ontstaan.

  • 6.

    Ontgravingen worden direct opgevuld met grond dat voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit, tot minimaal het peil van het omliggende maaiveld.

     

Artikel 12b  Werken, beplantingen, bomen en werkzaamheden in de beschermingszone van de kade

Artikel 3.1 lid 4 van de Keur Waterschap Rijn en IJssel bepaalt:

Het is verboden zonder vergunning van het bestuur gebruik te maken van de beschermingszone van een waterstaatswerk door anders dan in overeenstemming met de functie daarin of daarop:

a. werken aan te brengen, te hebben of te verwijderen;

b. opgaande (hout)beplantingen aan te brengen of te behouden, dan wel aanwezige (hout)beplantingen te verwijderen;

c. werkzaamheden te verrichten.

 

Toepassingsbereik:

Er geldt een vrijstelling van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 lid 4 sub a, b en c van de keur in de beschermingszone van een kade voor:

  • 1.

    Het oprichten van semi-permanente (bouw)werken waarbij geen tijdelijke maaiveldverlaging plaatsvindt.

  • 2.

    Het aanplanten van bomen en het aanbrengen van beplanting.

  • 3.

    Het uitvoeren van reguliere tuinwerkzaamheden, waaronder groenonderhoud.

  • 4.

    Het bewerken van grond voor agrarische doeleinden, met een maximale grondroering van 25 cm beneden maaiveld.

     

Voorwaarden:

  • 1.

    Er mogen geen permanente maaiveldverlagingen plaatsvinden.

  • 2.

    Het werk wordt in 1 handeling, ononderbroken, uitgevoerd.

  • 3.

    De werkzaamheden worden niet uitgevoerd bij een aanwezige of te verwachten verhoogde waterstand.

  • 4.

    De onderhoudspaden van het waterschap moeten obstakelvrij blijven.

  • 5.

    Er mogen geen holle ruimtes ontstaan.

  • 6.

    Ontgravingen worden direct opgevuld met grond dat voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit, tot minimaal het peil van het omliggende maaiveld.

     

Artikel 12c Meldplicht

Degene die op grond van artikel 12 a en b is vrijgesteld van de vergunningplicht voor het aanbrengen van werken, beplantingen, bomen en het uitvoeren van werkzaamheden in de kernzone en beschermingszone van de kade is tevens vrijgesteld van de meldplicht van artikel 3.8 van de Keur en artikel 1 afdeling V van de algemene regels behorende bij de Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009.

 

Artikel 12d Zorgplicht

De initiatiefnemer zorgt ervoor dat:

  • 1.

    De kerende functie van de kade niet in het geding komt;

  • 2.

    De stabiliteit en erosiebestendigheid van de kade gewaarborgd wordt;

  • 3.

    De kade toegankelijk blijft voor inspectie, beheer en onderhoud door het waterschap;

  • 4.

    Schade aan waterstaatswerken wordt voorkomen;

  • 5.

    Schade aan waterstaatswerken onmiddellijk wordt gemeld (alle dagen, ook buiten kantooruren) aan het waterschap via het telefoonnummer 0314 - 369369.

     

Artikel 12e Overige bepalingen en overgangsrecht

  • 1.

    Indien voor de werkzaamheden/ werken, zoals bedoeld in artikel 12 a en b, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning op grond van artikel 3.1 lid 1 sub a, b, c, lid 4 sub a, b, c van de Keur is verleend, blijft deze vergunning en de daaraan verbonden voorschriften onverkort van kracht;

  • 2.

    Indien voor de werkzaamheden/ werken, zoals bedoeld in artikel 12 a en b, direct voor inwerkingtreding van deze algemene regel een vergunning is aangevraagd en nog niet op die aanvraag is beschikt, wordt die aanvraag buiten behandeling gesteld omdat er geen vergunningplicht of meldplicht geldt.

     

Toelichting

Begripsbepaling

  • -

    Beplanting: heesters, struiken, bodembedekkers en hagen;

  • -

    Bomen: beplanting met opgaande stam(men) van hout;

  • -

    Hoge grond: hoger gelegen grond, die beveiliging biedt tegen overstroming, waarvan de grens is aangegeven met een hoge grondenlijn;

  • -

    Kade: waterkering/ dijk van het regionale watersysteem, anders dan primaire en secundaire (regionale) keringen en bijbehorende zomerkades;

  • -

    Kruin: bovenkant van een kade;

  • -

    Leggerprofiel: het in de legger vastgelegde theoretische dwarsprofiel van een watergang, inclusief de maatvoeringen;

  • -

    Opgeleide watergang: kunstmatig aangelegde, vaak met kades omgeven, opgehoogde beek waarvan het waterpeil hoger is dan het omliggende maaiveld;

  • -

    Permanente (bouw)werken: zijn duurzaam met de grond verenigd en hebben doorgaans een fundering. Deze werken zijn niet zonder vergunning toegestaan. Denk hierbij aan huizen, garages, schuren, en grotere tuinhuizen, met een vorstvrije fundering.

  • -

    Semi-permanente bouwwerken: betreffen werken die eenvoudig en zonder veel kosten te verwijderen zijn. Denk hierbij aan het plaatsen van erfafscheidingen, bestratingen, tuinverlichting, borderranden en tuinmeubilair.

  • -

    Talud: het schuine vlak langs een watergang of een kade tussen de bodem en de insteek van een watergang of tussen de kruin en de teen van een kade;

  • -

    Teen: het knikpunt tussen het talud van een kade en het horizontaal gelegen maaiveld;

  • -

    Tuinwerkzaamheden: reguliere werkzaamheden ten behoeve van het onderhouden van de bestaande tuin;

  • -

    Verhoogde waterstand: Bij een opgeleide watergang is er sprake van een verhoogde waterstand bij een peilverhoging van 20 cm of meer t.o.v. het gemiddelde waterpeil;

  • -

    Bij watergangen waar de kade direct grenst aan de watergang, is de waterstand verhoogd als deze hoger is dan het maaiveld achter de kade. Bij overige watergangen is de waterstand verhoogd, wanneer de waterstand gelijk of hoger is dan de insteek van de watergang;

  • -

    Watergang: oppervlaktewaterlichaam met bijbehorende taluds, onderhoudsstroken en bijbehorende kunstwerken zoals kaden, zoals vastgelegd in de legger en keurkaarten;

  • -

    Werken: alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies met toebehoren.

Raakvlakken met andere wet- en regelgeving

  • -

    Het verwijderen van bomen en beplanting dat valt onder de genoemde werkingssfeer van de Algemene regel Het verwijderen van kunstwerken, (bouw)werken en/of beplanting nabij een watergang is een meldingsplichtige activiteit;

  • -

    Het aanleggen van kabels en leidingen dat valt onder de genoemde werkingssfeer van de Algemene regel Kabels en leidingen, is een meldingsplichtige activiteit;

  • -

    Op het aanbrengen van bomen en beplanting in de zoneringen van een waterkering is tevens Beleidsregel 1.2 Beplanting in, op en nabij waterkeringen van toepassing;

  • -

    Op het aanbrengen van bomen en beplanting in een watergang met een HEN-, SED- of EVZ-functie kan tevens de Beleidsregel 2.4 Behoud van een goede ecologische inrichting van het watersysteem van toepassing zijn.

 

Tuinwerkzaamheden

Het uitvoeren van reguliere tuinwerkzaamheden in een bestaande tuin wordt in deze algemene regel vrijgesteld van de vergunningplicht. Het betreft reguliere tuinwerkzaamheden boven maaiveld en met een maximale ontgraving van 30 cm. Zoals, het uitvoeren van snoeiwerkzaamheden en onkruid wieden.

Ontgravingen moeten direct aangevuld worden met grond dat voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit. Dit betekent dat de grond die ontgraven is, teruggebracht wordt of dat grond dat aangevoerd wordt voldoet aan de Achtergrondwaarde (dus grond is die in het gebied reeds voorkomt).

 

Agrarische werkzaamheden. 

Het uitvoeren van agrarische werkzaamheden in de beschermingszone wordt in deze algemene regel vrijgesteld van vergunningsplicht. Het gaat hier onder andere om gebruik van agrarisch materieel en het ploegen van gronden. In de kernzone is dit wel vergunning plichtig in verband met het op (de langere) termijn verlagen van maaiveld en het risico op aantasting van de stabiliteit van de kade.

 

Permanente en semi-permanente (bouw)werken

Zowel permanente als semi-permanente (bouw)werken op en nabij de kade kunnen de stabiliteit van de kade nadelig beïnvloeden. Het waterschap maakt onderscheid in de beoordeling omdat semi-permanente (bouw)werken doorgaans relatief eenvoudig te verwijderen zijn.

Permanente (bouw)werken zijn duurzaam met de grond verenigd en hebben doorgaans een fundering. Deze werken zijn niet zonder vergunning toegestaan. Denk hierbij aan huizen, garages, schuren, en grotere tuinhuizen, met een vorstvrije fundering.

Semi-permanente bouwwerken betreffen werken die eenvoudig en zonder veel kosten te verwijderen zijn. Denk hierbij aan het plaatsen van kleine tuinhuisjes en overkappingen (al dan niet geplaatst op tegels en/of betonbanden), erfafscheidingen, bestratingen, tuinverlichting, borderranden en meubilair.  

 

Erfafscheidingen

De erfafscheiding is een semi-permanent (bouw)werk waarmee de grens tussen twee erven wordt aangegeven. Denk aan een schutting of een raster.

 

Zorgplicht

Naast de gestelde voorwaarden in deze algemene regel is eenieder gehouden aan zijn/haar zorgplicht. Eenieder is verantwoordelijk voor een veilige en gezonde leefomgeving. Dit betekent dat bij het uitvoeren van werkzaamheden, naast de gestelde voorwaarden, door de initiatiefnemer beoordeeld moet worden of de werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden. Denk hierbij aan het wachten met het uitvoeren van graafwerkzaamheden bij hoog water. Bij hoog water vormen graafwerkzaamheden een risico voor de stabiliteit van de kade en daarmee voor de waterveiligheid.

 

Stabiliteit

Bij het aanbrengen van bomen en beplanting moet rekening worden gehouden met de stabiliteit van de taluds van de watergang en kade. Bomen kunnen omwaaien en het talud beschadigen. Daarnaast kunnen de wortels van bomen en struiken oeververdedigingen en kunstwerken beschadigen. Dit laatste geldt ook voor achterblijvende boomstobben en wortels na het kappen van bomen.

 

Beheer en onderhoud

De aanwezigheid van bomen en beplanting kan invloed hebben op de bereikbaarheid van de watergang voor onderhoudsmaterieel en daarmee belemmerend werken op beheer, onderhoud en inspectie, dat het waterschap uitvoert. Opgaande beplanting in de taluds bemoeilijkt het maaionderhoud van het natte profiel en de taluds. Opgaande beplanting op of afhangende takken over de onderhoudsstrook belemmeren de doorgang van onderhoudsmachines.

Naar boven