Subsidieverordening Klimaat Actief Noorderkwartier

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

 

overwegende dat het gewenst is gemeenten te stimuleren tot het nemen van maatregelen ten behoeve van klimaatadaptatie die bijdragen aan de taakuitoefening van het hoogheemraadschap binnen zijn beheersgebied;

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 31 mei 2022, nr. 22.0317755;

 

gelet op artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet en artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gehoord de commissie Water & Wegen

 

b e s l u i t :

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Subsidieverordening Klimaat Actief Noorderkwartier (Subsidieverordening KAN)

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    hoogheemraadschap: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap;

  • c.

    klimaatadaptatie: het proces waarbij de samenleving zich aanpast aan het actuele of verwachte klimaat en de effecten daarvan, om de schade die gepaard kan gaan met klimaatverandering te beperken en de kansen die de klimaatverandering biedt te benutten;

  • d.

    fysieke uitvoeringsmaatregelen: bovenwettelijke maatregelen die de effecten van klimaatverandering beperken;

  • e.

    klimaatstresstest: de gestandaardiseerde stresstest Ruimtelijke adaptatie, die de kwetsbaarheden voor klimaatverandering in beeld brengt, zoals bedoeld in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie;

  • f.

    risicodialoog: de risicodialoog, bedoeld in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie;

  • g.

    deelregio's: samenwerkende gemeenten binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap in het kader van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. De deelregio's zijn weergegeven op de kaart die als bijlage 1 bij deze subsidieverordening is opgenomen.

Artikel 2 (Algemene wet bestuursrecht)

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 3 (doel)

De doelen van deze subsidieverordening zijn:

  • a.

    het verlagen van de kwetsbaarheid van de fysieke leefomgeving voor klimaatverandering in relatie tot de kerntaken van het hoogheemraadschap;

  • b.

    het vergroten van de weerbaarheid tegen overstromingen, wateroverlast en droogte;

  • c.

    het stimuleren van de samenwerking in het kader van het klimaatadaptatie.

Artikel 4 (uitvoering verordening)

Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 (subsidieplafonds)

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt een of meerdere subsidieplafonds en het tijdvak waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

  • 2.

    Indien in enig subsidietijdvak het vastgestelde subsidieplafond niet wordt bereikt, kan het dagelijks bestuur besluiten het resterende bedrag toe te voegen aan een ander subsidieplafond dat op grond van deze verordening is vastgesteld voor datzelfde of een volgend tijdvak.

Artikel 6 (doelgroep)

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in het beheergebied van het hoogheemraadschap.

Artikel 7 (subsidiabele maatregelen)

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het treffen van fysieke uitvoeringsmaatregelen die bijdragen aan tenminste een van de in artikel 3 van deze verordening genoemde doelen, die betrekking hebben op tenminste één van de volgende thema’s:

    • a.

      vasthouden, infiltreren en bergen van water;

    • b.

      robuuste wateraanvoer of waterafvoer;

    • c.

      ontlasten van de waterketen;

    • d.

      beperken van de gevolgen van overstroming door ruimtelijke inrichting.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor uitvoeringskosten die noodzakelijk en rechtstreeks aan de fysieke uitvoeringsmaatregelen zijn toe te rekenen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in lid 2 komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      voorbereidingskosten;

    • b.

      administratiekosten

    • c.

      kosten voor projectmanagement;

    • d.

      kosten voor toezicht op de uitvoering van de fysieke uitvoeringsmaatregelen;

    • e.

      kosten voor de aanleg van riolering of een gescheiden afvoersysteem voor hemelwater en afvalwater;

    • f.

      kosten voor regulier of achterstallig onderhoud.

Artikel 8 (subsidieaanvraag)

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door gemeenten op een door het dagelijks bestuur beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvrager mag per subsidietijdvak een totaalbedrag van maximaal €100.000,- subsidie aanvragen.

Artikel 9 (aan te geven en te overleggen gegevens)

Bij de indiening van een aanvraag worden tenminste de volgende gegevens aangegeven of overgelegd:

  • a.

    de naam van de gemeente en contactpersoon voor de aanvraag;

  • b.

    een beschrijving van de te treffen maatregelen, met inbegrip van de start- en einddatum;

  • c.

    een plan van aanpak inclusief planning van de uitvoering van de fysieke uitvoeringsmaatregelen;

  • d.

    de locatie waar de maatregelen worden uitgevoerd;

  • e.

    een begroting van de kosten van de fysieke uitvoeringmaatregelen;

  • f.

    een financieringsplan van de kosten van het fysieke uitvoeringsmaatregelen;

  • g.

    het bankrekeningnummer van de subsidieaanvrager;

  • h.

    een verklaring van subsidies of vergoedingen die de aanvrager, voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen heeft of hebben aangevraagd of gaat aanvragen, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • i.

    een inhoudelijke beschrijving van de fysieke uitvoeringsmaatregelen, waaruit blijkt hoe en in welke mate het project een bijdrage levert aan de in artikel 3 genoemde doelen van deze subsidieverordening;

  • j.

    de klimaatstresstest en de uitkomsten daarvan;

  • k.

    een onderbouwing waaruit blijkt dat volledige realisatie van de fysieke uitvoeringsmaatregelen voor 1 januari 2027 mogelijk is.

Artikel 10 (indienen aanvraag en beslistermijn subsidieverlening)

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen het tijdvak, bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur beslist op een aanvraag om subsidie binnen 13 weken na afloop van het tijdvak voor het doen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

Artikel 11 (verdeelregel)

  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verlening van subsidie plaats in volgorde van een aangebrachte rangschikking, totdat het voor de subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden in dat geval gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    Een ambtelijke commissie adviseert het dagelijks bestuur over de rangschikking op de prioriteitenlijst. Deze commissie bestaat uit tenminste drie medewerkers van hoogheemraadschap die geen betrokkenheid hebben of hebben gehad bij de fysieke uitvoeringsmaatregelen waarvoor subsidie is aangevraagd.

  • 3.

    De rangschikking wordt bepaald door de hoogte van het totaal aantal punten dat wordt behaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de urgentie en doeltreffendheid van de fysieke uitvoeringsmaatregelen op basis van de klimaatstresstest, risicodialoog of het uitvoeringsprogramma;

    • b.

      de mate waarin de fysieke uitvoeringsmaatregelen bijdragen aan de opgaven van het hoogheemraadschap genoemd in Waterplan 2022-2027;

    • c.

      de mate waarin een plan als voorbeeldproject voor andere projecten kan worden gezien in het beheersgebied van het hoogheemraadschap;

    • d.

      de procentuele omvang van de eigen bijdrage, waarbij een hogere eigen bijdrage zwaarder weegt;

    • e.

      het aantal aanvragen per deelregio, waarbij een geringer aantal zwaarder weegt.

  • 4.

    Per criterium kan 1 tot en met 10 punten worden behaald.

  • 5.

    Aan de in het derde lid genoemde criteria worden de volgende wegingsfactoren toegekend:

    • a.

      onderdeel a, heeft een wegingsfactor van 5;

    • b.

      onderdeel b, heeft een wegingsfactor van 4;

    • c.

      onderdeel c, heeft een wegingsfactor van 3;

    • d.

      onderdeel d, heeft een wegingsfactor van 2;

    • e.

      onderdeel e, heeft een wegingsfactor van 1.

  • 6.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met het laagste aangevraagde subsidiebedrag als eerste gehonoreerd.

  • 7.

    Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 12 (hoogte subsidie)

  • 1.

    De subsidie voor het treffen van fysieke uitvoeringsmaatregelen bedraagt 30% van de noodzakelijke, rechtstreeks aan de fysieke uitvoeringsmaatregelen toe te rekenen werkelijk gemaakte uitvoeringskosten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur verstrekt geen subsidies van minder dan €10.000,-.

  • 3.

    De te verlenen subsidie wordt berekend op basis van de bij de aanvraag aangeleverde begroting. Bij de subsidievaststelling wordt de subsidie vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten, tot maximaal het bedrag dat is opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking.

  • 4.

    Indien de subsidieontvanger voor dezelfde fysieke uitvoeringsmaatregelen bijdragen of subsidie van derden ontvangt, wordt de subsidie zodanig berekend dat de totale subsidie niet meer bedraagt dan 100% van de kosten van de fysieke uitvoeringsmaatregelen.

Artikel 13 (weigeringsgronden)

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag is ontvangen buiten het tijdvak, bedoeld in artikel 5, eerste lid;

  • b.

    met de uitvoering van de fysieke uitvoeringsmaatregelen is gestart voordat de subsidie is aangevraagd;

  • c.

    de fysieke uitvoeringsmaatregelen niet financieel haalbaar zijn;

  • d.

    er voor de zelfde uitvoeringsmaatregelen al subsidie is verstrekt op grond van deze verordening;

  • e.

    de aanvraag ziet op subsidieverlening voor fysieke uitvoeringsmaatregelen bij het ontwikkelen van nieuwbouw;

  • f.

    de fysieke uitvoeringsmaatregelen niet bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstelling en kerntaken van het hoogheemraadschap zoals genoemd in artikel 3;

  • g.

    de fysieke uitvoeringsmaatregelen worden uitgevoerd buiten het beheergebied van het hoogheemraadschap;

  • h.

    de fysieke uitvoeringsmaatregelen afbreuk doen aan het beleid van het hoogheemraadschap;

  • i.

    de aanvraag betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud;

  • j.

    de fysieke uitvoeringsmaatregelen niet gerealiseerd kunnen worden voor 1 januari 2027;

  • k.

    de aanvrager van de subsidie voor een subsidietijdvak voor meer dan €100.000,- subsidie heeft aangevraagd.

Artikel 14 (verplichtingen subsidieontvanger)

  • 1.

    Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      De subsidieontvanger is verplicht de gesubsidieerde maatregel volledig uit te voeren voor de in de subsidieverleningsbeschikking te vermelden datum;

    • b.

      De subsidieontvanger meldt jaarlijks de voortgang van de uitvoering van de fysieke uitvoeringsmaatregelen waarvoor subsidie is verleend, voor de eerste maal uiterlijk een jaar na de datum van subsidieverlening;

    • c.

      In communicatie-uitingen over gesubsidieerde fysieke uitvoeringsmaatregelen vermeldt de subsidieontvanger het logo van het hoogheemraadschap.

  • 2.

    In de subsidieverleningsbeschikking kunnen ook andere verplichtingen worden opgelegd die strekken tot verwezenlijking van de in artikel 3 genoemde doelen van deze subsidieverordening.

Artikel 15 (vaststelling subsidie)

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend uiterlijk zes maanden na het verstrijken van datum als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder a.

  • 2.

    Het hoogheemraadschap stelt voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar.

  • 3.

    Bij de gereedmelding verschaft de subsidieontvanger inzicht in de werkelijke subsidiabele uitvoeringskosten als bedoeld in artikel 7, tweede lid en worden facturen overgelegd waaruit blijkt welke maatregelen en welke kosten het betreft.

Artikel 16 (beslistermijn subsidievaststelling)

Het dagelijks bestuur stelt de subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag vast.

Artikel 17 (inwerkingtreding en einde)

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op met ingang van de dag na die van bekendmaking en vervalt met ingang van 1 januari 2027.

  • 2.

    Deze verordening blijft van toepassing op subsidies die voor 1 januari 2027 zijn verleend.

Artikel 18 (citeertitel)

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening KAN

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 september 2022 van het college van hoofdingelanden,

de secretaris,

M.J. Kuipers

de voorzitter,

drs. L.H.M. Kohsiek

Bijlage 1: Deelregio's

 

(Samenwerkende gemeenten binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap in het kader van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie)

 

 

Toelichting Subsidieverordening KAN

Algemene toelichting

 

Inleiding

Het klimaat verandert en dat merken we ook in ons beheergebied. Het wordt warmer en de zeespiegel blijft stijgen. We hebben vaker te maken met langere periodes van droogte en de kans op wateroverlast door piek- en clusterbuien neemt toe.

 

In het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie (2017) pleiten gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk voor een snelle en intensieve aanpak om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te herrichten. Door de fysieke leefomgeving anders in te richten zijn we in staat om de gevolgen van extreme weersomstandigheden zoals overstromingen, droogte alsmede andere uitdagingen die de klimaatverandering met zich meebrengt beter op te vangen.

 

Als waterbeheerder past hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) zich continu aan de klimaatverandering aan. We pakken knelpunten in het watersysteem aan, verbeteren de waterkwaliteit, versterken dijken en houden rekening met de toenemende (wisselende) stroom van regen- en afvalwater. De opgaven waar we nu voor staan kunnen we echter niet uitsluitend in het watersysteem oplossen. Door ook de fysieke leefomgeving anders in te richten zijn we in staat om de gevolgen van extreme weersomstandigheden op te vangen.

 

In het proces van de ruimtelijke ordening, en daarmee ook de adaptatie van de ruimte op het veranderd klimaat, hebben gemeenten en provincie een trekkende rol. In de visie op ruimtelijke adaptatie ‘Samen naar een klimaatbestendige toekomst’ hebben we onze ambities vastgelegd en kaders geschetst in ruimtelijke adaptatie. Het vormt ons uitgangspunt voor de samenwerking tussen HHNK en gemeenten en de totstandkoming van regionale Uitvoeringsagenda’s. In deze Uitvoeringsagenda’s zijn de eerste maatregelen benoemd die we de komende jaren gezamenlijk treffen om de leefomgeving klimaatbestendiger te maken.

 

De afgelopen twee jaar hebben alle gemeenten binnen ons beheergebied Uitvoeringsagenda’s opgesteld. Nu de plannen door alle gemeenteraden en het algemeen bestuur van HHNK zijn vastgesteld, is het tijd om actief de handen uit de mouwen te steken. Doormiddel van deze verordening willen we gezamenlijke uitvoering versnellen en financieel bijdragen aan fysieke uitvoeringsmaatregelen die de uitvoering van onze kerntaken versterken.

 

Doel

De doelen van deze subsidieverordening zijn:

  • d.

    het verlagen van de kwetsbaarheid van de fysieke leefomgeving voor klimaatverandering in relatie tot de kerntaken van het hoogheemraadschap;

  • e.

    het vergroten van de weerbaarheid tegen overstromingen, wateroverlast en droogte;

  • f.

    het stimuleren van de samenwerking in het kader van het klimaatadaptatie.

Algemene wet bestuursrecht

Op de verlening van subsidies is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Titel 4.2 van deze wet gaat specifiek over het verstrekken van subsidie.

Het uitgangspunt is dat in een wettelijk voorschrift wordt vastgelegd voor welke activiteiten subsidies worden verleend (artikel 4:23, eerste lid, Awb). Vandaar dat de mogelijkheid om maatregelen die de effecten van klimaatverandering beperken te subsidiëren is vastgelegd. Naast de bepalingen uit deze verordening, gelden voor de subsidieaanvragers ook de subsidiebepalingen (en andere bepalingen) uit de Awb.

 

Gevolgde procedure

Het concept van de subsidieverordening is vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 31 mei 2022. Vervolgens heeft het concept ter inzage gelegen in de periode van 2 juni 2022 en met 13 juli 2022. Zienswijzen konden worden ingediend tot en met 13 juli 2022. Er zijn geen zienswijzen ingediend die hebben geleid tot aanpassingen.

 

Vervolgens heeft het algemeen bestuur de verordening op 21 september 2022 vastgesteld.

 

Artikelsgewijze toelichting

Voor zover nodig is hierna per artikel een toelichting opgenomen.

 

Artikel 6 (doelgroep)

Binnen Hollands Noorderkwartier werkt het hoogheemraadschap op bestuurlijk en ambtelijk niveau samen in vijf deelregio's en Amsterdam-Noord aan het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. De vijf deelregio's Noordkop, West-Friesland, Alkmaar, Noord-Kennemerland-Zuid, Zaanstreek-Waterland vormen samen de werkregio Noorderkwartier. In de werkregio maken betrokken overheden de kwetsbaarheden voor weersextremen via een stresstest inzichtelijk, stellen ze de eigen ambities en het beleid vast en omschrijven uiteindelijk in een uitvoeringsagenda welke maatregelen zij wensen te nemen. Het hoogheemraadschap is samenwerkingspartner bij de uitvoering van de enkele maatregelen en werkt met gemeenten samen in de uitvoering van maatregelen om de fysieke leefomgeving klimaatbestendiger te maken. Om onze financiële bijdrage aan de gemeentelijke samenwerking op een rechtmatige wijze te kunnen verlenen is de regeling opgezet.

 

Artikel 7 (subsidiabele maatregelen)

Deze subsidieverordening is gericht op het stimuleren van fysieke uitvoeringsmaatregelen die (vrijwillig) worden uitgevoerd en waartoe de aanvrager geen wettelijke verplichting heeft. Subsidie wordt alleen verstrekt wanneer de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd bijdragen aan tenminste een van de in artikel 3 genoemde doelen die een relatie hebben met de kerntaken van het hoogheemraadschap. Deze kerntaken zijn vastgelegd en geregeld in de Waterschapswet, de Waterwet en het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008. Waterschappen zijn openbare lichamen welke de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel hebben. Op grond van artikel 2 Waterschapwet betreffen de taken die tot dat doel aan waterschappen zijn of worden opgedragen de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater. In het verlengde hiervan moet een aanvraag betrekking hebben op tenminste één van de volgende thema’s:

  • a.

    vasthouden, infiltreren en bergen van water;

  • b.

    robuuste wateraanvoer en/of waterafvoer;

  • c.

    ontlasten van de waterketen;

  • d.

    beperken van de gevolgen van overstroming door ruimtelijke inrichtingen.

Gemeenten kunnen geen subsidie krijgen voor maatregelen die uitsluitend effect hebben op hittestress. Subsidie voor dergelijke maatregelen kan alleen als die maatregelen ook aantoonbaar bijdragen aan het tegengaan van wateroverlast, droogte of de gevolgen van overstromingen. De reden daarvoor is dat maatregelen puur om hittestress te beperken niet aansluiten op de kerntaken van HHNK.

 

Subsidie wordt alleen voor verstrekt voor de uitvoeringskosten die noodzakelijk en rechtstreeks aan de fysieke uitvoeringsmaatregelen zijn toe te rekenen. Het gaat om de kosten die gemaakt worden om het project fysiek uit te voeren c.q. te realiseren op de projectlocatie. Andere kosten worden niet gesubsidieerd. In lid 3 zijn kosten benoemd die niet voor subsidie in aanmerking komen. Deze opsomming is niet uitputtend bedoeld, maar om duidelijk te maken wat in ieder geval niet onder uitvoeringskosten kan worden begrepen. Niet subsidiabel zijn kosten voor voorbereiding (zoals kosten voor onderzoek, engineering, ontwerp etc.), administratie, projectmanagement en toezicht op de uitvoering van de fysieke aanlegwerkzaamheden.

 

De kosten voor de aanleg van riolering of een gescheiden afvoersysteem voor hemelwater en afvalwater zijn uitgesloten voor subsidie. Gemeenten hebben de mogelijkheid om de gewenste aanpassingen aan riolering uit eigen middelen te betalen, op grond van rioolheffing. Voorts zijn kosten die die zijn te beschouwen als kosten voor regulier of achterstallig onderhoud uitgesloten.

 

Artikel 8 (subsidieaanvraag)

Een aanvrager mag per subsidietijdvak een totaalbedrag van maximaal €100.000,- subsidie aanvragen. Dit plafond is gesteld om te voorkomen dat één aanvrager, met meerdere aanvragen, het beschikbare budget grotendeels of volledig uit kan uitputten en er onvoldoende ruimte is voor andere aanvragers.

 

Artikel 9 (aan te geven en te overleggen gegevens)

Bij het indienen van de aanvraag moeten diverse gegevens en bescheiden worden overgelegd. Een deel hiervan is benodigd om de aanvraag te kunnen beoordelen en te kunnen rangschikken ten opzichte van andere aanvragen.

 

Artikel 11 (verdeelregel)

Subsidies op grond van de Subsidieverordening KAN worden verstrekt aan de hand van een tenderprocedure. Binnen de door het dagelijks bestuur aangegeven periode kunnen subsidieaanvragen worden ingediend. Aanvragen worden tegelijkertijd beoordeelden kunnen op bepaalde criteria punten scoren. Uit de beoordeling van de aanvragen volgt een rangschikking waarbij de kwalitatief beste aanvragen het hoogst eindigen en met voorrang in aanmerking komen voor subsidie. De subsidies worden op volgorde van de rangschikking verleend, totdat het subsidieplafond is bereikt. De zinsnede “Indien het subsidieplafond wordt bereikt,...” is toegevoegd om te voorkomen dat er ook een onderlinge afweging van de aanvragen moet plaatsvinden als op de sluitingsdatum blijkt dat het subsidieplafond niet is bereikt; dan kunnen immers alle aanvragen gehonoreerd worden en is onderlinge vergelijking niet nodig.

 

In lid 2 is bepaald dat een ambtelijke commissie het dagelijks bestuur adviseert over de rangschikking op de prioriteitenlijst. Deze commissie bestaat uit tenminste drie medewerkers van hoogheemraadschap die geen betrokkenheid hebben of hebben gehad bij de fysieke uitvoeringsmaatregelen waarvoor subsidie is aangevraagd.

 

Lid 3a. Projecten komen voort uit het proces van ruimtelijke adaptatie dat gemeenten hebben gevoerd. In het licht hiervan is ook in beeld gebracht waar een klimaatadaptatie aanpak urgent is (klimaatstresstest en risicodialoog) en welke maatregelen doeltreffend kunnen worden genomen (uitvoeringsagenda).

Lid 3b. In het Waterplan HHNK 2022-2027 omschrijft het hoogheemraadschap welke opgaven op korte termijn worden voorzien. Wanneer de maatregelen bijdragen aan de opgaven van het hoogheemraadschap ontstaat legitimiteit tot bijdragen.

Lid 3c. Projecten kunnen als voorbeeld dienen en andere gemeenten inspireren, of aanzetten om een vergelijkbare projecten vorm te geven.

Lid 3d. Wanneer procentueel de eigen bijdrage hoger is worden er meer punten toegekend.

Lid 3e. Wanneer er veel aanvragen per regio zijn, dan worden hier minder punten toegekend. Dit om de spreiding van het besteding van de subsidie over de gemeenten in Noorderkwartier te stimuleren.

 

Per criterium kan 1 tot en met 10 punten worden behaald. In lid 5 worden wegingsfactoren van 1 t/m 5 toegekend aan de criteria. Dit houdt de onderstaande maximale puntenaantallen in:

  • a.

    onderdeel a, maximaal 50 punten;

  • b.

    onderdeel b, maximaal 40 punten;

  • c.

    onderdeel c, maximaal 30 punten;

  • d.

    onderdeel d, maximaal 20 punten;

  • e.

    onderdeel e, maximaal 10 punten.

In totaal zijn er dus 150 punten te behalen.

 

Artikel 12 (hoogte subsidie)

HHNK zorgt voor een basisbescherming van het watersysteem volgens de normen die zijn verankerd in de Waterwet/Omgevingswet en de provinciale Omgevingsverordening. Vergroting van de veerkracht van het watersysteem is een gezamenlijke opgave van waterschappen en andere overheden. Door de veerkracht van het watersysteem, aanvullend op de basisbescherming, te vergroten kunnen we bij extreme weersomstandigheden meer water opslaan, water sneller aan- en afvoeren en economisch belangrijke plaatsen in ons gebied beter beschermen. Hierbij heeft het hoogheemraadschap de rol van samenwerkingspartner, dan wel adviseur en kennisleverancier. HHNK is niet primair verantwoordelijk, maar werkt samen, of helpt anderen het gebied klimaatbestendig in te richten.

 

Ter invulling van deze gezamenlijke opgave draagt HHNK 30% van de uitvoeringskosten bij. Op grond van het Bestuursakkoord klimaatadaptatie en regelingen die hieruit voortgekomen zijn, kan een gemeente naast een eigen bijdrage, ook bijdragen bij de provincie en het Rijk aanvragen om verdere dekking van het project te verzorgen.

 

Artikel 13 (weigeringsgronden)

Volgens artikel 13 sub b wordt subsidie geweigerd als met de uitvoering van de fysieke uitvoeringsmaatregelen is gestart voordat de subsidie is aangevraagd.

Nadat de aanvraag is ingediend, mag met de uitvoering worden gestart. De aanvrager loopt dan wel het risico dat de subsidie niet (geheel) wordt verleend.

 

Op grond van sub e wordt subsidie geweigerd als de aanvraag ziet op subsidieverlening voor het ontwikkelen van nieuwbouw. De kosten voor klimaatadaptieve maatregelen bij nieuwbouw van bijvoorbeeld woonwijken of bedrijventerreinen kunnen gemeenten doorberekenen aan de belanghebbende partijen zoals ontwikkelaars of kopers. Daarom wordt op grond van de deze verordening hiervoor ook geen subsidie verstrekt.

 

Op grond van sub i wordt geen subsidie verstrekt als de aanvraag betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud.

 

Op grond van sub j wordt subsidie geweigerd indien de fysieke uitvoeringsmaatregelen niet gerealiseerd kunnen worden voor 1 januari 2027. Deze datum is van belang omdat dan de programmaperiode van het Programma Ruimtelijke adaptatie van HHNK eindigt.

 

Artikel 14 (verplichtingen subsidieontvanger)

De subsidieontvanger is verplicht de gesubsidieerde maatregel volledig uit te voeren voor de in de subsidieverleningsbeschikking te vermelden datum. HHNK houdt hier zicht aan de hand van de jaarlijkse voorgangsrapportages. Voor projecten die binnen een jaar gerealiseerd kunnen worden is het niet nodig om voorgangsrapportages te vragen. De subsidieontvanger is verplicht om het logo het hoogheemraadschap te gebruiken in alle communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project zodat de betrokkenheid en samenwerking bij klimaatadaptatie ook zichtbaar is voor het publiek.

 

Naar boven