Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,
Gelet op
het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en de Algemene wet bestuursrecht;
de in het overleg met betrokken gemeenten en Waterrecreatie Nederland uitgebrachte adviezen en verzoeken;
overwegende dat
op grond van het bepaalde in artikel 2, lid 3, van de Scheepvaartverkeerswet in samenhang met het besluit van Provinciale Staten van Utrecht d.d. 18 maart 1992 (registratienummer: DM 1016578) het college van dijkgraaf en hoogheemraden het nautisch beheer voor de Leidsche Rijn en de Oude Rijn Oost uitvoert;
dit besluit van toepassing is op de Leidsche Rijn en de Oude Rijn Oost. Onder de Leidsche Rijn wordt in dit besluit verstaan: het oppervlaktewaterlichaam lopende vanaf de splitsing met het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht tot aan de sluis Haanwijk in Harmelen. Onder de Oude Rijn Oost wordt in dit besluit verstaan: het oppervlaktewaterlichaam lopende vanaf de sluis Haanwijk in Harmelen tot aan de splitsing met de Singel in Woerden;
in het belang van het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan het aquatisch leefmilieu, oevers, waterkeringen en ter verzekering van een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer het noodzakelijk is om voor (gedeelten van) de Leidsche Rijn en voor (gedeelten van) de Oude Rijn Oost maximale snelheden, locaties van beperkte doorvaarthoogte, locaties van beperkte breedte van doorvaart of vaarwater en locaties van nevenvaarwater, voor het scheepvaartverkeer vast te stellen;
op grond van het bepaalde in artikel 2 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer het bevoegd gezag slechts verkeerstekens aanbrengt die opgenomen zijn in de bijlagen 7 en 8 behorende bij het Binnenvaartpolitiereglement;
de aan te brengen verkeerstekens gebods-, beperkings- en aanwijzingsborden betreffen zoals genoemd onder B6, C2, C3 en E10b in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement;
aan de verkeerstekens een nadere aanduiding kan worden toegevoegd;
bij dit besluit een gewaarmerkte overzichtskaart is gevoegd waarop de plaatsing van de verkeerstekens is vermeld;
over dit besluit overleg heeft plaatsgevonden met betrokken overheden en instanties als bedoeld in de artikelen 6 en 14 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;
dit besluit van 15 april 2016 tot en met 28 april 2016 voor een ieder ter inzage heeft gelegen en dat gedurende deze periode geen zienswijzen zijn ingediend die tot aanpassing van het besluit hebben geleid;