Waterschapsblad van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2021, 7897 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden | Waterschapsblad 2021, 7897 | Beleidsregels |
Uitvoeringsbeleid Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving HDSR 2021-2026
Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,
gelezen het bestuursvoorstel d.d. 15 december 2020 DM 1723693,
gelet op het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Besluit omgevingsrecht, Regeling omgevingsrecht, artikel 8.1 Waterwet, artikel 61 Waterschapswet, artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de vastgestelde visie HDSR op de inzet van VTH,
In deze nota leest u het uitvoeringsbeleid voor preventieve communicatie, vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor de periode 2021-2026.
‘Droge voeten, schoon water en veilige dijken’
U leest hierin de bestuurlijke uitgangspunten en beleidskeuzes die wij maken om vergunningverlening, toezicht en handhaving uit te voeren en te ontwikkelen voor het waterschapwerk. U leest in dit document wat de reikwijdte, processen en producten van VTH zijn. En welke doelen wij hiermee nastreven.
Met VTH dragen wij hieraan bij
Met VTH zorgen wij ervoor dat de wet- en regelgeving wordt nageleefd binnen de doelen van het waterbeheer. Protocollen en werkinstructies vallen niet onder dit document.
Hierna volgt de samenvatting. Deze geeft in het kort de resultaatstrategie weer. De resultaatstrategie is het slotstuk van de bouwstenen in eerdere hoofdstukken. De afzonderlijke hoofdstukken zijn relatief onafhankelijk van elkaar te begrijpen.
Met dit Uitvoeringsbeleid verbreden we onze reikwijdte. Van alleen handhaving naar preventieve communicatie, vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Focus op de doelen van waterbeheer
Voor elk waterbeheerdoel hebben we in kaart gebracht waar VTH een bijdrage kan leveren. En wat daarin de belangrijkste risico’s en problematieken zijn. Dit heeft geleid tot resultaatstrategieën voor VTH. De prioritering hierbij werkt het sterkste door in de inzet van toezicht en handhaving.
Met dit Uitvoeringsbeleid bouwen we voort op de visie van het waterschap op de inzet van VTH: ‘de winst zit aan de voorkant’. Deze visie is medio 2020 in het algemeen bestuur vastgesteld.
We zetten meer in op preventieve communicatie
Dat betekent: we geven informatie en voorlichting over waterschapregelgeving, over de achterliggende doelen van waterbeheer en over de gevolgen van het niet (goed) naleven van de regelgeving.
We houden de waterschapsregelgeving vitaal
Vitale regelgeving is voor ons belangrijk om verschillende redenen:
We voeren VTH beschermend én dienstverlenend uit
Aan de ene kant is VTH er voor de bescherming voor waterbeheer. Aan de andere kant bieden we dienstverlening aan initiatiefnemers. Deze onlosmakelijke tweeledigheid is als het ware ‘het DNA van VTH’. Vanuit dit uitgangspunt voeren we VTH uit en ontwikkelen we VTH verder.
We gaan meer samenwerken met ander bevoegd gezag
De Omgevingswet geeft een impuls (en noodzaak) om de samenwerking met ander bevoegd gezag te intensiveren en te functioneren als één overheid. Het is daarvoor belangrijk om:
We intensiveren het opsporen van en handhaven op illegale initiatieven
Dit doen we ten koste van controles op initiatieven die al wel volgens de regelgeving waren vergund of gemeld. Naast toezichthouders en handhavers dragen ook medewerkers in het veld bij aan surveillance en het signaleren van overtredingen. Dit zijn medewerkers met een directe beheertaak voor keringen en het watersysteem. Als eerste informeren en adviseren zij de initiatiefnemers over de regelgeving.
We verkennen en ontwikkelen hoe andere kanalen hieraan kunnen bijdragen
Zoals digitale platformen, buurtschappen of toezichthouders van ander bevoegd gezag. De laatste met name voor de lozingen op het riool naar onze zuiveringsinstallaties.
We maken de omslag naar periodieke gebieds- of tracé-gerichte controleprojecten
Dit geldt voor toezicht op ingrepen in en bij waterstaatswerken, in plaats van controle per individuele vergunning of melding. Per controleproject brengen we voor een geselecteerd deelgebied of tracé illegale initiatieven in kaart. Het liefst doen we dat datagestuurd.
Zo zorgen we dat het gebied steeds beter op orde blijft
Daarna bezoeken en controleren we de illegale en de opgespaarde vergunde en gemelde zaken projectmatig. Als resultaat is het gebied of tracé, na afhandeling van overtredingen, op orde voor het geselecteerde onderwerp. Met als langetermijneffect ‘de zekerheid dat we een keer langs komen’ en dat het gebied steeds beter op orde blijft.
We houden aanvullend risicogericht toezicht
Gaat het om initiatieven met grote risico’s in een eenmalige bouw- of sloopfase? Waarbij handelingen niet meer achteraf waar te nemen zijn of waarbij eventuele gevolgschade onomkeerbaar is? Dan houden we toezicht in de bouwfase. Bij agrarische en procestechnologische bedrijfsactiviteiten in de stabiele beheerfase, controleren we op maat van de risico’s meer of minder frequent.
We zetten handhaving door tot het einde
Waar dat nodig is, zetten we handhaving in gang. Eenmaal ingezette handhaving zetten we door totdat een rechtmatige situatie is bereikt. We gaan dit consequenter doen. Om dit waar te kunnen maken, houden we in het jaarplan voor toezicht en handhaving voldoende capaciteit buiten de planmatige programmering.
We groeien mee met de digitale overheidsdienstverlening
In de uitvoering van VTH blijven we investeren in de klantreis en beleving van de dienstverlening bij elk contactmoment. En we blijven meegroeien met de digitale overheidsdienstverlening. Dat doen we onder andere voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet, maar ook om bij te blijven met ‘wat een burger mag verwachten’.
We streven er daarbij naar om door combinatie van digitalisering en deregulering, eenvoudige zaken optimaal digitaal te (kunnen) laten melden. Waardoor tegelijk meer ruimte ontstaat voor (voor)overleg over complexe initiatieven.
Binnen het tempo van waterschapsbrede digitalisering, zetten we in op het gebruik van data en informatietechnologie voor een kosteneffectieve uitvoering van VTH.
We houden de uitvoering van VTH actueel
De meerjarige evaluatie nemen we vervolgens weer op in de herijking van het Uitvoeringsbeleid. Zo maken we de cyclus rond.
Het doel van het waterschap is ‘droge voeten, schoon water en veilige dijken’. Het waterschap voert daarvoor het beheer uit van afvalwaterzuivering en het watersysteem in het beheergebied.
Een belangrijke beheeropgave is dat iedereen die initiatieven neemt met mogelijk invloed op het zuiveringsproces, water en de waterstaatswerken, zich aan de regels houdt die daarvoor zijn vastgesteld. Met preventieve communicatie, vergunningverlening, toezicht en handhaving dragen wij hieraan bij. Dit noemen we verder in dit document VTH.
1.2.2 Wie is de doelgroep van VTH?
Een VTH-organisatie richt zich op iedereen die activiteiten en handelingen uitvoert met gevolgen voor de leefomgeving waarbij een publiek belang speelt. Wij, als waterschap, richten ons met onze VTH specifiek op ‘water in de leefomgeving’ in ons beheergebied. Denk aan de waterinfrastructuren, de waterkwantiteit (waterpeil en waterbeschikbaarheid), waterkwaliteit, de zuiveringsinstallaties en de veiligheid op het water. Onze VTH-activiteiten en -instrumenten zijn gericht op particulieren, bedrijven en overheden, waaronder ook het waterschap zelf. Het publieke belang van het integrale waterbeheer staat voorop.
We kijken of we kansen kunnen benutten
De missie van VTH is het beschermen van het watersysteem, inclusief de waterkwaliteit, en de zuiveringsinfrastructuur tegen aantasting door initiatieven vanuit de omgeving. Het liefste behalen wij hierbij ook een meerwaarde voor de kwaliteit van de leefomgeving waar dat kan. Ontstaat er een initiatief vanuit de omgeving? Dan bekijken we daarom of wij kansen kunnen benutten. Voor een win-win.
1.2.3 VTH heeft een specifiek DNA
In het werk van VTH komen twee werelden bij elkaar: ‘de leefwereld’ van boeren, burgers, (overheids)beheerders en bedrijven. En ‘de regelwereld’ van de overheid gericht op het publieke belang. Beide werelden hebben als raakvlak: de confrontatie - of verstrengeling - van een individueel belang met het publieke belang.
Dit betekent dat ook in het dagelijkse werk van VTH die verstrengeling zit. Aan de ene kant hebben wij een beschermende en beherende missie. Aan de andere kant hebben wij een dienstverlenende missie naar de initiatiefnemers. Dit leggen we graag verder uit.
1.2.4 We hebben een beschermende en beherende missie
Onze belangrijkste taak is beschermend en beherend. Hierbij is het belangrijk dat wij een actueel en betrouwbaar overzicht hebben van de bedrijven en de activiteiten die onder toezicht staan en inzicht in nieuwe initiatieven waar regels voor gelden. Wij zijn verplicht de regels daarop toe te passen.
1.2.5 We hebben een dienstverlenende missie
Aan de andere kant is VTH een dienstverlenende discipline. De Omgevingswet versterkt dit. Het is daarom belangrijk dat wij meedenken met initiatieven. Zodat wij het publieke belang kunnen inbrengen in dat initiatief. Dat doen we vanuit de insteek: wat kan? Of: hoe kan iets wél? Het is belangrijk dat we klantgericht zijn, op tijd reageren, bereikbaar zijn en online vindbaar en benaderbaar zijn. Waarbij we een moderne digitale afhandeling mogelijk maken.
1.2.6 Beide missies zijn met elkaar verstrengeld
In het dagelijkse werk zijn beide missies onlosmakelijk verstrengeld. Elke VTH-medewerker bevindt zich voortdurend in dit krachtenveld: we beschermen het publieke waterbelang en we denken mee met een individueel initiatief. Tegelijk moet (steeds) worden voldaan aan juridische eisen en eisen op het gebied van informatie en archivering.
Dit plaatje laat deze verstrengeling zien: (DNA van VTH)
1.2.7 De maatschappelijke waarde van VTH
Inzet van het VTH-instrumentarium leidt tot:
1.3 De aanleiding voor een nieuw uitvoeringsbeleid VTH
1.3.1 Wij hebben een wettelijke verplichting
Het dagelijks bestuur van een bevoegd gezag is wettelijk verplicht om een uitvoeringsbeleid voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) vast te stellen en te publiceren. En, bij de uitvoering gelden landelijke VTH-kwaliteitscriteria.
In deze nota leest u hoe het waterschap werkt aan het laten naleven van de regels. Dat doen we met preventiegerichte communicatie, (voor)overleg, advisering, de afhandeling van vergunningaanvragen en meldingen, toezicht en handhaving (sanctioneren).
Regelgeving is het belangrijkste instrument voor het uitvoeren van VTH. Duidelijkheid van regels draagt bij aan het naleven ervan door initiatiefnemers. Daarom leest u ook hoe wij werken aan de vitaliteit van de waterschapsverordening. Ervaring en inzichten ontwikkelen zich. We toetsen de werking van de regelgeving en we stellen deze bij als praktische situaties daarvoor aanleiding geven. En waar het kan, staan we nieuwe initiatieven liever toe onder algemene regels dan onder vergunningplicht.
Dit nieuwe uitvoeringsbeleid vervangt het Handhavingsbeleid Toezicht en handhaving Waterwet en Keur 2015-2020.
Vanaf 1 januari 2022 gaat de Omgevingswet in
De nieuwe Omgevingswet vervangt vanaf 1 januari 2022 de huidige Waterwet. Ook verhuizen de regels van de huidige keur dan naar de waterschapverordening. Met het nieuwe uitvoeringsbeleid VTH houden wij hier rekening mee. We vertalen de regels en de ‘geest’ van de nieuwe Omgevingswet naar de praktijk.
1.3.2 De Omgevingswet stelt nieuwe eisen aan onze manier van werken
VTH staat in de belangstelling. Zowel vanuit het Rijk als binnen het waterschap zelf. De afgelopen decennia heeft het Rijk ontwikkelingen in gang gezet met als doel om de kwaliteit van de VTH-taken in Nederland te verhogen. Denk aan de professionalisering van de milieuhandhaving, nieuwe omgevingsdiensten en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Als de Omgevingswet ingaat, is dit de nieuwe wettelijke grondslag bij de uitvoering van VTH. Met de Wet VTH zijn in april 2016 kwaliteitscriteria gesteld. Deze golden toen nog niet voor de watersector. Maar de waterschappen en Rijkswaterstaat besloten daar toen ook al aan te gaan voldoen, in het Bestuursakkoord Water. Met de Omgevingswet gelden de kwaliteitscriteria ook voor de watersector.
1.3.3 Het waterschap heeft eigen ambities voor de manier van werken
De Provincie Utrecht houdt toezicht op de kwaliteit van VTH in de provincie, ook bij het waterschap. De afgelopen periode heeft de provincie steeds geoordeeld dat De Stichtse Rijnlanden haar toezicht- en handhavingstaken goed uitvoert. Toch ziet het waterschap nut en noodzaak om verder te professionaliseren.
Bij de bestuursverkiezingen in 2019 wijzigde de bestuurssamenstelling van het waterschap. Het toen gevormde bestuur zet de eerder ingezette strategie, met het waterbeheerplan ‘Waterkoers’, voort. Deze strategie is gericht op: ‘Samen met’, ‘als netwerkorganisatie’ en ‘Ja, mits …’. Dat is ook de basis voor de richting en inzet van VTH.
Het waterschap zette al eerder de lijn in om VTH in te vullen als een vorm van dienstverlening. Daarom gaan we meer en meer het gesprek aan met burgers, bedrijven en instellingen. Dit maakt het mogelijk om samen oplossingen te bedenken die niet ten koste gaan van de kwaliteit van de leefomgeving. Of die deze zelfs verbeteren.
1.4 De verschillende karakters van VTH
VTH weegt belangen af in concrete situaties. Dit is onze kerncompetentie. We kijken naar:
VTH moet ‘verbinden op de inhoud’. Voor de verbinding betekent het dat onze medewerkers communicatief vaardig moeten zijn en dat zij het publiek belang kunnen verbinden met een individueel belang. Daarnaast hebben zij - voor het concrete initiatief - op de inhoud verstand van zaken. Dat is waar het in eerste instantie om gaat voor een initiatiefnemer.
1.4.3 Ons werk is informatie-intensief en datagericht
Digitale vaardigheid en digitaal werken is een kritieke succesfactor voor VTH. Want VTH is extreem intensief op het gebied van informatie en administratie. Daarom blijven we onze procesvoering voortdurend ontwikkelen en digitaliseren. Het gaat om:
1.4.4 We werken deels vraaggestuurd
Een deel van de initiatiefnemers komt vooraf voor hun initiatief op het waterschap af. Deze helpen we vraaggestuurd: met vooroverleg, vergunningverlening, advies en het afhandelen van activiteitenmeldingen. Ook handhavingsverzoeken pakken we vraaggestuurd op, net als incidentmeldingen (waterklachten).
1.4.5 We werken deels met langdurige relaties
Een groot deel van de initiatiefnemers heeft contact met het waterschap voor unieke, incidentele vergunningaanvragen of activiteitmeldingen. Met een deel van deze initiatiefnemers ontstaat wel een vaste relatie. Ook al gaat het om steeds andere aanvragen en meldingen. Denk aan aannemers en de nutsbedrijven met wie wij voor elke klus een zaak behandelen. Met (bijvoorbeeld agrarische) bedrijven, instellingen en procesindustrie hebben wij zelfs een vaste relatie omdat wij permanent toezicht houden op de activiteiten die zij uitvoeren onder hun vergunning of melding.
1.4.6 We werken deels taakgedreven
Toezicht en handhaving is verder taakgedreven. Een deel van de initiatiefnemers is bekend en zij voeren vergunde of gemelde activiteiten uit. Zij moeten zich aan de vergunningvoorschriften en regelgeving houden. Dit controleren wij. Een ander deel van initiatiefnemers zijn degenen die de regels overtreden. Dan is het toezicht gericht op het ontdekken van deze illegale activiteiten. En met handhaving zorgen we dan voor alsnog naleven van de regels.
1.4.7 We kiezen waar we toezicht en handhaving het meest effectief inzetten
De capaciteit voor toezicht en handhaving is begrensd en te beperkt voor ‘alles, altijd en overal’. Daarom maken wij keuzes om onze capaciteit effectief in te zetten. Daarvoor analyseren we risico’s en prioriteiten.
Voor de effectiviteit maken we de volgende afwegingen:
In hoofdstuk 5 ‘Over onze resultaatstrategie 2021-2026’ werken we de prioritering en uitvoeringsvormen van toezicht en handhaving verder uit voor de komende jaren.
1.4.8 We hebben een unieke relatie met aangelande eigenaren
Met eigenaren van een stuk land dat grenst aan water of een waterstaatswerk (aangelande eigenaren) heeft het waterschap een (bijna) levenslange relatie. Dit komt omdat zij verplicht zijn het waterstaatswerk (zoals sloten en dijken) schoon en in goede staat te houden. Dat is een uniek fenomeen. Op het voldoen aan die plicht houden we toezicht met periodieke, projectmatig georganiseerde formules van de schouw. Varianten zijn: najaarsschouw, diepte- en profielschouw, schouw op hoogwatervoorzieningen en dijkschouw.
2 Over onze kijkwijze en uitgangspunten
In dit hoofdstuk leest u wat onze kijkwijze is op de uitvoering van VTH en de verdere ontwikkeling van VTH. U leest ook wat onze uitgangspunten hierbij zijn.
2.1 We volgen de nieuwe Visie VTH ‘De winst zit aan de voorkant’
Wij baseren de richting en keuzes voor het Uitvoeringsbeleid VTH mede op de nieuwe visie op VTH van het algemeen bestuur: ‘De winst zit aan de voorkant’. Deze nieuwe visie is vastgesteld op 13 mei 2020.
De nieuwe Visie VTH kwam als volgt tot stand:
In 2018 deed de Rekenkamercommissie de aanbeveling om de Handhavingsvisie uit 2014 te herzien. Dit was de conclusie van het eindrapport Quick Scan Handhaving (2018). Zij deed deze aanbeveling zodat de visie aansluit bij de algemene beleidsdoelen en als referentiekader kan dienen voor informatievoorziening naar het algemeen bestuur.
Centraal in de nieuwe Visie VTH staan vijf basisprincipes
2.2 Over de kijkwijze en uitgangspunten om VTH in te vullen
2.2.1 We zetten VTH resultaat- en maatschappijgericht in
Het dagelijks bestuur heeft de ambitie om VTH resultaatgericht in te zetten, gericht op toegevoegde waarde voor het maatschappelijke waterbeheer. Daarvoor zijn vijf elementen van belang:
Dit lichten we hierna per punt kort toe.
1. We dragen bij aan de doelen voor waterbeheer
Het waterschap is er om te zorgen dat we veilig en gezond kunnen leven met water in de leefomgeving. Het waterschap doet dit met proactief en integraal waterbeheer. Dat doet zij samen met andere overheden als één overheid.
De vijf hoofddoelen voor het waterbeheer hierbij zijn:
In lijn met de aanbeveling van de Rekenkamercommissie maken we de verbinding met het waterbeheerprogramma ‘Waterkoers’. De wijze van uitvoering en prioritering voor VTH is daarvan een afgeleide.
Een belangrijk aspect is de gelaagdheid zoals we deze hieronder weergeven in piramidevorm.
De uitwerking hiervan naar aangrijpingspunten en prioriteiten voor VTH leest u in hoofdstuk 3 ‘Over de opgave van VTH’ en hoofdstuk 5 ‘Over onze resultaatstrategie 2021-2026’.
2. We doen dit met oog voor de kwaliteit van de leefomgeving
Met de Omgevingswet en ook maatschappelijk, zijn kwaliteiten in de leefomgeving zoals biodiversiteit en ecologie belangrijker geworden. De historisch vanuit de waterveiligheid en waterkwantiteit ontwikkelde regelgeving en schouwvoering hebben soms een strenge uitwerking. Soms worden ze overigens ook juist te strikt geïnterpreteerd en toegepast en is er meer handelingsruimte dan gedacht. Voor de integrale kwaliteit van de leefomgeving werken we aan het optimaal combineren van doelen, regels en toepassing vanuit een ‘bredere blik’.
3. We gaan mee met de digitalisering van de maatschappij
We bevinden ons in een periode van digitale transformatie. Technologie stelt ons in staat om onze procesvoering volledig te veranderen, met meer toegevoegde waarde. Voor VTH gelden twee bijzondere ontwikkelingen in deze digitale transformatie:
De digitale dienstverlening (‘bol.com-denken’, ook voor overheidsdienstverlening)
Dit geldt in het bijzonder voor de voorkant van VTH. We bieden informatie vanuit een klantgerichte benadering, zoals bijvoorbeeld webshops dat doen. En we verzorgen een zaakgerichte afhandeling van aanvragen, met updates van de voortgang.
De datagedreven procesvoering (‘big data-denken’)
Met name voor toezicht vindt de komende vijf jaar de omslag plaats naar slimme procesvoering. Dit maakt het makkelijker om illegale activiteiten waar te nemen en te controleren of voorschriften goed worden nageleefd. Met sensoren, data en algoritmes kunnen we doelmatiger zoeken en vinden. Daar is nu menselijke capaciteit en talent voor nodig, iets wat bovendien in de toekomst waarschijnlijk schaarser wordt.
4. We werken volgens de intentie van de Omgevingswet
We hebben te maken met twee verschillende werelden. De leefwereld is de wereld van het hier en nu in een specifieke leefomgeving. In deze wereld zoekt een initiatiefnemer een oplossing voor zijn eigen wensen of behoeften. Een overheid, en dus ook het waterschap, reageert hierop vanuit een systeemwereld of regelwereld: de medewerkers (moeten) handelen vanuit breed toepasbaar beleid, met algemene procedures en richtlijnen.
VTH bevindt zich tussen deze unieke leefwereld en brede regelwereld
Waarbij de regelwereld nóóit de variaties in de leefwereld helemaal kan afdekken. De kunst is om hierin in mee te bewegen. We moeten daarom een nieuwe manier van werken vinden om voor lokale situaties passende oplossingen te realiseren. En een goede maat te vinden in de detaillering van de regels. Dat willen we graag en de Omgevingswet vraagt dat van ons met de ‘Ja, mits’-benadering en kwaliteit van de leefomgeving als doel. Voor initiatiefnemers vraagt de Omgevingswet om bij een vergunningaanvraag aan te geven of en hoe belanghebbenden zijn betrokken.
Het dagelijks bestuur zal hier steeds vaker mee te maken hebben
We voorzien dat het dagelijks bestuur vaker te maken krijgt met dillema’s die voortkomen uit knelpunten in dit ‘frictieveld’ tussen unieke behoeften en initiatieven en de regelgeving die hier niet altijd goed op aansluit. Blijkt dat de regels tot onnodige frictie leiden met wensen van initiatiefnemers? En zijn die geen belemmering voor de doelen van waterbeheer? Dan kijken we of we de regels moeten aanpassen.
Het hoofddoel van de Omgevingswet is in essentie: als één overheid handelen voor een betere kwaliteit van de leefomgeving.
Aan de ene kant nemen we als waterschap zelf initiatief vanuit het belang van waterbeheer
Voor de eigen waterschapsopgaven betekent dit dat wij nog meer samen en integraal werken aan collectieve opgaven in de leefomgeving vanuit het belang van waterbeheer. Dat doen we in een vroeg stadium, ‘stroomopwaarts’ samen met provincie, gemeenten en partners in de omgeving.
Aan de andere kant reageren we op initiatieven vanuit een ander belang
Voor de inzet van het VTH-instrumentarium geldt in essentie het omgekeerde: VTH is per definitie een reactie op een initiatief of activiteit die vanuit een ander belang (dan waterbeheer) wordt genomen. En waarvoor een vergunning moet worden aangevraagd of activiteitmelding gedaan.
Dit vraagt een verdergaande samenwerking met andere bevoegd gezagen
Voor VTH is de opgave om met andere bevoegd gezagen als één reagerende overheid te werken bij VTH. Concreet betekent dit:
2.2.2 We ondersteunen de primaire beheertaak
VTH staat ten dienste van de primaire taken waterbeheer en zuiveringsbeheer. Het is daarvoor een instrument. En VTH heeft een eigen beheertaak: na het kanaliseren van initiatieven (vergunningverlening en meldingen), houden we de toegestane initiatieven en het nalevingsgedrag in het gebied in beeld en houden we hierop toezicht.
Boeren, burgers en bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid
In de aanpak van problemen krijgen de eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid van boeren, burgers en bedrijven een belangrijke rol. We zetten sterk in op een doelgroepgerichte en gebiedsgerichte benadering, naast het gesprek met individuele boeren, burgers en bedrijven tijdens toezichtbezoeken.
We kijken ook naar wat wél kan
Volgens de Visie VTH vergunnen en handhaven we - binnen de regels - met gezond verstand. We kijken niet alleen naar wat niet mag, maar ook naar wat mogelijk is.
VTH draagt bij aan het imago van het waterschap
VTH is een discipline die mee een gezicht geeft aan de dienstverlening vanuit het waterschap. Daarmee dragen wij bij aan het imago. Net als de buitendiensten en de afhandeling van subsidieverlening, incidentmeldingen, klachten en bezwaren dit doen.
Onze dienstverlening is belangrijk
Dit stelt eisen aan ons gedrag, aan de informatie die wij naar buiten brengen en aan de kanalen waarop het waterschap bereikbaar is. Zoals telefoon, e-mail of het digitale loket op de website van HDSR. Voor de afhandeling zijn onder andere Mijn Overheid (Berichtenbox n Lopende zaken) en het DSO van belang. Persoonlijk contact via (voor)overleg blijft in voorkomende gevallen belangrijk. En natuurlijk de publicaties - in het waterschapsblad – via de landelijke digitale overheidsvoorziening.
We houden regelgeving vitaal …
Regelgeving is noodzakelijk. Maar voor regelgeving geldt dat deze soms te strikt uitwerkt. Soms mag iets volgens de regels niet, terwijl dit voor het effect op water voor die situatie geen probleem is. Voor alle regelgeving geldt dat deze periodiek geëvalueerd en aangepast moet worden aan maatschappelijke veranderingen.
… door voorspelbaar en rechtvaardig te handelen
Hoe zorgen we dat we het dan - tegen de regel in - in deze situatie wel toestaan? De komende periode zoeken we manieren om een weg te vinden in die strijdigheid. Zodat we de regelgeving vitaal houden. Ons uitgangspunt daarbij is om als waterschap voorspelbaar en rechtvaardig te handelen.
We maken regelgeving zo nalevingsgericht mogelijk
Regelgeving is beperkend en belastend voor een initiatiefnemer. Als bovendien de doelen waartoe de regels dienen niet bekend zijn of niet gedragen, is er de verleiding om de regels niet na te leven. Een op naleving gerichte regelgeving kan helpen om die te beperken, naast de werking van preventieve communicatie, toezicht en handhaving.
2.2.3 We zien de waarde in van juridische procedures
Het dagelijks bestuur ziet de waarde van bezwaar- en beroepsprocedures. Dit maakt een onafhankelijk oordeel mogelijk gericht op het algemeen belang, juist op punten waar frictie met de omgeving kan ontstaan. Ook helpt dit mee om de regelgeving vitaal te houden.
We bieden burgers en ondernemers rechtszekerheid
We brengen het publieke belang in bij initiatieven en initiatiefnemers. Dat is ons uitgangspunt. De ‘omgeving’ moet er op kunnen vertrouwen dat het waterschap dit doet als overheid. Individuele belanghebbenden kunnen daarnaast zelf reageren op initiatieven. En na het doorlopen van de procedures heeft de initiatiefnemer rechtszekerheid.
2.2.4 We gaan mee in de voortgaande professionalisering
Wij blijven de uitvoering van VTH verder professionaliseren. We volgen daarmee de landelijke ontwikkelingen. We willen VTH meer en resultaatgerichter benutten voor het waterbeheer.
We maken met VTH ‘een verschil’
We hebben de ambitie om op verschillende speerpunten in de komende periode met VTH ‘een verschil te maken’. Het gaat om inhaalslagen van nog niet gehandhaafde overtredingen, het bij enkele doelgroepen verhogen van de spontane naleving en intensivering op een aantal clusters van problematiek.
We zorgen voor een gezond samenspel tussen het bestuur en de ambtelijke organisatie
Bij de uitvoering van de VTH-discipline is een heldere rolverdeling van belang. Het dagelijks bestuur stelt het uitvoeringsbeleid voor VTH vast. Daarna voert de ambtelijke organisatie dit uitvoeringsbeleid uit voor individuele dossiers. In uitzonderingsgevallen kan zij een casus voorleggen aan het dagelijks bestuur. Het gaat dan om bestuurlijk relevante besluiten. En gevallen waar de toepassing van de regels frictie geeft met de bedoeling van de regels. Uiteraard krijgt de portefeuillehouder of het dagelijks bestuur voldoende informatie over relevante issues en dossiers. Zodat zij haar rol als bestuur(der) goed kan invullen.
We voeren onze taken kwalitatief goed uit
Voor de uitvoering van de taken zijn wettelijke kwaliteitseisen vastgelegd. Dit zijn de ‘VTHcriteria’. Er moet altijd genoeg deskundige capaciteit zijn. Ook moet de uitvoering van processen met een kwaliteitssysteem worden geborgd. Het waterschap stuurt op het voldoen aan deze kwaliteitseisen.
We versterken de waterdoelgerichte benadering
Bij het uitvoeren van VTH maken we keuzes. Deze keuzes zijn gebaseerd op:
Deze factoren sturen de preventieve communicatie, de inhoud bij vergunningverlening en de inzet van de capaciteit van toezicht en handhaving. In hoofdstuk 3 ‘Over de opgave van VTH’ en hoofdstuk 5 ‘Over onze resultaatstrategie 2021-2026’ werken we dit verder uit vanuit de waterbeheerdoelen.
2.2.5 Over onze kijkwijze op preventieve communicatie
We intensiveren onze voorlichting en communicatie. Dat doen we als gevolg van de terugblik op de afgelopen periode en door de impuls van de visie ‘De winst zit aan de voorkant’. We verwachten dat dit zowel een attenderende werking heeft dat er regels zijn, als een preventieve werking om de regels na te leven.
2.2.6 Over onze kijkwijze op vergunningverlening
Vergunningverlening past regelgeving toe. Beleidsregels zijn het belangrijkste instrument om belangen af te wegen. En om te motiveren waarom we een aanvraag af- of toewijzen. Leiden beleidsregels tot frictie bij de uitwerking? Dan moet het beleid worden aangepast. Dat is de kern van vitale regelgeving.
We voeren vergunningverlening uit met verstand van waterbeheer
Vergunningverlening kan (in theorie) administratief- en proceduregericht worden ingevuld. Maar het waterschap kiest ervoor om vakinhoudelijk stevige vergunningverleners in te zetten die samenwerken met initiatiefnemers. De noodzaak hiervoor is met de ‘Ja, mits’-benadering (nog) groter geworden.
Met sterk waterhuishoudkundige kennis en begrip van de waterdoelen kan de vergunningverlener meedenken met een initiatief. Tegelijkertijd kan de vergunningverlener dankzij deze vakkennis voldoende vasthoudend zijn wanneer dat nodig is. Vanuit goed beargumenteerde overwegingen en voorschriften.
We redeneren vanuit oplossingen
Beoordelen we vergunningaanvragen? Dan zoeken we naar de mogelijkheden om de aangevraagde activiteiten te vergunnen.
We kijken naar nut en noodzaak van indieningsvereisten
We schrappen toetsingskaders, procedurestappen en indieningvereisten (zoals verschillende bewijsstukken) als deze niet noodzakelijk zijn voor een objectieve toets. En als het niet nodig is voor het digitaal administratief vastleggen van de aanvraag. Dit doen we natuurlijk alleen voor zover dat wettelijk kan.
We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid
Het waterschap is verantwoordelijk voor het afgeven van kwalitatief goede vergunningen. Maar de aanvragers van vergunningen zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk om een complete aanvraag in te dienen. De Omgevingswet legt daarnaast bij hen de eerste verantwoordelijkheid om draagvlak of acceptatie te creëren voor de plannen bij belanghebbenden, zoals buren.
We stimuleren om samen problemen op te lossen
Daarnaast mogen wij verwachten van burgers, boeren en bedrijven dat zij zelf ook verantwoordelijkheid nemen om problemen op te lossen. En dat zij minimaal de Zorgplicht toepassen. Waar dat kan, stimuleren wij hen dan ook om samen problemen op te lossen. Dat doen we soms door overleg te initiëren, soms door het probleem uitdrukkelijk te laten waar het ligt. Bijvoorbeeld bij gedoe tussen buren bij een gedeelde onderhoudsplicht voor een scheisloot. Daarbij geldt: oplossingen die samen worden gevonden hebben de voorkeur.
We vergunnen om risico’s te beperken én naleving te stimuleren
In regelgeving en beleidsregels is vergunningverlening per definitie gericht op het beperken van de grootse risico’s. De basis hiervoor is tot nu toe inhoudelijk waterhuishoudkundig. Met de vernieuwing van de wet Bibob wordt het (zeer beperkt) mogelijk om ook in de waterschapsverordening voor sommige activiteiten het risico van overtredingsgedrag mee te gaan wegen.
Dit is een ontwikkeling naar situationeel vergunning verlenen, zoals we bij handhaving al het situationeel handhaven kennen, volgens de Landelijke Handhaving Strategie. Eerder overtredingsgedrag (recidive) bepaalt mede de sanctie. Nu kunnen we dus ook bij de vergunningverlening het niet-nalevingsgedrag van initiatiefnemers meenemen en meewegen. Dit kan helpen om invulling te geven aan het inzicht uit de visie VTH: ‘de weg voor VTH naar resultaat kan alleen via gedragsbeïnvloeding’.
2.2.7 Over onze kijkwijze op toezicht
Spontane naleving is het hoogst beoogd effect
Bij toezicht zien we de volgende twee VTH-opgaven sterk naar voren komen:
We zoeken de juiste benadering om deze houding in naleving te bevorderen. We kijken daarvoor naar maatwerk per doelgroep en bij verschillende problemen. Ook analyseren we hoe de inzet van preventieve middelen kan bijdragen. Zoals preventieve communicatie, voorlichting, meer surveillance en zichtbaarheid in het veld of meer berichtgeving over handhaving.
We sturen op oordeelsvaardige en communicatief sterke toezichthouders
In een ver verleden werd van toezichthouders vooral gevraagd om te inspecteren en te controleren aan de hand van voorschriften: op de letter. Die tijd is ruim voorbij en de ontwikkeling zet zich door. De ‘Ja, mits’-benadering en de Omgevingswet vragen nog meer van de oordeelsvaardigheid van toezichthouders.
We sturen daarom op de volgende professionele kwaliteiten:
Bij de inzet van toezichthouders sturen we ook op benutting van de persoonlijke kwaliteiten voor hun werkterrein binnen toezicht en handhaving.
We redeneren vanuit oplossingen
Constateren we overtredingen? Dan kijken we als eerste naar de mogelijkheid om de situatie te legaliseren. De focus ligt op het zoeken naar oplossingen om binnen de wet activiteiten mogelijk te maken. Daarbij houden we rekening met de wensen van de initiatiefnemer en de omgeving. Natuurlijk blijft gelden dat regels moeten worden nageleefd. Deze beogen immers een belangrijk doel: het publieke belang van water.
We voeren meer surveillance uit in relatie tot controles op vergunde en gemelde initiatieven
Van controleren naar ‘after sales service’
Van oudsher wordt de uitvoering van controles gestuurd door nieuwe vergunningen en meldingen, vanuit de beschermende en beherende taak. Deze focus op controle van nieuwe meldingen en vergunningen heeft twee effecten: een initiatiefnemer met goede bedoelingen wordt belast met toezicht. En degenen die buiten de regels om iets doen krijgen geen bemoeienis en kunnen hier zo ‘mee weg komen’.
Vanuit een huidig dienstverleningsperspectief past voor goedwillenden de insteek van ‘after sales service’ beter. Bijvoorbeeld met telefonisch contact kort na de vergunning of melding. Dit geeft ons de kans om te attenderen, te adviseren en bij te sturen, zonder meteen over te gaan tot een fysieke controle. Voor de initiatiefnemer is het ook een signaal dat er aandacht is voor zijn zaken.
We controleren niet-nalevers en maken gevolgen inzichtelijk
In de komende periode zetten we er daarom op in om juist de groep - al dan niet bewuste - niet-nalevers te controleren en de gevolgen van de overtreding inzichtelijk te maken. De ruimte hiervoor moet komen uit het versterken en benutten van andere signaleringskanalen en van efficiency door projectmatige uitvoering van opgespaarde controles op nieuw verleende vergunningen en meldingen. Dit werken we uit in hoofdstuk 5 ‘Over onze resultaatstrategie 2021-2026’.
We moeten de balans vinden tussen controleren en adviseren
Naast het beoogde effect op de niet-naleving biedt surveillance aanvullend kansen om in het veld de Zorgplicht uit te dragen. En om initiatiefnemers voor te lichten over de voorschriften bij algemene regels zonder meldingsverplichting. Dilemma hierbij is dat je als toezichthouder de balans moet vinden in je rol als controlerende overheid of bevoegd gezag en hoe ver je gaat in advisering.
We houden steeds meer informatiegestuurd toezicht
Toezicht en handhaving worden steeds beter informatiegestuurd. Met informatie van media en meldingen en bijvoorbeeld van luchtfoto’s en satellietbeelden. We analyseren signalen en we stellen per gebied of vraagstuk prioriteiten. Vervolgens bepalen we een passende aanpak voor vraagstukken die de moeite waard zijn om aan te pakken. Dat doen we in afstemming op de uitvoering van Waterbeheer en Zuivering.
We gaan meer projectmatig controleren
We gaan bepaalde uitgevoerde initiatieven projectmatig controleren. Zoals uitgevoerde dempingen en compensatie van gedempt wateroppervlak met nieuw te graven wateroppervlak. In zo’n project gaat het dan zowel om de (opgespaarde) uitgestelde controles op vergunningen en meldingen, als om de (digitaal) ontdekte illegale dempingen.
We zoeken naar een integrale benadering en het beperken van de toezichtlast
Bij De Stichtse Rijnlanden voeren we het toezicht voor het waterdomein multidisciplinair uit. De oppervlaktewaterkwaliteit, waterinfrastructuur, grondwater et cetera zijn meestal in combinatie aan de orde bij toezicht. In eerste instantie proberen we dat integraal in een bezoek of controle af te dekken. Soms is het nodig om terug te vallen op aparte inspectiesper specialisme.
We gaan meer als één overheid werken
Aanvullend streven we er naar om (steeds meer) als één overheid te opereren. Daarvoor zoeken we de samenwerking met andere partners om de juiste toezichts- en handhavingsaanpak te bepalen en uit te voeren. Dat doen we bijvoorbeeld samen met omgevingsdiensten en gemeenten. Dit zorgt voor minder contactmomenten en dus een lagere toezichtlast voor burgers, boeren en bedrijven.
2.2.8 Over onze kijkwijze op handhaving
Voor de geloofwaardigheid en het imago van handhaving is het van groot belang om eenmaal aanhangig gemaakte overtredingen, ook consequent door te zetten. Initiatiefnemers moeten ervaren dat wij aangekondigde termijnen en procedures voorspelbaar en betrouwbaar volgen.
We spreken aan op de verantwoordelijkheid
Onder de voorwaarden dat tot handhaving kan worden besloten, geven we bij een overtreding als eerste de gelegenheid om binnen een bepaalde termijn de overtreding te beëindigen en/of ongedaan te maken. Gebeurt dat niet? Dan leggen we bij voorkeur een last onder dwangsom op. We leggen daarmee de (financiële) druk bij de overtreder om alsnog de eigen verantwoordelijk te nemen. Als het niet anders kan, leggen we een last onder bestuursdwang op. Bij calamiteiten en zaken met een spoedeisend karakter nemen we direct de juiste maatregelen met spoed bestuursdwang.
Sanctioneren op maat van de overtreding en eerder gedrag
We kijken ook naar de ernst van de overtreding en de mate van onwil om de regelgeving na te leven. Afhankelijk daarvan leggen we een lichtere of zwaardere sanctie op. Dat doen we op maat. Hierbij volgen we de Landelijke Handhaving Strategie.
Gaat het om overtredingen met een hoog risico of (soms met herhaling) door onwil om de regels na te leven? Dan leggen we een aanvullende bestuurlijke strafbeschikking op. Of we maken een proces verbaal op. De afhandeling van deze twee laatste, strafrechtelijke, maatregelen ligt bij het Openbaar Ministerie, en niet bij het waterschap.
2.2.9 Over onze kijkwijze op de organisatie van VTH
We blijven investeren en groeien in kennis, kunde en vaardigheden
De komende periode hebben we te maken met veel verschillende veranderingen die zich tegelijkertijd voordoen:
In deze context van verandering is belangrijk om bewust(er) sturing te geven aan het benutten van de individuele talenten, aan de individuele competenties, de bedrijfs- en procesvoering en de ontwikkelkracht voor vernieuwing. We investeren in het bespreken van casussen als middel voor een consistente, collectieve oordeelsvorming. Concrete inspanningen werken we uit in de jaarprogrammering VTH.
We maken ruimte voor digitale transformatie
Vooral de digitale transformatie vraagt de komende periode aandacht en een investering. We moeten hiervoor een bijzondere combinatie maken met vijf ingrediënten:
Hiervoor nemen we activiteiten op in de jaarprogrammering VTH, binnen de begrenzingen van het tempo en de mogelijkheden van de HDSR-brede ontwikkeling van digitalisering.
We stellen de middelen voor uitvoering van VTH beschikbaar in de P&C-cyclus
Sturing op de continuïteit, middelen en formatie voor VTH is onderdeel van de integrale P&Ccyclus.
De opgaven voor VTH worden bepaald door de waterbeheertaken van het waterschap en de taken als bevoegd bezag. In dit hoofdstuk leest u meer over deze opgaven, vanuit meerdere invalshoeken. Deze opgaven vormen samen de basis voor de nieuwe resultaatstrategie VTH 2021-2026.
Het gaat om de belangrijkste aspecten per waterdoel die we met VTH moeten beschermen
Voor elk van de vijf waterbeheerdoelen gelden belangrijke aspecten die beschermd moeten worden bij gedrag en nieuwe initiatieven vanuit de omgeving. De norm voor VTH is in principe: bescherming of behoud van de kwaliteit van de leefomgeving. Hieronder leest u een concrete verzameling van doelen bij de inzet van de VTH-instrumenten.
Belangrijkste aspecten per waterbeheerdoel
3.3 Waar moeten we alert op zijn?
We moeten alert zijn op initiatieven in de leefomgeving die voor VTH relevant zijn
Initiatiefnemers nemen een initiatief vanuit een eigen behoefte. Zij denken niet vanuit onze doelen. In het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt hiervoor een grote lijst met ‘werkzaamheden’ (wat initiatiefnemers doen) beheerd. Wij moeten ons denken verbinden aan deze (meest voorkomende) ‘werkzaamheden’. Dit doen we aan de ene kant met het oog op onze klantgerichtheid. En aan de andere kant om de risico’s voor het waterbeheer te kunnen herkennen bij werkzaamheden die plaats vinden.
Wat zijn de meest relevante werkzaamheden voor VTH?
In tabellen is uitgewerkt wat per waterbeheerdoel de belangrijkste risico’s zijn en wat de meest relevante werkzaamheden van initiatiefnemers zijn voor VTH. Dit zijn de werkzaamheden in de leefomgeving waar we als VTH in het bijzonder oog en oor voor willen hebben. En waar we soms ‘als de kippen bij willen zijn’. Deze werkzaamheden raken soms meerdere aspecten tegelijkertijd. En soms ook meerdere waterbeheerdoelen tegelijk.
De tabellen zijn geordend in drie categorieën:
Deze indeling is met name van belang voor toezicht. U vindt alle (7) tabellen aan het einde van dit hoofdstuk (3.7).
We kiezen uitdrukkelijker voor de belangrijkste aspecten en problemen
In 2020 vormde het waterschap zich een beeld van de problemen bij het waterbeheer en het zuiveren van afvalwater, door initiatieven en gedrag van derden. Ook bekeek het waterschap de rol van VTH hierin. Daarnaast maakte VTH zelf ook probleemanalyses voor de verschillende aspecten van waterbeheer.
Kijken we naar deze analyses en blikken we terug op de afgelopen jaren? Dan springen er een aantal prioriteiten en problemen uit. Daarop richten wij onze inspanningen met dit Uitvoeringsbeleid VTH. Ook vormen deze prioriteiten en problemen de basis voor de uitwerking in de jaarlijkse VTH-cyclus van evaluatie en jaarplanning.
3.4.1 We maken werk van doel- en resultaatgerichtheid
We gaan VTH sterker richten op de belangrijkste aspecten per waterbeheerdoel. De tabel onder 3.2 is daarvoor het kader. Voor sommige doelen en resultaten vraagt dit aanpassing van zowel beleid, als regelgeving en de uitvoering van toezicht. De prioriteiten binnen de doelgerichtheid worden hierna uitgewerkt voor elk waterbeheerdoel in de tabellen onder 3.4.6
3.4.2 We zetten meer in op het samenwerken in de regio als één overheid
Met de Omgevingswet wordt de aanleiding om af te stemmen in de regio met ander bevoegd gezag groter. Ten eerste bij de regelgeving. Zodat een initiatiefnemer de regels en normen vanuit de verschillende disciplines toch zoveel mogelijk ervaart komende vanuit één overheid. Ten tweede bij vooroverleg, de behandeling van nieuwe initiatieven en overleg aan (regionale) omgevingstafels.
3.4.3 We zetten meer in op het opsporen van illegale handelingen
Vanuit de eerder geschetste kijkwijze gaan we meer inzetten op het opsporen van niet-naleving. De ruimte hiervoor moet komen uit het versterken en benutten van andere signaleringskanalen en een andere benadering van controle op nieuw verleende vergunningen en meldingen. Dit werken we uit in hoofdstuk 5 ‘Over onze resultaatstrategie 2021-2026’ voor toezicht en handhaving.
3.4.4 We geven meer inhoud aan de risicogerichtheid bij toezicht
Toezicht op nieuwe activiteitenmeldingen en nieuwe verleende vergunningen gaan we anders organiseren. Sommige initiatieven controleren we voortaan in de regel “niet, tenzij” ... Op geselecteerde prioritaire aspecten, voeren we periodiek controleprojecten uit waarmee we alle overtredingen in (een deel van) het beheergebied voor dat aspect aanpakken. Het toezicht op directe en indirecte lozingsactiviteiten gaan we scherper toespitsen op de risico’s.
3.4.5 We zetten meer in op consequent handhaven
Met de projectmatige, periodieke benadering van controles zijn we consequenter zichtbaar en merkbaar: een overtreding komt hoe dan ook een keer naar boven. En natuurlijk nemen we ook op andere manieren overtredingen waar die ‘er toe doen’. Wordt vanuit een overtreding een handhavingszaak ingezet? Dan is het zaak om deze ook af te maken. Dit werd te vaak niet gedaan. Om dit wel te kunnen doen, moet er voldoende ‘gepland-ongeplande capaciteit’ zijn. Daarnaast is een strakke planning en bewaking nodig om de handhavingsprocedure door te zetten en af te ronden. En zodanig dat vergunningverlening niet wordt overbelast door grote fluctuaties in de werkstroom door legalisatie-aanvragen en meldingen.
3.4.6 We kiezen ook consequenter waarop we níet handhaven
Met de prioritering maken we ook vanzelf een keuze op welke aandachtsgebieden en overtredingen we niet of reactief reageren. Dat moet ook leidend zijn voor de selectie van en reactie op ad-hoc incidenten. Het is een bekende valkuil om tijd en aandacht te besteden aan urgente maar minder belangrijke opgaven, ten koste van belangrijke maar vaak minder urgente opgaven.
Prioriteiten per waterbeheerdoel
Prioriteiten Veiligheid tegen hoog water / keringen infrastructuur
Prioriteiten Voldoende water / oppervlaktewatersysteem
Waterinfrastructuur oppervlaktewater
Peil en beschikbaarheid van oppervlaktewater
Prioriteiten Voldoende water / grondwater
Prioriteiten Genieten van water
Prioriteiten Gezuiverd (afval)water
3.5 Hoe volgen wij de ontwikkelingen?
De omgeving staat niet stil. Digitalisering neemt een vlucht. En ook de VTH-discipline gaat mee in een periode van digitale transformatie. De Omgevingswet vraagt daarnaast een andere bedrijfsvoering en andere competenties - zowel van de mensen als de organisatie. Hier zijn we nog jaren druk mee. Waar hebben wij tijd en deskundigheid voor nodig naast onze hoofdtaken? Dat leest u hierna.
3.5.1 De digitale dienstverlening ‘voor de klant’ blijft zich ontwikkelen
Als eerste opgave moet de dienstverlening mee blijven groeien met de continu voortgaande digitalisering van de overheidsdienstverlening. Dit omvat onder andere:
De ambitie is om bij te blijven, het liefst vooraan in het peloton. Dit vraagt:
3.5.2 De digitale procesvoering ‘achter het overheidsloket’ blijft zich ontwikkelen
Met de Omgevingswet en het één-overheidsdenken ontstaat de noodzaak om achter de schermen de VTH-processen van verschillende overheden aan elkaar te knopen. Voor de vraaggestuurde afhandeling gaat het om samenwerking in de keten ‘van aanvraag tot antwoord’. Voor taakgestuurd toezicht en handhaving gaat het vooral om afstemming en delen van data ‘in de arena van toezicht’. Beide vragen een herinrichting en (logische en technische) koppelingen tussen systemen van verschillende overheden. Het Rijk heeft de ambitie om daarvoor in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) een samenwerkingsvoorziening te ontwikkelen. Dit dient dan als informatieknooppunt.
3.5.3 We gaan van gedigitaliseerde teksten naar datasets
We gaan de beweging meemaken naar data als basis voor het denken en doen in de digitale dimensie. Waar vergunningen nu nog digitale tekstdocumenten zijn (pdf’s), groeien we toe naar het vastleggen van rechten en plichten in datasets.
Met datasets kunnen kerngegevens, die verspreid in tekst zijn vastgelegd en waarvoor een document moet worden doorgelezen, sneller en flexibeler toegankelijk worden gemaakt voor een specifieke behoefte. Bijvoorbeeld als contouren op digitale kaart en in driedimensionaal grafische vorm. En de kerngegevens over geldigheidsduur in een tabel of als tijdlijn.
Met één druk op de knop kan er dan natuurlijk een afdruk gemaakt worden, in de vorm van een ‘klassiek’ document. Maar dat is alleen maar een - ad hoc opgemaakte - afdruk van de datavelden als basis waarin ‘alles’ is vastgelegd. Denk aan een polis van een verzekering.
3.5.4 Met slimme data kunnen we informatiegestuurd toezicht houden
Plat gezegd sturen we nu toezichthouders op pad om te zoeken naar eventuele overtredingen. Het is doelmatiger om toezichthouders meteen naar een mogelijke overtreding te kunnen sturen. Dat kan steeds beter met bestaande en nieuwe technologieën. Zoals luchtfoto’s, satellietdata, sensoren (‘the internet of things’) en open data (op kaart).
Laten we daarop ook kunstmatige intelligentie los? Dan kunnen we nog doelmatiger werken. Dan kunnen we alle (illegale) dempingen aanpakken. In plaats van alleen wat we zelf zien of wat gemeld wordt. Bovendien kan dit ons helpen om meer focus te leggen op initiatiefnemers van illegale handelingen. En niet op initiatiefnemers die een vergunning hebben aangevraagd of een activiteitmelding hebben gedaan.
3.5.5 We investeren in datamanagement, informatiebeheer en archivering
Digitale data op orde houden vraagt structurering (modellering) en aandacht. Ook het beschikbaar houden, op tijd vernietigen en archiveren van documenten vraagt meer en andere aandacht dan in het papieren tijdperk. Een deel van de digitale documenten in het VTH-domein moeten we overbrengen naar het e-depot. De komende jaren investeren we in de deskundigheid, capaciteit en het beheer van data en digitale documenten. We doen dit in het tempo en als onderdeel van de HDSR-brede ontwikkeling op dit gebied.
3.5.6 We voeren kwaliteitsmanagement gericht op VTH-criteria
Voor de voortgaande professionalisering en kwaliteitsbeheersing bestaan wettelijke kaders. Kernelementen zijn heldere processen, deskundigheid met routine van voldoende omvang (‘kritieke massa’) per vakgebied. Hiervoor wordt een kwaliteitsmanagementsysteem doorontwikkeld en beheerd voor het VTH-domein.
Het referentiekader voor of de grondslag voor de uitvoering van VTH is wet- en regelgeving.
De volgende wet- en regelgeving en beleidsplannen gelden nu:
Met de komst van de Omgevingswet gelden de volgende wet- en regelgeving en beleidsplannen:
Voor de uitvoering volgen we daarnaast:
Bij de uitvoering van VTH benoemen en hanteren we precies welke wet- en regelgeving relevant is voor de betreffende situatie of overtreding.
3.7 Tabellen bij ‘Waar moeten we alert op zijn?’
Wat zijn de meest relevante werkzaamheden voor VTH?
In de volgende tabellen leest u wat per waterbeheerdoel de belangrijkste risico’s zijn en wat de meest relevante werkzaamheden van initiatiefnemers zijn voor VTH.
De problematieken en meest voorkomende problematische handelingen in het landelijk gebied zijn anders dan in stedelijk gebied. Dit vindt zijn weerslag in de meerjarige resultaatstrategie en de jaarlijkse uitvoeringsplannen.
Relevant voor: veiligheid tegen hoog water
Effectrisico’s (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Gevolg van nalatig onderhoud (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Potentieel problematische handelingen (=werkzaamheden/activiteiten)
Bij de waardering en prioritering van risico’s geldt dat Primaire keringen fors belangrijker zijn dan Regionale of Overige keringen.
Relevant voor: voldoende water / oppervlaktewater
Voldoende water, niet te veel, niet te weinig / Oppervlaktewater
Effectrisico’s (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Gevolg van nalatig onderhoud (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Potentieel problematische handelingen(=werkzaamheden/activiteiten)
Relevant voor: voldoende water / grondwater
Voldoende water, niet te veel, niet te weinig / Grondwater
Effectrisico’s (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Nalatigheid registratieve verplichtingen
Potentieel problematische handelingen(=werkzaamheden/activiteiten)
Relevant voor: gezond water / fysisch-chemisch
Gezond water /fysisch-chemisch
Effectrisico’s (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Problematische en potentieel problematische handelingen
Team Toezicht en Handhaving heeft vanuit de deskundigheid voor waterkwaliteit ook een rol in diagnose, trouble shooting en incidentbestrijding van waterkwaliteitsproblemen. Komt dat bovendien door een overtreding? Dan wordt het ook een handhavingszaak.
Relevant voor: gezond water / ecologisch
Effectrisico’s (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Gevolg van nalatig onderhoud (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Potentieel problematische handelingen(=werkzaamheden/activiteiten)
De belasting van de ecologische kwaliteit wordt ook in hoge mate bepaald door omgevingsfactoren, anders dan gedrag en handelingen van initiatiefnemers. Bijvoorbeeld door de omgevingstemperatuur en de maximale mate van doorstroming in het watersysteem.
Team Toezicht heeft vanuit de deskundigheid voor waterkwaliteit een rol in diagnose, trouble shooting en incidentbestrijding.
VTH als discipline heeft geen rol in dagelijks beheer van waterstaatswerken in het gebied. Wel schouw.
Relevant voor: genieten van water / nautisch
Effectrisico’s (dit is wat je (achteraf) ziet/constateert)
Problematische handelingen (=werkzaamheden/activiteiten)
Niet domein waterschap; maar als we het zien: signaaltoezicht voor andere overheden (gemeente, provincie)
Relevant voor: gezuiverd (afval)water
Problematische handelingen(=werkzaamheden/activiteiten)
De gemeenten en provincies zijn het bevoegd bezag voor de zogenoemde indirecte lozingen, op het rioolstelsel. Het waterschap heeft wel het recht van advisering (bij vergunningverlening) en het recht van toezicht (op de indirecte lozingen). Om zo de goede werking van de RWZI’s en de doorwerking op oppervlaktewater te beschermen. Vanwege het gezamenlijke belang is samenwerking belangrijk.
4 Over onze processen en producten
4.1 Welke processen voeren wij uit?
VTH wordt concreet in een aantal hoofdprocessen. Deze voeren wij uit op een dienstverlenende manier. De hoofdprocessen zijn:
Daarnaast voeren we verschillende ondersteunende processen uit om het operationele primaire proces in stand te houden. Belangrijk daarbij zijn:
Het schema hieronder geeft u een beeld van deze processen. En hoe deze met elkaar samenhangen. In bijlage 1 vindt u een aanvullend gedetailleerd overzicht van de zaakgericht uitgevoerde processen.
Hoe voeren we de processen uit?
In de tabel hierna leest u met welke uitvoeringsvormen we invulling geven aan deze hoofdprocessen. Hiervoor maken wij ieder jaar een programma. Ook passen we het meerjarige programma ieder jaar aan.
Welke activiteiten voeren wij uit en op welke manier?
Actualisering – voor (bedrijfs)activiteiten die permanent onder toezicht staan
Bijdrage aan de vitaliteit van de regelgeving
Samenwerking – in de keten van vraagafhandeling en – in de arena van toezicht
4.2 Welke producten leveren wij?
Als onderdeel van onze processen en activiteiten leveren we producten aan een initiatiefnemer of belanghebbende als resultaat van de ‘transactiedienstverlening’. Dit betekent: als een zaak die wij afhandelen met een bedrijf of particulier als klant.
4.2.1 Producten zijn vraaggestuurd of taakgestuurd
Sommige producten zijn klantvraaggestuurd. Een initiatiefnemer of belanghebbende heeft de activiteit dan gestart. Denk aan een vergunningaanvraag of melding. Andere producten zijn taakgestuurd. Deze producten of zaken start het waterschap. Denk aan een (toezichts)controle die wij uitvoeren bij een vergunde of gemelde activiteit. Of bestuursdwang die we opleggen bij een overtreding.
4.2.2 Hoe raken deze producten het waterbeheer?
Hierna leest u in twee overzichten de VTH-producten die wij zaaksgewijs behandelen. We geven deze aan per toepassingsbereik: op welke onderdelen raken deze producten het waterbeheer?
Vraaggestuurde producten (op initiatief van een initiatiefnemer of belanghebbende)
Taakgedreven producten (voor verplichtingen die een initiatiefnemer heeft)
5 Over onze resultaatstrategie 2021-2026
In dit hoofdstuk leest u de resultaatstrategie VTH voor de komende jaren. U leest hoe we de uitgangspunten en kijkwijze uitwerken in een resultaatstrategie per VTH-discipline: preventieve communicatie, vergunningverlening, actualisering, toezicht en handhaving.
5.1 Wat is ons belangrijkste doel?
Ons belangrijkste doel is de naleving van regelgeving en zo bijdragen aan de waterdoelen
Het is onze opgave om individuele initiatiefnemers te laten voldoen aan de regelgeving. Door dit te na te streven, draagt VTH bij aan de doelen van waterbeheer. Dit streven vraagt dat wij resultaatgericht moeten werken op twee assen:
Bij zaakgericht werken kijken we naar concrete initiatieven waarover we met een initiatiefnemer in gesprek zijn. Met deze initiatiefnemer handelen we graag een zaak af. Denk aan een aangevraagde vergunning of een handhavingszaak. Uiteindelijk moeten we elke zaak afronden met een rechtmatige situatie, die ook rechtszekerheid biedt.
We willen verschillende doelgroepen van initiatiefnemers bereiken en beïnvloeden. Dat kan rechtstreeks of indirect, via intermediaire kanalen en ander bevoegd gezag met wie zij als eerste contact hebben.
We hebben te maken met twee categorieën initiatiefnemers
5.2 Welk resultaat streven wij na met de inzet van VTH?
Onze ambitie voor het resultaat dat we willen bereiken in de komende periode is:
5.2.1 We voeren VTH uit in een VTH-jaarcyclus
De ambitie in dit Uitvoeringsbeleid VTH werken we uit in een jaarlijkse cyclus. Deze cyclus ziet er zo uit:
5.2.2 We monitoren de resultaten met resultaatrapportages
Om de resultaten en voortgang op deze ambities voor VTH te monitoren, kiezen we voor een beperkt aantal indicatoren of rapportages om op te sturen. Daarbij maken we onderscheid tussen resultaatrapportages en logistieke indicatoren.
Indicatoren zijn niet altijd prestatie-indicatoren in de betekenis dat die eenduidig te beïnvloeden zijn. Bijvoorbeeld de logistieke indicatoren over meldingen en vergunningen zijn primair afhankelijk van de autonome stroom aanvragen en meldingen van buiten.
5.2.3 Over de resultaatrapportages
We willen de bijdrage van VTH aan de waterdoelen monitoren. We doen dit in lijn met de nieuwe resultaatstrategie voor toezicht en handhaving. Dit werken we verder uit in paragraaf 5.6 en 5.8. Maar voor begrip van de rapportages is het nodig de essenties hier al vast te benoemen. We voeren toezicht en handhaving uit in drie hoofdsporen.
Het eerste hoofdspoor bestaat uit het (klassieke) continue toezicht op (bedrijfs)activiteiten in hun ‘beheerfase’. Daarvoor blijft de bestaande benadering gelden van periodieke controles. Bij voldoende aantallen geeft de verhouding tussen het aantal controles en het aantal overtredingen een indicatie van de naleving bij die doelgroep. Het risico voor het watermilieu blijft de basis voor de frequentie van controles en het aspect waarop wordt gecontroleerd. Resultaten van het jaar zijn input voor de prioritering in het volgende jaar.
In het tweede (nieuwe) hoofdspoor controleren we periodiek een geografisch afgebakend gebied of tracé helemaal op (achteraf) waarneembare initiatieven. Zoals demping, bebouwing, bruggen en dergelijke. We controleren op illegale zaken en op overtredingen van vergunningvoorschriften. Alle overtredingen volgen we vervolgens op met handhaving. De resultaatrapportage is toegespitst op het gebied of tracé en de geconstateerde (niet-) naleving.
Het derde hoofdspoor zijn de controles bij een nieuwe vergunning of melding met hoge risico’s voor waterbeheer. Deze kunnen alleen maar worden uitgevoerd terwijl het initiatief wordt uitgevoerd, in de ‘bouw- of sloopfase’.
We streven naar concrete cijfers
In het onderstaande schema vindt u voorbeelden van resultaatrapportages waar we naartoe ontwikkelen.
5.2.4 Over de logistieke indicatoren
Naast de resultaatrapportages op de waterdoelen, rapporteren we over de prestaties op het gebied van dienstverlening en de verwerkte werkvoorraad. Hierbij sluiten we aan op jaarlijkse benchmarkcijfers van de Unie van waterschappen.
5.3 Resultaatstrategie Preventieve communicatie
Deze inspanningen zijn er op gericht om kennis, houding en gedrag bij initiatiefnemers en belanghebbenden te beïnvloeden. Zodat zij weten waarvoor, wanneer, waar en hoe zij informatie kunnen krijgen of zaken met HDSR moeten regelen.
Het doel is uiteindelijk om ervoor te zorgen dat initiatiefnemers:
Om dit doel te bereiken moeten we digitaal zichtbaar en te bereiken zijn voor onze doelgroepen.
Stevige uitbreiding van onze aanwezigheid op platforms en frequente berichten op social media moeten onderdeel zijn van deze preventieve communicatiestrategie.
Tegelijk wil het waterschap zichtbaar en benaderbaar blijven op de menselijke maat. Zoals verwoord is in de HDSR-visie op dienstverlening (2015) ‘Denken en doen in de digitale dimensie’. Flyers, folders, voorlichtingsbijeenkomsten en vooral persoonlijk contact blijven relevant.
5.3.1 We geven onze preventiestrategie vorm
Dat doen we langs de onderstaande drie lijnen:
1. We zorgen ervoor makkelijk vindbaar te zijn voor wie ons en de regelgeving zoekt
Hiervoor zijn onder andere de volgende aspecten relevant.
Jaarlijks, projectmatig, op basis van analyse voorgaand jaar:
Voorlichtingsbijeenkomsten of campagnes, jaarlijks te bepalen voor welke doelgroep-/problematiek-combinaties. Met als doelen: inhoudelijke voorlichting en toegankelijk maken van HDSR / VTH. Het kan een doelgroep zijn van initiatiefnemers (aannemers, bedrijven, …) of van intermediaire kanalen (zoals gemeenten als bevoegd gezag, ingenieursbureaus, …)
2. We gaan op zoek naar initiatiefnemers die ons en de regelgeving nog niet kennen
Hiervoor zijn onder meer de volgende aspecten relevant.
Ook de campagne voor ‘Waterbewustzijn, 900 jaar waterbeheer’ in 2022 van HDSR draagt daaraan bij.
3. We bouwen op de vaste relaties die we hebben
We overleggen met een deel van de initiatiefnemers met wie we langdurige relaties hebben. In doelgroepen toegespitst op het specialisme en de procesvoering die ons binden. Ook overleggen we over de praktische problemen met de regelgeving, de procedures en toepassing. Dit doen we jaarlijks, projectmatig en op basis van de analyse van het voorgaand jaar. Voorbeelden zijn:
5.3.2 We bepalen de doelen en doelgroepen
Om een passende communicatiestrategie te bepalen, zijn heldere doelen onmisbaar. De eerste stap is daarom om te komen tot concrete, heldere en scherpe doelen: wat willen we bij welke doelgroep bereiken en wanneer? Pas daarna kunnen we bepalen hoe we de communicatie inrichten.
Stap 1: Wie is de doelgroep, wat is het probleem en wat is het doel?
Medewerkers in de discipline VTH weten als geen ander waar prioriteiten liggen. Daarom bekijken we per hoofdactiviteit van VTH met de betrokken medewerkers ieder jaar wat de doelgroepen zijn, welke problemen medewerkers ervaren en wat de te behalen doelen zijn. Dat doen we ieder jaar.
Het is belangrijk deze stap grondig te doorlopen. Afhankelijk van deze resultaten bepalen we de volgende stappen. U leest hierna hoe de stappen 2 en 3 er globaal uit kunnen zien. En we passen dat toe met het voorbeeld van de recreatievaart. Maar de uitwerking kan steeds pas op de juiste manier na stap 1.
Stap 2: Welke prioriteiten stellen we?
De preventieve communicatiestrategie is een meerjarenplan. In 2021, onder het nieuwe VTH Beleidsplan, bepalen we:
Stap 3: Welke communicatie is nodig?
Na stap 1 en 2 bepalen we per doelgroep hoe communicatie kan bijdragen om de doelen te bereiken. Hiervoor stelt het waterschap een communicatieplan voor VTH op. Tegelijkertijd wordt er gekeken naar randvoorwaarden. Zoals: is de informatie op de website en het DSO loket actueel en vindbaar? Wat zijn de juiste (zoek)termen? Zodat onze informatie op zoekmachines goed zichtbaar is?
Om de doelgroepen te benaderen, gebruiken we zoveel mogelijk onze beschikbare communicatiemiddelen. Waar nodig en als dat past bij de doelgroep, zetten we creatieve ideeën in.
Een voorbeeld: de recreatievaart
Bovenstaande stappen hebben we voor de recreatievaart doorlopen. U ziet hieronder hoe dat eruit kan zien:
5.4 Resultaatstrategie Vergunningverlening
Voor vergunningverlening bepalen we de benodigde capaciteit als volgt:
Wettelijk gezien is vergunningverlening een passieve en reactieve taak
We reageren op een ingediende vraag. Vervolgens beoordelen wij de oplossing of het ontwerp in de aanvraag. Binnen de procedure hebben wij verder geen mogelijkheden tot inhoudelijke inbreng of creativiteit om andere oplossingen voor te stellen.
De uitvoering van vergunningverlening leidt tot:
5.4.1 Over het verlenen van vergunningen
Voor alle initiatiefnemers staat vooroverleg open. Bij een complexe zaak stimuleren we vooroverleg. Dat doen we als we daarvoor de kans hebben, bij contact in een vroegtijdig stadium.
De vergunningverleners communiceren op maat. Met regelmatig terugkerende professionele aanvragers ontstaat een ‘business-to-business’-verhouding en bijbehorend overleg. Zoals nutsbedrijven en aannemers. Voor de incidentele, vaak particuliere, vergunningaanvragers is de insteek om aan te sluiten op de kennis en kunde van de aanvragers.
We behandelen aanvragen in principe binnen 8 weken
Dit is de reguliere afhandeltermijn. Het is het streven om dit sneller te doen. Is het nodig deze termijn te verlengen? Dan bespreken we dat eerst met de initiatiefnemer. We bevestigen de verlenging van de beslistermijn altijd met een besluit.
We kunnen de interne afhandeling van aanvragen optimaliseren
Dit betekent dat vergunningverleners bijvoorbeeld eenvoudige zaken snel(ler) kunnen afhandelen. Eventueel eerder dan een ingewikkelde aanvraag die eerder werd ingediend. Als dat nodig is, kunnen we een aanvraag eventueel met spoed behandelen. Dat doen we alleen als dat redelijk is en als de aanvraag niet in conflict is met een eerdere aanvraag die prioriteit heeft.
We kunnen om meer informatie vragen als dat nodig is
Is een aanvraag onduidelijk of missen er gegevens die wij wel nodig hebben om een besluit te nemen? Dan nemen we contact op met de indiener. Deze kan dan alsnog de ontbrekende gegevens aanleveren of meer uitleg geven. Hiermee denken we mee en ondersteunen we de aanvrager om alsnog tot een goede aanvraag te komen.
Als we een aanvraag afwijzen of niet behandelen
Kunnen we een aanvraag niet behandelen (niet-ontvankelijk)? Of wijzen we een aanvraag af? Dan bellen we eerst met de aanvrager om dit te laten weten. Daarna bevestigen we het besluit in een brief.
We beoordelen wat de effecten van de aanvraag zijn op de waterdoelen
Bij de inhoudelijke beoordeling en motivering weegt de vergunningverlener de effecten af op de waterdoelen en in het bijzonder voor de te beschermen aspecten en prioriteiten per waterbeheerdoel, zoals vastgelegd in de Opgave analyse. Als er beleidsregels zijn voor een aangevraagd initiatief, dan zijn deze leidend voor de afweging.
Als dat kan geven we een voorzet voor de inhoud van de aanvraag
Dat doen we in incidentele gevallen. Bijvoorbeeld bij een legalisatie-inhaalslag in het beheergebied voor een standaard, maar wel vergunningplichtige ingreep. Dan helpen we de initiatiefnemers met een voorzet voor de inhoud van de aanvraag.
We stimuleren de initiatiefnemer om belanghebbenden te betrekken
Onder de Omgevingswet is het voor vergunningplichtige initiatieven een aanvraagvereiste om aan te geven of en hoe belanghebbenden door de initiatiefnemer zijn betrokken.
Alle nieuw verleende vergunningen en wijzigingen publiceren we
Dat doen we in de landelijke digitale overheidsvoorziening, in het digitale waterschapsblad. Onder de Omgevingswet wordt dat uitgebreid met publicatie van ontvangen nieuwe aanvragen en afgehandelde activiteitmeldingen onder algemene regel. Dit is wettelijk verplicht om een verleende vergunning rechtsgeldig te laten zijn. Parallel publiceren we dit ook op de website van HDSR.
Gratis dagelijkse digitale informatieservice
Belanghebbenden kunnen altijd op de hoogte zijn van nieuw verleende vergunningen en de geldende bezwaartermijn. Zij kunnen hiervoor zelf de gratis dagelijkse digitale informatieservice van de overheid instellen voor de omgeving en onderwerpen die voor hen relevant zijn.
Gaat het om een situatie waarbij we bijzondere belangstelling verwachten met een beperkt aantal belanghebbenden die wij kennen? Dan krijgen deze belanghebbenden ook een brief op hun adres.
5.4.2 Over activiteitmeldingen onder een algemene regel
Wordt een activiteitmelding gedaan met een algemene regel? Dan is daarmee aan de eerste wettelijke verplichting voldaan. Het is niet mogelijk hiertegen bezwaar te maken. Wij handelen alle activiteitmeldingen in principe af binnen de intern gestelde servicetermijn.
Voor de klantgerichtheid en het waterbeheer beoordeelt vergunningverlening een activiteitmelding. Daarvoor hebben wij zelf een termijn van twee weken gesteld. Met zijn ervaring beoordeelt de vergunningverlener de melding meer of minder diepgaand op het risico voor waterbeheer.
Als dat nodig is, nemen we contact op met de initiatiefnemer. Ook kunnen we per aanvraag maatwerkvoorschriften stellen. De procedure krijgt dan het karakter van een reguliere vergunning. Dit maken we dan bekend samen met het besluit. Hiertegen is wel bezwaar mogelijk.
Onder de Omgevingswet maken we meldingen van activiteiten onder algemene regel ook bekend in het digitale waterschapsblad.
Bij sommige vergunningplichtige activiteiten is het een vereiste om bij de aanvraag een milieu effect rapport (MER) in te dienen. Dit betekent dat voorafgaand aan de vergunningaanvraag:
Het gaat vaak om complexe initiatieven waar professionele initiatiefnemers en hun adviseurs (ingenieursbureaus) betrokken zijn. Wij streven ernaar om met de initiatiefnemer de vaak complexe en onder tijdsdruk staande MER- en vergunningprocedure ordelijk te laten verlopen.
5.4.4 We adviseren in de keten
Voor sommige plan- en vergunningprocedures die bij een ander bevoegd gezag lopen, meestal een gemeente, moet het waterschap verplicht om advies worden gevraagd. Soms is het gewenst dat het waterschap al bij het vooroverleg met de initiatiefnemer wordt betrokken. Dat is vooral het geval bij grote ingrepen. Bijvoorbeeld bij drinkwateronttrekking (grondwater) is de inhoudelijke inbreng van onze hydrologen voor de gevolgen voor oppervlaktewater essentieel.
De advisering vindt plaats ‘achter de schermen van het overheidsloket’
Het behandelend bevoegd gezag is dan onze klant. Alle ingediende adviesaanvragen worden behandeld. Alle zaken worden in principe afgehandeld binnen de afspraken die er gelden en in overleg. Zodat het adviesvragende bevoegd gezag aan de afhandeltermijn kan voldoen.
We treden in contact met de initiatiefnemer
Onze inhoudelijk afweging van deze adviesverzoeken is vergelijkbaar met die van vergunningaanvragen die direct van initiatiefnemers komen. In overleg met en via het bevoegd gezag treden we met de initiatiefnemer in contact.
Het resultaat is een advies aan het bevoegd gezag
Het is niet een besluit van het waterschap en het is zonder formele kennisgeving aan de primaire initiatiefnemer.
Het waterschap ontvangt en bewaakt het uiteindelijke resultaat
Het advies wordt door het bevoegd gezag verwerkt in een besluit. Mocht er aanleiding zijn, doordat het advies niet of onvoldoende is overgenomen, dan kan het waterschap als belanghebbende beheerorganisatie alsnog een formeel bezwaar indienen. Dit gebeurt hooguit incidenteel.
We onderscheiden de volgende varianten:
5.5 Resultaatstrategie Actualisering
Wij houden registers bij van vergunde en gemelde activiteiten die permanent beheer of toezicht vragen. Bepaalde categorieën vergunningen moeten we periodiek toetsen en actualiseren op nieuwe doelstellingen, kennis en technologie. Dit geldt vooral voor activiteiten die belastend zijn voor de waterkwaliteit. Zoals lozingen op oppervlaktewater door (ook onze) RWZI’s, de procesindustrie en afvalverwerkers.
Toezichthouders en vergunningverleners hebben beide een rol bij zo’n actualisatie. Het is belangrijk om prioriteiten te stellen, waar de meeste winst voor de waterdoelen te halen is.
Hiervoor zijn de volgende punten van belang:
… we de KRW-doelstellingen moeten halen
Het doel Het doel van de Kaderrichtlijn Water (KRW) is dat uiterlijk in 2027 al het water in Europa schoon en gezond is. Informeren en stimuleren alleen blijkt onvoldoende resultaat te geven om de KRW-doelstellingen te halen. Op dit moment zoeken we daarom naar manieren waarop vergunningverlening en handhaving hier aan kunnen bijdragen. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de nieuwe vergunningen, maar ook voor al afgegeven watervergunningen.
… de best beschikbare technieken onderhevig aan de tijd zijn
Voortschrijdende technologische ontwikkelingen leiden tot nieuwe mogelijkheden om emissies van schadelijke stoffen naar het water terug te dringen. Hierop moeten we de watervergunningen beoordelen en als dat mogelijk is, aanpassen.
Wij moeten altijd rekening houden met de BBT-conclusies uit de BREF
In een BREF-document staat beschreven wat de meest milieuvriendelijke technieken zijn die een bedrijf kan toepassen. Dit is een uitwerking van de IPPC-richtlijn van de Europese Unie. Onderdeel van de BREF zijn de BBT-conclusies: wat zijn de best beschikbare technieken voor een bepaalde branche of activiteit? Zij publiceert deze in het Publicatieblad van de Europese Unie. Hiermee moeten wij altijd rekening houden.
… de lijst met zeer zorgwekkende stoffen voortdurend verandert
De laatste jaren is de aandacht voor ‘zeer zorgwekkende stoffen’ (zzs) enorm toegenomen vanwege het ernstige risico voor de gezondheid. Nog steeds zijn stoffen in onderzoek en wordt de lijst van zzs aangepast. Daarnaast zijn er telkens nieuwe ontwikkelingen in de classificering en normstelling van verschillende stoffen. Hierdoor kan het noodzakelijk zijn om reeds afgegeven vergunningen aan te passen aan de nieuwe norm.
… we meer rekening moeten houden de effecten van grondwateronttrekking
De laatste jaren hebben we te maken met aanhoudende droogte, watertekorten en dalende grondwaterstanden. Toekomstige aanpassingen of intrekking van deze vergunningen in verband met het grondwaterpeil willen we efficiënt en effectief kunnen aanpakken. Daarvoor is het belangrijk dat we vergunde permanente voorzieningen voor grondwateronttrekkingen monitoren.
… we meer rekening moeten houden met de effecten van oppervlaktewateronttrekking
In gebieden die gevoelig zijn voor verdroging is oppervlaktewateronttrekking een belangrijk thema. Het effect van meerdere kleine onttrekkingen samen speelt hierbij een belangrijke rol. Piekonttrekkingen zijn soms nodig. Bijvoorbeeld om nachtvorstschade te bestrijden en als beregening bij droogte of brandende zon (op fruitteelt) nodig is. Dit overschrijdt soms de capaciteit van het watersysteem waardoor het waterpeil onder de ondergrens komt.
Het monitoren van de vergunde onttrekkingen is belangrijk voor eventuele aanpassingen die nodig zijn in het beleid voor het oppervlaktewatersysteem. Monitoring is ook nodig bij het verplaatsen van fruitprecelen die daardoor in een ander watersysteem of peilgebied terechtkomen.
Hoe actualiseren we geregistreerde initiatieven?
We gebruiken daarvoor een typering van initiatieven die u kunt vinden in bijlage 2. De actualisering doen we volgens het volgende schema.
5.6 Resultaatstrategie Toezicht
5.6.1 We zoeken evenwicht tussen de opgave en de capaciteit
Bij toezicht en handhaving moeten we altijd kiezen wat mogelijk is met de capaciteit die op dat moment beschikbaar is. Prioritering is altijd nodig, want het kan niet allemaal. En bovendien moéten soms dingen ten koste van andere. Zoals het opvolgen van handhavingsverzoeken. Ook moeten we capaciteit inzetten om toezicht en handhaving actueel te houden en om bij te dragen aan de interne ontwikkel- en digitaliseringsopgaven.
5.6.2 Waar zitten de grootste risico’s?
Bij het invullen van VTH is het van belang te onderkennen waar in de initiatieven de risico’s (vooral) zitten. Dat bepaalt (mede) de focus.
Soms moet de focus op de bouw- en sloopfase liggen
Voor sommige nieuwe werkzaamheden bestaan de risico’s voor het waterbeheer vooral tijdens de oprichtings- of bouwfase van een initiatief. En later in de sloop- of afbouwfase.
‘Je moet er bij zijn, terwijl het zich voordoet’
Bijvoorbeeld de aanleg of verwijdering van kabels bij een kering. Als de kabel er eenmaal ligt of weer verwijderd is, is er sprake van een stabiele (rust)situatie. Ook is aan de buitenkant niet meer te zien hoe het er bij ligt.
Dit geldt ook bij tijdelijke grondwateronttrekkingen waarvoor het waterschap bevoegd gezag is en die meestal plaatsvinden om de bouw of sloop van een object mogelijk te maken (onder gemeentelijk toezicht). Ook deze hebben het karakter: ‘je moet er bij zijn, terwijl het zich voordoet’.
Soms ligt de focus op het resultaat, na bouw of sloop
Voor andere nieuwe werkzaamheden is pas achteraf, en is het voldoende om aan het eindresultaat, vast te stellen of de belangrijkste kenmerken volgens de regelgeving of voorschriften zijn. Bijvoorbeeld een voldoende gecompenseerde demping, een juist geplaatste steiger of een op de goede hoogte gelegde duiker in een dam-met-duiker.
Incidenteel controleren we hier later nog een keer op, als daartoe aanleiding is
Na de werkzaamheden is sprake van de beheerfase en de verplichting (onder zorgplicht of onder de vergunning) om de situatie op orde en in goede staat te houden. Over het algemeen levert dat weinig problemen op. En waar dat wel zo is, blijkt dat meestal uit signalen of een handhavingsverzoek.
Bij bedrijfsactiviteiten ligt de focus op de gebruiks- en beheerfase
Er is ook een categorie werkzaamheden waar de risico’s juist in de voortdurende gebruiks- en beheerfase zitten. Denk bijvoorbeeld aan industriële (continu)processen met lozingen op het watersysteem of op het riool naar de RWZI’s. En aan agrarische bedrijfsvoering, fruitteelt en glastuinbouw. Hier is het waarnemen tijdens of dichtbij de dagelijkse bedrijfsvoering essentieel. Nu al, en in de toekomst nog meer, is toezicht via beoordeling van geregistreerde monitoringgegevens mogelijk. Maar vooralsnog is dit vooral ondersteunend aan het toezichtregime van inspecties ter plaatse.
De schouw ziet ook toe op goed beheer
Hoewel de periodieke schouw op de onderhoudsplicht van derden ook een toezichtvorm is die toeziet op de beheerfase, kan dat juist weer wel periodiek aan de hand van waarneembare kenmerken: de aanwezige gegroeide baggerlaag, en/of ingetrapte kanten en bij de najaarsschouw op drijfvuil en verstoppingen.
De bouw- en beheerfase schematisch weergegeven
Voor het VTH domein is dit inzicht relevant. Om optimaal de vergunningvoorschriften te kunnen bepalen. En om zo doelmatig de capaciteit voor toezicht in te kunnen zetten.
5.6.3 Welke prioriteiten onderscheiden we als we bepalen waar we toezicht inzetten?
In de uitvoering van Toezicht passen we deze inzichten toe met de volgende categorisering:
Deze prioritering biedt ook kansen voor een optimale inzet van digitalisering
Deze inzichten helpen ook mee om te bepalen hoe we digitalisering het beste kunnen inzetten. In een beheerfase bijvoorbeeld, biedt remote sensing kansen. In plaats van er zelf naar toe te moeten. Voor de achteraf waarneembare gevolgen van bouw of loop bieden bijvoorbeeld satellietdata in combinatie met kunstmatige intelligentie, de mogelijkheid om te identificeren ‘waar iets (aan afwijkingen) te vinden is’. In plaats van toezichthouders eerst te laten zoeken naar waar ‘iets te doen’ is.
5.6.4 Hoe wijzen we de capaciteit voor toezicht in eerste instantie toe?
Wijzen we capaciteit toe voor toezicht en handhaving? Dan kunnen we dit in eerste instantie verdelen in 3 categorieën:
Zo houden we ruimte voor wat moet en wat zich aandient. Deze verdeling staat in het schema hieronder.
We blijven schouw op de onderhoudsplichten projectmatig uitvoeren
Gaat het om toezicht op de onderhoudstoestand van waterstaatswerken en dus de onderhoudsplichten van aangelande eigenaren en/of bewoners? Dan voeren we periodiek schouwprojecten uit. De schouwformules zijn toegesneden op betreffende risico’s en urgentie van herstel. We onderscheiden de volgende schouwprojecten:
5.6.5 Hoe voeren we het toezicht uit?
Voor de uitvoering van toezicht gebruiken we meerdere vormen en formules. Deze staan in het schema hieronder.
Prioriteit 1 = we controleren in de bouw-/sloopfase
Prioriteit 2 = we controleren aan de hand van achteraf waarneembare eindresultaten
Prioriteit 3 = we houden geen controles. Bij klachten of signalen controleren we eventueel alsnog
Prioriteit H = we controleren frequent
Prioriteit M = we controleren beperkt
Prioriteit L = we controleren niet of ad-hoc
Bouw- en sloopfasegerichte controle
Voor nieuwe vergunningen en meldingen die we alleen tijdens de uitvoering kunnen controleren, hanteren we - per vakgebied - prioriteringstabellen en/of stroomschema’s om te besluiten of we daarvoor een controle inplannen of niet.
Thematische controleprojecten gericht op waarneembare eindresultaten
Soms is ‘kort op de bal spelen’ noodzakelijk of het meest effectief. Maar het is over het algemeen niet efficiënt. Controleren we zo bijvoorbeeld een vergunde of gemelde steiger? Dan moeten we ten eerste bewaken wanneer de steiger daadwerkelijk wordt aangelegd. En ten tweede vraagt dit een aparte inspanning. Thematisch of projectmatig achteraf controleren kan dan doelmatiger zijn. Vooral als we dat informatie gestuurd, met data en/of luchtfoto’s, op kantoor kunnen voorbereiden. De inzet buiten is dan veel gerichter.
Met dit uitvoeringsbeleid VTH intensiveren we deze uitvoeringsvorm
We formuleren specifieke projecten voor controle op eindresultaten van een initiatief. We controleren onderwerpen periodiek, waarmee de onderwerpen jaarlijks wisselen. Dit meerjarig scenario stellen we bij op basis van evaluaties en urgenties, eventueel per geografisch of systeem-deelgebied.
Opsporing van illegale handelingen met thematische surveillance
Voor activiteiten die in strijd zijn met de regelgeving voeren we aanvullend gericht surveillance uit. We kennen de varianten vanuit het veld, vanaf het water en vanuit de lucht. Gericht op bijvoorbeeld overtredingen bij het uitrijden van mest, vaarsnelheid, illegale bebouwing of verboden activiteiten op de kering of bij een watergang.
Met dit uitvoeringsbeleid VTH intensiveren we deze uitvoeringsvorm
Ook hiervoor formuleren we specifieke projecten die jaarlijks kunnen wisselen op basis van actuele urgenties.
Voor bestaande en eerder vergunde permanente bedrijvigheid en permanente voorzieningen hanteren we ook prioriteringstabellen en/of stroomschema’s. Daarmee bepalen we hoe intensief en hoe vaak we controleren.
Voor de naleving in een gebied is het ook van belang zichtbaar en aanspreekbaar te zijn. Dit werkt aan de ene kant preventief. Aan de andere kant kunnen we zo attenderen op regelgeving en informatie geven over het toepassen van de regelgeving en de zorgplicht. De gebiedsmedewerkers voor kering- en watersysteembeheer vervullen deze rol in eerste instantie. Maar ook toezichthouders vervullen deze rol.
Mobiliseren van vangnetkanalen
Andere ogen en oren in de leefomgeving zijn waardevol. Dit noemen we ‘vangnetkanalen’. Denk aan signaaltoezicht door andere handhavingsorganisaties, meldingen en eerste respons door andere waterschapsmedewerkers en mogelijk meldingen van betrokken bewoners, belanghebbenden, collectieven. We gaan experimenteren of extra digitale (thema- of doelgroep)kanalen naast het bestaande HDSR-Meldingsloket hierin meerwaarde kunnen bieden.
5.6.6 Hoe ziet de strategie voor toezicht eruit?
Met deze prioriteringen en vormen van toezicht, ziet de toezichtstrategie er als volgt uit. Het schema geeft weer aan welke prioriteit de uitvoeringsvorm bijdraagt:
5.7 Resultaatstrategie Gedogen
Gedogen in de betekenis van ‘door de vingers zien’ doet het waterschap niet. Er is wel een in jurisprudentie verankerde vorm van gedogen die slechts in uitzonderingssituaties aanvaardbaar is. En waarmee wel een legale situatie wordt bereikt.
In de volgende situaties kunnen we aanvaardbaar gedogen:
Als we gedogen, moeten we voldoen aan de volgende criteria:
Wel stellen we prioriteiten om op te treden tegen geconstateerde overtredingen. Dit kan betekenen dat we tegen overtredingen met een lage prioriteit op een later moment kunnen optreden. Leeft iemand een gedoogbeschikking niet na? Dan vindt handhaving plaats volgens de sanctiestrategie zoals u hierna leest.
5.8 Resultaatstrategie Handhaving
Als we vanuit het toezicht overtredingen constateren, volgen we deze op. Hoe we dat doen, hangt af van de aard van de overtreding, de geschiedenis en de omstandigheden waarin de overtreding is gepleegd. Het is in eerste instantie onze plicht om te handhaven.
Het doel van handhaven is in alle gevallen gelijk: voldoen aan de wet- en regelgeving. Is dat niet het geval? Dan ondernemen we de stappen die nodig zijn om de activiteit te beëindigen of te laten voldoen aan de wet. Dit geldt zowel voor de eigen dienst, als voor andere overheidsorganen.
5.8.1 Hoe bepalen we onze reactie na een overtreding?
Constateren we een overtreding? Dan beoordelen we de situatie om onze reactie te bepalen. Dat doen we in twee stappen:
5.8.2 Wanneer kunnen we van handhaving afzien?
Daarvoor kijken we naar de wet. We volgen daarbij in ieder geval de volgende regels:
5.8.3 We volgen de Landelijke Handhaving Strategie
Dit noemen we ook wel situationeel handhaven. Dit betekent dat we de op te leggen sanctie baseren op de ernst van de overtreding, de (mogelijke) gevolgen daarvan én de houding van de overtreder. Dit geven we weer in het schema hieronder.
5.8.4 Het waterschap past primair bestuursrechtelijke handhaving toe
Het waterschap kan bestuurlijke sancties opleggen in de vorm van een herstelsanctie: de ‘last’. Dat kan zelfs als we nog geen overtreding hebben geconstateerd, maar deze wel heel duidelijk dreigt. Dit doen we met een besluit namens dijkgraaf en hoogheemraden. Hiermee volgen we artikel 5.7 van de Awb.
We kunnen de volgende lasten opleggen:
Bij voorkeur leggen we een last onder dwangsom op
Deze appelleert het sterkste aan de eigen verantwoordelijkheid van personen en bedrijven, door de potentieel oplopende van verbeuring van dwangsommen.
Een eerste vorm is die waarbij de overtreder een in de last vastgesteld bedrag verbeurt per periode dat de overtreding voortduurt. Het is een middel om een overtreding ongedaan te maken.
Een tweede vorm is die waarbij een bedrag wordt verbeurd per (toekomstige) keer dat opnieuw de overtreding wordt geconstateerd, tot een in de last genoemd maximum. Deze heeft een preventieve werking bij (bedrijfs-) activiteiten in de ‘beheerfase’.
Als dat niet voldoende is, leggen we een last onder bestuursdwang op
Verwachten we of blijkt dat we met een last onder dwangsom het doel niet bereiken? Is een last onder dwangsom op grond van te beschermen belang niet mogelijk? Of is de overtreder onbekend? Dan leggen we een last onder bestuursdwang op en voeren deze na een herstel termijn uit. Is een situatie ernstig en spoedeisend, dan voeren we deze direct uit. Was de overtreder bekend, dan verhalen we de kosten.
Stilleggen is niet een afzonderlijke bevoegdheid, maar een bijzondere vorm van een last onder bestuursdwang, waarin bepaald wordt dat een bepaalde activiteit niet meer mag worden uitgevoerd. Hierbij gelden wel de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Voor het bepalen van de hoogte van de dwangsom hebben we richtlijnen
Hiervoor geldt in ieder geval:
Deze uitgangspuntenzijn uitgewerkt in een richtlijn, in de vorm van de tabel in bijlage 4. Hiervan kunnen wij gemotiveerd afwijken.
Ook overheden moeten aan de geldende normen voldoen
In het Besluit omgevingsrecht is als kwaliteitseis opgenomen dat de sanctiestrategie inzicht geeft in de wijze waarop wij overtredingen afhandelen, die zijn gepleegd door of namens het bestuursorgaan zelf, of door of namens andere organen die tot de overheid behoren.
In bijlage 3 is aangegeven hoe wij handelen in deze situaties. We houden hierbij rekening met wettelijke uitzonderingen, jurisprudentie en juridische (on)mogelijkheden, zowel voor de te nemen bestuursrechtelijke maatregelen als voor strafrechtelijke afhandeling.
Bijlage 1: Verdieping van de hoofdprocessen in zaakgerichte processen en ondersteunende processen
In het schema hieronder leest u het volgende:
Dit procesoverzicht is de basis voor verdere uitwerking, in procesbeschrijvingen, in het kwaliteitsmanagementsysteem binnen HDSR: ‘Werkwijzer’
Bijlage 2: Typering van initiatieven als basis voor actualisering
1) Eenmalig infrastructurele initiatieven bij waterstaatswerken
Het gaat om nieuw vergunde steigers, bruggen, objecten, et cetera. Hierop wordt niet actief geactualiseerd. Het vangnet voor eventuele problemen en afwijkingen wordt gevormd door handhavingsverzoeken, incidentmeldingen en bijvangst uit toezicht.
2) Ligplaatsen en vaarvergunningen
Hierop wordt als regel niet actief geactualiseerd. Tijdelijke vaarvergunningen vervallen per einde vergunde termijn. Het vangnet voor eventuele problemen en afwijkingen wordt tot nu toe gevormd door handhavingsverzoeken, Incidentmeldingen en bijvangst uit toezicht. Voor ligplaatsen, in het bijzonder op de Gekanaliseerde Hollandse IJssel, is wel een actualisatie nodig in combinatie met actualisering van de vaarbesluiten. Voor ligplaatsen moeten we misschien wel iets omdat het om ‘schaarse’ vergunningen gaat.
3) Permanente voorzieningen voor het onttrekken van water
Met periodieke (jaarlijkse) sprints en waar mogelijk gekoppeld aan de uitvoering van toezicht, wordt in een bestek van vijf jaar het hele bestand doorgewerkt (met uitzondering van onttrekkingen aan oppervlaktewater, anders dan voor nachtvorstschadebestrijding). Deelverzamelingen zijn permanente voorzieningen voor:
De primaire opgave is om deze administratief en juist in beeld te houden en als er aanleiding toe is te toetsen aan de capaciteit watersysteem Op basis van ervaring wordt voor sommige initiatieven ook een inhoudelijke toets op adequaatheid van de voorschriften gedaan.
4) Inrichtingen en permanente bedrijfsvoering, in het bijzonder voor lozingen.
Als eerste wordt, zo mogelijk gekoppeld aan de uitvoering van toezicht, alle activiteiten of bedrijven in deze categorie eerst een administratieve beoordeling gedaan. Op basis van dat oordeel wordt al of niet een verder gaande inhoudelijke toets op adequaatheid van de voorschriften gedaan.
Van belang is dat steeds meer activiteiten worden geregeld in algemene regels, . Daardoor vervallen dan vergunningen en komt het na wijziging van beleid/wetgeving neer op het houden van toezicht op de invoering van de nieuwe regels. Het aandeel ‘actualisering’ vermindert hierdoor, met een gelijktijdige verschuiving naar toezicht.
5) Niet gerealiseerde wel vergunde activiteiten
In voorkomende gevallen worden vergunningen verleend voor activiteiten die uiteindelijk niet worden gerealiseerd. Hierop wordt niet actief geïnventariseerd en geactualiseerd. Het vangnet voor eventuele problemen en afwijkingen wordt gevormd door handhavingsverzoeken, incidentmeldingen en bijvangst uit toezicht of een administratieve controle.
6) Vergunningen voor bepaalde tijd
In beperkte mate worden vergunningen verleend voor het aanleggen en dan slechts voor beperkte tijd behouden van <het vergunde>. Bijvoorbeeld tijdelijke dammen met duikers of bruggen voor een gebiedsherinrichting.
Het vangnet voor eventuele problemen en afwijkingen wordt gevormd door incidentmeldingen, inspectiebezoeken en handhavingsverzoeken.
Bijlage 3: Handhaving eigen dienst en andere overheden
Het toezicht is erop gericht om overtredingen te voorkomen. Wanneer desondanks toch een overtreding geconstateerd wordt is de werkwijze gelijk aan de werkwijze bij overtredingen door (natuurlijke of rechts)personen tot en met het versturen van de bestuurlijke waarschuwing: de eerste gelegenheid om de overtreding ongedaan te maken. De maatregelen worden beoordeeld met de matrix ‘situationeel handhaven’ en de daarbij te maken afwegingen. In elk geval is daarin is opgenomen een datum waarop de overtreding beëindigd moet zijn.
Er is theoretisch gedacht een kans dat dit onder de Omgevingswet vaker gaat voorkomen, omdat er dan weer vergunningen eigen dienst worden verleend. Onder de Waterwet was het waterschap hiervan vrijgesteld voor onderhouds- en beheerwerkzaamheden. Maar van het waterschap mag - met de waterhuishoudkundige kennis en kennis van de eigen regelgeving - verwacht worden dat de naleving (fors) hoger is en er minder of nauwelijks overtredingen zijn. Dit was ook de basis voor de vrijstelling onder de Waterwet.
Wanneer niet aan de bestuurlijke waarschuwing is voldaan wordt de overtreding op de volgende wijze afgehandeld:
Handhaving bij andere overheidsorganen via bestuurlijk overleg.
Ook het toezicht op of bij activiteiten van andere overheden is erop gericht om overtredingen te voorkomen.
Bij het constateren van overtredingen worden deze beoordeeld met de matrix ‘situationeel handhaven’ en de daarbij te maken afwegingen. Onze reactie is hierbij geheel gelijk aan de werkwijze bij overtredingen door (natuurlijke of rechts)personen, inclusief alle bestuursrechtelijke- en strafrechtelijke handhaving.
Twee extra afspraken hierbij zijn:
De handhaver informeert de portefeuillehouder HDSR voorafgaand aan het versturen van de bestuurlijke waarschuwing of het opleggen van een sanctie. De portefeuillehouder is daardoor in de gelegenheid de betreffende portefeuillehouder te informeren dat een bestuurlijke waarschuwing of sanctiebeschikking is of wordt verstuurd. In spoedeisende gevallen vindt deze kennisgeving zo spoedig mogelijk achteraf plaats. Dit met als doel om wel transparant en geprotocolleerd, maar vanuit het perspectief van handelen als één overheid, tot een snelle naleving te kunnen komen.
Bij handhaving van overheden moet met bijzondere omstandigheden rekening worden gehouden. In het handhavingsbeleid is aangegeven dat er voor overheidsorganen, die als beheerder werkzaamheden uitvoeren, andere regels kunnen gelden dan voor een bedrijf of particulier. Ook kan bijzondere wetgeving van toepassing zijn, zoals de Crisis- en herstelwet, waardoor voor overheidsprojecten afwijkende procedures van kracht zijn.
Ook bij de strafrechtelijke handhaving zijn er uitzonderingen. De overheid is belast met de zorg voor een veelheid aan taken. Uit jurisprudentie blijkt dat wanneer dan overtredingen worden begaan ten gevolge van het uitvoeren van die unieke overheidstaken, bijvoorbeeld bij tegenstrijdige belangen, er voor die overheidsorganen een strafrechtelijke immuniteit kan bestaan (Pikmeer II arrest).
Om die reden is in de ‘Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten’ in de contra-indicaties opgenomen dat het opleggen van een Bsb aan een overheidsorgaan niet is toegestaan. In voorkomende gevallen wordt uitgebreid procesverbaal opgemaakt, zodat het OM in de gelegenheid is eventuele vervolging te toetsen aan de voor hen geldende richtlijn: ‘Aanwijzing voor de opsporing en vervolging van overheden (1998A004)’.
Het gevolg hiervan is dat bij overtredingen door de eigen dienst of door andere overheden er twee afwegingen toegevoegd worden, voordat tot het opleggen van maatregelen wordt overgegaan:
Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag is er geen sprake van een overtreding.
Een bevestigend antwoord op de tweede vraag is niet altijd eenvoudig te geven. In twijfelgevallen overleggen we daarom met het OM, of een proces-verbaal moet worden opgemaakt. Wanneer dit overleg niet mogelijk is wordt wel een proces-verbaal opgemaakt, waarbij het OM dan een beslissing neemt over het al dan niet overgaan tot vervolging.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2021-7897.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.