nr.
|
vindplaats
|
aanpassing
|
reden
|
1.1
|
2.3.4
Beleidsregel Plaatsen van lijnvormige obstakels haaks op wateren
|
De tekst luidt:
Wordt vervangen door:
2.3.4 Zakelijk recht
Daar waar het waterschap beschikt over een beschermingszone aan weerszijden van een watergang, wenst het waterschap deze beschermingszone zoveel mogelijk vrij te houden van objecten zodat het onderhoud optimaal kan worden uitgevoerd.
Het plaatsen van een object kan ervoor zorgen dat het onderhoud wordt belemmerd. Dit object beschouwen we dan als een obstakel. Een obstakel kan er voor zorgen dat één van de beschermingszones die aan weerzijden van een watergang ligt niet optimaal benut kan worden voor het onderhoud. Het waterschap accepteert dit in beginsel in een drietal situaties:
1) Op het moment dat het waterschap het perceel/de percelen aan de overzijde in eigendom heeft die nodig zijn om met de onderhoudsmachines een efficiënte route te kunnen rijden tijdens het uitvoeren van het onderhoud, is het uitvoeren van eenzijdig onderhoud geen probleem (mits voldaan wordt aan alle voorwaarden).
2) Hetzelfde geldt voor de situatie waarbij degene die een obstakel wil plaatsen ook het perceel/de percelen aan de overzijde in eigendom heeft en akkoord is met het uitvoeren van eenzijdig onderhoud. Diegene dient dan wel het perceel/de percelen aan de overzijde in eigendom te hebben die nodig zijn om met de onderhoudsmachines een efficiënte route te kunnen rijden tijdens het uitvoeren van het onderhoud. Hierdoor blijft het uitvoeren van het onderhoud doelmatig.
Op deze eigenaar rust vanuit het privaatrecht wel de mededelingsplicht aan rechtsopvolgers om hen te attenderen op het geplaatste obstakel met als gevolg het uitvoeren van eenzijdig onderhoud aan de overzijde.
3) Op het moment dat het perceel aan de overzijde in eigendom is van derden, zal degene die een obstakel wil plaatsen een zakelijk recht moeten vestigen met de eigenaar van het perceel/de percelen aan de overzijde van de watergang. Ook in dit geval moet een zakelijk recht gevestigd worden op het aantal percelen dat nodig is om met de onderhoudsmachines een efficiënte route te kunnen rijden teneinde doelmatig onderhoud te waarborgen. Met het zakelijk recht wordt notarieel vastgelegd dat door de perceeleigenaar akkoord wordt gegaan met het uitvoeren van eenzijdig onderhoud vanaf de obstakelvrije zijde. Hiermee is het ook voor rechtsopvolgers bekend dat het onderhoud jaarlijks eenzijdig wordt uitgevoerd vanaf die zijde.
Het is ook mogelijk dat op een efficiënte route voor het uitvoeren van onderhoud aan de overzijde meerdere situaties van toepassing zijn. In dat geval gelden de eisen cumulatief.
|
In de huidige beleidsregel is in de toetsingscriteria vermeld dat in bepaalde gevallen een zakelijk recht gevestigd dient te worden. Ter verduidelijking van deze eis wordt een subparagraaf toegevoegd aan de beleidsregel, waarin aangegeven is in welke gevallen het waterschap de vestiging van een zakelijk recht eist.
|
1.2
|
2.4.1, lid 5 sub a
Toetsingscriteria beleidsregel Plaatsen van lijnvormige obstakels haaks op wateren
|
De tekst van het toetsingscriterium luidt:
aan de overzijde een obstakelvrije en voldoende brede strook grond ligt die in eigendom is van het waterschap, of
wordt vervangen door:
aan de overzijde een obstakelvrije beschermingszone ligt die in eigendom is van het waterschap, of
|
De term ‘voldoende brede strook grond’ kan in bepaalde gevallen voor onduidelijkheid zorgen. Ter verduidelijking wordt daarom het begrip ‘beschermingszone’ genoemd. Op die manier is het voor iedereen duidelijk dat de volledige beschermingszone obstakelvrij dient te zijn.
|
1.3
|
2.4.1, lid 5 sub b
Toetsingscriteria beleidsregel Plaatsen van lijnvormige obstakels haaks op wateren
|
De tekst van het toetsingscriterium luidt:
aan de overzijde ten behoeve van het waterschap een zakelijk recht is gevestigd op een obstakelvrij en voldoende breed stuk grond. Als een zakelijk recht moet worden gevestigd op het overliggende perceel moet de betreffende rechthebbende in een dergelijke zakelijk recht:
- -
de gevolgen van het eenzijdig onderhoud van het water vanaf zijn perceel accepteren, en
- -
altijd toegang verlenen tot zijn perceel aan personen die in opdracht van het waterschap werken en hun materieel, en
- -
de algehele ontvangstplicht van maaisel, bagger en dergelijke afkomstig van het onderhoud van het water accepteren.
Wordt vervangen door:
aan de overzijde ten behoeve van het waterschap een zakelijk recht is gevestigd op een obstakelvrije beschermingszone. Als een zakelijk recht moet worden gevestigd op het overliggende perceel moet de betreffende rechthebbende in een dergelijke zakelijk recht:
- -
de gevolgen van het eenzijdig onderhoud van het water vanaf zijn perceel accepteren, en
- -
altijd toegang verlenen tot zijn perceel aan personen die in opdracht van het waterschap werken en hun materieel, en
- -
de algehele ontvangstplicht van maaisel, bagger en dergelijke afkomstig van het onderhoud van het water accepteren.
|
De term ‘voldoende brede strook grond’ kan in bepaalde gevallen voor onduidelijkheid zorgen. Ter verduidelijking wordt daarom het begrip ‘beschermingszone’ genoemd. Op die manier is het voor iedereen duidelijk dat de volledige beschermingszone obstakelvrij dient te zijn.
|
1.4
|
2.4.1, lid 5
Toetsingscriteria beleidsregel Plaatsen van lijnvormige obstakels haaks op wateren
|
Aan artikel 2.4.1 lid 5 wordt sub c toegevoegd. De tekst hiervan luidt:
- c.
aan de overzijde een obstakelvrije beschermingszone ligt die in eigendom is bij dezelfde rechthebbende als het perceel waarop het obstakel wordt geplaatst. De rechthebbende moet:
- -
de gevolgen van het eenzijdig onderhoud van het water vanaf zijn perceel accepteren, en
- -
altijd toegang verlenen tot zijn perceel aan personen die in opdracht van het waterschap werken en hun materieel, en
- -
de algehele ontvangstplicht van maaisel, bagger en dergelijke afkomstig van het onderhoud van het water accepteren.
|
In de huidige beleidsregel is niet voorzien in de situatie dat de percelen aan weerszijden van de watergang bij één rechthebbende in eigendom zijn. Derhalve wordt deze situatie in de beleidsregel verdisconteerd.
|
1.5
|
2.4.3 lid 3
Toetsingscriteria beleidsregel Plaatsen van lijnvormige obstakels haaks op wateren
|
De tekst van het toetsingscriterium luidt:
De sluitzijde van een draaiende poort moet aan de zijde van het oppervlaktewaterlichaam komen. Dit betekent dat de poort opent van het oppervlaktewaterlichaam af richting het perceel.
Wordt vervangen door:
De poort moet dusdanig openen, dat deze geen belemmering vormt voor het uitvoeren van het doelmatig onderhoud. Dit betekent onder andere dat:
- -
een schuifpoort volledig van de watergang af open kan schuiven;
- -
een draaipoort in zijn geheel van de watergang af moet openen, dus richting het perceel;
- -
een draaipoort met twee openslaande delen volledig haaks op de watergang geopend moet
kunnen worden.
|
In de huidige beleidsregel wordt een poort toegestaan met slechts één bepaald type constructie. Vanuit het oogpunt van beheer en onderhoud is het inzicht ontstaan dat andere type poorten ook kunnen worden toegestaan, waarbij het doelmatig onderhoud niet wordt belemmerd.
|
|
|
|
|