Nadere regels subsidie Biodiversiteit Waterschap de Dommel 2021-2025

Het Dagelijks Bestuur van Waterschap De Dommel:

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Waterschap De Dommel 2018;

 

Overwegende dat:

 

  • Waterschap De Dommel zich ten doel heeft gesteld de teruggang van biodiversiteit een halt toe te roepen;

  • Waterschap De Dommel dit doel wil realiseren door zich actief in te zetten om de biodiversiteit te versterken;

  • biodiversiteit de leefbaarheid van onze wereld bevordert en zorgt voor schoon water, schone lucht en een vruchtbare bodem;

  • biodiversiteit raakvlakken heeft met de verschillende activiteiten van Waterschap De Dommel;

  • Waterschap De Dommel om die redenen particuliere initiatieven wenst te ondersteunen ter bevordering van de biodiversiteit;

  • ter verdeling van de beschikbare financiële middelen voor het bevorderen van de biodiversiteit, het wenselijk is om aanvullend op de Algemene Subsidieverordening Waterschap De Dommel 2018 nadere regels vast te stellen;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende nadere regels subsidie Biodiversiteit Waterschap De Dommel 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks Bestuur: Dagelijks Bestuur van Waterschap De Dommel;

  • b.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Waterschap De Dommel 2018;

  • c.

    Subsidie: Subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    Subsidieplafond: Het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op basis van deze nadere regels;

  • e.

    Uitvoeringskosten: Kosten die nodig zijn voor de uitvoering van plannen zoals grondwerk en plantwerk. Dit zijn geen kosten voor grondverwerving, voorbereidings- of instandhoudingskosten;

  • f.

    Biodiversiteit: verscheidenheid aan leven van flora en fauna in een bepaald gebied;

  • g.

    Landschapselementen: elementen die het landschap verrijken door afwisseling, leefbaarheid, karakter en biodiversiteit ;

  • h.

    Bloemrijk grasland: grasland met veel variatie aan bloemen en grassen die van levensbelang zijn voor insecten;

  • i.

    Natuurvriendelijke oever: oever waarnaast de waterkerende functie ook rekening wordt gehouden met natuur en biodiversiteit door variatie in waterstanden en gradiënten;

  • j.

    Bosje: een perceel met bomen en struiken van maximaal 0,5 ha en kruidachtige onderbegroeiing;

  • k.

    Hakhoutwal: zorgt voor een dichte natuurlijke scheiding tussen percelen van bomen en struiken die (op termijn) vanuit een stobbe groeien en waarop hakhoutbeheer wordt uitgevoerd;

  • l.

    Bomenrijen: in een rij groeiende bomen, die zorgen voor een open natuurlijke scheiding tussen percelen of langs wegen;

  • m.

    Solitaire bomen: alleenstaande bomen of kleine boomgroepen die markant staan in het landschap;

  • n.

    Knotwilgen: wilgenbomen waarop het knotbeheer wordt uitgevoerd;

  • o.

    Poel: ondiepe plas stilstaand water als interessant leefgebied voor flora en fauna.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze nadere regels kan worden aangevraagd door:

  • a.

    rechtspersonen, met uitzondering van waterschappen;

  • b.

    natuurlijke personen;

  • c.

    een samenwerkingsverband van rechtspersonen;

  • d.

    een samenwerkingsverband van rechtspersonen en/of natuurlijke personen

  • 2.

    Indien het samenwerkingsverband, bedoeld in het eerste lid, geen rechtspersoonlijkheid bezit:

  • a.

    wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer die als aanspreekpunt fungeert voor toekomstige correspondentie;

  • b.

    geschiedt de aanvraag met instemming van alle partners van dat samenwerkingsverband.

Artikel 3. Subsidievorm

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur verstrekt op grond van deze nadere regels activiteitensubsidies.

  • 2.

    Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het realiseren van het (beleids)doel van deze Nadere Regels in de vorm van aanleg van landschapselementen zoals:

  • bloemrijk grasland;

  • natuurvriendelijke oever;

  • bosje;

  • hakhoutwal;

  • bomenrijen;

  • solitaire bomen;

  • knotwilgen;

  • poel;

  • moerasachtige laagte;

  • plas-drasoever;

  • eventuele andere landschapselementen, te bepalen door het Dagelijks Bestuur, voor zover deze beantwoorden aan het bovenliggende doel.

Artikel 5. Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteit wordt uitgevoerd in het beheergebied van Waterschap De Dommel;

  • b.

    de activiteit heeft een positieve invloed op het watersysteem of de biodiversiteit;

  • c.

    de activiteit is kosteneffectief;

  • d.

    de omvang van de activiteit is vooraf bekend in oppervlakte of lengte en deze omvang wordt bij de subsidieaanvraag opgegeven in m2 of strekkende meters;

  • e.

    de subsidieaanvraag is onderbouwd met:

  • een motivering waaruit blijkt dat de biodiversiteit met de gesubsidieerde activiteit wordt bevorderd of versterkt;

  • welke doelsoort flora of fauna baat heeft bij de bedoelde activiteit;

  • welke streekeigen kwaliteit wordt versterkt door de uitvoering van bedoelde activiteit.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Subsidie wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 7 van de ASV, geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvrager voor deze activiteit reeds een subsidie ten laste van Waterschap De Dommel heeft ontvangen;

  • b.

    de uitvoering van de activiteit is gestart vóór aanvraag van de subsidie;

  • c.

    de activiteit voortvloeit uit een bestaande wettelijke verplichting;

  • d.

    er een combinatie gemaakt wordt met andere subsidie of een bijdrage waaraan het waterschap al bijgedragen heeft, zoals onder meer het Prins Bernhard Cultuurfonds;

  • e.

    er sprake is van een verplichte natuurcompensatie of herplantplicht.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, bedoeld in artikel 4, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de directe kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de in artikel 4 genoemde activiteiten.

Artikel 8. Niet subsidiabele kosten

In samenhang met artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    alle kosten die niet onder de subsidiabele kosten in artikel 7 zijn opgenomen;

  • b.

    btw, in het geval dat de subsidie wordt aangevraagd door een btw-plichtig bedrijf/onderneming.

Artikel 9. Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend uiterlijk 6 weken vóór start van de uitvoering van de activiteit.

Artikel 10. Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld voor de activiteiten benoemd in artikel 4, bedraagt maximaal vijftig procent (50%) van de subsidiabele kosten, tot een maximum van vijfduizend euro (€ 5.000,-).

Artikel 11. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger heeft de verplichting om behoudens schriftelijke verlenging door het Dagelijks Bestuur, de activiteit gereed te hebben binnen één jaar, gerekend vanaf de datum van verzending van de beschikking tot subsidietoekenning en deze activiteit vervolgens gedurende tenminste tien jaren in stand te houden.

  • 2.

    Indien de subsidieverlening € 5.000,= of meer bedraagt , maar minder dan € 50.000, bevat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie:

  • a.

    Een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend is verricht;

  • b.

    Een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • 3.

    De subsidieontvanger draagt zorg voor actieve kennisverspreiding over de activiteit.

Artikel 12 Subsidieplafond

Vanaf 1 januari 2021 voor activiteiten vallend onder de reikwijdte van deze nadere regels het subsidieplafond vast te stellen op € 20.000,- per kalenderjaar.

Subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

Artikel 13. Bevoorschotting en betaling

Behoudens het bepaalde in artikel 16, tweede lid, van de ASV, worden geen voorschotten verleend

Artikel 14. Inwerkingtreding en werkingsduur

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2021 en gelden steeds voor een duur van vijf jaren.

Uiterlijk drie maanden vóór afloop van de vijfjaar-termijn besluit het Dagelijks Bestuur van het waterschap of deze nadere regels met eenzelfde termijn van vijf jaren worden verlengd.

Artikel 15. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als ‘Nadere regels Biodiversiteit Waterschap De Dommel 2021’.

 

Aldus vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Waterschap De Dommel op 9 maart 2021.

De voorzitter

E. de Ridder

De secretaris

A.G. Dekker

Naar boven