Aanvullende motivering Peilbesluit Tielerwaard

 

Registratie nr.: 2021027899

 

Het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland;

 

Gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 16-03-2021;

 

Overweegt het volgende:

Het Algemeen Bestuur heeft op 21 juni 2019 het peilbesluit Tielerwaard vastgesteld. Daartegen is beroep ingesteld. Het beroep is behandeld op 29 september 2020 en heeft geleid tot een tussenuitspraak van de Rechtbank d.d. 6 november 2020. In de tussenuitspraak wordt de mogelijkheid geboden om een aantal aan het peilbesluit klevende gebreken te herstellen. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt met dit besluit.

 

Besluit:

Om onderstaande aanvullende motivering aan het peilbesluit toe te voegen.

Daarnaast wordt ten aanzien van de beoogde peilen in de peilgebieden TLW005A, TLW005B, TLW005C en TLW114A verduidelijkt wanneer het om zomer- en winterpeilen of om minimum- en maximumpeilen gaat.

 

 

Aanvullende motivering

 

Inleiding

Deze aanvullende motivering ziet op de verhoging van het waterpeil in een zone aanliggend aan het Natura 2000- gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid (figuur 1). In 2013 is dit gebied aangewezen als Natura 2000-gebied.

In het aanwijsbesluit staan de instandhoudingsdoelen benoemd die in het Natura 2000-gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid gerealiseerd moeten worden. Om de instandhoudingsdoelen te realiseren is een pakket maatregelen vastgelegd in het Natura-2000 beheerplan Lingegebied &Diefdijk-Zuid. Dit beheerplan is in 2016 door Gedeputeerde Staten van Gelderland, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de Staatssecretaris van Economische Zaken vastgesteld.

 

Het beheerplan is tot stand gekomen met medewerking van Waterschap Rivierenland. Ter voorbereiding op het beheerplan is in 2013 in opdracht van het waterschap een GGOR (Gewogen Grond- en Oppervlaktewater Regime) opgesteld. Dit GGOR bevat een maatregelenpakket voor het realiseren van optimalere hydrologische condities voor de natuurdoelen in het gebied ‘Nieuwe Zuiderlingedijk’. De GGOR-maatregelen N2000 voor de Nieuwe Zuiderlingedijk betreffen peilverhogingen in het natuurgebied Nieuwe Zuiderlingedijk zelf, het inrichten van een bufferzone aan de noordzijde (onder Heukelum), uitbreiding natuur aan de noordzijde (ten oosten van de N848), het verleggen van een A-watergang ten zuiden van Heukelum en een peilverhoging voor een deel van het peilgebied TLW005 (een deel krijgt hetzelfde peil als peilgebied TLW064). In de GGOR is tevens gekeken naar de gevolgen van de GGOR-maatregelen voor de aangrenzende landbouwpercelen en voor de aangrenzende gebouwen.

 

De GGOR-maatregelen zijn integraal overgenomen in het beheerplan Lingegebied & Diefdijk-Zuid. Maatregel M4 uit het beheerplan betreft de aanleg van de hydrologische bufferzone om de verdroging in het Natura 2000-gebied tegen te gaan. Deze maatregel bestaat uit twee activiteiten: het verleggen van de huidige A-watergang in noordelijke richting en het opzetten van het oppervlakte waterpeil in de bufferzone. Het doel van de bufferzone is een overgangszone tussen de hoge grondwaterstand in het Natura 2000-gebied en de lage grondwaterstand in de polder. Het gaat om een structurele verhoging van het waterpeil in de bufferzone.

 

Na vaststelling van het beheerplan is de provincie Gelderland samen met Waterschap Rivierenland en de gemeente West Betuwe gestart met een gebiedsproces. In dit gebiedsproces zijn de maatregelen in het beheerplan verder uitgewerkt. Dit heeft geleid tot een verfijning van de GGOR-maatregelen (zie Figuur 1: aangepaste bufferzone).

 

Voor de uitvoering van de N2000-maatregelen zijn aparte besluiten nodig.

De peilverhoging in de zone aanliggend aan het Natura 2000- gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid (de peilgebieden TLW005A, TLW005B, TLW005C en TLW114A) is doorgevoerd in het op 21 juni 2019 vastgestelde peilbesluit Tielerwaard.

 

Figuur 1: Ligging bufferzone Nieuwe Zuiderlingedijk (Scenarioberekeningen bufferzone Nieuwe Zuiderlingedijk, Witteveen + Bos 2017).

 

Toelichting legenda:

Variant 1: tracé A-watergang conform uitwerking PAS + bufferzone uit PAS-gebiedsanalyse 2015;

Variant 2: tracé A-watergang conform uitwerking PAS + aanpassing bufferzone tot nieuwe A-watergang. De provincie Gelderland heeft in 2016 samen met het waterschap gezocht naar een tracé dat technisch haalbaar is en minder bezwaarlijk is voor het gebied (Variant 2).

 

Beroep tegen peilbesluit Tielerwaard

Na vaststelling van het peilbesluit is beroep ingesteld bij de Rechtbank Gelderland. Op 6 november 2020 heeft de Rechtbank een tussenuitspraak gedaan en het waterschap in de gelegenheid gesteld om de aan het peilbesluit klevende gebreken te herstellen door een inventarisatie van de belangen van eisers te maken en deze belangen af te wegen tegen de natuurbelangen, waarbij ook aandacht moet worden besteed aan alternatieven. Ook moet duidelijkheid worden gecreëerd over de beoogde peilen.

 

Met dit besluit geeft het waterschap uitvoering aan de tussenuitspraak.

 

Inventarisatie van de belangen

Bij het vaststellen van het gewenste peil moet rekening gehouden worden met de eisen die voortvloeien uit de aan de grond gegeven bestemming (zoals natuur, landbouw of stedelijk gebied). Daarnaast moet rekening worden gehouden met de eisen die verband houden met de ecologische kwaliteit van watersystemen en de aan watersystemen toegekende functies.

 

Voor de onderhavige peilverhoging is van belang dat deze invulling geeft aan de aanleg van een hydrologische bufferzone die op basis van de GGOR van het waterschap is opgenomen als herstelmaatregel om de instandhoudingsdoelen voor het Natura 2000-gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid te realiseren. De bufferzone is gepland ten noorden van het Natura 2000-deelgebied Nieuwe Zuiderlingedijk, buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied tussen Natura 2000-gebied ‘Lingegebied &Diefdijk-Zuid’ en de polder. Doel van deze maatregel is het realiseren van een overgangsgebied tussen het relatief hoge waterpeil in het Natura 2000-gebied en het relatief lage waterpeil in de polder. Door in de hydrologische bufferzone een verhoogd waterpeil in te stellen ten opzichte van de polder, lekt er minder grondwater weg uit het Natura 2000-gebied, waardoor verdroging in dit natuurgebied wordt tegengegaan. Deze herstelmaatregel is gericht op behoud en herstel van oppervlak en kwaliteit van het habitattype H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) in het Natura 2000-gebied.

 

De belangen van de eisers zijn afgeleid uit het door hen ingediende beroepschrift en hebben direct betrekking op de verwachte schade als gevolg van de peilverhoging in de bufferzone:

Directe planschade, vermogensschade voor bedrijf of particuliere tuin wordt geleden door de verhoging van het waterpeil. Daarnaast is er sprake van doorlopende schade omdat percelen verminderd tot niet meer bruikbaar zijn voor het huidige gebruik (tuin, bouwland, akkerland en fruitteelt).

De marges die staan vermeld, zijn van dien aard dat deze veel te groot zijn. Buiten calamiteiten en extremen dient er sprake te zijn van een te groot niveau, zodat er ook hierdoor weer doorlopende schade kan optreden.

Door een verhoging van het waterpeil in de toekomstige bufferzone van het "natuurgebied" kan het water niet meer afgevoerd worden en zullen volledige percelen onbruikbaar worden. Er zou door deze extreme vernatting zelfs sprake kunnen zijn van toekomstige moerasvorming op deze wijze.

De Natura-2000 heeft als doel het behouden van de huidige natuur. Door een peilverhoging zal dit zeer grote gevolgen hebben voor de huidige aanwezige flora en fauna. De effecten van de reeds aanwezige beschermde planten en dieren is niet of niet voldoende onderzocht. Het gebied wordt nu reeds als zeer mooi ervaren. Het gevolg is (gedeeltelijke) vernietiging van de bestaande natuur.

 

Voor de eisers is het belang derhalve gelegen in de bruikbaarheid van hun percelen voor het huidige gebruik (tuin, bouwland, akkerland en fruitteelt).

 

Beschouwing alternatieven

Eisers hebben de volgende alternatieven aangevoerd om verdroging van het natuurgebied tegen te gaan:

Het aanleggen van een kleipakket. In het kader van de GGOR is de waterhuishouding van het gehele gebied uitgebreid doorgelicht. Er loopt een bestaande dam door het gebied van Staatsbosbeheer, welke eventueel met een kleipakket versterkt zou kunnen worden. De voorgestelde dam is hierbij ook in beeld geweest:

Het plaatsen van een damwand, folie.

Het herstellen van de fout van de verkeerde aanleg van de wateraanvoer ten noorden van de nieuwe Zuiderlingedijk, meer specifiek de pijpleiding door de N848 Zeiving. Tijdens de plaatsing van deze pijpleiding/buis stuitte men op een probleem waardoor de hellingshoek van de ingebrachte buis totaal verkeerd was. Dit werd gecorrigeerd met een tweetal bochten, zodat aan het einde het toch weer leek dat het goed was. Binnen zeer korte tijd zijn in deze zwanenhals al problemen ontstaan. Een verkeerde hellingshoek in combinatie met meerdere bochten heeft ophoping van bagger, zand, klei etc. tot gevolg gehad.

De aanbevelingen genoemd in de rapporten van Smeding. Beide rapporten stammen uit 2014 en zijn verschillende versies van één rapport dat in opdracht van het waterschap is gemaakt om inzicht te krijgen in de interne waterhuishouding in de polder:

 

In de GGOR Nieuwe Zuiderlingedijk, waarop dit peilbesluit is gebaseerd, zijn diverse maatregelen onderzocht. Het doel was om te komen tot de keuze van de set maatregelen die nodig is om de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000 gebied te halen. Daarbij is steeds gekozen voor maatregelen met voldoende effect voor natuur maar met de minste impact op omliggende functies. Bovengenoemde alternatieve maatregelen zijn daarbij ook beschouwd. Deze maatregelen zijn echter om technische, financiële en ecologische redenen ontoereikend om het gewenste resultaat te bereiken. Met de alternatieve maatregelen kan de verdroging van het gebied dus niet afdoende worden opgeheven en kunnen de instandhoudingsdoelen voor het Natura-2000 gebied Lingegebied & Diefdijk-Zuid niet worden gehaald.

 

Uit de GGOR blijkt dat eisers natschade zullen ondervinden als gevolg van de peilverhoging in de bufferzone. De bruikbaarheid van de percelen van de eisers voor het huidige gebruik zal hierdoor afnemen. Op pagina 5 wordt nader ingegaan op de natschade.

 

Belangenafweging

De gevolgen die het peilbesluit heeft voor de bruikbaarheid van de percelen van de eisers voor landbouw zijn onderzocht in de GGOR Nieuwe Zuiderlingedijk die de basis vormt voor het vastgestelde Natura 2000- beheerplan Lingegebied & Diefdijk Zuid.

 

In figuur 2 is te zien dat door het instellen van hogere peilen in de bufferzone zowel binnen als buiten de bufferzone natschade voor de landbouw kan plaatsvinden. De schade buiten de bufferzone betreft zogenaamde randeffecten van de peilopzetting. Hier gaat in een strook van ca 50 m de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstanden) 5 tot 10 cm omhoog (figuur 3). De natschade bedraagt hierdoor zo’n 5 tot 10 %.

 

Figuur 2: Berekende afname doelrealisatie landbouw (natschade) als gevolg van hogere peilen in de bufferzone (Toelichting op het peilbesluit Tielerwaard, Witteveen + Bos 2019)

 

Figuur 3: Verandering gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) (Scenarioberekeningen bufferzone Nieuwe Zuiderlingedijk, Witteveen + Bos 2017)

 

In het gebiedsproces dat de provincie Gelderland eind 2016 is gestart samen met het waterschap is een projectmeetnet aangelegd van peilbuizen om de effecten van de peilverhoging te monitoren. Daarnaast is er bij de bebouwing die te maken krijgen met de grondwaterstijging een 0-meting gedaan aan de bebouwing. Hierdoor is de 0-situatie goed in beeld gebracht. De agrarische percelen die met de peilstijging te maken krijgen zijn door een onafhankelijke taxateur in opdracht van de provincie getaxeerd. In overleg met de eigenaren die te maken krijgen met vernatting is gekozen om aan de voorkant mitigerende maatregelen (hieronder genoemd) te nemen op deze agrarische percelen om de natschade te mitigeren.

Voorafgaand aan de daadwerkelijke peilverhoging in de bufferzone zullen alle mitigerende maatregelen, waarover overeenstemming is bereikt met eisers, door de provincie uitgevoerd zijn.

 

Om de natschade voor de aanleg van de bufferzone te compenseren treffen waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland de volgende maatregelen:

  • Financiële compensatie;

  • Aanleggen van waterberging;

  • Ophogen van de schadevlakken (agrarische percelen) met grond.

Hierdoor kunnen de betreffende bedrijven en/of eigenaren op een ordentelijke schadeafwikkeling rekenen.

 

Gelet op al het voorgaande, waarbij alle relevante belangen in ogenschouw zijn genomen, zijn wij van mening dat aan het belang van de natuur, dat gebaat is bij het creëren van een hydrologische bufferzone middels onderhavig peilbesluit een groter gewicht toegekend moet worden dan aan het individuele belang van eisers bij het behoud van de bestaande situatie.

 

Verduidelijking peilen bufferzone

De peilen zoals door het Algemeen Bestuur op 21 juni 2019 vastgesteld in het peilbesluit Tielerwaard blijven ongewijzigd. Wel wordt bij de beoogde peilen duidelijk aangegeven wanneer het om zomer- en winterpeilen of om minimum- en maximumpeilen gaat. Omdat voor sommige peilgebieden in de bufferzone is beoogd uitsluitend een minimum- en maximumpeil vast te leggen in plaats van een afzonderlijk zomer- en winterpeil, worden de peilen in onderstaande tabel verduidelijkt.

 

Peilgebied

Zomerpeil

(m NAP)

Winterpeil

(m NAP)

Minimum peil

(m NAP)

Maximum peil

(m NAP)

TLW005A

 

 

-0,30

-0,20

TLW005B

 

 

-0,30

-0,20

TLW005C

+0,30

0,00

 

 

TLWl14A

 

 

-0,05

+0,20

 

 

 

 

 

aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland op 23-04-2021,

de secretaris-directeur, de voorzitter,

ir. Z.C. Vonk Prof. dr. C. Verdaas

Naar boven