Waterschapsblad van Waterschap Brabantse Delta
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Brabantse Delta | Waterschapsblad 2021, 3667 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Brabantse Delta | Waterschapsblad 2021, 3667 | Verordeningen |
Tweede partiële herziening Beleidsregel agrarische beregening uit grondwater bij schaarste
Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;
gelezen het ambtelijk advies over Partiële herzieningen in het kader van de droogteaanpak grondwater van 23 februari 2021, nummer 394833;
gelet op afdeling 3:4 van de Algemene Wet Bestuursrecht, de Waterwet (waaronder in het bijzonder artikel 6.5) en de Keur waterschap Brabantse Delta 2015;
gelet op de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022;
overwegende dat de 5%-regeling door de Provincie Noord-Brabant in 1991 is ingesteld ter compensatie van de toen ingevoerde voorjaars- en urenverboden voor de beregening van grasland. De 5%-regeling hield in dat, ter bedrijfseconomische compensatie bij gevallen van droogte die zich hooguit een keer in de 20 jaar voor zouden gaan doen, tijdelijk ontheffing zou worden verleend van het verbod om grasland te beregenen;
overwegende dat de 5%-regeling voor het laatst in 1997 inhoudelijk door de Provincie Noord-Brabant is gewijzigd, door het beperken van de lengte van de ontheffingsduur voor de maanden juni en juli;
overwegende dat de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel (hierna: de waterschappen) per 22 december 2009 op grond van de Waterwet bevoegd gezag zijn geworden voor deze categorie grondwateronttrekkingen;
overwegende dat de waterschappen bij de overdracht van het grondwaterbeheer in eerste instantie de provinciale regels en beleidsregels, waaronder de 5%-regeling, ongewijzigd overgenomen hebben in hun regelgeving;
overwegende dat de waterschappen daarna gezamenlijk uniform nieuw beregeningsbeleid hebben geformuleerd, waarbij de waterschappen de 5%-regeling in 2014 ongewijzigd hebben ondergebracht in de “Beleidsregel agrarische beregening uit grondwater bij schaarste”. Deze beleidsregel is door de waterschappen in 2017 partieel herzien, maar daarbij is de 5%-regeling niet gewijzigd;
overwegende dat droge jaren 2018, 2019 en 2020 aangetoond hebben dat het grondwaterbeleid al op korte termijn aanscherping behoeft. Specifiek voor de 5%-regeling geldt dat enerzijds de metrologische grenswaarde voor het bepalen of er sprake is van een 5% droog jaar geactualiseerd moet worden, aangezien dat sinds 1991 niet meer heeft plaatsgevonden. Anderzijds is het grondwaterbeleid van de waterschappen ondertussen niet meer provinciaal maar regionaal georiënteerd. De praktijk rondom droogte laat verder zien dat het noodzakelijk is meer maatwerk mogelijk te maken bij de toepassing van de 5%-regeling, en meer de verbinding te leggen met onder meer de regionale grondwatersystemen, het lokaal handelen met betrekking tot oppervlaktewateren, het kunnen voldoen aan de Kaderrichtlijn Water, en het beschermen van kwetsbare natuur zoals Natura 20000-gebieden;
overwegende dat de 5%-regeling nadrukkelijk bedoeld is als een noodmaatregel;
overwegende dat vanwege de bovenstaande ontwikkelingen aanpassing van de 5%-regeling in de “Beleidsregel agrarische beregening uit grondwater bij schaarste” noodzakelijk is;
overwegende dat door de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet het wenselijk is nu al rekening te houden met aanstaande wijzigingen in grondslagen en termen;
overwegende dat de ontwerp beleidsregel ter inzage heeft gelegen van 21 december 2020 tot en met 1 februari 2021 en er zienswijzen zijn ontvangen;
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 16 maart 2021,
De dijkgraaf
drs. C.J.G.M. de Vet
De secretaris-directeur
dr. A.F.M. Meuleman
Wijziging van de “Beleidsregel agrarische beregening uit grondwater bij schaarste”
Het partieel herzien van de beleidsregel om het onderdeel 5%-regeling aan te passen heeft ook gevolg dat teksten elders in de beleidsregel bijgewerkt moeten worden. Die aanpassingen hebben betrekking op de volgende vier aspecten:
Wijzigingen in hoofdstuk 1 Inleiding
In paragraaf 1.1, eerste alinea worden in de laatste volzin het woord ‘echter’ gewijzigd in ‘daarna’ en het woord ‘naar’ gewijzigd in ‘tot’.
Verbetering van de historische referentie.
In paragraaf 1.1, tweede alinea wordt in de eerste volzin het woord ‘is’ gewijzigd in ‘was’. In de vierde volzin wordt het woord ‘Voorheen’ gewijzigd in ‘Daarvoor’.
Verbetering van de historische referentie.
In paragraaf 1.1, tweede alinea wordt in de derde volzin achter het woord ‘keur’ ingevoegd de woorden ‘c.q. waterschapsverordening’.
Aanpassing vanwege de Omgevingswet.
In paragraaf 1.1, derde alinea wordt in de eerste volzin het woord ‘nu’ geschrapt. In de eerste volzin worden de woorden ‘wordt in’ gewijzigd in ‘is tussen’. De tweede en derde volzinnen worden geschrapt.
Verbetering van de historische referentie en het verwijderen van een verwijzing naar een overgangsperiode is ondertussen is verlopen.
In paragraaf 1.2, eerste alinea wordt in de vierde volzin het woord ‘nieuwe’ gewijzigd in ‘nieuwere’.
Verbetering van de historische referentie.
In paragraaf A.1, wordt het tussenkopje van de eerste alinea ‘Waterwet’ gewijzigd in ‘Wetgeving’. Achter de eerste alinea wordt toegevoegd de tekst ‘Onder de Omgevingswet is het waterbeheer nadrukkelijker onderdeel van het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving, en het in onderlinge samenhang doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.’
Aanpassing vanwege de Omgevingswet.
In paragraaf A.1, tweede alinea wordt in de eerste volzin achter het woord ‘Waterwet’ ingevoegd de woorden ‘c.q. Omgevingswet’.
Aanpassing vanwege de Omgevingswet.
In paragraaf A.1, vierde alinea wordt gewijzigd door in de eerste volzin de woorden ‘van artikel 4.22’ te schrappen en de verwijzing naar de ‘Keur waterschap Brabantse Delta’ te wijzigingen in ‘keur c.q. de waterschapsverordening’. In de derde volzin van deze alinea worden de woorden ‘op heden’ gewijzigd in ‘2014’.
Aanpassing vanwege de Omgevingswet en historische referentie verbeteren.
In paragraaf A.3, eerste alinea, tweede volzin, wordt achter het woord ‘keur’ ingevoegd ‘in 2014’ en achter het woord ‘grondwater’ wordt ingevoegd de woorden ‘zijn komen te’.
Verbetering van de historische referentie.
In paragraaf B.1, eerste alinea, eerste volzin, worden de woorden ‘Beleidsregel (…) bolletje’ gewijzigd in de woorden ‘Beleidsregels voor waterkering, waterkwantiteit en grondwater’, en achter het woord ‘beregeningsvergunningen’ wordt ingevoegd de woorden ‘in beschermde gebieden, attentiegebieden en invloedsgebieden Natura 2000’.
Bijwerken van verwijzingen in de tekst vanwege vorige herzieningen en verduidelijking.
In paragraaf B.1, derde alinea, wordt de zin bij het eerste bolletje gewijzigd in ’Indien een 5% situatie wordt bereikt zal voor de periode van maximaal 2 weken ontheffing worden verleend’. Het tweede bolletje vervalt volledig.
De duur van de ontheffing is bepaald op maximaal twee weken in verband met de huidige bedrijfsgrootte en bedrijfsvoering. Houdt een 5% situatie langer aan, dan kan altijd nog een nieuwe ontheffing verleend worden.
In paragraaf B.1 in de opsomming ‘bepaling van het moment waarop sprake is van een 5% situatie’ worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Bij het derde bolletje wordt het getal 63 vervangen door 80;
Bij het vierde bolletje worden de getallen 63 vervangen door 80, de getallen 1,5 door 2,4 en het getal 78 door 104.
Onderdeel van deze partiële herziening is het actualiseren van de grenswaarden voor het bepalen wanneer er sprake is van een 5% situatie aan de hand van het huidige klimaat, aangezien de vorige grenswaarden sinds de bepaling in 1991 niet meer geactualiseerd zijn. De nieuwe grenswaarden zijn met dezelfde methode bepaald als in 1991 is toegepast.
In paragraaf B.1wordt onder de tweede opsomming, aan het einde van de paragraaf, de volgende tekst toegevoegd:
‘Nadere bepalingen over het verlenen van ontheffing:
Onderdeel van deze partiële herziening is het introduceren van meer maatwerk zodat het verlenen van een ontheffing beter aansluit bij het regionale grond- en oppervlaktewaterbeheer en de overige belangen die spelen, naast de ruwvoervoorziening voor de veehouderij. De nadere onderbouwing wordt via wijziging 2.8 toegevoegd aan de toelichting van de beleidsregel.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.1, eerste alinea wordt in de eerste volzin het eerste woord ‘Met’ gewijzigd in ‘Sinds’.
Verbetering van de historische referentie.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.2, worden in de eerste volzin de woorden ‘in aanzet’ geschrapt.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.2, worden in de laatste volzin het woord ‘nu’ gewijzigd ‘in 2015’.
Verbetering van de historische referentie.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.2, wordt achter de eerste alinea de volgende nieuwe alinea toegevoegd:
‘De droge jaren 2018, 2019 en 2020 hebben aangetoond dat de 5%-regeling, die dus feitelijk 30 jaar onveranderd is gebleven, ondertussen aanpassing behoeft. Om te beginnen zijn de criteria om te bepalen of er sprake is van een 5% droog jaar nooit geactualiseerd. Het is echter gebruikelijk dit soort criteria periodiek te herijken aan de hand van recentere klimaatgegevens. Daarnaast is het grondwaterbeheer en de omgang met droogte veel meer regionaal georiënteerd. Zoals ook in paragraaf 2.3 is aangegeven variëren de mate van droogte, de effecten van droogte en de alternatieven voor zoetwatervoorziening binnen de provincie soms sterk. Het is daarom niet vanzelfsprekend dat het bereiken van een 5%-criterium direct en voor alle gebieden eenzelfde aanpak rechtvaardigt. Ook hier is meer maatwerk vereist, waarbij ook andere belangen dan de ruwvoervoorziening alleen in ogenschouw genomen worden, zoals bijvoorbeeld Natura 2000-doelen en waarbij ook gekeken wordt naar de samenhang met andere droogtemaatregelen die genomen worden in het grond- en oppervlaktewaterbeheer.’
Toevoegen van een toelichting op deze partiële herziening.
In paragraaf B.2, subparagraaf 2.3, wordt in de eerste volzin de verwijzing naar de ‘artikel 4.15 van de Keur waterschap Brabantse Delta’ te wijzigingen in ‘de keur c.q. de waterschapsverordening’. In de derde volzin wrodt de verwijzing naar de beleidsregels gewijzigd in ‘Beleidsregels voor waterkering, waterkwantiteit en grondwater’.
Aanpassingen vanwege de Omgevingswet.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.4, wordt in de eerste volzin na de woorden ‘één op één’ het woord ‘is’ gewijzigd in ‘was’ en wordt het woord ‘wijzigt’ gewijzigd in ‘is’, en wordt achteraan deze zin toegevoegd ‘gewijzigd tot 2021’.
Verbetering van de historische referentie vanwege deze partiële herziening.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.4, wordt achter de eerste alinea de volgende tekst toegevoegd:
‘Met de wijzigingen van 2020 veranderen er twee zaken voor vergunninghouders.
De eerste verandering is, dat de grenswaarde voor het bepalen van een 5% situatie door de herijking aan het actuele klimaat weer een droogte beschrijft die zich vijf keer per 100 jaar kan voordoen, of anders gezegd eens in de twintig jaar. In de loop van de tijd was het criterium geleidelijk lichter geworden vanwege klimaatverandering. Indien men bij wijze van evaluatie afgelopen droge jaren waarin volgens de oude criteria sprake was van een 5% droog jaar, met de geactualiseerde criteria opnieuw bekijkt, dan blijkt dat met de oude 5%-regeling in vier jaren sprake was van een 5%-situatie, en dat dit met de geactualiseerde criteria nog twee jaren zijn.
De tweede verandering is dat het niet langer vanzelfsprekend is dat er bij het bereiken van de 5%-grenswaarde meteen en voor heel Brabant een ontheffing afgekondigd wordt voor een vooraf vaststaande periode, maar dat dit gebiedsgericht maatwerk geworden is. De duur van de ontheffing is bepaald op één week omdat betrouwbare meteorologische vooruitzichten voor de komende periode kunnen door het KNMI voor slechts één week gegeven worden. Houdt een 5% situatie langer aan, dan kan altijd nog een nieuwe ontheffing verleend worden.’
Toevoegen van een toelichting op deze partiële herziening.
In paragraaf B.2, sub paragraaf 2.4, wordt de tweede alinea geheel geschrapt.
Deze passage is niet meer nodig als gevolg van deze partiële herziening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2021-3667.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.