Waterschap De Dommel - Derde partiële herziening Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel;

 

overwegende dat de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel (hierna: de waterschappen) gezamenlijk uniforme regels en beleid hanteren in hun onderscheidenlijke keuren en op grond van die keuren, waaronder algemene regels voor het afvoeren van hemelwater via verhard oppervlak;

 

overwegende dat de grondwaterstand in Noord-Brabant in de afgelopen jaren een licht dalende trend laat zien. Deze trend is een risico voor het halen van doelen voor de Kaderrichtlijn Water;

 

overwegende dat het, naast het beheersen van het gebruik van grondwater, eveneens noodzakelijk is om te borgen dat het grondwater voldoende aangevuld wordt door meer water te conserveren en te doen infiltreren ter aanvulling van grondwater;

 

overwegende dat het verhard oppervlak en de toename daarvan belangrijke factoren zijn bij de afname van infiltratie van hemelwater, en daarmee belangrijke factoren voor de aanvulling van grondwater;

 

overwegende dat de droge jaren 2018, 2019 en 2020 hebben aangetoond dat het vraagstuk dermate urgent is dat al op korte termijn eerste stappen gezet moeten worden;

 

overwegende dat een eerste stap is het aanscherpen van de regels voor het compenseren van versnelde afvoer van hemelwater via verhard oppervlak, zodat er sneller sprake is van compenserende maatregelen;

 

overwegende dat gelijktijdig met dit besluit de “Algemene regels Waterschap De Dommel” worden herzien, waarbij de grenswaarde 2.000 m2 voor afvoer hemelwater via nieuw of uitgebreid verhard oppervlak wordt gewijzigd naar 500 m2 en dat hierdoor tevens aanpassing van de hydrologische uitgangspunten noodzakelijk is;

 

gelet op afdeling 3:4 van de Algemene Wet Bestuursrecht, de Keur Waterschap De Dommel 2015, de “Algemene regels waterschap Brabantse Delta” (in het bijzonder algemene regel 15) en de “Beleidsregels voor waterkering, waterkwantiteit en grondwater” (in het bijzonder beleidsregel 13);

 

gezien het feit dat het ontwerpbesluit van 21 december 2020 tot en met 1 februari 2021 ter inzage heeft gelegen;

 

B E S L U I T :

 

  • 1)

    De “Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater” als volgt te wijzigen:

    • a)

      In de tekst van paragraaf 2.1 “2.000 m2” te vervangen door “500 m2”;

    • b)

      In de titel van paragraaf 2.2 “2.000 m2” te vervangen door “500 m2” en deze titel eveneens aan te passen in de inhoudsopgave;

    • c)

      In de tekst van paragraaf 2.2 “2000 m2” te vervangen door “500 m2”;

    • d)

      In de tekst van paragraaf 3.1 “2.000 m2” te vervangen door “500 m2”;

  • 2)

    Vast te stellen de ‘Nota van inspraak herziening Algemene regel toename verhard oppervlak 2021’;

     

  • 3)

    Dit besluit wordt aangehaald als “Derde partiële herziening Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater”;

     

  • 4)

    Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 23 maart 2021,

 

het dagelijks bestuur,

E. de Ridder

watergraaf

A.G. Dekker

secretaris

Naar boven