Wijziging Verordening zuiveringsheffing (belastingverordeningen voor 2022)

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 28 september 2021 met nr. DM 1804994;

gelet op de Begroting 2022, vastgesteld in deze vergadering van 24 november 2021;

gelet op de artikelen 110 en 122l van de Waterschapswet en hoofdstuk 6.2 van het Waterschapsbesluit;

Besluit:

Artikel I

De Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 wordt gewijzigd als volgt:

  • A.

    Artikel 19 onderdeel a komt te luiden:

    • "a.

      meting, bemonstering en analyse niet of niet geheel zijn geschied in overeenstemming met de in deze verordening, waaronder Bijlage I opgenomen voorschriften;"

  • B.

    Artikel 20 komt te luiden:

    Artikel 20

    Het tarief bedraagt € 62,50 per vervuilingseenheid.

  • C.

    Bijlage I uit artikel 2 wordt gewijzigd als volgt

    In Bijlage I, tabel B wordt voor de parameter ‘biochemisch zuurstofverbruik’ het normblad voor de meting ‘NEN-EN 1899-1’ vervangen door ‘NEN-EN-ISO 5815-1:2019’.

  • D.

    De toelichting van de verordening wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In onderdeel A Algemeen komt de tweede alinea te luiden:

      “Met de zuiveringsheffing worden onder meer de kosten van de aan waterschappen toebedeelde taak om stedelijk afvalwater te zuiveren (artikel 3.4, eerste lid, van de Waterwet (met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 2.17 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156): artikel 2.17 van de Omgevingswet)) bekostigd. Deze taak kan worden onderverdeeld in actief beheer (het feitelijk transporteren en zuiveren van afvalwater, alsmede het verbranden van zuiveringsslib) en passief beheer (vergunningverlening, toezicht en controle, handhaving, waterkwaliteitsbeheersplannen). In artikel 122d, vijfde lid, van de Waterschapswet zijn daarnaast nog expliciet een tweetal bestedingsmogelijkheden van de heffingsopbrengst genoemd.”

       

    • 2.

      Artikel 1, onderdeel e komt te luiden:

      “Met het begrip ‘afvalwater’ wordt aangesloten bij het begrip uit artikel 3.4 Waterwet. Zodra artikel 2.17 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156) inwerking treedt, gaat deze bepaling op in artikel 2.17 van de Omgevingswet. Waar in deze verordening wordt gesproken van afvalwater wordt hiermee stedelijk afvalwater bedoeld.”

       

    • 3.

      In artikel 23, tweede lid, komt de eerste alinea te luiden:

      “Artikel 8 Bekendmakingswet schrijft voor dat besluiten van het waterschapsbestuur die algemeen verbindende regels inhouden, niet verbinden dan wanneer zij zijn bekendgemaakt. Dit geldt derhalve ook voor belastingverordeningen. De bekendmaking vindt in het waterschapsblad plaats. In afwijking hiervan kan een bij het besluit behorende bijlage bekend worden gemaakt door terinzagelegging (zie artikel 14a Bekendmakingswet). Het waterschapsblad wordt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze uitgegeven en blijft ook na uitgifte op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar (zie artikel 2, lid 8 jo. artikel 3, lid 1, van de Bekendmakingswet). De bekendgemaakte besluiten treden conform artikel 10, lid 2, van de Bekendmakingswet in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, tenzij in deze besluiten daarvoor een ander tijdstip is aangewezen.”

       

    • 4.

      Artikel 23, vierde lid, komt te luiden:

      “Gelet op de bekendmakingsvoorschriften van artikel 14a Bekendmakingswet en de uitspraak van de Hoge Raad van 7 juni 2019 (ECLI:NL:HR:2019:868) maakt het waterschap in het vierde lid bekend waar de normbladen zoals genoemd in bijlage I kunnen worden ingezien.”

Artikel II

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 2.17 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156) komt artikel 1, onderdeel e van De Verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 te luiden:

  • e.

    afvalwater: afvalwater als bedoeld in artikel 2.17 van de Omgevingswet;”

Artikel III

Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit besluit te bepalen dat:

  • 1.

    Dit besluit in werking treedt met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    De in bijlage I genoemde normbladen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op:

    • het kantoor van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht, Stadsplateau 1 te Utrecht en

    • het kantoor van het Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Poldermolen 2 te Houten.

  • 4.

    De bij dit besluit gewijzigde bepalingen van toepassing blijven op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2021,

Voorzitter, J.C.H. Haan

Secretaris, F.H.M. Apeldoorn

 

Toelichting bij de wijziging Verordening zuiveringsheffing

 

Artikel I

De belastingverordening, Bijlage I en de Toelichting op de modelverordening zijn op enkele technische punten aangepast. Dit betreft:

 

A. Artikel 19

In onderdeel a is zijn de woorden ‘deze verordening, waaronder’ toegevoegd. Hiermee is verduidelijkt dat de mogelijkheid om het aantal vervuilingseenheden door middel van schatting te bepalen (artikel 122j Waterschapswet) openstaat in (onder meer) het geval dat de heffingplichtige niet voldoet aan de in deze verordening en Bijlage I opgenomen voorschriften.

 

C. Bijlage I, Tabel B

Betreft de vervanging van het normblad voor bepaling van de parameter BZV. Het normblad NEN-EN 1899-1 is bij het verschijnen van de NEN-EN-ISO 5815-1:2019 ingetrokken. Het nieuwe normblad kan als update van het oude normblad worden gezien en de verschillen zijn niet van invloed op de analyse. Vanuit de ILOW laboratoria is aangegeven dat men reeds is of tijdig (in 2021) zal zijn geaccrediteerd voor de nieuwe norm.

 

D. Toelichting op de verordening

De toelichting is met het oog op de (verwachte) inwerkingtreding van de Omgevingswet en de inwerkingtreding van de Bekendmakingswet herzien:

1. en 2. Zodra de Omgevingswet (Stb. 2016, 156) inwerking treedt zal (onder andere) de definitie van (stedelijk) afvalwater overgaan van de Waterwet naar de Omgevingswet. Zie ook de toelichting op Artikel II.

3. en 4. Met ingang van 1 juli 2021 is de Bekendmakingswet (Stb. 2020, 262) in werking getreden. Met de inwerkingtreding zijn diverse bepalingen uit de Waterschapswet die zien op de bekendmakingsvoorschriften opgegaan in de Bekendmakingswet.

 

Artikel II

Zodra artikel 2.17 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156) inwerking treedt zal de definitie van (stedelijk) afvalwater overgaan van de Waterwet naar de Omgevingswet. Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog niet per 1 januari 2022 wordt verwacht, is deze wijziging als apart onderdeel van het besluit geformuleerd waarbij de inwerkingtreding is gekoppeld aan de inwerkintreding van (de relevante bepaling in) de Omgevingswet.

Naar boven