Wijziging Verordening watersysteemheffing (belastingverordeningen voor 2022)

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 28 september 2021 met nr. DM 1804994;

gelet op de Begroting 2022, vastgesteld in de vergadering van 24 november 2021;

gelet op de artikelen 110, 113 en 117 van de Waterschapswet;

Besluit:

Artikel I

De Verordening watersysteemheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020 wordt gewijzigd als volgt:

  • A.

    Artikel 4 komt te luiden:

    Artikel 4 Tarief ingezetenen

    Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de watersysteemheffing voor de categorie ingezetenen € 92,21 per woonruimte.

     

  • B.

    Artikel 6 komt te luiden:

    Artikel 6 Tarief ongebouwde onroerende zaken

    • 1.

      Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor ongebouwde onroerende zaken € 108,62 per hectare.

    • 2.

      In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in artikel 2a van de Kostentoedelingsverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009, bedraagt het tarief voor verharde openbare wegen € 217,24 per hectar

  • C.

    Artikel 8 komt de luiden:

    Artikel 8 Tarief natuurterreinen

    Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor natuurterreinen € 6,29 per hectare.

     

  • D.

    Artikel 10 komt te luiden:

    Artikel 10 Tarief gebouwde onroerende zaken

    Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor gebouwde onroerende zaken 0,0226% van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 3, onderdeel c van deze verordening.

     

 

Artikel II

Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit besluit te bepalen dat:

  • 1.

    Dit besluit in werking treedt met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum met ingang van welke de bepalingen van dit besluit in aanmerking worden genomen, is 1 januari 2022.

  • 3.

    De bij dit besluit gewijzigde bepalingen van toepassing blijven op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2021,

Voorzitter, J.C.H. Haan

Secretaris, F.H.M. Apeldoorn

Naar boven