Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel;

 

overwegende dat:

 

  • -

    waterschappen op 26 februari 2021 hebben besloten een bijdrage te leveren aan de afwikkeling van de kindertoeslagaffaire;

  • -

    de bijdrage van de waterschappen is dat zij de openstaande belastingschulden van gedupeerde ouders zullen wegstrepen, zodat deze ouders een nieuwe start, zonder publieke schulden kunnen maken;

  • -

    de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen de grondslag zal bieden om openstaande schulden van gedupeerde ouders en de toeslagpartner kwijt te kunnen schelden;

  • -

    de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen nog niet in werking is getreden;

het dagelijks bestuur het wenselijk acht om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen te anticiperen op de wetgeving.

 

besluit vast te stellen:

Artikel 1 Verlenen kwijtschelding

  • 1.

    Het dagelijks bestuur besluit de openstaande vorderingen van ouders die gedupeerd zijn door de problemen rondom de kinderopvangtoeslagaffaire en die van de eventuele toeslagpartner, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen, kwijt te schelden.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur keurt goed dat de ambtenaar belast met de invordering van de waterschapsbelastingen zoals bedoeld in artikel 123, derde lid, sub c, van de Waterschapswet, kwijtschelding verleent van de vorderingen genoemd in het beoogde artikel 1.2 van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur keurt goed dat de ambtenaar belast met de invordering van waterschapsbelastingen zoals bedoeld in artikel 123, derde lid, sub c, van de Waterschapswet, de kwijtschelding verleent bij een voor bezwaar vatbare beschikking waarop Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en is van kracht tot het moment waarop de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen in werking treedt.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 14 december 2021.

E. de Ridder

watergraaf

H.J. Kielenstijn

secretaris

Toelichting op het Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen

Algemeen

 

Met dit besluit anticipeert het dagelijks bestuur op de inwerkingtreding van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen. De Verzamelwet zal onder andere voorzien in de grondslag voor het kwijtschelden van openstaande vorderingen van ouders die door de problemen rondom de kinderopvangtoeslagaffaire gedupeerd zijn. De Verzamelwet biedt ook de grondslag om openstaande schulden van de toeslagpartner van een gedupeerde ouder kwijt te schelden. Door te anticiperen op de wetgeving kan al direct met de kwijtschelden worden gestart.

 

De Belastingdienst bepaalt wie in de toeslagaffaire als gedupeerde ouder wordt aangemerkt. De Belastingdienst bepaalt ook wie de toeslagpartner is. Zowel de gedupeerde ouder als de toeslagpartner van deze ouder komen in aanmerking voor kwijtschelding.

 

Ouders die gedupeerd zijn door de kinderopvangtoeslagaffaire verdienen een schone lei. In februari van dit jaar hebben de waterschappen bestuurlijk besloten hieraan een bijdrage te zullen leveren door de openstaande schulden die gedupeerde ouders bij hen hebben, kwijt te schelden. De kwijtschelding in het kader van de toeslagaffaire is een bijzondere vorm van kwijtschelding waarop de regels van de reguliere kwijtschelding van artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 niet van toepassing zijn: bij de kwijtschelding in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire wordt niet op vermogen en inkomen getoetst, de belastingschuldige hoeft niet om de kwijtschelding te verzoeken en het waterschap kan niet bepalen dat van bepaalde belastingen geen kwijtschelding of slechts gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend. Er is daarom een aparte wettelijke grondslag voor deze kwijtschelding nodig. In de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen zal deze aparte grondslag worden gecreëerd.

 

Om te voorkomen dat de kwijtschelding aan ouders die door de Belastingdienst als gedupeerde ouder worden aangemerkt pas na vaststelling van de Verzamelwet hersteloperatie Toeslagen kan worden verleend, heeft de staatssecretaris van Financiën op 31 mei 2021 het besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag genomen.1

 

Het besluit regelt onder andere dat de belastingschulden van ouders die gedupeerd zijn door problemen rondom de kinderopvangtoeslag en hun toeslagpartner op korte termijn kunnen worden kwijtgescholden. Het besluit bevat de goedkeuring waarmee vooruitlopend op wetgeving alvast uitvoering wordt gegeven aan deze maatregel.

 

Het besluit van de staatssecretaris is niet op lokale overheden van toepassing. Om te bereiken dat waterschappen en gemeenten net als de rijksoverheid vooruitlopend op wetgeving alvast kwijtschelding aan de gedupeerde ouder en dienst toeslagpartner kunnen verlenen, is een hiertoe strekkend besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap nodig. In navolging van de aanpak van het rijk moet het dagelijks bestuur hierbij goedkeuren dat de ambtenaar belast met de invordering, vooruitlopende op wetgeving:

 

  • de kwijtschelding aan de gedupeerde ouder en dienst toeslagpartner verleent; en dat

  • het besluit van de ambtenaar belast met de invordering over het verlenen van kwijtschelding van een belastingaanslag (en daarmee samenhangende beschikkingen) een voor bezwaar vatbare beschikking is waarop Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing is.

Artikelgewijs

 

Artikel 1 Verlenen kwijtschelding

 

Deze bepaling bevat het besluit en de goedkeuringen van het dagelijks bestuur aan de ambtenaar belast met de invordering. Er wordt verwezen naar vorderingen genoemd in het beoogde artikel 1.2 van de Verzamelwet. Door deze aanpak wordt bereikt dat te allen tijde volledig wordt aangesloten bij de nog te formaliseren Verzamelwet. In artikel 1.2 van de Verzamelwet en de daarbij behorende toelichting worden de volgende vorderingen genoemd:

  • het op 31-12-2020 nog openstaande bedrag van een belastingaanslag:

  • belastingaanslagen die op of na 1 januari 2021 aan de belastingschuldige bekend zijn gemaakt maar die materieel betrekking hebben op een belastingjaar dat is gelegen vóór 1 januari 2021 (het gaat dus om eventuele belastingaanslagen over oude jaren die nog in 2021 worden opgelegd);

  • de kosten die in verband met de belastingaanslag eventueel aan de betrokkene in rekening zijn gebracht (u kunt hierbij denken aan invorderingsrente en de kosten van (dwang)invordering; en

  • nog te betalen bestuurlijke boeten. Het gaat hier om de bestuurlijke boeten die met toepassing van Hoofdstuk VIIIA van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen door de ambtenaar belast met de heffing aan de belastingschuldige zijn opgelegd. Voor zover wij kunnen nagaan komen bestuurlijke boeten aan natuurlijke personen in het geval van waterschapsbelastingen overigens niet of nauwelijks voor.

Ook de zakelijke schulden van een gedupeerde ouder (denk aan belastingaanslagen ter zake van een eenmanszaak) worden kwijtgescholden.

 

Het kan gebeuren dat een belastingschuldige in 2021 heeft betaald op een belastingschuld die op 31 december 2020 reeds bestond. U kunt bijvoorbeeld denken aan betalingen die op grond van een betalingsregeling of via automatisch incasso worden gedaan en die voor een deel in het nieuwe jaar doorlopen. Als deze betalingen zijn gedaan door een belastingschuldige die naderhand door de Belastingdienst als gedupeerde ouder wordt aangemerkt, moeten deze betalingen aan de ouder worden terugbetaald. Het gaat dus alleen om de betalingen die in 2021 zijn gedaan op een oude belastingschuld. Het is dus uitdrukkelijk niet de bedoeling dat betalingen die vóór 31-12-2020 zijn gedaan, worden teruggestort.

 

Het derde lid bevat de goedkeuring aan de ambtenaar belast met de invordering om de kwijtschelding bij voor bezwaar vatbare beschikking te verlenen. Dat de kwijtschelding bij voor bezwaar vatbare beschikking wordt verleend, is anders dan hoe het in geval van de reguliere kwijtschelding gaat. Bij de reguliere kwijtschelding kan een belastingschuldige die het niet eens is met de beslissing op zijn kwijtscheldingsverzoek, alleen administratief beroep bij het dagelijks bestuur instellen. Er is dus geen rechtelijke voorziening aanwezig. In de toeslagaffaire is ervoor gekozen om ouders de gebruikelijke rechtsbescherming te bieden, dat wil zeggen: de mogelijkheid van bezwaar en beroep bij de rechter. De waterschappen sluiten hierbij aan.

 

Uitgangspunt van de Verzamelwet is overigens dat de ambtenaar belast met de Invordering de kwijtschelding ambtshalve verleent. Dat wil zeggen dat een gedupeerde ouder (en diens toeslagpartner) niet om de kwijtschelding hoeven te verzoeken. De invorderingsambtenaar verleent de kwijtschelding op eigen initiatief nadat hij/zij van de Belastingdienst het bericht heeft ontvangen dat een ouder als gedupeerd is aangemerkt. Wordt de kwijtschelding niet ambtshalve verleend, dan kan de gedupeerde ouder daar uiteraard wel om verzoeken.

 

Artikel 2 Inwerkingtreding

In artikel 2 wordt geregeld dat het besluit van het dagelijks bestuur de dag na die van de bekendmaking in werking treedt. De bekendmaking van het besluit geschiedt in het Waterschapsblad. Het besluit is van kracht tot het moment waarop de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen in werking treedt.

 

Artikel 3 Citeertitel

 

Artikel 3 bevat de citeertitel van het besluit.

Naar boven