Waterschapsblad van Waterschap Rijn en IJssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rijn en IJssel | Waterschapsblad 2021, 15234 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waterschap Rijn en IJssel | Waterschapsblad 2021, 15234 | overige overheidsinformatie |
Bekendmaking Waterschapsverordening Waterschap Rijn en IJssel
Het algemeen bestuur van Waterschap Rijn en IJssel heeft in haar vergadering van 11 mei 2021 de Waterschapsverordening Rijn en IJssel vastgesteld.
Wat is de Waterschapsverordening
Op grond van artikel 2.5 Omgevingswet is het waterschap verplicht om een Waterschapsverordening vast te stellen. In de Waterschapsverordening Waterschap Rijn en IJssel staan alle regels die bepalen welke activiteiten waar in ons beheergebied mogen plaatsvinden en onder welke voorwaarden. Zodra deze in werking treedt, komt de Waterschapsverordening in plaats van de volgende regels:
In de Waterschapsverordening zijn ook de locaties opgenomen waar de regels gelden, de zogenaamde beperkingengebieden. Dit zijn de zones die nu nog onderdeel uitmaken van de leggers. De werkingsgebieden die worden vastgesteld in de Waterschapsverordening zijn te raadplegen via deze link: https://wrij.maps.arcgis.com/apps/View/index.html?appid=04116d58a4124a2e8e43e090e85e2ee6.
De Waterschapsverordening zal in werking treden zodra de Omgevingswet in werking treedt. Dit is zeer waarschijnlijk 1 juli 2022.
De regels zijn bijna niet veranderd
De regels zoals opgenomen in de Waterschapsverordening zijn grotendeels beleidsarm omgezet. Dat wil zeggen dat er bijna geen inhoudelijke wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van de Keur en algemene regels. Op drie punten zijn wel inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd, namelijk:
Een aantal kleine wijzigingen is doorgevoerd om praktijkproblemen op te lossen. Het belangrijkste voorbeeld is het huidige verbod om ‘groot onderhoud’ aan onze dijken uit te voeren in de winter, de zogenaamde “gesloten periode”, waarin het niet was toegestaan werkzaamheden aan de waterkering uit te voeren. Het verbod is nu in de Waterschapsverordening minder streng; er wordt - onder voorwaarden - meer ruimte geboden voor initiatieven. Uiteraard blijft hoogwaterveiligheid voorop staan.
Er worden regels en een specifieke zone (‘BBZ 2’) toegevoegd die windturbines nabij onze waterkeringen reguleren. De huidige zoneringen (tot 100 meter aan weerszijden van de primaire waterkering) bieden namelijk onvoldoende bescherming tegen het potentiële risico dat windturbines vormen voor de hoogwaterveiligheid van onze primaire waterkeringen, en uitbreiding is dus gewenst. Omdat het hier om nieuw beleid gaat, is dit aspect van de verordening als afzonderlijk beslispunt opgenomen.
De gebieden waar de regels gelden zijn wel veranderd
Zoals hiervoor opgemerkt zijn in de Waterschapsverordening ook de locaties opgenomen waar de regels gelden, de zogenaamde werkingsgebieden. In de contouren van de werkingsgebieden zijn wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de huidige zoneringen die nu nog in de zogenaamde leggers zijn opgenomen. Dit betreft de werkingsgebieden voor watersystemen. Door het vaststellen van deze nieuwe contouren geeft ons waterschap niet alleen uitvoering aan recent vastgesteld beleid maar zorgen we er ook voor dat ze beter digitaliseerbaar zijn, omdat ze nu veel nauwkeuriger zijn ingetekend.
De doorlopen zienswijze-procedure
Van 3 november 2020 tot en met 20 december 2020 heeft de ontwerp-Waterschapverordening ter inzage gelegen. Gedurende de inspraakperiode zijn in totaal 156 zienswijzen binnengekomen. Alle zienswijzen zijn door het waterschap beoordeeld en in de inspraaknota voorzien van een inhoudelijke reactie. De zienswijzen hebben geleid tot een aantal wijzigingen in het definitieve besluit ten opzichte van het ontwerp. In de reactienota is uitgelegd om welke wijzigingen het gaat.
Bent u het niet eens met de vaststelling van de Waterschapsverordening? Het is het op dit moment nog niet duidelijk of tegen de Waterschapsverordening beroep mogelijk is. Wij raden u aan om dit wel te proberen. De rechtbank zal dan besluiten of ze het beroep gaan behandelen. U kunt uw beroep binnen zes weken na de dag van bekendmaking van het onderhavige besluit sturen naar de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM te Arnhem.
Voor vragen kunt u contact opnemen met mevrouw Van Rijn-Bogaart via het algemene nummer van het waterschap: 0314 369 369.
De Waterschapsverordening Waterschap Rijn en IJssel wordt gewijzigd als volgt:
De hoofdstukken 2 tot en met 4 worden vernummerd tot 5 tot en met 7.
De hoofdstukken 1 tot en met 4 komen te luiden:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Paragraaf 1.1.1 Begripsbepalingen
Artikel 1.1.1.1 Begripsbepalingen
Bijlage I bij deze waterschapsverordening bevat begripsbepalingen voor de toepassing van deze waterschapsverordening.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij de Omgevingswet, en in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Omgevingsbesluit en de Omgevingsregeling zijn ook van toepassing op deze waterschapsverordening.
Paragraaf 1.1.2 Aanwijzing en begrenzing van gebieden
Artikel 1.1.2.1 Begrenzing beheergebied
De geometrische begrenzing van het beheergebied Waterschap Rijn en IJssel is opgenomen in het geometrische informatieobject 'beheergebied' in bijlage I bij deze waterschapsverordening.
Artikel 1.1.2.2 Begrenzing waterstaatswerken
De geometrische begrenzingen van het beperkingengebied waterstaatswerk en de onderdelen daarvan zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage I bij deze verordening:
Onder beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam vallen in ieder geval:
Onder beperkingengebied waterkering vallen in ieder geval:
Artikel 1.1.2.3 Begrenzing oppervlaktewaterlichaam
De geometrische begrenzing van oppervlaktewaterlichamen en de onderdelen daarvan zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten in bijlage I bij deze verordening:
Artikel 1.1.2.4 Waterstaatswerken die niet geometrisch begrensd zijn
Voor waterstaatswerken die op grond van een projectplan of een omgevingsvergunning zijn aangelegd of gewijzigd ten opzichte van de geometrische begrenzing, wordt voor het beperkingengebied waterstaatswerk uitgegaan van de begrenzing aangegeven in het projectbesluit of de omgevingsvergunning.
Voor waterstaatswerken die niet geometrisch zijn begrensd en waarvoor de ligging niet volgt uit een projectbesluit of omgevingsvergunning, gelden de grenzen van het waterstaatswerk, de beschermingszone, de buitenbeschermingszone 1, de buitenbeschermingszone 2 en het profiel van vrije ruimte, opgenomen in bijlage III.
Aan de regels in deze verordening wordt voldaan door degene die de activiteit verricht, tenzij anders bepaald. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.
Paragraaf 1.1.4 Specifieke zorgplicht en maatwerkvoorschriften
Artikel 1.1.4.1 Zorgplicht watersysteem
Degene die een activiteit verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor het watersysteem, is verplicht:
Artikel 1.1.4.2 Maatwerkvoorschriften
In aanvulling op of in afwijking van de zorgplicht in artikel 1.1.4.1 en de algemene regels in hoofdstuk 2, kunnen in een specifieke situatie in overeenstemming met de beoordelingsregels voor omgevingsvergunningen, maatwerkvoorschriften worden gesteld.
Paragraaf 1.1.5 Gegevens en bescheiden algemeen
Artikel 1.1.5.1 Algemene gegevens bij een melding of informatieverplichting
Een melding of de verstrekking van gegevens wordt ondertekend en bevat ten minste:
Op verzoek van het waterschap worden de gegevens en bescheiden verstrekt die nodig zijn om te beoordelen of de algemene regels en de maatwerkvoorschriften voor de activiteit toereikend zijn.
Gegevens en bescheiden worden verstrekt voor zover degene die de activiteit verricht er redelijkerwijs de beschikking over kan krijgen.
Paragraaf 1.1.6 Gesloten periode
Artikel 1.1.6.1 Gesloten periode
In de periode van 15 oktober tot 15 maart worden geen werkzaamheden als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van deze verordening, uitgevoerd in de kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone 1 van de waterkering, met uitzondering van:
Paragraaf 1.1.7 Uitzondering bijzondere omstandigheden
Artikel 1.1.7.1 Aanwijzing bijzondere omstandigheden
Bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 19.0 van de wet zijn:
Artikel 1.1.7.2 Algeheel verbod bij bijzondere omstandigheden
Het bestuur kan bij besluit als bedoeld in artikel 19.0 van de wet bepalen dat zich een bijzondere omstandigheid voordoet en zo nodig in afwijking van verleende omgevingsvergunning of geldende peilbesluiten, verbieden:
Het besluit kan in ieder geval inhouden dat de activiteiten worden beperkt of worden stopgezet.
Het besluit wordt onverwijld ingetrokken als het bestuur het niet langer noodzakelijk vindt.
Paragraaf 1.1.8 Ongewoon voorval
Artikel 1.1.8.1 Ongewoon voorval
Het bestuur wordt onverwijld geïnformeerd over een ongewoon voorval.
Zodra de volgende gegevens en bescheiden bekend zijn, worden ze verstrekt aan het bestuur:
Paragraaf 1.1.9 Uitzondering beheeractiviteiten
Artikel 1.1.9.1 Uitzondering beheeractiviteiten
De hoofdstukken 2 en 3 van deze verordening zijn niet van toepassing op handelingen die plaatsvinden door of in opdracht van het bestuur, ten behoeve van de reguliere onderhoudswerkzaamheden en beheermaatregelen van het waterschap.
Het dagelijks bestuur is bevoegd om de volgende delen van de waterschapsverordening te wijzigen:
De wijziging kan alleen inhouden:
Paragraaf 1.1.11 Algemene bepalingen omgevingsvergunningen voor wateractiviteiten
Artikel 1.1.11.1 Beoordelingsregel omgevingsvergunning wateractiviteiten
Een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit op grond van deze verordening wordt alleen verleend als de activiteit verenigbaar is met het belang van:
Het verlenen van de omgevingsvergunning mag er in ieder geval niet toe leiden dat, rekening houdend met de waterbeheerprogramma’s, regionale waterprogramma’s, stroomgebiedsbeheerplannen, overstromingsrisicobeheerplannen en het nationale waterprogramma, die betrekking hebben of dat betrekking heeft op het betreffende krw-oppervlaktewaterlichaam of grondwaterlichaam:
niet voldaan wordt aan de omgevingswaarden, bedoeld in de artikelen 2.10, eerste lid, 2.11, eerste lid, 2.13, eerste lid, 2.14, eerste lid, en 2.15, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, in voorkomend geval in samenhang met de termijn, bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, van dat besluit;
Het verlenen van de omgevingsvergunning mag er ook niet toe leiden dat de doelstelling van het voorkomen van achteruitgang van de chemische en ecologische toestand van krw-oppervlaktewaterlichamen en van de chemische toestand en kwantitatieve toestand van grondwaterlichamen, bedoeld in artikel 4.15, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving, niet wordt bereikt.
Hoofdstuk 2 Activiteiten bij waterstaatswerken
Paragraaf 2.1.1 Lozen in en afvoeren naar een oppervlaktewaterlichaam
Artikel 2.1.1.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op lozen en afvoeren in het beheergebied Waterschap Rijn en IJssel.
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1, houdt in ieder geval in dat:
Het is verboden meer dan 1 m3 water af te voeren naar of meer dan 1 m3 water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden, tenzij een vergunning is vereist op grond van artikel 2.1.1.4.
Artikel 2.1.1.4 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning neerslag die valt op verhard oppervlak van tenminste 500 m2 direct of indirect te laten afstromen naar een oppervlaktewaterlichaam.
Het is verboden zonder vergunning water te lozen in een oppervlaktewaterlichaam als:
Paragraaf 2.1.2 Water onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam
Artikel 2.1.2.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam.
Artikel 2.1.2.2 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning meer dan 1 m3 water per uur te onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam.
Artikel 2.1.3.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het houden van dieren in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam en het beperkingengebied waterkering, met uitzondering van de regionale waterkeringen in de Rijnstrangen.
Artikel 2.1.3.2 Aanwijzing algemene regels
De eigenaren van gronden die gebruikt worden voor het houden van dieren plaatsen afrasteringen die voldoen aan de artikelen 2.1.3.3 tot en met 2.1.3.5.
Artikel 2.1.3.3 Algemene regel afrastering
De afrastering is maximaal 1,25 m hoog.
De afrastering is voldoende kerend.
De afrastering bevat geen gecreosoteerd hout.
Artikel 2.1.3.4 Wijze van plaatsing van afrasteringen langs oppervlaktewaterlichamen
De afrastering wordt op 0,05 m uit de eigendomsgrens van het waterschap geplaatst, als er een onderhoudsstrook aanwezig is, waarvan:
De afrastering wordt op 0,3 m uit de eigendomsgrens van het waterschap geplaatst, als er een onderhoudsstrook aanwezig is, waarvan:
De afrastering wordt op 0,3 m uit de insteek geplaatst, als er een onderhoudsstrook is waarvan het waterschap geen eigenaar is.
De afrastering wordt op 0,3 m uit de eigendomsgrens van kade geplaatst, als het een oppervlaktewaterlichaam is met een daarlangs gelegen kade.
Artikel 2.1.3.5 Wijze van plaatsing van afrasteringen langs waterkeringen
De afrastering wordt op 1 m uit de in het veld aanwezige teen van de waterkering geplaatst.
De afrastering wordt op de eigendomsgrens geplaatst als deze verder dan 1 m van de teen ligt.
Paragraaf 2.1.4 Kabels en leidingen
Artikel 2.1.4.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het leggen, behouden en verwijderen van kabels of leidingen in het beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden .
Deze paragraaf is niet van toepassing op leidingen met overdruk.
Artikel 2.1.4.2 Specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1, houdt in ieder geval in dat:
Artikel 2.1.4.3 Aanwijzing algemene regel parallelle kabels en leidingen
Bij het leggen en behouden van een kabel of leiding parallel aan het oppervlaktewaterlichaam wordt voldaan aan de artikelen 2.1.4.6 en 2.1.4.7, voor zover de kabel of leiding:
wordt gelegd of behouden in het werkingsgebied "algemene regels parallelle kabels en leidingen oppervlaktewaterlichamen", dat bestaat uit de oppervlaktewaterlichamen:
Artikel 2.1.4.4 Aanwijzing algemene regel kruisende kabels en leidingen
Bij het leggen en behouden van een kabel of leiding die een oppervlaktewaterlichaam kruist, wordt voldaan aan de artikelen 2.1.4.5 tot en met 2.1.4.7, voor zover de kabel of leiding:
Artikel 2.1.4.5 Algemene regel kruisende kabels of leidingen
Een kruisende kabel of leiding wordt niet met een open ontgraving aangelegd, tenzij de kabel of leiding een duiker aan de bovenzijde kruist.
Een kruisende kabel of leiding wordt haaks op het oppervlaktewaterlichaam aangelegd, dwars op de as van het oppervlaktewaterlichaam.
Een kruisende kabel of leiding over een duiker wordt aangelegd met een mantelbuis.
Artikel 2.1.4.6 Algemene regel alle kabels en leidingen
Er worden geen markeringsbordjes binnen de kernzone of beschermingszone van het oppervlaktewaterlichaam geplaatst.
Het in- en uittredepunt worden onmiddellijk na de werkzaamheden verdicht en afgewerkt in de oorspronkelijke staat.
De kabel of leiding wordt gewijzigd of verwijderd op eerste aanzegging van het waterschap en op eigen kosten als dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van beheertaken, onderhoudshandelingen of de zorg voor het watersysteem door het waterschap.
Als een kabel of leiding niet meer wordt gebruikt, wordt deze zo spoedig mogelijk, maar ten minste binnen één jaar na buiten gebruikstelling, verwijderd.
De kabel of leiding wordt goed onderhouden.
Na de uitvoering van de werkzaamheden wordt het bestuur hierover geïnformeerd door een email naar handhaving@wrij.nl.
Bij het verwijderen van de kabel of leiding wordt voldaan aan artikel 2.1.11.4.
Het is verboden de activiteiten, bedoeld in de artikelen 2.1.4.3 en 2.1.4.4, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 2.1.4.8 Vergunningplicht parallelle kabels of leidingen
Het is verboden zonder vergunning een kabel of leiding aan te leggen of te behouden, parallel aan een oppervlaktewaterlichaam in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam, voor zover de kabel of leiding wordt aangelegd of behouden:
Het is verboden zonder vergunning een kabel of leiding aan te leggen of te behouden, parallel aan een oppervlaktewaterlichaam in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam, voor zover de kabel of leiding:
Het tweede lid geldt niet voor het inblazen of doorvoeren van een kabel of leiding in een bestaande mantelbuis als het intredepunt en het uittredepunt buiten de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam ligt.
Artikel 2.1.4.9 Vergunningplicht kruisende kabels of leidingen
Het is verboden zonder vergunning een kabel of leiding aan te leggen of te behouden die een oppervlaktewaterlichaam kruist, voor zover de kabel of leiding wordt aangelegd of behouden in een oppervlaktewaterlichaam binnen de kernzone of beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade.
Het is verboden zonder vergunning een kabel of leiding aan te leggen of te behouden die een oppervlaktewaterlichaam kruist, voor zover de kabel of leiding:
Het tweede lid geldt niet voor het inblazen of doorvoeren van een kabel of leiding in een bestaande mantelbuis als het intredepunt en het uittredepunt buiten de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam ligt.
Artikel 2.1.4.10 Vergunningplicht voor kabels of leidingen waterkering
Het is verboden zonder vergunning een kabel of leiding aan te leggen of te behouden in de kernzone van een waterkering of de beschermingszone van een waterkering.
Paragraaf 2.1.5 Agrarische werkzaamheden
Artikel 2.1.5.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op agrarische werkzaamheden in het beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden.
Artikel 2.1.5.2 Aanwijzing algemene regels grondbewerking
Bij het bewerken van grond in de kernzone en beschermingszone van de waterkering wordt voldaan aan artikel 2.1.5.3.
Artikel 2.1.5.3 Algemene regel grondbewerking bij waterkering en kade
Er wordt geen grond bewerkt in de zone tot 1 m uit de teen van een waterkering.
Er wordt geen grond bewerkt in de kernzone van een kade.
Artikel 2.1.5.4 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning agrarische werkzaamheden uit te voeren in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam.
Het is verboden zonder vergunning agrarische werkzaamheden anders dan grondbewerking uit te voeren in de kernzone van een waterkering.
Het verbod geldt niet op gronden waarvan het waterschap geen eigenaar is, vanaf de insteek in de kernzone en in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam.
Paragraaf 2.1.6 Varen en ligplaats innemen
Artikel 2.1.6.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op varen en een ligplaats innemen in de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam.
Artikel 2.1.6.2 Aanwijzing algemene regels
In de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam wordt voldaan aan de artikelen 2.1.6.3 tot en met 2.1.6.5 als:
Bij het varen met mechanische middelen en innemen van een ligplaats op de Oude IJssel en sluiscomplex Doesburg tot aan de Duitse grens wordt voldaan aan de artikelen 2.1.6.3 tot en met 2.1.6.5 als:
Artikel 2.1.6.3 Algemene regel ligplaats innemen
Voorzieningen worden alleen gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn aangelegd en zijn bestemd.
Op een ligplaats worden geen herstelwerkzaamheden uitgevoerd.
Op een ligplaats wordt niet geladen, gelost of ontgast.
Artikel 2.1.6.4 Algemene regel gebruik ankers
Er wordt geen anker gebruikt om een schip te stoppen.
Met een krabbend anker wordt niet gevaren.
Binnen een afstand van 100 m tot een sluis, brug of stuw, wordt niet afgemeerd met een anker.
Als de aanwezigheid van kabels en buisleidingen met borden is aangegeven, wordt niet afgemeerd met een anker.
Artikel 2.1.6.5 Algemene regel afmeervoorziening recreatievaart
Een recreatievoorziening wordt alleen als afmeervoorziening voor recreatievaart gebruikt.
Aan een afmeervoorziening voor recreatie worden maximaal twee recreatievaartuigen langszij afgemeerd als:
Aan een afmeervoorziening voor recreatievaart wordt:
Het innemen van een ligplaats is niet beëindigd als het recreatievaartuig minder dan 500 m is verplaatst.
Artikel 2.1.6.6 Vergunningplicht varen
Het is verboden zonder vergunning te varen in de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam met een voertuig of vaartuig dat door mechanische middelen wordt aangedreven.
Het verbod geldt niet in de Oude IJssel vanaf Doesburg met inbegrip van het sluizencomplex tot aan de brug in de Slingerparallel ter hoogte van kilometerpaal 16,8.
Het verbod geldt ook niet in de Oude IJssel vanaf de brug in de Slingerparallel ter hoogte van kilometerpaal 16,8 tot aan de stuw in Ulft voor zover niet harder wordt gevaren dan 9 km per uur.
Het verbod geldt ook niet in de Oude IJssel vanaf de stuw in Ulft en op de Aastrang tot aan de Duitse grens voor een boot die maximaal 4,5 m lang is en 1,5 m breed is, als niet harder wordt gevaren dan 7 km per uur.
Artikel 2.1.6.7 Vergunningplicht afmeren, laden, lossen en ligplaats innemen
Het is verboden zonder vergunning vaartuigen of vlotten af te meren, te laden, te lossen of een ligplaats in te nemen op andere oppervlaktewaterlichamen dan de Oude IJssel en sluiscomplex Doesburg tot aan de Duitse grens.
Het is verboden zonder vergunning vaartuigen of vlotten af te meren, te laden, te lossen of een ligplaats in te nemen buiten plaatsen die zijn ingericht en bestemd voor afmeren, laden, lossen of ligplaats innemen.
De verboden gelden niet als het afmeren, laden, lossen of ligplaats innemen is toegestaan voor een activiteit bedoeld in de paragrafen 2.1.7, 2.1.9 en 2.1.11 tot en met 2.1.15.
Paragraaf 2.1.7 Georganiseerde activiteiten
Artikel 2.1.7.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op georganiseerde activiteiten in een beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden.
Artikel 2.1.7.2 Specifieke zorgplicht georganiseerde activiteiten
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1, houdt in ieder geval in dat:
Artikel 2.1.7.3 Aanwijzing algemene regels
Bij het houden van een georganiseerde activiteit in de kernzone en beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam en de kernzone en beschermingszone van een waterkering buiten een oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of natte EVZ wordt voldaan aan de artikelen 2.1.7.4 tot en met 2.1.7.6 als:
Artikel 2.1.7.4 Algemene regel georganiseerde activiteiten
Tijdens de activiteit wordt rekening gehouden met het medegebruik van de onderhoudspaden door derden.
Het waterstaatswerk of de onderhoudspaden worden niet als parkeerplaats gebruikt.
Als er schade aan waterstaatkundige voorzieningen of verstoring van de waterhuishouding als gevolg van de recreatieve activiteit ontstaat, wordt het bestuur hierover onverwijld geïnformeerd via het telefoonnummer 0314-369369.
De initiatiefnemer informeert voorafgaand aan de activiteit de belanghebbenden en omwonenden van de locatie waar de activiteit plaatsvindt, over de voorgenomen activiteit.
Artikel 2.1.7.5 Algemene regel voor georganiseerde activiteiten in of nabij een oppervlaktewaterlichaam
Op aanzegging van het waterschap worden direct alle objecten verwijderd, of verlaten alle deelnemers het water.
De bestemde in- en uitstapplaatsen worden gebruikt om stuwen te passeren en om in en uit het water te stappen.
Als er geen in- en uitstapplaatsen zijn, wordt schade aan taluds en verstoring van flora en fauna voorkomen.
Bij activiteiten in het oppervlaktewaterlichaam wordt minimaal 50 m afstand gehouden van een stuw of overlaat.
Een ballenlijn in het water wordt niet gepasseerd.
Artikel 2.1.7.6 Algemene regel voor georganiseerde activiteiten in of nabij een waterkering
Buiten verharde wegen wordt niet gefietst, gewandeld of met een rij- of lastdier gereden of gewandeld.
Er worden geen werken of objecten bevestigd of geplaatst in het beperkingengebied waterkering.
Dijkbekleding wordt niet beschadigd en er wordt niet gegraven.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 2.1.7.3, te verrichten zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 2.1.7.8 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een georganiseerde activiteit te houden in de kernzone en beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam en de kernzone en beschermingszone van een waterkering, als de activiteit plaatsvindt in, op of nabij een oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of natte EVZ.
Het is verboden zonder vergunning een georganiseerde activiteit te houden in de kernzone en beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam en de kernzone en beschermingszone van een waterkering, als de activiteit:
Paragraaf 2.1.8 Bomen en andere beplantingen
Artikel 2.1.8.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het aanbrengen, behouden of beschadigen van bomen en andere beplanting in het beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden.
Artikel 2.1.8.2 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een boom of andere beplanting aan te brengen of te behouden in de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam of in de kernzone van een waterkering.
Het is verboden zonder vergunning een boom of andere beplanting aan te brengen of te behouden in de beschermingszone oppervlaktewaterlichaam of beschermingszone van een waterkering.
Het is verboden zonder vergunning een boom aan te brengen of te behouden in het profiel van vrije ruimte van een waterkering.
Artikel 2.1.9.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een brug in een beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden.
Artikel 2.1.9.2 Specifieke zorgplicht bruggen
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1 houdt in ieder geval in dat:
Artikel 2.1.9.3 Aanwijzing algemene regels
Bij het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een brug wordt voldaan aan de artikelen 2.1.9.4 tot en met 2.1.9.7 als de brug:wordt aangelegd in het werkingsgebied "algemene regels brug", dat bestaat uit de oppervlaktewaterlichamen:
Artikel 2.1.9.4 Algemene regels aanleggen brug
Direct na het aanleggen van de brug wordt de ontgraving aangevuld.
Tijdens de aanleg worden binnen het stroomprofiel van het oppervlaktewaterlichaam geen werkzaamheden uitgevoerd of tijdelijke voorzieningen aangebracht, behalve het tijdelijk afdammen van het oppervlaktewaterlichaam voor het aanbrengen van taludverdediging.
De in de legger vastgestelde afmetingen van het oppervlaktewaterlichaam wijzigen niet.
Na de uitvoering van de werkzaamheden wordt het bestuur hierover geïnformeerd door een email naar handhaving@wrij.nl.
Artikel 2.1.9.5 Algemene regels talud brug
Onder een brug wordt taludverdediging aangebracht tot de waterbodem en tot 2 meter uitstekend aan weerszijden van de brug.
De taludverdediging wordt aangebracht in de vorm van beton of een betonblokkenmat op geotextiel met een dikte van 0,15 m.
Artikel 2.1.9.6 Algemene regel onderhoudspaden
Een onderhoudspad langs het oppervlaktewaterlichaam blijft obstakelvrij voor onderhoudsmaterieel van het waterschap.
De breedte van een onderhoudspad blijft gewaarborgd.
Een onderhoudspad sluit vloeiend aan op het brugdekniveau met een maximale helling van 1:8.
Artikel 2.1.9.7 Algemene regel verwijderen brug
Bij het verwijderen van de brug wordt voldaan aan artikel 2.1.11.4.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 2.1.9.3, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 2.1.9.9 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een brug aan te leggen, te wijzigen of te verwijderen, als de brug wordt aangelegd:
Het is verboden zonder vergunning een brug aan te leggen, te wijzigen of te verwijderen, als de brug:
Paragraaf 2.1.10 Uitstroomvoorzieningen
Artikel 2.1.10.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het aanleggen, wijzigen, behouden en verwijderen van een uitstroomvoorziening in het beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam.
Artikel 2.1.10.2 Specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1, houdt in ieder geval in dat:
Artikel 2.1.10.3 Aanwijzing algemene regels
Bij het aanleggen, wijzigen, behouden of verwijderen van een uitstroomvoorziening in een oppervlaktewaterlichaam, wordt voldaan aan de artikelen 2.1.10.4 tot en met 2.1.10.6, als de uitstroomvoorziening:
Artikel 2.1.10.4 Algemene regel uitstroomvoorziening
De in de legger vastgestelde afmetingen van het oppervlaktewaterlichaam wijzigen niet.
De uitstroombuis wordt haaks op de as van het oppervlaktewaterlichaam gelegd.
De afvoerbuis heeft een gronddek van ten minste 0,5 m in het onderhoudspad.
De uitstroomvoorziening zorgt niet voor uitspoeling van de bodem of het talud.
Drijfvuil, zandafzettingen en slibafzettingen worden verwijderd.
De uitstroomvoorziening wordt goed onderhouden.
Na de uitvoering van de werkzaamheden wordt het bestuur hierover geïnformeerd door een email naar handhaving@wrij.nl.
Artikel 2.1.10.5 Algemene regel taludafwerking
De uitstroomvoorziening wordt schuin afgewerkt in het talud, overeenkomstig de helling van het talud en op een manier dat de uitstroomvoorziening niet buiten het talud steekt.
Een uitstroomvoorziening met een buis met een diameter kleiner dan 125 mm in een talud of oever wordt afgewerkt met een taludgoot of betonnen afwerking.
Een uitstroomvoorziening met een buis met een diameter van 125 mm of groter in een talud of oever wordt afgewerkt met een betonnen afwerking.
Een uitstroomvoorziening met een buis met een diameter kleiner dan 125 mm in een natuurvriendelijke oever, verflauwd talud of in een oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of natte EVZ, wordt afgewerkt met een taludgoot of steenbestorting.
Een uitstroomvoorziening met een buis met een diameter van 125 mm of groter in een natuurlijkvriendelijke oever, verflauwd talud of in een oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of natte EVZ, wordt afgewerkt met een steenbestorting.
Artikel 2.1.10.6 Algemene regel verwijderen uitstroomvoorziening
De uitstroomvoorziening wordt gewijzigd of verwijderd op eerste aanzegging van het waterschap en op eigen kosten als dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van beheertaken, onderhoudshandelingen of de zorg voor het watersysteem door het waterschap.
Als een uitstroomvoorziening niet meer wordt gebruikt wordt deze zo spoedig mogelijk, maar tenminste binnen één jaar na buiten gebruikstelling, verwijderd.
Bij het verwijderen van de uitstroomvoorziening wordt voldaan aan artikel 2.1.11.4.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 2.1.10.3, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 2.1.10.8 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een uitstroomvoorziening te maken in de kernzone of beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade.
Het is verboden zonder vergunning een uitstroomvoorziening te maken met een uitstroombak.
Paragraaf 2.1.11 Verwijderen van werken, objecten, bomen en beplanting
Artikel 2.1.11.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het verwijderen van werken, objecten, bomen en beplanting in het beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden.
Artikel 2.1.11.2 Specifieke zorgplicht verwijderen van werken, objecten, bomen en beplanting
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1, houdt in ieder geval in dat:
Artikel 2.1.11.3 Aanwijzing algemene regels
Bij het verwijderen van een werk, object, boom of beplanting wordt voldaan aan artikel 2.1.11.4, voor zover:
Artikel 2.1.11.4 Algemene regel werken, objecten, bomen en beplantingen verwijderen
De werken, objecten, bomen en beplanting worden volledig verwijderd, inclusief bijbehorende of ondersteunende werken zoals landhoofden, funderingen of wortels.
Op de plaats waar het, werk, object, boom of beplanting wordt verwijderd, wordt het oppervlaktewaterlichaam zo afgewerkt dat deze aansluit op het aanliggende profiel.
De in de legger vastgestelde afmetingen van het oppervlaktewaterlichaam wijzigen niet.
Als er gaten in de grond ontstaan, worden die gevuld en de aangebrachte grond wordt gelijkmatig verdicht.
Degene die de werken, objecten, bomen en beplantingen heeft verwijderd, is verantwoordelijk voor eventuele vervolghandelingen die als gevolg van de werkzaamheden ontstaan.
Na de uitvoering van de werkzaamheden wordt het bestuur hierover geïnformeerd door een email naar handhaving@wrij.nl.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 2.1.11.3, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 2.1.11.6 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een werk, object, boom of beplanting te verwijderen als deze worden verwijderd binnen de kernzone of beschermingszone van een waterkering of kernzone van een kade.
Het is verboden zonder vergunning een werk, object, boom of beplanting te verwijderen als:
Paragraaf 2.1.12 Aanleggen en wijzigen waterstaatswerken
Artikel 2.1.12.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het aanleggen en wijzigen van oppervlaktewaterlichamen en ondersteunende kunstwerken in het beheergebied Waterschap Rijn en IJssel.
Artikel 2.1.12.2 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een oppervlaktewaterlichaam of een ondersteunend kunstwerk in een oppervlaktewaterlichaam, aan te leggen of te wijzigen.
Het verbod geldt niet voor sloten of greppels niet dieper dan 0,5 m, aangelegd voor drainage.
Paragraaf 2.1.13 Werken plaatsen
Artikel 2.1.13.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het plaatsen en behouden van een werk in het beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden.
Deze paragraaf is niet van toepassing als de paragrafen 2.1.1 tot en met 2.1.12 van toepassing zijn.
Artikel 2.1.13.2 Vergunningplicht werk plaatsen
Het is verboden zonder vergunning een werk te plaatsen in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam of de kernzone of beschermingszone van een waterkering.
Het is verboden zonder vergunning een werk te plaatsen of te behouden in het profiel van vrije ruimte van een waterkering.
Het is verboden zonder vergunning een bouwwerk met holle ruimte te bouwen in de buitenbeschermingszone 1 van een waterkering, als de holle ruimte wordt aangelegd beneden:
Artikel 2.1.13.3 Vergunningplicht windturbine plaatsen
Het is verboden zonder vergunning een windturbine te plaatsen, wijzigen, vervangen of te verwijderen in de het beperkingengebied waterkering.
Artikel 2.1.13.4 Vergunningplicht werk met overdruk plaatsen
Het is verboden zonder vergunning een werk met overdruk te plaatsen in de kernzone, beschermingszone of buitenbeschermingszone 1 van een waterkering.
Het verbod geldt niet in de buitenbeschermingszone 1 als de berekende verstoring die optreedt bij een beschadiging of calamiteit:
Paragraaf 2.1.14 Overige werkzaamheden
Artikel 2.1.14.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op werkzaamheden in het beperkingengebied waterstaatswerk met uitzondering van bergingsgebieden en uiterwaarden, anders dan bedoeld in de paragrafen 2.1.1 tot en met 2.1.13.
Artikel 2.1.14.2 Vergunningplicht bodemonderzoek
Het is verboden zonder vergunning in de kernzone van een waterkering of in de beschermingszone van een waterkering, vermeerderd met een hellend vlak van 1:5 uit de richting van de waterkering:
Artikel 2.1.14.3 Vergunningplicht permanente afgraving, seismisch onderzoek en explosiegevaar
Het is verboden zonder vergunning in de kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone 1 van een waterkering:
Artikel 2.1.14.4 Vergunningplicht overige werkzaamheden
Het is verboden zonder vergunning andere werkzaamheden uit te voeren dan genoemd in de paragrafen 2.1.1 tot en met 2.1.13 en de artikelen 2.1.14.2 en 2.1.14.3, in de kernzone of beschermingszone van een waterkering of in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam.
Paragraaf 2.1.15 Overige activiteiten
Artikel 2.1.15.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op activiteiten in het beperkingengebied waterstaatswerk, anders dan bedoeld in de paragrafen 2.1.1 tot en met 2.1.14.
Artikel 2.1.15.2 Vergunningplicht activiteiten kernzone waterstaatswerk
Het is verboden zonder vergunning stoffen of voorwerpen te brengen of te hebben in de kernzone van een waterkering, de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam of de kernzone van een kade op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen.
Het is verboden zonder vergunning zich anders dan als rechthebbende te bevinden in de kernzone van een waterkering, de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam of de kernzone van een kade als dat door het bestuur is aangegeven.
Het is verboden zonder vergunning in de kernzone van een waterkering, de kernzone van een oppervlaktewaterlichaam of de kernzone van een kade buiten verharde wegen:
Artikel 2.1.15.3 Vergunningplicht activiteit in kernzone waterkering
Het is verboden zonder vergunning bemesting toe te passen op de taluds en kruin in de kernzone van een waterkering.
Het is verboden zonder vergunning dijkbekleding te beschadigen in de kernzone van een waterkering.
Het is verboden zonder vergunning andere dieren dan schapen te brengen en hebben in de kernzone van een waterkering op andere dan de daarvoor bestemde plaatsen, behalve op de regionale waterkeringen in de Rijnstrangen.
Artikel 2.1.15.4 Vergunningplicht waterpeil
Het is verboden zonder vergunning de waterstand op een peil te brengen of te houden, anders dan het peil dat door het waterschap voor het betreffende peilgebied is vastgesteld of dat normaal wordt aangehouden.
Artikel 2.1.15.5 Vergunningplicht activiteit in bergingsgebied of uiterwaarden
Het is verboden zonder vergunning het maaiveld te verhogen in de kernzone van een bergingsgebied of in de kernzone van een uiterwaarde.
Het is verboden zonder vergunning waterkerende constructies of volumebeperkende constructies aan te brengen, te wijzigen of te verwijderen in de kernzone van een bergingsgebied of de kernzone van een uiterwaarde.
Het is verboden zonder vergunning bouwwerken aan te brengen of te wijzigen in de kernzone van een bergingsgebied of de kernzone van een uiterwaarde.
Het is verboden zonder vergunning werken, bomen of beplantingen aan te brengen in de kernzone van een bergingsgebied of de kernzone van een uiterwaarde, als het geen eenjarige landbouwkundige gewassen zijn.
Artikel 2.1.15.6 Vergunningplicht activiteit beschermingszone oppervlaktewaterlichaam
Het is verboden zonder vergunning buiten verharde wegen in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam:
Het is verboden zonder vergunning zich anders dan als rechthebbende te bevinden in de kernzone of beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam als dat door het bestuur is aangegeven.
Hoofdstuk 3 Activiteiten met betrekking tot grondwater
Afdeling 3.1 Onttrekken van grondwater
Paragraaf 3.1.1 Algemene bepalingen
Artikel 3.1.1.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water.
Artikel 3.1.1.2 Gegevens bij een melding
Een melding op grond van de paragrafen 3.1.2 tot en met 3.1.8 bevat:
Artikel 3.1.1.3 Meetverplichting onttrekken van grondwater en infiltreren van water
Degene die grondwater onttrekt door een daarvoor bedoelde voorziening of water in de bodem brengt, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, meet de in elk kwartaal onttrokken hoeveelheid grondwater of geïnfiltreerd water met een nauwkeurigheid van ten minste 95%.
Voor kortdurende of seizoensgebonden onttrekkingen of infiltraties kan het bestuur in de voorschriften van de omgevingsvergunning of, als geen omgevingsvergunning is vereist, bij maatwerkvoorschrift bepalen dat de hoeveelheid over een kortere tijdsspanne wordt gemeten.
Degene die water in de bodem brengt, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, meet de kwaliteit van dat water door het nemen van representatieve monsters en het analyseren van de in tabel 3.1.1.3 opgenomen parameters met de in die tabel aangegeven frequentie.
Tabel 3.1.1.3 Parameters en meetfrequentie
Uiterlijk op 31 januari van elk jaar of, als de onttrekking of infiltratie is beëindigd, binnen een maand na het tijdstip van beëindiging, worden aan het bestuur de volgende gegevens verstrekt:
De analyse van de monsters vindt plaats overeenkomstig bijlage 4 van de Drinkwaterregeling.
Het eerste tot en met het vijfde lid gelden niet:
Paragraaf 3.1.2 Onttrekken van grondwater voor bronbemaling
Artikel 3.1.2.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor bronbemaling.
Artikel 3.1.2.2 Aanwijzing algemene regels
Bij het onttrekken van grondwater voor bronbemaling wordt voldaan aan de artikelen 3.1.2.3 en 3.1.2.4 als:
Artikel 3.1.2.3 Algemene regel bronbemaling
De freatische grondwaterstand en de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket worden niet verder verlaagd dan 0,5 m beneden het gewenste ontgravingsniveau.
Als de gewenste grondwaterstandsverlaging is bereikt, wordt de bemalingscapaciteit teruggebracht om verdere verlaging te voorkomen.
Zo dicht mogelijk bij het op dat moment diepste ontgravingsniveau wordt een peilbuis geplaatst.
Na definitieve beëindiging van de onttrekking worden de bronnen gedicht en daarbij wordt de oorspronkelijke scheiding van de bodemlagen hersteld.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.1.2.2, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Een melding bevat de gegevens, bedoeld in artikel 3.1.1.2.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.1.2.5 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning grondwater te onttrekken voor bronbemaling als:
Paragraaf 3.1.3 Onttrekken van grondwater voor proeven
Artikel 3.1.3.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor proeven.
Artikel 3.1.3.2 Aanwijzing algemene regels
Bij het onttrekken van grondwater voor proeven wordt voldaan aan de artikelen 3.1.3.3 en 3.1.3.4, als:
Artikel 3.1.3.3 Algemene regel proeven
Na definitieve beëindiging van de onttrekking worden de bronnen gedicht en daarbij wordt de oorspronkelijke scheiding van de bodemlagen hersteld.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.1.3.2, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Een melding bevat de gegevens, bedoeld in artikel 3.1.1.2.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.1.3.5 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning grondwater te onttrekken voor proeven als:
meer dan 100.000 m3 water wordt onttrokken per aaneengesloten periode van 30 dagen; of
de onttrekking langer duurt dan 180 dagen.
Paragraaf 3.1.4 Onttrekken van grondwater voor grondwatersanering
Artikel 3.1.4.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor grondwatersanering en beheersmaatregelen voor grondwaterverontreiniging.
Artikel 3.1.4.2 Aanwijzing algemene regels
Bij het onttrekken van grondwater voor grondwatersanering wordt voldaan aan de artikelen 3.1.4.3 en 3.1.4.4, als:
Artikel 3.1.4.3 Algemene regel grondwatersanering
De freatische grondwaterstand en de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket worden niet verder verlaagd dan 0,5 m beneden het gewenste ontgravingsniveau of saneringsniveau.
Zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van de onttrekking wordt een peilbuis geplaatst.
Na definitieve beëindiging van de onttrekking worden de bronnen gedicht en daarbij wordt de oorspronkelijke scheiding van de bodemlagen hersteld.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.1.4.2, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Een melding bevat de gegevens, bedoeld in artikel 3.1.1.2.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.1.4.5 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning grondwater te onttrekken voor grondwatersanering als er meer dan 25.000 m3 grondwater wordt onttrokken in een aaneengesloten periode van 30 dagen.
Het is verboden zonder vergunning meer dan 5 m3 grondwater per uur te onttrekken voor beheersmaatregelen voor een grondwaterverontreiniging.
Paragraaf 3.1.5 Onttrekken van grondwater voor beregening, bevloeiing of veedrenking
Artikel 3.1.5.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor beregening, bevloeiing of veedrenking.
Artikel 3.1.5.2 Aanwijzing algemene regel
Bij het onttrekken van grondwater voor beregening, bevloeiing of veedrenking wordt voldaan aan de artikelen 3.1.5.3 tot en met 3.1.5.5, als:
Artikel 3.1.5.3 Algemene regel beregening, bevloeiing of veedrenking
Na definitieve beëindiging van de onttrekking worden de bronnen gedicht en daarbij wordt de oorspronkelijke scheiding van de bodemlagen hersteld.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.1.5.2, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Een melding bevat de gegevens, bedoeld in artikel 3.1.1.2.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.1.5.5 Uitzondering meetverplichting
Artikel 3.1.1.3 is niet van toepassing als de pompcapaciteit minder is dan 35 m3 per uur.
Artikel 3.1.5.6 Vergunningplicht
Het is buiten de beschermde gebieden grondwater verboden zonder vergunning grondwater te onttrekken voor beregening, bevloeiing of veedrenking als:
Het is verboden grondwater te onttrekken voor beregening of bevloeiing binnen de beschermde gebieden grondwater.
Paragraaf 3.1.6 Onttrekken van grondwater voor industriële toepassing
Artikel 3.1.6.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor een industriële toepassing met uitzondering van wateronttrekkingsactiviteiten als bedoeld in de artikelen 6.34, eerste lid, onder b en c, en 16.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Artikel 3.1.6.2 Aanwijzing algemene regel
Bij het onttrekken van grondwater voor industriële toepassing wordt voldaan aan de artikelen 3.1.6.3 en 3.1.6.4 , als:
Artikel 3.1.6.3 Algemene regel industriële toepassing
Na definitieve beëindiging van de onttrekking worden de bronnen gedicht en daarbij wordt de oorspronkelijke scheiding van de bodemlagen hersteld.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.1.6.2, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
Een melding bevat de gegevens, bedoeld in artikel 3.1.1.2.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.1.6.5 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning meer dan 12.000 m3 grondwater per aaneengesloten periode van 90 dagen te onttrekken voor industriële toepassing.
Paragraaf 3.1.7 Onttrekken van grondwater voor een noodvoorziening
Artikel 3.1.7.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater voor een noodvoorziening.
Artikel 3.1.7.2 Aanwijzing algemene regel
Bij het onttrekken van grondwater voor een noodvoorziening wordt voldaan aan de artikelen 3.1.7.3 en 3.1.7.4.
Artikel 3.1.7.3 Informatieplicht noodvoorziening
Het bestuur wordt onverwijld geïnformeerd over het gebruik van de noodvoorziening.
Artikel 3.1.7.4 Algemene regel noodvoorziening
Na definitieve beëindiging van de onttrekking worden de bronnen gedicht en daarbij wordt de oorspronkelijke scheiding van de bodemlagen hersteld.
Paragraaf 3.1.8 Overige grondwateronttrekkingen
Artikel 3.1.8.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het onttrekken van grondwater, anders dan bedoeld in de paragrafen 3.1.2 tot en met 3.1.7 en afdeling 3.2.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.1.8.1, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden, als de onttrokken hoeveelheid grondwater meer is dan 50.000 m3 per kalenderjaar.
Het verbod geldt niet als de activiteit vergunningplichtig is op grond van artikel 3.1.8.3.
Een melding bevat de gegevens, bedoeld in artikel 3.1.1.2.
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.1.8.3 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning meer dan 10 m3 grondwater te onttrekken voor overige doeleinden.
Het is verboden zonder vergunning op een diepte van meer dan 50 m beneden het maaiveld grondwater te onttrekken, in het gebied van het waterschap dat gelegen is binnen de grenzen van de gemeente Deventer.
Artikel 3.2.1.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op:
het onttrekken van grondwater voor het draineren van gronden; en
het aanleggen en behouden van drainage in het beperkingengebied waterstaatswerk.
Artikel 3.2.1.2 Specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplicht, bedoeld in artikel 1.1.4.1, houdt in ieder geval in dat beschadigingen en verzakkingen aan het oppervlaktewaterlichaam, kades, waterkeringen, onderhoudspaden, werken of kunstwerken, die optreden tijdens de werkzaamheden of binnen één jaar na het gereedkomen van de werkzaamheden, worden hersteld naar de oorspronkelijke constructie en toestand.
Artikel 3.2.1.3 Aanwijzing algemene regel drainage
Bij het aanleggen, vervangen of verwijderen van drainage wordt voldaan aan de artikelen 3.2.1.4 en 3.2.1.5, voor zover:
Artikel 3.2.1.4 Algemene regel drainage
Na de uitvoering van de werkzaamheden wordt het bestuur hierover geïnformeerd door een email naar handhaving@wrij.nl.
Het is verboden de activiteit, bedoeld in artikel 3.2.1.3, te verrichten zonder dit ten minste vier weken en ten hoogste één jaar voor het begin ervan te melden.
een omschrijving van de aard, de omvang, de reden en het doel van de geplande werkzaamheden;
Voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens, wordt een melding gedaan.
Artikel 3.2.1.6 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning drainage aan te leggen, te vervangen of te wijzigen als de drainage wordt aangelegd, vervangen of gewijzigd in:
Het is verboden zonder vergunning drainage aan te leggen, te vervangen of te wijzigen als:
De verboden gelden niet voor het vervangen van bestaande drainage als:
De verboden gelden niet voor de uitoefening van de taken voor hemelwater en grondwater, bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, onder a, onder 1º en 2º , van de wet.
Hoofdstuk 4 Aansluiting openbaar riool
Paragraaf 4.1.1 Aansluiting openbaar riool
Artikel 4.1.1.1 Toepassingsbereik
Deze paragraaf is van toepassing op het aansluiten van het openbaar riool op en het brengen van afvalwater in een zuiveringtechnisch werk in beheer bij Waterschap Rijn en IJssel.
Artikel 4.1.1.2 Vergunningplicht
Het is verboden zonder vergunning een openbaar riool aan te sluiten op of afvalwater vanuit het openbaar riool te brengen in een zuiveringtechnisch werk.
Het verbod geldt niet als er een afvalwaterakkoord van kracht is.
In een afvalwaterakkoord wordt in ieder geval geregeld:
Artikel 4.1.1.3 Aanvraagvereisten vergunning
Bij de aanvraag van een vergunning worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
Artikel 4.1.1.4 Vergunningvoorschriften
Het bestuur kan alleen voorschriften aan de vergunning verbinden:
zodat de nakoming van de artikelen 4.608 tot en met 4.612 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt verzekerd;
tot het tegengaan en het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewaterlichaam waarin het afvalwater wordt gebracht vanuit het zuiveringstechnisch werk; en
ter bescherming van de doelmatige werking van de zuiveringtechnische werken.
De voorschriften kunnen in ieder geval inhouden dat:
Het college van burgemeester en wethouders houdt rekening met de maatwerkvoorschriften die over de artikelen 4.608 tot en met 4.612 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijn gesteld op grond van artikel 2.13 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Artikel 4.1.1.5 Overschrijding emissiewaarden en signaleringswaarden
Als de emissiegrenswaarden en signaleringswaarden bedoeld in artikel 4.1.1.4.2, stelselmatig worden overschreden bij het brengen van afvalwater vanuit het openbaar riool op een zuiveringtechnisch werk, wordt het bestuur hierover geïnformeerd.
Bij stelselmatige overschrijding van de emissiegrenswaarden en signaleringswaarden kunnen de vergunningvoorschriften worden gewijzigd.
Het bestuur kan de houder van de vergunning verplichten te onderzoeken wat de oorzaken zijn van de overschrijdingen en hoe deze voorkomen, beperkt of ongedaan gemaakt kunnen worden.
Het bestuur kan als voorschrift aan de vergunning verbinden:
Bij het verlenen van een vergunning en bij het voornemen om ambtshalve een vergunning te wijzigen of in te trekken, stelt het bestuur de volgende overheidsorganen in de gelegenheid advies te geven:
Na hoofdstuk 7 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen
Paragraaf 8.1.1 Overgangsbepalingen
Artikel 8.1.1.1 Overgangsrecht omgevingsvergunningen
Een omgevingsvergunning voor een activiteit op grond van de waterschapsverordening zoals die luidde direct voor inwerkingtreding van deze verordening en die onherroepelijk is, geldt als een omgevingsvergunning op grond van deze verordening.
Als op een activiteit na de inwerkingtreding van deze verordening geen verbod om zonder omgevingsvergunning de activiteit te verrichten geldt, geldt een aan een onherroepelijke omgevingsvergunning voor die activiteit verbonden voorschrift als een maatwerkvoorschrift, voor zover het voorschrift gaat over een onderwerp waarvoor het bestuur maatwerkvoorschriften kan stellen.
Als voor de inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend voor een activiteit waarvoor op grond van deze waterschapsverordening een verbod geldt om de activiteit zonder omgevingsvergunning te verrichten, blijft het oude recht van toepassing tot de vergunning onherroepelijk wordt. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing als die vergunning onherroepelijk wordt.
Als een activiteit voor de inwerkingtreding van deze verordening zonder vergunning rechtmatig is verricht en bij de inwerkingtreding van deze verordening voor die activiteit een verbod om zonder omgevingsvergunning de activiteit te verrichten van toepassing wordt, geldt voor die activiteit bij de inwerkingtreding van deze verordening een omgevingsvergunning van rechtswege, mits die activiteit naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze werd verricht voor de inwerkingtreding.
Artikel 8.1.1.2 Overgangsrecht meldingen en maatwerkvoorschriften
Een melding of kennisgeving van een activiteit die voor inwerkingtreding van deze verordening is gedaan, geldt als een melding van die activiteit op grond van deze verordening, als op die activiteit na de inwerkingtreding van deze verordening een verbod om zonder melding de activiteit te verrichten van toepassing is.
Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit die voor inwerkingtreding van deze verordening is ingediend, geldt als een melding van die activiteit op grond van deze verordening, als op die activiteit na de inwerkingtreding van deze verordening een verbod om zonder melding de activiteit te verrichten van toepassing is.
Een maatwerkvoorschrift voor een activiteit op grond van de waterschapsverordening zoals die luidde direct voor inwerkingtreding van deze verordening en dat onherroepelijk is, geldt als een maatwerkvoorschrift op grond van deze verordening.
Artikel 8.1.1.3 Bestuurlijke sanctie
Als voor de inwerkingtreding van deze verordening een overtreding heeft plaatsgevonden, een overtreding is aangevangen of het gevaar voor een overtreding klaarblijkelijk dreigde, en voor die inwerkingtreding een bestuurlijke sanctie is opgelegd voor die overtreding of dreigende overtreding, blijft het oude recht op die bestuurlijke sanctie van toepassing tot het tijdstip waarop:
Deze verordening wordt aangehaald als: Waterschapsverordening Waterschap Rijn en IJssel.
Voor de toepassing van deze waterschapsverordening wordt verstaan onder:
Aangewezen oppervlaktewaterlichaam: oppervlaktewaterlichaam dat is aangewezen in bijlage II; ISO 5815-1: ISO 5815-1:2003: Water - Bepaling van het biochemisch zuurstofverbruik na n dagen (BZVn) - Deel 1: Verdunning en enting onder toevoeging van allylthioureum, versie 2003;NEN
6600-1: NEN 6600-1:2009: Water - Monsterneming - Deel 1: Afvalwater, versie 2009;
Bestuur: Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel.
Bodemonderzoek: Alle soorten grondonderzoek, grondwateronderzoek, geotechnisch onderzoek en geohydrologisch onderzoek waarbij gesondeerd, gegraven, gepulsd of verticaal geboord wordt. Hieronder valt ook het plaatsen van peilbuizen.
Bronbemaling: Het onttrekken van grondwater voor het uitvoeren van bouwactiviteiten en ontgravingen.
Georganiseerde activiteiten: Activiteiten die in georganiseerd recreatief of bedrijfsmatig verband worden uitgevoerd.
Infiltreren van water: Water in de bodem brengen ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater.
Kunstwerk: Waterstaatkundig bouwwerk dat van belang is voor de functie die waterstaatswerken hebben en daar ook onderdeel vanuit maakt of die ligt in, op, boven of onder een waterstaatswerk.
Onderhoudspad: Pad op of langs een waterkering of kade of langs een oppervlaktewaterlichaam dat nodig is voor het plegen van onderhoud. Het pad kan zowel verhard als onverhard zijn.
Uitstroomvoorziening: Een constructie in een oppervlaktewaterlichaam waarmee water wordt geloosd. De uitstroomvoorziening is een uitstroombuis en de bijbehorende taludafwerking.
Geometrische informatieobjecten
De geometrische begrenzingen zoals bedoeld in deze Waterschapsverordening zijn opgenomen in de volgende geometrische informatieobjecten:
Beheergebied Waterschap Rijn en IJssel: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam: [gio-code]
Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam: [gio-code]
Beschermingszone kade: [gio-code]
Kernzone waterberging: [gio-code]
Kernzone uiterwaarde: [gio-code]
Kernzone kunstwerk: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam HEN SED: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam EVZ: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam varend onderhoud: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam vaarweg Oude IJssel: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam vaarweg Oude IJssel tot km paal 16,8: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam vaarweg Oude IJssel km paal 16,8 tot stuw Ulft: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam vaarweg Oude IJssel stuw Ulft tot grens + Aastrang: [gio-code]
Grondwaterbeschermingsgebied: [gio-code]
Kernzone waterkering: [gio-code]
Beschermingszone kering: [gio-code]
Buitenbeschermingszone 1 waterkering: [gio-code]
Buitenbeschermingszone 2 waterkering: [gio-code]
Regionale waterkering Oude Rijndijken: [gio-code]
Profiel van vrije ruimte van een waterkering: [gio-code]
Beperkingengebied met betrekking tot een waterkering: [gio-code]
Beperkingengebied waterstaatswerk buiten bergingsgebieden en uiterwaarden: [gio-code]
Beperkingengebied waterstaatswerk: [gio-code]
Beperkingengebied met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam + beperkingengebied met betrekking tot een waterkering buiten de regionale waterkingen in de Rijnstrangen: [gio-code]
Beperkingengebied met betrekking tot een waterkering buiten de regionale waterkeringen in de Rijnstrangen: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam buiten HEN, SED en EVZ en buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + beschermingszone: [gio-code]
Oppervlaktewaterlichaam buiten HEN, SED en EVZ en buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + beschermingszone oppervlaktewaterlichaam buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + beschermingszone oppervlaktewaterlichaam buiten HEN, SED en EVZ en buiten kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam met functie HEN, SED of EVZ + beschermingszone oppervlaktewaterlichaam met functie HEN, SED of EVZ + kernzone waterkering + beschermingszone waterkering: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam + beschermingszone oppervlaktewaterlichaam: [gio-code]
Kernzone waterkering buiten HEN, SED en EVZ + beschermingszone waterkering buiten HEN, SED en EVZ: [gio-code]
Kernzone waterkering + beschermingszone waterkering: [gio-code]
Kernzone kade + beschermingszone kade: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam + kernzone waterkering: [gio-code]
Oppervlaktewaterlichaam buiten Oude IJssel en buiten sluiscomplex Doesburg tot aan de Duitse grens: [gio-code]
kernzone oppervlaktewaterlichaam + beschermingszone oppervlaktewaterlichaam + kernzone waterkering + beschermingszone waterkering buiten HEN, SED of EVZ: [gio-code]
Kernzone waterkering + beschermingszone waterkering: [gio-code]
kernzone oppervlaktewaterlichaam + kernzone waterkering + kernzone kade: [gio-code]
Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam + beschermingszone waterkering: [gio-code]
Beperkingengebied met betrekking tot een waterstaatswerk, buiten bergingsgebieden en uiterwaarde, buiten oppervlaktewaterlichaam met functie HEN, SED of EVZ, buiten kernzone en beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade en buiten oppervlaktewaterlichaam waar onderhoud varend wordt uitgevoerd: [gio-code]
Kernzone van een oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of EVZ + beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of EVZ + kernzone oppervlaktewaterlichaam binnen kernzone, beschermingszone of buitenbeschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + beschermingszone oppervlaktewaterlichaam binnen kernzone, beschermingszone of buitenbeschermingszone van primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten bergingsgebieden en uiterwaarden: [gio-code]
Beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam buiten kernzone en beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade : [gio-code]
Beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam binnen kernzone waterkering + beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam binnen beschermingszone waterkering: [gio-code]
Beperkingengebied waterstaatswerk buiten bergingsgebieden en uiterwaarden, buiten kernzone en beschermingszone waterkering en buiten kernzone en beschermingszone kade: [gio-code]
Kernzone waterkering + beschermingszone waterkering + kernzone kade + beschermingszone kade: [gio-code]
Beheergebied waterschap Rijn en IJssel buiten natte landnatuur, buiten beschermingszone natte landnatuur, buiten Natura 2000, buiten beïnvloedingszone Natura 2000, buiten tijdelijke beschermingszone, buiten stroomgebied HEN en SED, buiten kernzone of beschermingszone van een primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Kernzone waterkering + beschermingszone waterkering + buitenbeschermingszone 1 waterkering: [gio-code]
Kernzone waterkering buiten regionale keringen in de Rijnstrangen: [gio-code]
Kernzone bergingsgebied + kernzone uiterwaarde: [gio-code]
Natte landnatuur + beschermingszone natte landnatuur + Natura 2000 + beïnvloedingszone Natura 2000 + tijdelijke beschermingszone + stroomgebied HEN en SED + kernzone primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + beschermingszone primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Kernzone oppervlaktewaterlichaam binnen kernzone of beschermingszone primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade: [gio-code]
Oude IJssel + sluiscomplex Doesburg tot aan de Duitse grens: [gio-code]
Oppervlaktewaterlichaam met de functie HEN, SED of EVZ + oppervlaktewaterlichaam binnen kernzone primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + beschermingszone primaire waterkering, regionale waterkering, zomerkade of kade + oppervlaktewaterlichaam waar onderhoud varend wordt uitgevoerd: [gio-code]
Beheergebied waterschap Rijn en IJssel buiten beschermde gebieden grondwater: [gio-code]
Beperkingengebied oppervlaktewaterlichaam: [gio-code]
Aangewezen oppervlaktewaterlichamen als bedoeld in deze waterschapsverordening zijn:
Wijde Wetering en Zevenaarse Wetering
Kernzone: van binnenteen tot buitenteen van de waterkering
Beschermingszone: binnen- en buitendijks 15 meter uit de teen, vermeerderd met een denkbeeldige lijn vanaf dat punt dalend met een helling van 1:5
Buitenbeschermingszone 1: binnen- en buitendijks vanaf de teen tot een afstand van 100 meter
Buitenbeschermingszone 2: binnen- en buitendijks vanaf de teen tot een afstand van 250 meter
Kernzone: van binnenteen tot buitenteen van de waterkering
Beschermingszone: binnen- en buitendijks 10 meter uit de teen, vermeerderd met een denkbeeldige lijn vanaf dat punt dalend met een helling van 1:5
Buitenbeschermingszone 1: binnen- en buitendijks vanaf de teen tot een afstand van 100 meter
Kernzone: van binnenteen tot buitenteen van de waterkering
Beschermingszone: binnen- en buitendijks 10 meter uit de teen, vermeerderd met een denkbeeldige lijn vanaf dat punt dalend met een helling van 1:5
Buitenbeschermingszone 1: binnen- en buitendijks vanaf de teen tot een afstand van 50 meter
Kernzone oppervlaktewaterlichaam: insteek + 50cm tot insteek 50cm of maatwerk (bij meer ‘natuurlijke’ situaties, onduidelijke insteek of inundeerbare zones).
Beschermingszone oppervlaktewaterlichaam: insteek tot 5m uit insteek of 4,5m naast kernzone ooppervlaktewaterlichaam (bij meer ‘natuurlijke’ situaties, onduidelijke insteek of inundeerbare zones).
Kernzone kade: buitenteen + 50cm tot binnenteen + 50cm (theoretisch)
beschermingszone kade = 5m uit Kernzone kade aan binnendijkse zijde
Kernzone uiterwaarde: buitenkruinlijn kade tot buitenkruinlijn kade of insteek aan overzijde (bij eenzijdige kade)
Kernzone bergingsgebied: Begrenzing zoals aangegeven in bestemmingsplan (op basis van buitenkruinlijn, kunstwerken en hoge gronden)
Kernzone duiker: 2,5m bufferzone aan weerszijde hartlijn
Kernzone overige waterstaatskundige kunstwerken: 2,5m bufferzone rondom object
Kernzone oppervlaktewaterlichaam HEN, SED en EVZ: oppervlaktewaterlichaam onderdeel uitmakend van door de provincie vastgestelde HEN, SED en EVZ wateren
Kernzone oppervlaktewaterlichaam varend onderhoud: oppervlaktewaterlichaam waar met varend materieel onderhoud gepleegd wordt
Kernzone oppervlaktewaterlichaam vaarweg Oude IJssel: oppervlaktewaterlichaam dat onderdeel is van de vaarweg Oude IJssel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2021-15234.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.