Wijziging Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2020

De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard;

 

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 12 oktober 2021

 

 

B E S L U I T :

 

 

De Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2020, vastgesteld bij besluit van 27 november 2019 (laatstelijk gewijzigd op 25 november 2020), als volgt te wijzigen:

Artikel I  

 

de Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 18, onderdeel a komt te luiden:

 

  • a. meting, bemonstering en analyse niet of niet geheel zijn geschied in overeenstemming met de in deze verordening opgenomen voorschriften, waaronder ook de in Bijlage I opgenomen voorschriften;

 

B.

 

Artikel 19 komt als volgt te luiden:

 

  • Het tarief bedraagt € 51,65 per vervuilingseenheid.

 

C.

 

In Bijlage I, Tabel B wordt voor de parameter ‘biochemisch zuurstofverbruik’ het normblad voor de meting “NEN-EN 1899-1” vervangen door “NEN-EN ISO 5815-1:2019”

 

D.

 

De Toelichting op de Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Artikel 1 aanhef komt te luiden:

 

“Om duidelijkheid te scheppen over een aantal in de verordening voorkomende begrippen en om de leesbaarheid van de tekst te bevorderen, is van deze begrippen een omschrijving gegeven in artikel 1. Daarbij is zo veel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen in artikel 1.1 Waterwet (met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 1.1 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156): Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet) en artikel 7.1 van de Waterwet.”

 

2. Artikel 1 zinssnede ‘oppervlaktewaterlichaam’ komt te luiden:

 

“Het begrip ‘oppervlaktewaterlichaam’ is omschreven in artikel 1.1 van de Waterwet (met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 1.1 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156): Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet). Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten, met dien verstande, dat alleen de oppervlaktewateren waarvan het waterschap is aangewezen als beheerder onder de reikwijdte van deze verordening vallen.”

 

3. Artikel 1 zinssnede ‘zuiveringstechnisch werk’ komt te luiden:

 

“Een zuiveringtechnisch werk is een werk voor het zuiveren van stedelijk afvalwater, in exploitatie bij een waterschap of gemeente, dan wel een rechtspersoon die door het bestuur van een waterschap met de zuivering van stedelijk afvalwater is belast, met inbegrip van het bij dat werk behorende werk voor het transport van stedelijk afvalwater. Deze definitie is ontleend aan artikel 1.1 van de Waterwet (met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 1.1 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156): Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet). Het begrip omvat naast afvalwaterzuiveringsinstallaties ook gemalen, persleidingen, vrijvervalleidingen, open en dichte afvoergoten en pompstations ten behoeve van het afvalwater. Ook voorzieningen voor individuele behandeling van afvalwater (IBA’s) vallen onder het begrip zuiveringtechnisch werk. De gemeentelijke riolering wordt hier niet onder begrepen (zie onderdeel f, waarbij het begrip riolering is gedefinieerd).”

 

4. Artikel 1 zinssnede ‘watersysteem’ komt te luiden:

 

“Hoewel de Waterschapswet dit begrip niet expliciet omschrijft, moet onder het watersysteem worden verstaan de zorg voor de waterkering, de waterbeheersing en het passieve waterkwaliteitsbeheer. De Waterwet kent in artikel 1.1. (met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 1.1 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156): Bijlage A bij artikel 1.1 van de Omgevingswet) een definitie van het begrip watersysteem. Omdat in deze verordening bedoeld wordt het watersysteem, zoals de zorg daarvoor dat als taak aan het waterschap is opgedragen, wordt aansluiting gezocht bij artikel 1, tweede lid, van de Waterschapswet.”

Artikel II  

 

Artikel 1 met betrekking tot de zinssnede ‘oppervlaktewaterlichaam’ de Verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 2020 komt te luiden:

 

oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem en oevers, flora en fauna ten aanzien waarvan het waterschap ingevolge artikel 2.17, eerste lid, onderdeel a, van de Omgevingswet is aangewezen als beheerder, met uitzondering van de gronden die ingevolge artikel 2.18, derde lid, van de Omgevingswet of artikel 2.21 van de Omgevingswet zijn aangewezen als drogere oevergebieden;

Artikel III  

  • 1.

    Artikel I onderdeel A, C en D treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing, zoals genoemd in artikel I onderdeel B, is 1 januari 2022.

  • 3.

    Artikel II treedt in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de artikelen 2.17, 2.18 en 2.21 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156).

  • 4.

    De in bijlage I genoemde normbladen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op de Maasboulevard 123 te Rotterdam en bij de Regionale Belasting Groep op het Stationsplein 79 te Schiedam.

Rotterdam, 24 november 2021

de verenigde vergadering voornoemd,

secretaris, voorzitter,

TOELICHTING:  

 

Artikel I

De belastingverordening, Bijlage I en de Toelichting op de verordening zijn op enkele technische punten aangepast. Dit betreft:

 

A. Artikel 18

In onderdeel a is zijn de woorden ‘deze verordening, waaronder’ toegevoegd. Hiermee is verduidelijkt dat de mogelijkheid om het aantal vervuilingseenheden door middel van schatting te bepalen (artikel 122j Waterschapswet) openstaat in (onder meer) het geval dat de heffingplichtige niet voldoet aan de in deze verordening en Bijlage I opgenomen voorschriften.

 

C. Bijlage I, Tabel B

Betreft de vervanging van het normblad voor bepaling van de parameter BZV. Het normblad NEN-EN 1899-1 is bij het verschijnen van de NEN-EN-ISO 5815-1:2019 ingetrokken. Het nieuwe normblad kan als update van het oude normblad worden gezien en de verschillen zijn niet van invloed op de analyse. Vanuit de ILOW laboratoria is aangegeven dat men reeds is of tijdig (in 2021) zal zijn geaccrediteerd voor de nieuwe norm.

 

D. Toelichting op de verordening

Zodra de Omgevingswet (Stb. 2016, 156) inwerking treedt zal (onder andere) de definitie van ‘oppervlaktewaterlichaam’ en ‘drogere oevergebieden’ overgaan van de Waterwet naar de Omgevingswet. Zie ook de toelichting op Artikel II.

 

Artikel II

Zodra de artikelen 2.17, 2.18 en 2.21 van de Omgevingswet (Stb. 2016, 156) inwerking treden gaan de bepalingen aangaande de drogere oevergebieden over van de Waterwet naar de Omgevingswet. Omdat de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog niet per 1 januari 2022 wordt verwacht, is deze wijziging als apart onderdeel van het besluit geformuleerd waarbij de inwerkingtreding is gekoppeld aan de inwerkintreding van (de relevante bepaling in) de Omgevingswet.

 

Naar boven