Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2022

Het algemeen bestuur van Waterschap De Dommel;

 

op voordracht van het dagelijks bestuur van 19 oktober 2021;

 

gelet op de artikelen 144 van de Waterschapswet, artikel 26 invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

 

gelet op de door het Algemeen Bestuur genomen besluiten op 19 december 1990, 20 december 1995, 26 oktober 1994, 11 november 1998 en 29 september 2021;

 

overwegende dat het gewenst is regels vast te leggen in een kwijtscheldingregeling voor het verlenen van kwijtschelding van de waterschapsbelastingen;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2022.

Artikel 1  

Op verzoek wordt uitsluitend kwijtschelding verleend voor de op basis van de desbetreffende belastingverordening opgelegde aanslagen betrekking hebbende op:

  • a.

    de watersysteemheffing ingezetenen, bedoeld in artikel 117, eerste lid, onder a van de Waterschapswet;

  • b.

    de zuiveringsheffing ter zake van het afvoeren van stoffen vanuit een woonruimte (ten behoeve van het zuiveren van afvalwater) bedoeld in artikel in artikel 122d, tweede lid onder a, van de Waterschapswet;

  • c.

    de verontreinigingsheffing als bedoeld in artikel 7.2 derde lid onder a van de Waterwet, voor zover deze wordt geheven ter zake van het lozen vanuit een woonruimte.

Artikel 2  

  • a.

    In afwijking van artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 95%.

  • b.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100% van de toepasselijke in artikel 1a bedoelde netto AOW bedragen.

Artikel 3  

  • a.

    De bij besluit van het Hoofdbestuur van Waterschap De Dommel van 19 december 1990 vastgestelde kwijtscheldingsregeling gewijzigd bij besluit van de Hoofdingelanden op 26 oktober 1994 en op 11 november 1998 wordt ingetrokken met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • b.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • c.

    De ingangsdatum van deze regeling is 1 januari 2022.

  • d.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2022”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 24 november 2021.

E. de Ridder

(watergraaf)

H.J. Kielenstijn

(secretaris)

Toelichting op de Kwijtscheldingsregeling Waterschap De Dommel 2022

Algemeen

Op grond van artikel 144, tweede lid Waterschapswet wordt voor waterschapsbelastingen kwijtschelding verleend met toepassing van de krachtens artikel 26 Invorderingswet 1990 geldende regels (Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990).

 

Het algemeen bestuur kan echter binnen bepaalde grenzen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in het geheel géén dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend of dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend op basis van artikel 144 Waterschapswet, Uitvoeringsregeling Invorderingswet en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

 

In deze kwijtscheldingsregeling zijn vastgelegd en geactualiseerd de door het bestuur eerder genomen besluiten in de kwijtschelding. Het betreft het besluit van 19 december 1990 waarin het waterschap besloot kwijtschelding te gaan verlenen in de verontreinigingsheffing. Deze kwijtschelding werd op 26 oktober uitgebreid voor de verontreinigingsheffing ingezetenen. Op 20 december 1995 besloot het bestuur tot een verhoging van de kwijtscheldingsnorm van 90% naar 95%. Het meest recente besluit betreft de verruiming van de kwijtschelding voor AOW-gerechtigden op 29 september 2021.

 

Artikel 1

In dit artikel worden de waterschapsbelastingen genoemd waarvoor kwijtschelding mogelijk is. De aanslagen watersysteemheffing gebouwd/ongebouwd komen niet voor kwijtschelding in aanmerking ongeacht welk (gedifferentieerd) tarief de aanslag betreft.

 

Artikel 2

Onderdeel a

Dit artikel leidt ertoe dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend dan in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is geregeld. De ministeriële regeling gaat er namelijk vanuit dat 90% van de bijstandsuitkering moet worden beschouwd als minimale kosten van bestaan (de zogenaamde 90%-kwijtscheldingsnorm). Het waterschap verruimt deze norm tot 95%, met als gevolg dat de belastingplichtige eerder voor kwijtschelding in aanmerking komt voor kwijtschelding. In dit artikel is daarom het percentage, genoemd in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, bepaald op 95% van de bijstandsnorm.

 

Onderdeel b

In dit artikel wordt een verruiming toegepast voor AOW-gerechtigden. Voor hen worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde netto AOW-bedragen.

 

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2022. Met ingang van 1 januari 2022 vervalt de eerder opgestelde kwijtscheldingsregeling.

Naar boven