Eerste partiële herziening Algemene regel Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen

Het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas;

 

overwegende dat het dagelijks bestuur op 1 juli 2019 het ‘proces en uitgangspunten van Wijzer Onderhoud’ en de ‘Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen’ heeft vastgesteld;

 

overwegende dat waterschap Aa en Maas het proces Wijzer Onderhoud is gestart om het onderhoud meer toekomstbestendig te maken. Hiermee wil het waterschap een meer gelijkwaardige dienstverlening geven en de kosten voor het onderhoud beter gaan beheersen. Per onderhoudsvak gaat het waterschap het gesprek aan met aangrenzende eigenaren en maakt daarbij afspraken over onder andere rijrichting, maaiselverwerking en obstakels in de beschermingszone. Einddoel is om de onderhoudssituatie te verbeteren en alle obstakels in overeenstemming te brengen met de regels van de Keur. Deze overgangsbepaling speelt hierin een belangrijke rol;

 

gelet op de ervaringen die zijn opgedaan met het proces Wijzer Onderhoud en de Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen, worden enkele aanpassingen/verbeteringen doorgevoerd in voornoemde Overgangsbepaling. Deze aanpassingen zorgen onder andere voor een verduidelijking van het onderscheid tussen de categorieën objecten die in de beschermingszone van een a-watergang staan. Daarnaast wordt een juridische basis opgenomen waarmee ook voor rechtmatig tot stand gebrachte objecten hun tijdelijke vrijstelling op de verbodsbepaling van artikel 3.1 Keur van waterschap Aa en Maas kan worden beëindigd;

 

gelet op onder andere de Waterwet, de Algemene wet bestuursrecht, de Verordening water Noord-Brabant, en de Keur waterschap Aa en maas 2015;

 

gelet op afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht ligt onderstaand besluit vanaf 20 oktober 2021 tot en met 1 december 2021 ter inzage:

O N T W E R P - B E S L U I T :

 

  • 1.

    in de ‘Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen’ de wijzigingen door te voeren zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit;

  • 2.

    dit ontwerp-besluit wordt aangehaald als “eerste partiële herziening Algemene regel Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen”;

  • 3.

    dit ontwerp-besluit treedt in werking op 20 oktober 2021.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 19 oktober 2021,

De secretaris

Pieter Sennema

De dijkgraaf

Mario Jacobs

 

Inzage

De bijbehorende ontwerpversie van de algemene regel kunt u downloaden aan de linkerzijde van de pagina.

 

Zienswijzen

Belanghebbenden kunnen gedurende de periode van terinzagelegging gemotiveerd hun zienswijze indienen bij het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas. De zienswijze moet tenminste bevatten uw naam en adres, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waar uw zienswijze betrekking op heeft. U kunt uw zienswijzen sturen naar:

 

Waterschap Aa en Maas

Het dagelijks bestuur

ovv ‘eerste partiele herziening Algemene regel Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen’

Postbus 5049

5201 GA ‘s-Hertogenbosch

 

Wat gebeurt er met de zienswijzen?

Het dagelijks bestuur stelt een inspraaknota vast met alle ingediende zienswijzen en de reactie van het dagelijks bestuur hierop. Degene die een zienswijze heeft ingediend, krijgt een afschrift van de inspraaknota toegezonden. In de nota van zienswijzen worden géén persoonsgegevens vermeld.

 

Contact

Voor vragen over deze bekendmaking kunt u contact opnemen met de afdeling Planadvies en Vergunningen via een e-mail: info@aaenmaas.nl 

Bijlage

Toelichting

In deze bijlage staat uit de ‘Algemene regel Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen’ in een aparte tabel aangegeven welke veranderingen in de bestaande tekst doorgevoerd worden. Om makkelijk te kunnen verwijzen zijn alle wijzigingen genummerd (kolom 1). In de tweede kolom van de tabel staat de vindplaats in de algemene regel zoals deze is laatst is vastgesteld op 1 juli 2019. De wijziging is (dikgedrukt) omschreven in de derde kolom en in de laatste kolom is kort omschreven waarom de wijziging wordt aangebracht.

 

Artikelen Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen

 

nr.

vindplaats

aanpassing

reden

1.1

Artikel 1 lid 1

De tekst luidt:

 

1. Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 van de Keur, voor het behouden van niet eenvoudig te verplaatsen of te verwijderen gebouwen, gebouwd voor 1 januari 2010, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam.

 

Wordt vervangen door:

 

1. Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 van de Keur, voor het behouden van in goede staat verkerende, kapitaalintensieve bouwwerken, gebouwd voor 1 januari 2010, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam.

In de huidige algemene regel geldt een permanente vrijstelling voor niet eenvoudig te verplaatsen of verwijderen gebouwen. Dit omdat het waterschap het onredelijk acht om deze alsnog te moeten laten verwijderen. Er zijn echter meer bouwwerken denkbaar waarbij het niet redelijk is om die te laten verwijderen. Denk bijvoorbeeld aan een groot geluidsscherm. Dit is geen gebouw maar wel een bouwwerk. Daarom wordt nu voorgesteld om een permanente vrijstelling te geven voor kapitaalintensieve bouwwerken die in een goede staat verkeren. In de toelichting van de algemene regel wordt nader toegelicht wat hiermee wordt bedoeld. Tevens wordt uitgelegd wat niet-kapitaalintensieve bouwwerken zijn, zodat het onderscheid wordt verduidelijkt.

1.2

Artikel 2 lid 1

De tekst luidt:

 

1. Tijdelijke vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 van de Keur, voor het behouden van obstakels, anders dan gebouwen als bedoeld in artikel 1, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam, die zijn aangebracht voor 1 januari 2010.

 

wordt vervangen door:

 

1. Tijdelijke vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.1 van de Keur, voor het behouden van obstakels, anders dan in goede staat verkerende, kapitaalintensieve bouwwerken als bedoeld in artikel 1, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam, die onrechtmatig zijn aangebracht voor 1 januari 2010.

In de huidige algemene regel geldt een permanente vrijstelling voor niet eenvoudig te verplaatsen of verwijderen gebouwen. Dit omdat het waterschap het onredelijk acht om deze alsnog te moeten laten verwijderen. Er zijn echter meer bouwwerken denkbaar waarbij het niet redelijk is om die te laten verwijderen. Denk bijvoorbeeld aan een groot geluidsscherm. Dit is geen gebouw maar wel een bouwwerk. Daarom wordt nu voorgesteld om een permanente vrijstelling te geven voor kapitaalintensieve bouwwerken die in een goede staat verkeren. In de toelichting van de algemene regel wordt nader toegelicht wat hiermee wordt bedoeld. Tevens wordt uitgelegd wat niet-kapitaalintensieve bouwwerken zijn, zodat het onderscheid wordt verduidelijkt.

 

Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt in de regeling tussen onrechtmatig en rechtmatig aangebrachte obstakels (zie tevens artikel 2 lid 3)

1.3

Artikel 2 lid 2

De tekst luidt:

 

2. De voorschriften van een eerder verleende vergunning gelden als maatwerkvoorschriften bij deze algemene regel.

 

Wordt vervangen door:

 

2. Het dagelijks bestuur stelt bij maatwerkvoorschrift de einddatum vast voor de tijdelijke vrijstelling, als bedoeld in het eerste lid, waarna het obstakel verwijderd moet worden uit de beschermingszone.

1.4

Artikel 2 lid 3

De tekst luidt:

 

3. Het dagelijks bestuur stelt bij maatwerkvoorschrift de einddatum vast voor de vrijstelling waarna het obstakel verwijderd moet worden.

 

Wordt vervangen door:

 

3. Voor zover obstakels, anders dan in goede staat verkerende, kapitaalintensieve bouwwerken als bedoeld in artikel 1, in de beschermingszone van een oppervlaktewaterlichaam rechtmatig zijn aangebracht voor 1 januari 2010 op grond van een verleende vergunning c.q. ontheffing of op grond van het overgangsrecht, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Keur, stelt het dagelijks bestuur bij maatwerkvoorschrift de einddatum vast van de rechtmatigheid van het obstakel, waarna deze verwijderd moet worden uit de beschermingszone.

In de beschermingszones langs a-watergangen staan niet alleen illegale obstakels, maar ook legale/rechtmatige obstakels die het onderhoud hinderen. Eén van de redenen hiervoor is dat de beschermingszone in de afgelopen decennia is verbreed van 1 meter naar 5 meter. Daar waar vroeger een obstakel bijvoorbeeld buiten de beschermingszone van 1 meter is geplaatst, staat die er nu wel in. Dat is niet wenselijk. Derhalve wordt nu een grondslag gecreëerd om ook deze categorie obstakels uit de beschermingszone te laten verwijderen.

 

Toelichting Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen

 

nr.

vindplaats

aanpassing

reden

2.1

Aanleiding en doel overgangsbepaling

De tekst luidt:

 

Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhouden van de categorie A-waterlopen. Om het onderhoud veilig en doelmatig te kunnen doen, is er aan weerszijden van de waterloop een beschermingszone gesitueerd. Deze zijn qua ligging vastgelegd in de legger. Aan het gebruik van deze beschermingszones zijn eisen verbonden. Deze zijn opgenomen in de algemene regels en beleidsregels van de Keur. Zo zijn er onder andere regels ten aanzien van het plaatsen van obstakels.

Ten behoeve van het onderhoud aan de waterlopen is in de loop van de jaren de breedte van de beschermingszone aangepast. Als gevolg hiervan bevinden zich in de beschermingszones veel obstakels die het onderhoud hinderen en die niet aan de huidige vereisten van de Keur voldoen. Einddoel is om de onderhoudssituatie te verbeteren en alle obstakels in overeenstemming te brengen met de regels van de Keur. Deze overgangsbepaling speelt hierin een belangrijke rol.

 

Wordt vervangen door:

 

Het waterschap is verantwoordelijk voor het onderhouden van de categorie A-waterlopen. Om het onderhoud veilig en doelmatig te kunnen doen, is er aan weerszijden van de waterloop een beschermingszone gesitueerd. Deze zones zijn qua ligging vastgelegd in de legger. Aan het gebruik van deze beschermingszones zijn eisen verbonden. Deze zijn opgenomen in de algemene regels en beleidsregels van de Keur. Zo zijn er onder andere regels ten aanzien van het plaatsen van objecten. Objecten naast de waterloop kunnen het veilige en doelmatige onderhoud van de waterloop namelijk hinderen. Dergelijk objecten noemen we obstakels. In de loop van de afgelopen 40 jaar zijn de beschermingszones verbreed van oorspronkelijk 1 meter naar 5 meter. Gevolg hiervan is dat veel rechtmatig tot stand gebrachte objecten in de beschermingszones te dicht langs waterlopen staan, niet aan de huidige vereisten voldoen en daarmee een obstakel vormen voor het onderhoud. Dit leidt tot onveilige situaties en / of kostbare aanpassingen in het onderhoud. Dit is zeer onwenselijk. Daarnaast zijn er ook veel onrechtmatig tot stand gebrachte obstakels te vinden in de beschermingszones in ons beheergebied. Het doel van deze overgangsbepaling is om zowel de rechtmatig als de onrechtmatig tot stand gebrachte obstakels aan de huidige Keur en de uitgangspunten van Toekomstbestendig Onderhoud te laten voldoen, zodat het onderhoud veilig en doelmatig kan worden uitgevoerd. Het waterschap acht het niet wenselijk om obstakels nog langer te laten staan, omdat dit ten koste gaat van de veiligheid en de doelmatigheid tijdens het uitvoeren van het onderhoud aan de watergangen. Daarom gaat het waterschap actief aan de slag om de beschermingszone obstakelvrij te maken. Om het één en ander goed te reguleren heeft het waterschap op 1 juli 2019 een Algemene regel ‘Overgangsbepaling obstakels langs waterlopen’ vastgesteld, welke op 8 juli 2019 is gepubliceerd in het Waterschapsblad.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid.

2.2

Reikwijdte

De tekst luidt:

 

Deze overgangsbepaling is alleen van toepassing voor obstakels van voor 1 januari 2010.

Voor obstakels van na 1 januari 2010 is de huidige regelgeving van toepassing en kan geen gebruik worden gemaakt van deze algemene regel. Als peildatum is 1 januari 2010 gekozen, zijnde het eerste jaar na inwerkingtreding van de Waterwet.

 

wordt vervangen door:

 

Deze overgangsbepaling is alleen van toepassing op obstakels die zijn aangebracht vóór 1 januari 2010. Dit geldt voor zowel rechtmatig als onrechtmatig tot stand gebrachte obstakels.

Voor obstakels van na 1 januari 2010 is de huidige regelgeving van toepassing en kan geen gebruik worden gemaakt van deze algemene regel. Als peildatum is 1 januari 2010 gekozen, zijnde het eerste jaar na inwerkingtreding van de Waterwet.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid. Hier wordt (nogmaals) benadrukt dat de regeling van toepassing is op zowel rechtmatig als onrechtmatig aangebrachte obstakels.

2.3

Artikelsgewijze toelichting artikel 1

Aan de artikelsgewijze toelichting wordt artikel 1 algemeen toegevoegd. De tekst hiervan luidt:

 

Artikel 1 algemeen

In artikel 1 van deze overgangsbepaling is onder meer vastgelegd dat in goede staat verkerende, kapitaalintensieve bouwwerken van vóór 2010, permanent vrijgesteld zijn van de vergunningplicht. Deze categorie bouwwerken hoeven niet verwijderd te worden uit de beschermingszone. Dit omdat het waterschap, in tegenstelling tot de overige obstakels als bedoeld in artikel 2 van deze overgangsbepaling, het te ingrijpend voor belanghebbenden vindt om dergelijke bouwwerken nu nog te laten verwijderen

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid.

2.4

Artikelsgewijze toelichting artikel 1

De tekst luidt:

 

Ad artikel 1 lid 1 en 3:

Het begrip gebouw is ontleend aan de Woningwet: een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Voor het begrip bouwwerk in deze definitie wordt aangesloten bij de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een bouwwerk is elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Hiermee wordt geborgd dat in deze algemene regel de begrippen worden gehanteerd die gebruikelijk zijn in het omgevingsrecht.

 

Op basis van luchtfoto’s bepaalt het waterschap of het betreffende gebouw voor 1 januari 2010 is geplaatst of erna.

Het gebouw mag worden behouden in de staat zoals het zich op 1 januari 2010 bevond. Wijzigingen en uitbreidingen van het gebouw en sloop en nieuwbouw op dezelfde locatie zijn niet toegestaan. Alleen kleinschalige bouwactiviteiten die het beheer en onderhoud van de waterloop niet kunnen hinderen, zoals dakramen en zonnepanelen, zijn toegestaan op grond van het derde lid (artikel 2 van bijlage 2 Besluit omgevingsrecht).

 

Eenvoudig te verplaatsen of te verwijderen gebouwen van voor 2010 vallen niet onder de vrijstelling van artikel 1. Deze worden gezien als overig obstakel waarbij het waterschap bij maatwerkvoorschrift de einddatum bepaalt voor het behouden van het obstakel.

Eenvoudig te verwijderen gebouwen zijn bijvoorbeeld houten schuurtjes.

 

Dit wordt vervangen door:

 

Artikel 1 lid 1

Voor het begrip bouwwerk in deze definitie wordt aangesloten bij de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een bouwwerk is elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Hiermee wordt geborgd dat in deze algemene regel de begrippen worden gehanteerd die gebruikelijk zijn in het omgevingsrecht. Op basis van luchtfoto’s bepaalt het waterschap of het betreffende bouwwerk voor 1 januari 2010 is geplaatst of erna.

 

Voor een permanente vrijstelling wordt geëist dat het bouwwerk thans in een goede staat verkeert en kapitaalintensief is. Een bouwwerk verkeert in goede staat onder meer als dit bouwwerk zijn functie kan vervullen en geen risico vormt voor de veiligheid van mens en dier. Bij een woning geldt bijvoorbeeld dat deze bewoonbaar moet zijn zonder dat er gevaar voor instorting bestaat. Voorts wordt (cumulatief) geëist dat het bouwwerk kapitaalintensief is. Dit betekent in elk geval dat het bouwwerk een normale tot zware fundering in de grond moet hebben, welke is gestort, geslagen of anderszins is aangebracht en/of het bouwwerk heeft een gemetselde of anderszins geïsoleerde wanden en/of een pannendak.

Ter verduidelijking: niet-kapitaalintensieve bouwwerken hebben een tijdelijk karakter en/of zijn handmatig demontabele bouwwerken die niet aan bovenstaande cumulatieve eisen omtrent fundatie en geïsoleerde wanden voldoen. Voorbeelden van niet-kapitaalintensieve bouwwerken zijn: een kippenhok, een (ijzeren) hekwerk, een schutting, een tuinmuur, een fietsenrek, speeltoestellen, een blokhut, een tuinhuis met houten wanden etc.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid.

Hier wordt aangegeven wat wordt verstaan onder kapitaalintensieve bouwwerken.

2.5

Artikelsgewijze toelichting artikel 1

In de artikelsgewijze toelichting wordt artikel 1 lid 3 separaat toegelicht. De tekst hiervan luidt:

 

Artikel 1 lid 3

Bouwwerken worden behouden in de staat zoals ze zich op 1 januari 2010 bevonden. Wijzigingen en uitbreidingen van een bouwwerk en sloop en nieuwbouw op dezelfde locatie zijn daarom niet toegestaan. Alleen kleinschalige bouwactiviteiten die het beheer en onderhoud van de waterloop niet kunnen hinderen, zoals dakramen en zonnepanelen plaatsen op een dak van een gebouw, zijn toegestaan op grond van dit lid (artikel 2 van bijlage 2 Besluit omgevingsrecht). Bij grootschaligere aanpassingen moet voldaan worden aan de op dat moment geldende regels. Het is niet wenselijk om de situatie nog verder te verslechteren en het waterschap grijpt zo’n moment graag aan om te kijken of ook die situaties conform de uitgangspunten van toekomstbestendig onderhoud gemaakt kunnen worden.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid en/of is een andere indeling gemaakt.

2.6

Artikelsgewijze toelichting artikel 2

De tekst luidt:

 

Artikel 2

Of een obstakel dateert van voor 2010 wordt zoveel mogelijk bepaald op basis van luchtfoto’s. Bomen en struiken en hekwerken zijn over het algemeen goed zichtbaar op luchtfoto’s. Dit geldt niet voor kleinere obstakels zoals bijvoorbeeld hydranten. Van een kleiner obstakel zal de eigenaar zelf aannemelijk moeten maken dat het een obstakel betreft van voor 2010. Bijvoorbeeld op basis van een factuur.

 

Waterschap Aa en Maas gaat het onderhoud meer toekomstbestendig maken. Het waterschap doet dit geleidelijk en in goed overleg met de omgeving. Per onderhoudsvak gaat het waterschap het gesprek aan met aangrenzende eigenaren en maakt daarbij afspraken over onder andere rijrichting en maaiselverwerking. Dit proces noemt het waterschap Wijzer Onderhoud. Mede op basis van de resultaten van het overleg, bepaalt het waterschap welke obstakels verwijderd dienen te worden.

De termijn waarbinnen de obstakels behouden mogen blijven – oftewel de einddatum van de tijdelijke vrijstelling – wordt bij maatwerkvoorschrift vastgesteld. Een maatwerkvoorschrift is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen het maatwerkvoorschrift staat bezwaar en beroep open.

 

Bij het bepalen welke obstakels verwijderd dienen te worden, hanteert het waterschap het principe “we rijden niet door tuinen, tenzij …”. Onder tuinen wordt hier verstaan percelen die op 1 januari 2010 de bestemming wonen hadden en bouwvlakken binnen een perceel met de bestemming agrarisch, op 1 januari 2010 ingericht als tuin.

Bij tuinen die hier aan voldoen wordt allereerst gekeken of het onderhoud veilig kan worden uitgevoerd of de onderhoudssituatie veilig kan worden gemaakt door relatief eenvoudige aanpassingen aan het oppervlaktewaterlichaam. Als dit het geval is of mogelijk is, kunnen de betreffende obstakels blijven staan. Als dit niet mogelijk is dan moeten alle obstakels die het onderhoud hinderen verwijderd worden. Het uitgangspunt hierbij is een vrije beschermingszone van 5 meter breed. Afhankelijk van de benodigde manoeuvreerruimte zijn er beperkte mogelijkheden om minder dan 5 meter vrij te maken.

 

Wordt vervangen door:

 

Artikel 2 Algemeen

Overige obstakels in de beschermingszone die vóór 2010 zonder vergunning zijn geplaatst en niet voldoen aan de geldende regels vormen ook een belemmering voor het onderhoud. Het gaat hier om niet-kapitaalintensieve bouwwerken zoals uitgelegd in de toelichting bij artikel 1 lid 1. Waterschap Aa en Maas gaat het onderhoud meer toekomstbestendig maken. Het waterschap doet dit geleidelijk en in goed overleg met de omgeving. Per onderhoudsvak gaat het waterschap het gesprek aan met aangrenzende eigenaren en maakt daarbij afspraken over onder andere rijrichting en maaiselverwerking. Dit proces noemt het waterschap Wijzer Onderhoud. Mede op basis van de resultaten van het overleg, kan het waterschap bepalen welke obstakels verwijderd dienen te worden. Het waterschap acht dit, in tegenstelling tot de in goede staat verkerende, kapitaalintensieve bouwwerken als bedoeld in artikel 1, minder ingrijpend en weegt het belang van het veilig en doelmatig uit kunnen voeren van het onderhoud in deze gevallen zwaarder. Omdat de situaties veelal langer bestaan biedt het waterschap met deze overgangsbepaling een termijn waarbinnen het obstakel verwijderd moet worden. Deze termijn wordt per geval bepaald. Tot die tijd zijn de obstakels tijdelijk vrijgesteld van de vergunningplicht. 

 

Bij het bepalen welke obstakels verwijderd dienen te worden, hanteert het waterschap het principe “we rijden niet door tuinen, tenzij …”. Onder tuinen wordt hier verstaan percelen die op 1 januari 2010 de bestemming wonen hadden en bouwvlakken binnen een perceel met de bestemming agrarisch, die op 1 januari 2010 ingericht zijn als tuin.

Bij tuinen die hier aan voldoen bekijkt het waterschap allereerst of de onderhoudssituatie veilig kan worden gemaakt door relatief eenvoudige aanpassingen aan het oppervlaktewaterlichaam. Als het waterschap van mening is dat dit het geval is, kunnen de betreffende obstakels blijven staan. Als dit niet mogelijk is dan moeten alle obstakels die het onderhoud hinderen verwijderd worden. Het uitgangspunt hierbij is een beschermingszone van 5 meter breed die vrij is van obstakels. Afhankelijk van de benodigde manoeuvreerruimte zijn er beperkte mogelijkheden om minder dan 5 meter vrij te maken.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid en/of is een andere indeling gemaakt.

2.7

Artikelsgewijze toelichting artikel 2

In de artikelsgewijze toelichting wordt artikel 2 lid 1 separaat toegelicht. De tekst hiervan luidt:

 

Artikel 2 lid 1

De tijdelijke vrijstelling in dit lid geldt voor onrechtmatig tot stand gebrachte obstakels. Einddoel is om de onderhoudssituatie te verbeteren en alle obstakels in overeenstemming te brengen met de regels van de Keur.

 

Of een obstakel dateert van vóór 2010 wordt zoveel mogelijk bepaald op basis van luchtfoto’s. Bomen, struiken en andere obstakels met een relatief grote oppervlakte zijn over het algemeen goed zichtbaar op luchtfoto’s. Dit geldt niet voor kleinere obstakels zoals bijvoorbeeld hydranten of afrasteringen. Van een kleiner obstakel zal de eigenaar zelf aannemelijk moeten maken dat het een obstakel betreft van vóór 2010. Bijvoorbeeld op basis van een factuur, een foto of ander bewijsmateriaal.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid en/of is een andere indeling gemaakt.

2.8

Artikelsgewijze toelichting artikel 2

In de artikelsgewijze toelichting wordt artikel 2 lid 2 separaat toegelicht. De tekst hiervan luidt:

 

De termijn waarbinnen de obstakels behouden mogen blijven – oftewel de einddatum van de tijdelijke vrijstelling – wordt bij maatwerkvoorschrift vastgesteld. Een maatwerkvoorschrift is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen het maatwerkvoorschrift staat bezwaar en beroep open.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid en/of is een andere indeling gemaakt.

2.9

Artikelsgewijze toelichting artikel 2

In de artikelsgewijze toelichting wordt artikel 2 lid 3 separaat toegelicht. De tekst hiervan luidt:

 

Artikel 2 lid 3

Ook rechtmatig tot stand gebrachte objecten kunnen een obstakel vormen voor het onderhoud, met name omdat de beschermingszones in de loop der jaren breder zijn geworden. Omdat het waterschap in het hele beheergebied de onderhoudsmogelijkheden toekomstbestendig wil maken, wordt ook voor deze obstakels via een maatwerkvoorschrift een termijn gesteld om verplaatst of verwijderd te worden. Dit houdt in dat eerder verleende vergunningen/ontheffingen of situaties die onder het overgangsrecht vallen komen te vervallen.

Ter verduidelijking is de toelichting van de algemene regel uitgebreid en/of is een andere indeling gemaakt.

Naar boven