Besluit van het Dagelijks Bestuur van Waterschap Limburg houdende regels omtrent mandaat BGT (Mandaatbesluit Wet basisregistratie grootschalige topografie Waterschap Limburg)

Het Dagelijks Bestuur van Waterschap Limburg maakt bekend dat zij in haar vergadering van 26 mei 2020 het Mandaatbesluit uitvoering Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie heeft vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

Het mandaatbesluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking van dit besluit.

 

Roermond, 22 juli 2020

De bestuursorganen voornoemd,

ir. E.J.M. Keulers, secretaris-directeur

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck, dijkgraaf

 

Tekst mandaatbesluit

Dagelijks Bestuur van Waterschap Limburg

 

overwegende dat:

 

  • -

    in artikel 10, eerste lid, onder a, van de Wet BGT het dagelijks bestuur van een waterschap specifiek worden aangewezen als bronhouder voor zover het betreft geografische objecten:

    • -

      die onderdeel zijn van oppervlaktewateren, waterkeringen en kunstwerken, waarvoor een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet is vastgesteld, alsmede de daartoe behorende terreinen en de wegen die in beheer zijn bij een waterschap.

  • -

    de uitvoering van de taken rondom BGT-beheer en BGT-kwaliteitscoördinatie is opgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Het Gegevenshuis;

  • -

    het wenselijk is aan de algemeen directeur/secretaris van Het Gegevenshuis in het kader van de uitvoering van genoemde taken bepaalde mandaten en machtigingen te verlenen, waarbij geldt dat ondermandaat is toegestaan;

  • -

    het Dagelijks Bestuur van Het Gegevenshuis hiermee heeft ingestemd;

 

gelet op afdeling 10.1.1 en 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten:

 

het navolgende Mandaatbesluit Wet basisregistratie grootschalige topografie vast te stellen;

Artikel 1 Mandaat

Mandaat wordt verleend aan de algemeen directeur/secretaris van Het Gegevenshuis voor:

  • a.

    het ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie zorgdragen voor het bijhouden van de geografische gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie door het langs elektronische weg leveren van de gegevens, bedoeld in de artikelen 7, tweede en derde lid, en 8 van die wet, aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, in overeenstemming met de systeembeschrijving als bedoeld in de artikelen 15, tweede lid en 20 van die wet;

  • b.

    het ingevolge artikel 12 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie zorgdragen voor afstemming met andere in die wetgenoemde bronhouders over de begrenzing en de onderlinge aansluiting van de geografische objecten, voor zover dat nodig is om overlap van die objecten te voorkomen en om een landsdekkend topografisch bestand te waarborgen;

  • c.

    het ingevolge artikel 13 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie voldoen aan de kwaliteitseisen, gesteld in de catalogus als bedoeld in artikel 4 van die wet, bij het leveren van een geografisch gegeven als bedoeld in artikel 11 van die wet;

  • d.

    het ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie ervoor zorgdragen dat een in de basisregistratie grootschalige topografie weergegeven geografisch object in overeenstemming is met de fysieke werkelijkheid, binnen de regels ten aanzien van actualiteit die daarover in de catalogus, bedoeld in artikel 4 van die wet worden gesteld;

  • e.

    het ingevolge de artikelen 27 en 28 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van die wet, in onderzoek zetten van een geografisch object waarop de melding betrekking heeft, het betreffende authentiek gegeven onderzoeken en zo spoedig mogelijk beslissen over de wijziging dan wel opneming van dat gegeven en het na opneming van het authentiek gegeven onverwijld leveren hiervan en het bericht dat het geografisch object waarop het authentiek gegeven betrekking heeft niet langer in onderzoek is aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers;

  • f.

    het ingevolge artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie jaarlijks verrichten van een onderzoek naar de uitvoering van de voor het dagelijks bestuur van een waterschap krachtens die wet geldende verplichtingen en het zenden van een afschrift van de resultaten van dit onderzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vanaf het moment dat artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie in werking is getreden.

Artikel 2 Ondermandaat

Het verlenen van ondermandaat aan medewerkers van Het Gegevenshuis, die in een gezagsverhouding onder de algemeen directeur/secretaris van Het Gegevenshuis functioneren, is toegestaan.

Artikel 3 Kaderstelling

Het mandaat als bedoeld in artikel 2 wordt uitgeoefend met inachtneming van de tussen Waterschap Limburg en Het Gegevenshuis gesloten dienstverleningsovereenkomst en in overeenstemming met de ter zake geldende wet- en regelgeving.

Artikel 4 Toezicht en rapportage

De algemeen directeur/secretaris van Het Gegevenshuis draagt zorg voor een deugdelijke registratie van de in het mandaat en ondermandaat genomen besluiten. Aan de hand van de registratie stelt de algemeen directeur/secretaris van Het Gegevenshuis periodiek een rapportage op over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid en brengt deze rapportage ter kennis van het Dagelijks Bestuur van Waterschap Limburg.

Artikel 5 Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt gepubliceerd in het elektronisch Waterschapsblad.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 23 juli 2020.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Mandaatbesluit Wet basisregistratie grootschalige topografie Waterschap Limburg’

 

Aldus vastgesteld te Roermond op 26 mei 2020,

Het Dagelijks Bestuur,

de secretaris-directeur,

ir. E.J.M. Keulers.

de Dijkgraaf,

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck.

Naar boven