Besluit om vooralsnog geen ontheffing te verlenen van het verbod voor beregenen van grasland met grondwater (5% regeling).

Gelet op de Keur waterschap Aa en Maas 2015 en de Beleidsregel agrarische beregening uit grondwater bij schaarste voor het verlenen van ontheffing op het verbod voor beregenen van grasland met grondwater bij grote droogte (5%-regeling);

gelet op de bepalingen opgenomen in de vergunningen voor het onttrekken van grondwater voor het beregenen van grasland;

heeft het dagelijks bestuur in zijn vergadering van 28 april 2020 besloten om vooralsnog geen ontheffing te verlenen aan vergunninghouders van het in de vergunning opgenomen verbod om grondwater te onttrekken voor het beregenen van grasland met het oog op bescherming van de grondwatervoorraad voor de langere termijn in het algemeen belang.

Het dagelijks bestuur heeft dit besluit genomen, omdat het al vroeg droog en warm is dit jaar maar dat in de regeling niet goed is voorzien in de situatie dat zich deze droogtesituatie al vroeg in het jaar (april) voordoet. In onderling overleg hebben de Brabantse waterschappen besloten de 5% regeling slechts daar toe te passen waar de noodzaak echt aanwezig is om de aanwezige grondwaterhoeveelheid zoveel mogelijk te sparen voor mogelijk droge perioden later deze zomer. Binnen het beheergebied van waterschap Aa en Maas zijn er vooralsnog geen gebieden waar de noodzaak nu groot genoeg is. Het waterschap zal de toestand van het grond- en oppervlaktewatersysteem nauwgezet volgen en hierop anticiperen.

Voor vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Handhaving via 088 178 80 00.

’s-Hertogenbosch, 29 april 2020.