In de nota peilbeheer staat hoe het Waterschap Aa en Maas het peilbeheer uitvoert in de vrij afwaterende gebieden. Naast die gebieden bestaat het beheergebied van waterschap Aa en Maas uit poldergebieden, ofwel peilbesluitgebieden. Voor deze peilbesluitgebieden is het beleid voor het peilbeheer vastgesteld in een beleidsnota peilbesluiten (2011). Het peilbeheer is een belangrijk instrument om de waterschap doelen, te weten een veilig en bewoonbaar gebied, voldoende water en een robuust watersysteem en gezond en natuurlijk water te behalen. Niet alleen het voorkomen van wateroverlast voor landbouw, stedelijk gebied, natuur en recreatie bepaalt het peilbeheer. Ook wateraanvoer, waterconservering en de Kaderrichtlijn Water stellen hier eisen aan. Het gaat om doelen die vaak niet allemaal tegelijkertijd haalbaar zijn: daarom moet er een afweging worden gemaakt. In de nota peilbeheer, vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 5 juni 2015, is beschreven hoe deze afweging gemaakt wordt
Het Algemeen Bestuur van waterschap Aa en Maas maakt bekend dat vanaf 20 januari tot en met 2 maart ter inzage ligt:
ontwerp partiele herziening van de nota peilbeheer in vrij afwaterende gebieden
Waterconservering vraagt om jaarrond zo hoog mogelijke peilen waarbij het belang van maximaal conserveren op de hoge gronden van onder meer de Peelhorst het grootst is. Deze hoge gronden zijn over het algemeen infiltratiegebieden en gelden als buffer en bron voor kwelgebieden en de lager gelegen gronden in de beekdalen van beken zoals de Aa en de Raam. Daarnaast is het risico op wateroverlast op de hogere gronden lager. In de beekdalen en andere kwelgebieden wordt gestreefd naar een optimale waterconservering waarbij de natuurlijke dynamiek van hogere winterpeilen en wat lagere zomerpeilen een factor is voor het ecologisch laten functioneren van beken. Op deze gronden zijn de risico’s op wateroverlast over het algemeen groter en zal de conservering optimaal ingezet worden. Voor zowel de hoge als de lage gronden wordt uitgegaan van een streefpeil waarbij er jaarrond een drooglegging is van 40 cm. Met een beheermarge kan er onder reguliere omstandigheden meer onderscheid gemaakt worden in de verschillende gronden waar er maximaal en optimaal geconserveerd wordt en kan er ingespeeld worden op de wisselende omstandigheden. Bij zeer droge omstandigheden wordt de conserveringsmarge ingezet
De oorspronkelijke nota uit 2015 is nu uitgebreid met de conserveringsmarge. Dit naar aanleiding van de droogte in 2018 en 2019 waarbij er met een groot draagvlak sinds oktober 2018 met zeer hoge peilen wordt gewerkt, die buiten de beleidskaders vallen van de oorspronkelijke nota peilbeheer. Met het opnemen van een conserveringsmarge kan er tijdens en na een zeer droge periode binnen de beleidskaders de peilen hoog opgezet worden. De wijzigingen in de nota zijn met een gele arcering aangegeven.
Inzage
De bijbehorende ontwerp partiele herziening van de nota peilbeheer in vrij afwaterende gebieden kunt u downloaden aan de linkerzijde van de pagina.
Zienswijzen
Belanghebbenden kunnen gedurende de periode van terinzagelegging gemotiveerd hun zienswijze indienen bij het Algemeen Bestuur van waterschap Aa en Maas. De zienswijze moet tenminste bevatten uw naam en adres, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waar uw zienswijze betrekking op heeft.
Wat gebeurt er met de zienswijzen?
Het Algemeen Bestuur stelt een inspraaknota vast met alle ingediende zienswijzen en de reactie van het Algemeen Bestuur hierop. Degene die een zienswijze heeft ingediend, krijgt een afschrift van de inspraaknota toegezonden. In de nota van zienswijzen worden géén persoonsgegevens vermeld.
Contact
Voor vragen over deze bekendmaking kunt u contact opnemen met het secretariaat van de afdeling Beleid en Advies via een e-mail: secr_BenA@aaenmaas.nl