Wijziging en vaststelling van algemene regels en beleidsregels voor het watersysteem

Het dagelijks bestuur van Waterschap Rijn en IJssel maakt bekend dat het in zijn vergadering van 7 april 2020 de onderstaande algemene regels voor het watersysteem heeft gewijzigd of vastgesteld en één beleidsregel heeft vastgesteld. Beleidsregels bevatten de toetsingscriteria aan de hand waarvan vergunningaanvragen worden beoordeeld. Algemene regels bevatten de algemene voorschriften voor handelingen in, aan of bij het watersysteem.

De herziening bestaat uit:

Wijziging (geheel vervangen):

1. Algemene regels Afd.II, artikel 2: Kabels en leidingen.

Vaststelling (nieuw):

2. Algemene regels artikel no.(n.t.b.): Uitstroomvoorzieningen.

3. Beleidsregel 2.11: Toetsingskader voor puntlozingen op overig water.

Ad. 1 De algemene regel Kabels en leidingen is van toepassing op het aanleggen en vervangen van kabels, leidingen en mantelbuizen langs, onder of over watergangen, bergingsgebieden en hun beschermingszones. Het toepassen van kabels en leidingen komt veel voor en betreft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudig werk. De relevante waterhuishoudkundige belangen kunnen voldoende worden gewaarborgd door het stellen van algemene regels.

Deze regels zijn vernieuwd om kennis en ervaringen van de afgelopen jaren in het omgaan met meldingen te verwerken en om het bereik van handelingen waarop de meldingsplicht van toepassing is, te vergroten.

Ad. 2 De algemene regel Uitstroomvoorzieningen is van toepassing op het aanleggen, wijzigen en behouden van een uitstroomvoorziening in de kern- en/of beschermingszone van een watergang. Het aanleggen van een uitstroomvoorziening betreft vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een relatief eenvoudige en veel voorkomende activiteit in een watergang. Het grootste potentiële risico van uitstroomvoorzieningen is uitspoeling van het talud. Daarom zijn in deze algemene regel voorschriften opgenomen die borgen dat het risico van uitspoeling van het talud tot een minimum beperkt blijft.

Ad. 3 De beleidsregel 2.11 geeft aan welke criteria het waterschap hanteert bij het toetsen van nieuwe aanvragen van puntlozingen op de overige wateren. Deze categorie wateren bestaat uit de HEN- en SED-wateren (provincie Gelderland), kleine, waardevolle wateren (provincie Overijssel), het stedelijk water en het water in het landelijk gebied. Deze beleidsregel betreft het toetsen van voorgenomen lozingen aan fysisch-chemische normen (concentratie aan stikstof, fosfaat, zuurstof, chloride en temperatuur, doorzicht, zuurgraad).

Terinzagelegging

De genoemde algemene regels en beleidsregel liggen met ingang van 20 april tot en met 31 mei 2020 ter inzage. De stukken zijn via de bijlagen te raadplegen en te downloaden op de website officiëlebekendmakingen.nl. Het fysiek inzien van de stukken is, in verband met corona-beperkingen, enkel mogelijk op afspraak. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de heer B. Zandstra, via tel. 0314-369 369.

Indienen zienswijzen

Belanghebbenden kunnen schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen. Zienswijzen kunnen worden ingediend gedurende de periode van terinzagelegging. Schriftelijke zienswijzen moeten gestuurd worden aan het dagelijks bestuur van Waterschap Rijn en IJssel, Postbus 148, 7000 AC te Doetinchem, onder vermelding van het besluit waar de zienswijze zich tegen richt. Mondelinge zienswijzen kunnen worden ingediend door hiervoor een afspraak in te plannen met de heer B. Zandstra, via tel. 0314-369 369.

Wat gebeurt er met uw zienswijze?

Uw zienswijze wordt meegewogen bij het definitieve besluit tot vaststelling van de algemene regels en beleidsregel. Het dagelijks bestuur stelt een inspraaknota vast met alle ingediende zienswijzen en de reactie van het dagelijks bestuur hierop. Degene die een zienswijze heeft ingediend krijgt een afschrift van de inspraaknota toegezonden. De definitieve algemene regels en de beleidsregel worden in het Waterschapsblad bekend gemaakt.

 

Naar boven