Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen voor regionale en overige waterkeringen en oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

Gelet op :

  • De artikelen 3:4 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 7.14 van de Waterwet;

  • Artikel 2.4 van de Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020;

  • Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding Kabels en Leidingen.

Besluit:

vast te stellen de navolgende Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen voor regionale en overige waterkeringen en oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020, zijnde een nadere regeling als bedoeld in artikel 2.4 van de Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2020

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b.

    belanghebbende: een natuurlijke of rechtspersoon van een werk (buis, leiding of kabel), dat ten gevolge van een werk door of namens het waterschap verwijderd, verlegd of aangepast dient te worden;

  • c.

    beperkingengebied:

    • a.

      de bij oppervlaktewateren behorende beschermingszones zoals vastgelegd in “Legger Oppervlaktewateren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2018’;

    • b.

      waterkeringen en de bijbehorende beschermingszones, zoals vastgelegd in de ‘Legger van de regionale waterkeringen met de bijbehorende kunstwerken’ en in de ‘Legger van de primaire waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel met bijbehorende kunstwerken 2008’en de ‘Legger van de primaire waterkeringen langs de Neder-Rijn en Lek met de daartoe behorende kunstwerken, 2019’

  • d.

    schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van een werk door of namens het waterschap;

  • e.

    schadevergoeding: het bedrag dat op basis van deze regeling als nadeelcompensatie wordt toegekend aan de belanghebbende;

  • f.

    uitvoeringsprotocol: Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding Kabels en Leidingen [zie bijlage];

  • g.

    vergunning: een vergunning of melding als bedoeld in de Keur Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2018;

  • h.

    verzoek: een verzoek om nadeelcompensatie;

  • i.

    verzoeker: een belanghebbende die een verzoek om nadeelcompensatie indient;

  • j.

    verordening: Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2019 [2020]

  • k.

    waterschap: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Deze regeling is uitsluitend van toepassing op het verwijderen, verleggen of aanpassen van kabels en leidingen vanwege werken van het waterschap die niet vallen onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma.

  • 2.

    De regeling is niet van toepassing op het verwijderen, verleggen of aanpassen van kabels en leidingen die in beheer zijn van het waterschap. Verder is de regeling niet van toepassing op het verwijderen, verleggen of aanpassen op kabels en leidingen die vallen onder de Telecommunicatiewet.

Artikel 3 Procedure verzoek om nadeelcompensatie

Voor het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie vanwege het verwijderen, verleggen of aanpassen van kabels en leidingen vanwege het uitvoeren van werkzaamheden door of namens het waterschap zijn de procedurebepalingen zoals opgenomen in het Uitvoeringsprotocol Schadevergoeding Kabels en Leidingen van toepassing.

Artikel 4 Nadeelcompensatie kabels en leidingen gelegen binnen het beperkingengebied

Het college kent de verzoeker die schade lijdt, of zal lijden, vanwege het uitvoeren van werkzaamheden door het waterschap aan het waterstaatswerk of beschermingszone als gevolg van de intrekking of wijziging van de vergunning verleend op grond van de keur voor het hebben van kabels/leidingen gelegen binnen het waterstaatswerk of beschermingszone op zijn verzoek een vergoeding toe, voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd:

  • 1.

    Indien als gevolg van dijkversterkingswerkzaamheden de vergunning gewijzigd of ingetrokken wordt binnen een periode van vijf jaren, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding of intrekking van de vergunning, zal de vergoeding 100% bedragen.

  • 2.

    Indien als gevolg van dijkversterkingswerkzaamheden de vergunning gewijzigd of ingetrokken wordt in de periode gelegen tussen de vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding of intrekking van de vergunning, wordt de schadevergoeding vastgesteld volgens het schema conform bijlage 1.

  • 3.

    Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

  • 4.

    Als de kabels en/of leidingen er zonder vergunning liggen of niet anderszins kan worden aangetoond hoe oud de kabels en leidingen zijn, dan wordt ervan uitgegaan dat deze kabels en leidingen ouder dan dertig jaren zijn.

Artikel 5 Nadeelcompensatie kabels en leidingen gelegen buiten het beperkingengebied

Het college kent de verzoeker die schade lijdt, of zal lijden, vanwege het uitvoeren van werkzaamheden door het waterschap aan het waterstaatswerk of beschermingszone als gevolg van de rechtmatige uitoefening door of namens het waterschap van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak, een schadevergoeding toe, voor zover de schade redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd:

  • 1.

    De vergoeding zal 100% van het schadebedrag bedragen indien de kabels en leidingen van verzoeker zijn gelegen in, op of boven de grond in eigendom van verzoeker, op de kabels en leidingen een zakelijk recht rust of op de kabels en leidingen een gedoogplicht rust ingevolge de Belemmeringenwet privaatrecht.

  • 2.

    Rust op de kabels en leidingen van verzoeker geen van de in het eerste lid bedoelde rechten, zal de schadevergoeding bestaan uit de kosten voor ontwerp , begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed. (Bij de definitie van termen van het schadebedrag wordt uitgegaan van Bijlage 1 bij de NKL 1999.)

Artikel 6 Beperken van schade

Zowel het waterschap als de verzoeker dienen zo veel als redelijkerwijze mogelijk is schadebeperkend op te treden in het kader van verwijdering, verlegging of aanpassing van de kabels en/of leidingen van de verzoeker.

Artikel 7 Bijzondere omstandigheden

  • 1.

    Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de verzoeker dient te blijven dan uit de toepassing van de artikelen 4 of 5 voortvloeit, kan van het gestelde in deze artikelen worden afgeweken.

  • 2.

    Een aftrek nieuw voor oud wordt alleen toegepast indien sprake is van technisch versleten kabels of leidingen. Onder technisch versleten kabels en leidingen wordt verstaan kabels en leidingen waarvan de technische levensduur binnen een periode van vijf jaar verstreken zal zijn. Voor de technische levensduur van kabels en leidingen wordt aangesloten bij het Overzicht technische levensduur, opgenomen in Bijlage 1 van de NKL 1999.

  • 3.

    Bij kabels en leidingen die binnen een termijn van vijf jaar hun technische levensduur zullen bereiken, vindt de berekening van de vergoeding plaats op basis van lineaire afname over de laatste vijf jaar van de technische levensduur naar nul.

Artikel 8 Beslissing op het verzoek om nadeelcompensatie

De (beslis)termijnen en de mogelijkheid tot het verdagen van de beslissing zoals opgenomen in de Verordening en de Algemene wet bestuursrecht zijn op deze regeling van toepassing.

Artikel 9 Geschillen

Mocht er sprake zijn van een geschil tussen de Partijen dan zijn de bepalingen uit de Verordening en de Algemene wet bestuursrecht op deze regeling van toepassing.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 17 maart 2020

J.C.H. Haan, dijkgraaf

R. Bronda, secretaris-directeur

BIJLAGE 1

Behorende bij de Nadeelcompensatieregeling inzake het verleggen van kabels en leidingen nabij oppervlaktewateren en regionale waterkeringen van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

 

De in artikel 4 bedoelde schadevergoeding wordt bepaald aan de hand van het werkelijke kosten voor het verwijderen, verleggen en aanpassen van kabels en leidingen. De nadeelcompensatie bestaat uit:

  • materiaalkosten;

  • kosten van het uit en in bedrijfstellen;

  • kosten van ontwerp en begeleiding;

  • uitvoeringskosten.

 

Bij de definitie van termen van het schadebedrag wordt uitgegaan van Bijlage 1 bij de NKL 1999.

 

De in artikel 4 bedoelde nadeelcompensatie bedraagt 80% van het schadebedrag na het 5e jaar, lineair aflopend naar 0% na het 30ste jaar schade, conform het volgende overzicht:

 

 

 

BIJLAGE 2

Toelichting op Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2019 [2020], voor regionale/ overige waterkeringen en oppervlaktewateren

 

Algemeen:

 

1. Nadeelcompensatie.

Tot aan de inwerkingtreding van de “Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2019 [2020], voor regionale/ overige waterkeringen en oppervlaktewateren” kende HDSR geen uniform beleid voor de vergoeding van nadeelcompensatie zoals bedoeld in deze regeling. Per project werden met afzonderlijke kabel- en leidingeigenaren afzonderlijke afspraken gemaakt. De bevoegdheid een eventuele schadevergoeding toe te kennen werd gebaseerd op de algemene Nadeelcompensatieregeling Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden van 2001.

Deze afspraken waren echter niet altijd in overeenstemming met elkaar. Door het ontbreken van een vastgestelde nadeelcompensatieregeling waren zowel HDSR en netbeheerders onzeker over de hoogte van de schadevergoeding en ontstond dientengevolge een moeilijk werkzame situatie.

Bij de start van de dijkversterking in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, heeft het college besloten voor deze projecten de NKL 1999 toe te passen, conform de subsidieregels van het HWBP. Bij dat besluit heeft het college de wens uitgesproken ook van de overige projecten van HDSR te komen tot een vastgestelde nadeelcompensatieregeling.

Bovenstaande heeft geleid tot onderhavige nadeelcompensatieregeling. Conform de zogenaamde twee-wegenleer, zoals geformuleerd door de Hoge Raad, wordt de nadeelcompensatie bestuursrechtelijk vormgegeven. Daarbij heeft een uniforme regeling als beleidsregel het voordeel van toepassing te zijn voor alle kabel- en leidingeigenaren. Hierdoor wordt een eind gemaakt aan de rechtsongelijkheid die bestond doordat met verschillende kabel- en leidingeigenaren telkens verschillende afspraken gemaakt werden.

De nadeelcompensatieregeling sluit deels aan bij gemeentelijke regelingen, deels bij de NKL 1999 en deels bij andere landelijke nadeelcompensatieregelingen. De landelijke regelingen (o.a. Overeenkomst inzake verleggingen van kabel en leidingen buiten beheersgebied tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat en Energie-ned, VELIN en VEWIN en de NKL 1999) hebben hun nut in de praktijk bewezen en zijn ook rechterlijk getoetst. Het bepaalde in deze regelingen wordt in zijn algemeenheid als niet onredelijk beschouwd.

Kenmerkend voor deze nadeelcompensatieregeling zijn herkenbaarheid, eenvoud en redelijkheid.

Noodzakelijkerwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen vergoedingen voor kabels en leidingen die met vergunning binnen het beperkingengebied liggen en kabels en leidingen die buiten het beperkingengebied liggen. Met deze terminologie wordt aangesloten op de aanstaande Omgevingswet.

Binnen het beperkingengebied is er een publiekrechtelijke bevoegdheid de vergunning in te trekken indien dat noodzakelijk is voor de wettelijke taak van HDSR. De schadevergoeding wordt dan bepaald aan de hand van het maatschappelijk risico en de voorzienbaarheid van ingrepen aan de waterstaatswerken.

In navolging van de NKL 1999 wordt het normaal maatschappelijk risico bij natte infrastructuur (zoals waterkeringen en watergangen) gedurende een looptijd van 30 jaar geacht ’om te slaan’ naar de vergunninghouder. De periode van 30 jaar is gekozen omdat mag worden aangenomen dat bij natte infrastructuur zich geen snel wijzigende omstandigheden zullen voordoen. Met andere woorden, de dynamiek van aanpassingen aan waterkeringen en watergangen van HDSR sluit redelijk aan bij een termijn van 30 jaar.

Aangezien het maatschappelijk risico en de voorzienbaarheid geen verschil opleveren tussen langsliggende en kruisende kabels en leidingen, wordt voor de vergoeding ook geen onderscheid gemaakt tussen langsliggende en kruisende kabels en leidingen. Dit in analogie met de regeling van de gemeente Utrecht en vele andere gemeentelijke regelingen. Daarmee wordt tevens de eenvoud gediend.

De eenvoud wordt ook gediend door uit te gaan van het totale schadebedrag, zonder onderscheid te maken naar kostensoorten als ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten van uit en in bedrijf stellen en uitvoeringskosten. Het onderscheid tussen deze posten leidt in de praktijk van de NKL 1999 tot ongewenste discussies en rechtszaken.

 

2. Procedurele bepalingen

De “Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2019 [2020]” voorziet in een procedure voor het indienen, beoordelen en toekennen of afwijzen van verzoeken om schadevergoeding. Deze procedure wordt als zwaar en niet doelmatig beschouwd voor de behandeling van verzoeken om schadevergoeding voor het verleggen van kabels en leidingen.

Veel meer toegesneden op de landelijke praktijk van nadeelcompensatie voor het verleggen van kabels en leidingen is het “Uitvoeringsprotocol SKL van 14 september 2001”.

Dit protocol is in het verlengde van de NKL 1999 oorspronkelijk ontwikkeld door Rijkswaterstaat en ProRail in samenwerking met brancheverenigingen van netbeheerders. Het is een set van afspraken en definities om het proces van verleggen en vergoeden van schade (inclusief facturatie) in goede banen te leiden. Het biedt onder meer een modelovereenkomst (projectovereenstemming) met gestandaardiseerde bijlagen om scope, planning, kosten, en kostenvergoeding eenduidige vast te leggen. Het slot van het proces is de beschikking van het bestuursorgaan over de toekenning van een schadevergoeding om een verlegging, verwijdering of aanpassing.

Het toekennen van een schadevergoeding voor het verleggen van kabels en leidingen door middel van het Uitvoeringsprotocol, past in de systematiek van de Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2019 [2020]; de projectovereenstemming dient daarbij als verzoek om schadevergoeding, en het proces wordt afgesloten met genoemde beschikking.

Eventuele geschillen worden bestuursrechtelijk afgehandeld volgens de Algemene wet bestuursrecht en nadeelcompensatieverordening.

Aangetekend zij dat bij de HDSR projecten die onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma vallen, ook het Uitvoeringsprotocol wordt toegepast.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Definities

Bij de definities wordt de term beperkingengebied geïntroduceerd. Deze komt overeen met de vroegere Keurzones, nauwkeuriger, de in de Leggers gedefinieerde waterstaatszones en beschermingszones. Met het gebruik van de term beperkingengebied loopt de nadeelcompensatieregeling enigszins vooruit op dezelfde term en betekenis als gehanteerd in de aanstaande Omgevingswet.

 

Artikel 3 Procedure verzoek om nadeelcompensatie

Met dit artikel wordt aangesloten op het Uitvoeringsprotocol SKL van 14 september 2001. Het protocol heeft landelijke bekendheid verworven en wordt breed toegepast, niet alleen door RWS en ProRail, maar ook door provincies, gemeenten en waterschappen. Toepassing hiervan komt de herkenbaarheid zeer ten goede en bevordert de interne communicatie bij HDSR en de communicatie tussen HDSR en netbeheerders.

Zie verder de algemene toelichting.

 

Artikel 4 Nadeelcompensatie kabels en leidingen gelegen binnen het beperkingengebied

Dit artikel bepaalt de hoogte van de schadevergoeding als het te verleggen, verwijderen of aan te passen werk van de belanghebbende ligt op basis van een HDSR vergunning.

In tegenstelling tot nadeelcompensatieregelingen als de Overeenkomst en de NKL 1999, wordt in deze regeling geen onderscheid gemaakt tussen kruisende en langsliggende infrastructuur. De achterliggende reden hiervoor is dat HDSR geen onderscheid maakt tussen vergunningen voor kruisende en langsliggende netwerken en dat het maken van onderscheid bij de NKL 1999 aanleiding geeft tot onnodige complexiteit en discussies.

De periode van vijf jaren is ontleend aan gemeentelijke regelingen en landelijk geldende nadeelcompensatieregelingen zoals bijvoorbeeld de NKL 1999. De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voorzienbaar is dat binnen HDSR geen werkzaamheden plaats zullen gaan vinden. Een netbeheerder moet er van uit kunnen gaan dat HDSR ten minste 5 jaar kan garanderen dat de vergunning niet zal worden ingetrokken vanwege werken van het hoogheemraadschap.

De termijn van vijf tot en met dertig jaren is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt. De termijn van 30 jaar jaren waarin nog een deel van het schadebedrag wordt vergoed, is in de praktijk een geaccepteerde termijn als het gaat om voorzienbaarheid bij langsliggende werken aan natte rijkswaterstaatswerken. Dit sluit aan bij de NKL 1999

Werkzaamheden van HDSR aan waterkeringen een watergangen zijn niet te voorzien op een termijn van dertig jaren of langer. De schadevergoeding na dertig jaren zal dan ook 0% van het schadebedrag bedragen. Daarbij speelt mee dat de netbeheerder geen vergoeding aan HDSR heeft hoeven te betalen voor het liggen in het beperkingengebied van HDSR.

 

Artikel 5 Nadeelcompensatie kabels en leidingen gelegen buiten het beperkingengebied

In dit artikel wordt de hoogte van de schadevergoeding bepaald indien het werk van de belanghebbende dat verlegd, verwijderd of aangepast moet worden, ligt buiten het beperkingengebied van HDSR. Het juridisch regime voor het toekennen van een schadevergoeding buiten het beperkingengebied kan niet op publiekrechtelijke leest worden geschoeid omdat HDSR buiten het beperkingengebied geen mogelijkheid heeft een vergunning in te trekken.

De schadevergoeding wordt buiten het beperkingengebied gebaseerd op de principes van de Onteigeningswet.

Bij het vaststellen van de NKL 1999 hebben Rijkswaterstaat en ProRail met brancheverenigingen van netbeheerders onderhandeld over de toepassing van de principes van de Onteigeningswet. Het resultaat daarvan is de is de “Overeenkomst inzake verleggingen van kabels en leidingen buiten beheersgebied’ van 10 februari 1999, Staatscourant 1999, nr. 97.

Deze overeenkomst heeft landelijk ook buiten RWS en ProRail algemene toepassing gevonden en wordt ook door HDSR gehanteerd door het bepalen van de schade buiten het beperkingengebied.

Ligt een kabel of leiding op basis van eigendom of met een zakelijk recht of op grond van een gedoogplicht vanwege de Belemmeringenwet privaatrecht, dan wordt een volledige vergoeding van schade toegekend. Voor de vaststelling van de schade is weer bijlage 1 van de NKL 1999 van toepassing. De volledige vergoeding bij deze bijzondere rechtsposities reflecteert de waarde van het eigendomsrecht.

Indien het te verleggen, verwijderen of aan te passen werk buiten het beperkingengebied van HDSR ligt en niet in grond van de belanghebbende, met een zakelijk recht of op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht, dan bestaat de schadevergoeding uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten van uit en in bedrijfstellen worden niet vergoed. Met artikel 8 is aansluiting gezocht bij de eerder genoemde “Overeenkomst inzake verleggingen van kabels en leidingen buiten beheersgebied tussen de Minister van Verkeer en Waterstaat en Energie-Ned, VELIN en VEWIN”.

 

Artikel 6 Beperken van schade

Partijen dienen, in het kader van de verwijdering, verlegging of aanpassing van het werk, één en ander uit te voeren tegen de laagst maatschappelijke kosten. Dit artikel legt deze verplichting vast, die overigens ook is opgenomen in het Convenant “Kabels en Leidingen in waterkeringen” van de Unie van Waterschappen en het Platform netbeheerders.

Indien één der partijen niet voldoet aan deze bepaling kan dit leiden tot een andere verdeling van het schadebedrag dan op basis van de bovenstaande artikelen van deze regeling het geval zou zijn. Handelen in strijd met dit artikel kan eveneens grond zijn voor de toepassing van artikel 7.

 

Artikel 7 Bijzondere omstandigheden

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien HDSR of de verzoeker kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van deze regeling tot een evident onredelijke schadevergoeding zou leiden, kan HDSR besluiten op basis van dit artikel de schadevergoeding aan te passen.

Dit artikel kan dus ook ten nadele van de verzoeker worden gehanteerd. Bijvoorbeeld indien de verzoeker schade oploopt door gedragingen die hem zelf te verwijten zijn. Te denken valt hierbij aan het weigeren van medewerking waardoor hogere kosten zijn ontstaan.

Hiermee wordt aangesloten bij het bepaalde in hoofdstuk 3 artikel 5 van Bijlage 1 behorende bij de “Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten rijkswaterstaatwerken en spoorwegwerken 1999” (NKL 1999). Om de technische levensduur van een kabels en/of leiding te bepalen wordt verwezen naar het “Overzicht technische levensduur” uit Bijlage 1 NKL 1999.

Bijlage 1 van de NKL 1999 bevat een rekenvoorbeeld voor de bepaling van de schade indien de kabel of leiding minder dan 5 jaar voor het einde van zijn technische levensduur verlegd dient te worden. Deze berekening met contante waarde is zeer gecompliceerd en wordt in de praktijk niet toegepast. Dit artikellid geeft een vereenvoudigde berekening van de lineair afnemende waarde van de schade vergoeding gedurende laatste 5 jaren van de technische levensduur.

 

Artikel 8 Beslissing op het verzoek om nadeelcompensatie

Met dit artikel wordt aan het eind van het Uitvoeringsprotocol SKL weer aangesloten bij de Verordening nadeelcompensatie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2019 [2020] en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Naar boven