Besluit tot vaststelling van de ‘Regeling stimuleringsbijdrage stedelijk gebied 2020’

 

Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

 

op voordracht van het college van dijkgraaf en heemraden van 20 januari 2020;

 

gelet op het bepaalde in artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de: ‘Regeling stimuleringsbijdrage stedelijk gebied 2020’

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: algemene subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2020, in werking getreden op 1 januari 2020;

  • b.

    stimuleringsbijdrage: een aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    waterschap: Waterschap Vallei en Veluwe;

  • d.

    college: het college van dijkgraaf en heemraden Waterschap Vallei en Veluwe;

  • e.

    stedelijk gebied: bebouwde kom;

  • f.

    ruimtelijk adaptief: aanpassend aan klimaatverandering, het proces waardoor de kwetsbaarheid voor klimaatverandering vermindert of waardoor wordt geprofiteerd van de kansen die een veranderend klimaat biedt;

  • g.

    projectkosten: alle kosten die redelijkerwijs toe te schrijven zijn aan het project en die bijdragen aan het realiseren van de doelen van deze regeling;

  • h.

    functionele eenheid: een ruimtelijk ontwikkelingsplan dat ontwikkeld wordt door één partij of een aaneengesloten complex van gebouwen of percelen, dat in eigendom en/of beheer is van één partij.

Artikel 2 Toepassingsbereik en doelstelling

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op door het college te verstrekken subsidies om klimaat adaptieve maatregelen te stimuleren in stedelijk gebied binnen het beheergebied van het waterschap.

  • 2.

    Een stimuleringsbijdrage op grond van deze regeling is gericht op het stimuleren van:

    • a.

      de toevoeging en verbetering van watergerelateerde elementen aan stedelijke ontwikkelingen en het verbeteren van biodiversiteit in de bebouwde omgeving met als doel gezondere en leefbaardere steden en dorpen;

    • b.

      het nemen van maatregelen die hittestress, water- en droogteschade in de bebouwde kom verminderen, met als doel het versterken van toekomstbestendigheid;

    • c.

      maatregelen die water als energiedrager en energieopslag benutten met als doel een bijdrage te leveren aan de duurzaamheid van de leefomgeving;

    • d.

      activiteiten die bij een breder publiek kennis en bewustzijn over de betekenis van water binnen de leefomgeving versterken met als doel sociale innovatie te bevorderen.

    • e.

      het organiseren van workshops en voorlichtingsactiviteiten en het doen van onderzoek mits dit een bijdrage levert aan de doelstellingen zoals genoemd onder a tot en met d van deze bepaling.

Artikel 3 Aanvraag stimuleringsbijdrage

  • 1.

    Een stimuleringsbijdrage kan worden verstrekt aan rechtspersonen, of in afwijking van artikel 2, tweede lid van de verordening, aan een samenwerkingsverband van minimaal 6 bewoners niet zijnde een stichting of vereniging.

  • 2.

    De initiatiefnemer dient een aanvraag in met een aanvraagformulier dat juist en volledig ingevuld en ondertekend is.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 7 van de verordening gaat de aanvraag voor een stimuleringsbijdrage vergezeld van offertes voor de te maken kosten.

  • 4.

    Voor verschillende uitvoeringsfasen van een project kunnen afzonderlijke aanvragen voor een stimuleringsbijdrage worden ingediend, met dien verstande dat de stimuleringsbijdrage voor het totale project, dat wil zeggen alle uitvoeringsfasen tezamen, nooit meer bedraagt dan de in artikel 8 genoemde percentages en maxima.

  • 5.

    Voor verschillende projecten die onderdeel uitmaken van een functionele eenheid, kunnen afzonderlijke aanvragen worden ingediend, met dien verstande dat de totale stimuleringsbijdrage voor een functionele eenheid nooit hoger is dan in artikel 8 genoemde percentages en maxima.

Artikel 4 Beoordeling van de aanvraag en verzoek om een voorschot

  • 1.

    Om voor een stimuleringsbijdrage in aanmerking te komen dient het project te passen binnen de doelstellingen uit artikel 2.

  • 2.

    Het project voldoet aan geldende wet- en regelgeving of beleid.

  • 3.

    De beoordeling van een aanvraag voor een stimuleringsbijdrage gebeurt met inachtneming van artikel 5 van de verordening.

  • 4.

    Een aanvraag voor een stimuleringsbijdrage wordt ingediend ten minste 4 weken voordat met de realisatie van het project wordt gestart.

  • 5.

    De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria, waarvoor een maximale score van 30 punten kan worden behaald:

    • a.

      mate waarin de aanvraag een bijdrage levert aan één of meerdere doelstellingen genoemd in artikel 2 (10 punten);

    • b.

      mate waarin de stimuleringsbijdrage bijdraagt in de versnelling of uitbreiding van de realisatie van een project (10 punten);

    • c.

      kwaliteit van het voorstel (10 punten);

    • d.

      spreiding van subsidieverlening over het gebied.

  • 6.

    Projecten die minimaal 15 punten scoren, komen voor een stimuleringsbijdrage op grond van deze regeling in aanmerking.

  • 7.

    In afwijking van de verordening beslist het college op de aanvraag binnen 4 weken na ontvangst van een complete aanvraag.

  • 8.

    Op verzoek van de aanvrager wordt een voorschot verleend ter hoogte van maximaal 50% van de stimuleringsbijdrage, genoemd in het besluit tot verlening van deze stimuleringsbijdrage.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

Als een project al een andere financiële bijdrage ontvangt van het waterschap, kan geen aanvraag voor een stimuleringsbijdrage worden gedaan.

Artikel 6 Plafond stimuleringsbijdrage

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt voor de uitvoering van deze regeling een plafond voor de stimuleringsbijdrage vast.

  • 2.

    Het beschikbare bedrag wordt conform artikel 5 van de verordening verdeeld.

  • 3.

    Aanvragen die worden ingediend nadat het vastgestelde plafond, als bedoeld in het eerste lid, is bereikt, kunnen niet worden gehonoreerd.

Artikel 7 Projectkosten

  • 1.

    Alle projectkosten komen in aanmerking voor een stimuleringsbijdrage, met uitzondering van:

    • a.

      kosten voor werkzaamheden die niet bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstelling. Dit zijn alle kosten die worden gemaakt voor klimaat adaptieve maatregelen zonder watercomponent;

    • b.

      kosten voor werkzaamheden die van overheidswege zijn opgelegd.

  • 2.

    Arbeidskosten worden vergoed tot een maximum van € 90,00 per uur.

  • 3.

    Indien btw niet verrekenbaar is, maakt het onderdeel uit van de subsidiabele kosten.

Artikel 8 Hoogte stimuleringsbijdrage

De stimuleringsbijdrage bedraagt:

  • a.

    Bij projectkosten tussen de € 0,00 en € 50.000,00: 25% van de projectkosten met een maximum van € 10.000,00.

  • b.

    Bij projectkosten hoger dan € 50.000,00: 20% van de kosten met een maximum van € 15.000,00.

Artikel 9 Controle

Het waterschap kan onaangekondigd de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend controleren tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze regeling ten gunste van de aanvrager buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 inwerkingtreding en titel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking een dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling stimuleringsbijdrage stedelijk gebied 2020”.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering op 4 maart 2020.

drs. ing. K.A. Blokland

secretaris

drs. T. Klip-Martin

dijkgraaf

Naar boven