Verordening Rekenkamercommissie waterschap Noorderzijlvest 2020

 

Het algemeen bestuur van het waterschap Noorderzijlvest;

gelezen het bestuursvoorstel d.d. 25 februari 2020;

gelet op het bepaalde in artikel 78 van de Waterschapswet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de navolgende Verordening Rekenkamercommissie waterschap Noorderzijlvest 2020.

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Waterschapswet;

  • b.

    waterschap: Noorderzijlvest;

  • c.

    commissie: Rekenkamercommissie;

  • d.

    voorzitter: voorzitter van de Rekenkamercommissie;

  • e.

    extern lid: lid van de Rekenkamercommissie niet zijnde een lid van het algemeen bestuur;

  • f.

    intern lid: lid van de Rekenkamercommissie die het algemeen bestuur uit zijn midden kiest;

  • g.

    rapport: een eindproduct van de Rekenkamercommissie.

 

Artikel 2 Onderwerpselectie en instelling commissie

1. Het algemeen bestuur besluit of er een onderzoek bedoeld in het vierde lid van dit artikel wordt gestart.

2. Het algemeen bestuur kiest de onderwerpen voor het betreffende onderzoek en formuleert de vraagstelling.

3. Het algemeen bestuur besluit tot het instellen en opheffen van een commissie. Het algemeen bestuur kan besluiten om:

  • a. een commissie in te stellen per onderzoek (op ad hoc basis), dan wel;

  • b. een commissie in te stellen met een permanent karakter.

4. De commissie doet onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid, en de rechtmatigheid van het door het waterschapsbestuur gevoerde bestuur, met uitzondering van controle van de jaarrekening.

 

Artikel 3 Samenstelling en benoeming commissie

1. Een door het algemeen bestuur ingestelde commissie bestaat in totaal uit 5 leden, waaronder de voorzitter.

2. De commissie bestaat uit interne leden en wordt desgewenst , afhankelijk van de benodige expertise, aangevuld met een nader door het algemeen bestuur te bepalen aantal externe leden.

3. Het algemeen bestuur kan een sollicitatiecommissie benoemen ter voorbereiding van de benoeming van de externe commissieleden. De sollicitatiecommissie bestaat uit de voorzitter van de Rekenkamercommissie (tevens voorzitter sollicitatie/selectiecommissie), een intern Rekenkamercommissie-lid en een AB lid en wordt ondersteund door de griffier.

4. Het algemeen bestuur benoemt de leden van de commissie.

5. Het algemeen bestuur wijst de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie aan.

6. De interne leden van de commissie worden benoemd voor een periode gelijk aan:

  • a. de duur van het onderzoek, dan wel;

  • b. de lopende zittingsduur van het algemeen bestuur.

7. De externe leden van de commissie worden benoemd voor een periode gelijk aan:

  • a. de duur van het onderzoek, dan wel;

  • b. de lopende zittingsduur van het algemeen bestuur plus 6 maanden.

 

Artikel 4 Belofte

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de externe leden van de commissie in de vergadering van het Algemeen bestuur, in handen van de dijkgraaf, de volgende verklaring en belofte (eed) af: “Ik verklaar (zweer) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof (zweer) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof (zweer) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Dat verklaar en beloof ik. (Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.)”

 

Artikel 5 Nevenfuncties

1. De leden van de commissie maken openbaar welke andere functies zij vervullen.

2. De openbaarmaking geschiedt door publicatie op de website van het waterschap.

3. Op externe leden zijn de bepalingen van artikel 31, lid 2 en artikel 33 lid 1 van de wet van overeenkomstige toepassing (onvereenigbare functies etc.). Van artikel 33 eerste lid, aanhef en onderdeel d van de wet kan het algemeen bestuur ontheffing verlenen.

 

Artikel 6 Ontslag

1. Het algemeen bestuur kan een lid van de commissie ontslag verlenen.

2. Het lidmaatschap van een lid dat tevens lid van het algemeen bestuur is eindigt:

  • a. op eigen verzoek;

  • b. indien de termijn waarvoor hij is benoemd eindigt;

  • c. indien het lid aftreedt als lid van het algemeen bestuur;

  • d. aan het eind van de zittingsperiode van het algemeen bestuur.

  • e. indien het algemeen bestuur van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

  • a. op eigen verzoek;

  • b. indien de termijn waarvoor hij is benoemd eindigt;

  • c. bij aanvaarding van een functie die naar het oordeel van het algemeen bestuur onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

  • d. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld dan wel zulk een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • e. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • f. indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen;

  • g. 6 maanden na de zittingsperiode van het algemeen bestuur.

 

Artikel 7 Vergoeding leden

1. De leden ontvangen een vergoeding voor de werkzaamheden die zij voor de commissie verrichten.

2. De hoogte van deze vergoeding is bepaald in artikel 4.1.2. (interne leden) van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

3. In afwijking van lid 2, kan het algemeen bestuur bij besluit gebruik maken van de bevoegdheid van artikel 4.4.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale poltitieke ambtsdragers om een hogere vergoeding vast te stellen voor de externe leden van de commissie.

 

Artikel 8 Ambtelijke ondersteuning

1. In overleg met de commissie en de griffier draagt de secretaris-directeur er zorg voor dat de commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

2. De ambtelijk secretatis staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

3. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteundende taken worden verricht.

4. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

5. De commissie kan zich laten adviseren door de concerncontroller en de griffier.

 

Artikel 9 Onderzoeksopzet en Reglement van orde

1. De commissie stelt de onderzoeksopzet (met begroting en planning) en een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

2. De commissie zendt de onderzoeksopzet en het reglement van orde na vaststelling ter kennisneming naar het algemeen bestuur.

 

Artikel 10 Werkwijze

1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

2. De commissie kan besluiten het algemeen bestuur tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het dagelijks bestuur en bij alle ambtenaren van het waterschap die mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het dagelijks bestuur en de ambtenaren van het waterschap zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde (redelijke) termijn te verstrekken. Gegevens over personen c.q. herleidbaar tot personen worden niet verstrekt aan de commissie. Indien noodzakelijk voor het onderzoek worden persoonsgegeven altijd geanonimiseerd verstrekt aan de commissie. De functionaris gegevensbescherming van het waterschap ziet toe op de uitvoering van hiervan.

4. Alle verzamelde informatie door de commissie is en blijft eigendom van het waterschap.

  • a. De commissie zorgt ervoor dat de ontvangen informatie alleen beschikbaar is voor de leden van de commissie.

  • b. De commissie zorgt ervoor dat de integriteit (juistheid) van de informatie is geborgd.

  • c. De commissie zorgt ervoor dat alle ontvangen informatie vertrouwelijk wordt behandeld binnen de commissie.

  • d. Verstrekte vertrouwelijke informatie blijft vertrouwelijk binnen de commissie.

5. De commissie vergadert in beslotenheid; voor de leden en de ambtelijk secretaris geldt een geheimhoudingsplicht voor hetgeen in de vergadering is besproken; haar vastgestelde rapporten zijn openbaar.

6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen.

8. De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun reactie aan de commissie te geven op de juistheid en volledigheid van het conceptonderzoeksrapport. Betrokkenen zijn in elk geval degenen, wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt. De commissie stelt vervolgens het dagelijks bestuur in de gelegenheid binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste zes weken bedraagt, zijn reactie aan de commissie te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptonderzoeksrapport.

9. De commissie zendt een afschrift van haar onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van het dagelijks bestuur op het (concept)rapport aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

10. De commissie legt in het geval zij is ingesteld op grond van:

  • a. artikel 2, lid 3 onderdeel a, verantwoording af aan het algemeen bestuur door een financieel overzicht toe te voegen aan haar eindrapport.

  • b. artikel 2, lid 3 onderdeel b, jaarlijks verantwoording af aan het algemeen bestuur door middel van een jaarverslag met een financieel overzicht.

11. De vastgestelde onderzoeksrapporten van de commissie en de verantwoording aan het algemeen bestuur worden gepubliceerd op de website van het waterschap.

 

Artikel 11 Budget

1. De commissie is bevoegd binnen het aan haar (bij de begroting) beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van haar taken.

2. Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht betreffende:

a. de vergoedingen aan externe leden;

b. de externe deskundigen/onderzoekers die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

c. overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Rekenkamercommissie waterschap

Noorderzijlvest 2020".

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het

algemeen bestuur van het waterschap Noorderzijlvest,

gehouden op 11 maart 2020 te Groningen

 

Het algemeen bestuur:

 

Bert Middel, dijkgraaf

Bas Tammes, Secretaris-directeur

 

 

Naar boven