Kennisgeving ontwerpnota voorkeursalternatief en milieueffectrapport fase 1 Well

Gedeputeerde Staten van Limburg en het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg maken bekend dat voor de dijkversterking en -verlegging bij Well een ontwerpnota voorkeursalternatief is vastgesteld. Van 13 maart tot en met 23 april 2020 ligt de ontwerpnota voorkeursalternatief samen met het milieueffectrapport Fase 1 ter inzage en kan een ieder een zienswijze daarover naar voren brengen.

Waterschap Limburg, het Rijk, de provincie Limburg en de betrokken gemeenten werken samen met de omgeving aan diverse verkenningen voor dijkversterkings-, dijkverleggings- en beekherstelopgaven, waaronder die bij Well. De opgave voor het dijktraject Well omvat de systeemmaatregel vanuit het Deltaprogramma Maas bij Well (de zogeheten ‘groene rivier’), de versterkingsopgave in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de bestaande dijken (of: waterkeringen) in Well en de beekherstelopgave bij de Wellse Molenbeek. Bij de besluitvorming wordt rekening gehouden met de Omgevingswet die naar verwachting op 1 januari 2021 in werking treedt. Waterschap Limburg is trekker van de verkenning. De verkenningsfase wordt naar verwachting in juni 2020 afgerond met de definitieve nota voorkeursalternatief. Daarna volgt de planuitwerkingsfase waarin Waterschap Limburg een projectbesluit op grond van de Omgevingswet vaststelt. Het projectbesluit Omgevingswet is onderworpen aan goedkeuring door de provincie Limburg. Tevens is provincie Limburg bevoegd gezag voor het milieueffectrapport (MER).

Op 3 maart 2020 is de ontwerpnota voorkeursalternatief vastgesteld door het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg. Het voorkeursalternatief bestaat uit een ruimtelijk tracé van de waterkering, een duiding van het type waterkering en een ruimtelijk tracé voor de beekherstelopgave en de systeemmaatregel. Het MER voor het dijktraject Well wordt in twee fasen opgesteld. Het MER Fase 1 wordt tijdens de verkenningsfase opgesteld en presenteert milieu-informatie op basis waarvan een voorkeursalternatief (VKA) kan worden vastgesteld. Het MER Fase 1 wordt nu samen met de ontwerpnota voorkeursalternatief ter inzage gelegd. Tijdens de planuitwerkingsfase wordt het MER Fase 2 opgesteld. In het MER Fase 2 worden de mogelijke inpassingsvarianten van het vastgestelde voorkeursalternatief beschreven en beoordeeld. Het MER Fase 2 wordt later, met het ontwerpprojectbesluit Omgevingswet, ter inzage gelegd.

De (ontwerp)nota Voorkeursalternatief betreft een bestuurlijke voorkeur en is niet een voorkeursbeslissing in de zin van de Omgevingswet. Voor het dijktraject Well wordt geen voorkeursbeslissing in de zin van de Omgevingswet genomen.

Participatie

De verkenningsfase kenmerkte zich door een intensief en zorgvuldig participatieproces bij het ontwikkelen van oplossingsrichtingen. Vanaf de start van de verkenning is intensief afgestemd met de omgeving. Dit middels omgevingswerkgroepen, informatieavonden, inloopavonden (voor Notitie Reikwijdte en Detailniveau en besluit Minister), vele keukentafelgesprekken en ontwerpsessies. In de verslagen van de omgevingswerkgroepen en ontwerpsessies is aangegeven wat er wel en niet met de ingekomen wensen en reacties is gedaan bij de ontwikkeling van het Voorkeursalternatief.

Naast bovengenoemde contactmomenten heeft Waterschap Limburg via nieuwsbrieven en haar website gecommuniceerd. Tevens zijn verslagen, presentaties en kaartmateriaal van de informatieavonden op de site ter beschikking gesteld. Ten slotte is er antwoord gegeven op vragen van stakeholders die per e-mail of telefonisch zijn gesteld.  

Procedure

Gezien de verwachte inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021 zal voor de dijkversterking en -verlegging te Well naar verwachting een projectbesluit conform de Omgevingswet worden vastgesteld door Waterschap Limburg. Dit projectbesluit moet worden goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg. Eerder was een projectplan op basis van de Waterwet voorzien met een vergelijkbaar proces van vaststelling en goedkeuring.

Bij de voorbereiding hiervan wordt een MER opgesteld. Als eerste stap in dit proces is voor dijktraject Well in 2018 een Notitie Reikwijdte en Detailniveau opgesteld. Daarin zijn op hoofdlijnen de dijkversterkingen en -verleggingen en de alternatieven beschreven, is aangegeven welke milieuaspecten naar verwachting relevant zullen zijn en hoe de alternatieven zullen worden beoordeeld. Een ieder is in de gelegenheid gesteld te reageren (mondeling of schriftelijk) op het voornemen om deze projecten te gaan voorbereiden en op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. De reacties zijn beoordeeld en waar nodig meegenomen in de definitieve Notitie Reikwijdte en Detailniveau en het MER Fase 1.

Voor dijktraject Well is in het MER Fase 1 beoordeeld in hoeverre de alternatieven tot significante effecten op het Natura 2000 gebied Maasduinen kunnen leiden. De conclusie is dat significante effecten niet zijn uit te sluiten. Voor dit dijktraject wordt daarom een passende beoordeling opgesteld.

De commissie voor de milieueffectrapportage wordt gevraagd advies uit te brengen over het MER.

Vervolgtraject 

De ingekomen zienswijzen worden verwerkt in een nota van Antwoord en mogelijke wijzigingen of aanvullingen worden verwerkt in de definitieve nota voorkeursalternatief en/of het MER Fase 1. Tegen de nota voorkeursalternatief en het MER Fase 1 kan geen bezwaar worden gemaakt of beroep worden ingesteld. Tegen het projectbesluit Omgevingswet kan wel beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Hierbij kunnen alle aspecten van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, de nota voorkeursalternatief, het MER Fase 1 en het MER Fase 2 aan bod komen.

In het MER Fase 2 worden de mogelijke inpassingsvarianten van het vastgestelde voorkeursalternatief beschreven en beoordeeld. Het MER Fase 2 wordt tegelijkertijd met het ontwerp-projectbesluit Omgevingswet  ter inzage gelegd, waarbij het voor een ieder opnieuw mogelijk is om zienswijzen in te dienen.

Inzien stukken

De ontwerpnota voorkeursalternatief,  het MER Fase 1 en de daarbij horende stukken liggen ter inzage van 13 maart 2020 tot en met 23 april 2020. De stukken kunnen op werkdagen worden ingezien bij de volgende instanties op de daar gebruikelijke openingstijden:

1.bij de receptie van het Gouvernement, Limburglaan 10 te Maastricht;

2.bij het Waterschap Limburg, Maria Theresialaan 99 te Roermond;

3.bij de gemeente Bergen, Raadhuisstraat 2 te Bergen.

De ontwerpnota voorkeursalternatief, het MER Fase 1 en de bijbehorende stukken worden gedurende de inzagetermijn gepubliceerd op de website www.overheid.nl (Provinciaal Blad).

Daarnaast worden de stukken gepubliceerd op de website van Waterschap Limburg.

Zienswijzen

Een ieder kan vanaf vrijdag 13 maart 2020 tot en met donderdag 23 april 2020 schriftelijk en/of mondeling een zienswijze naar voren brengen over de ontwerpnota voorkeursalternatief en het MER Fase 1.

Indienen zienswijzen 

Schriftelijke zienswijzen moeten worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Limburg, t.a.v. de heer J.L. Goudriaan, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht. Gedeputeerde Staten van Limburg zorgen ervoor dat de zienswijzen worden behandeld door Waterschap Limburg.

Voor het naar voren brengen van mondelinge zienswijzen kunt u contact opnemen met de heer J.L. Goudriaan (tel. (043) 389 7452, jl.goudriaan@prvlimburg.nl) of de heer M. Brauers , tel. (043) 389 7242, mml.brauers@prvlimburg.nl voor het maken van een afspraak. Ook kunt u mondeling een zienswijze naar voren brengen tijdens de hierna genoemde inloopbijeenkomst.

Inloop/inspraakbijeenkomsten 

Waterschap Limburg organiseert daarnaast een informatiebijeenkomst op maandag 23 maart 2020 van 19.00 tot 21.00 uur in De Buun aan de Kasteellaan 25 in Well. Tijdens deze bijeenkomst staat het waterschap stil bij het ontwerp-voorkeursalternatief en de milieueffectrapportage met bijbehorende procedure. Om 19.00 uur vindt er een korte presentatie plaats. Na afloop hiervan kan een ieder het kaartmateriaal van het voorkeursalternatief bekijken en vragen stellen over bijvoorbeeld de procedure. Ook kan gebruik worden gemaakt van een notulist voor hulp bij het opstellen van een zienswijze.

Voor meer informatie kunt u zich wenden tot:

de heer J. Goudriaan, tel. (043) 389 7452, jl.goudriaan@prvlimburg.nl of

de heer M. Brauers, tel. (043) 389 7242, mml.brauers@prvlimburg.nl

 

 

Naar boven